No. 7.
Zaterdag 23 Januari 1904.
ie Jaargang
Wees U Zelf!
Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken
t
Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER".
FEUILLETON.
De Moeder van den Rietdekker.
Buitenland.
Verschijnt
Woensdags en Zaterdags, j Redacteur: P. van der Meer J™.
Bureau
(voorloopig)
Beekesteinscke Laan 32.
Abonnementsprijs
Per jaarf 3.00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Prijs der advcrtentiën
Van 1 tot 5 regels0.40
voor iederen regel meer0.08
(By abonnement aanmerkelijke korting.)
De Verordening tot wering van
het in consumtie brengen
van ondeugdelijk vlecseh
in de Gemeente Amersfoort.
Het plan tot reorganisatiavanjdovee-
en vleeschkeuring in deze genTSente, dat
voor de openlijke Whabdeting in den
Gemeenteraad fiu inj" voorbereiding is,
heeft rjeeds in db ócrstó dagen van zijn
verschijning de i^pagciigemoederen in
beroering -gebracht. 5
En geei\ wonder, want, zooals schier
bij icdèj' BegroÜtingsdcbat werd aange
toond, er bestaat in deze Gemeente op
de uitoefening van het vleeschverkoopers-
bedrijf eigenlijk zoo goed ais geeu
toezicht, althans geen voldoend toe
zicht. Wie zeker wil zijn, dat zijn ge
zondheid bij het vleeschgebruik geen
gevaar loopen kan, dient zich te bege
ven tot de slagers, wier uitgebreide
klandizie hen in staat stelt het allerbeste
veeaantekoopen; zulk een afnemer moet
dan ook zijn zekerheidstelling duur
koopera, hij dient genoegen te nemen
met de door de voornaamste slagers ou
derling vastgestelde prijzen, welke voor
de meest gevraagde vleeschsoorteu 10 a
20 cents hooger zijn per Kilogram dan
eldersof wél en dit geschiedt veel-
vuldiger dan menigeen vermoeden zou
hij ontbiedt het vleeseh uit zijn vroe
gere woonplaats bij een beproefd leve
rancier, ontvangt even goede qualiteit en
komt ondanks de transportkosten nog
goedkooper uit. De mingegoede
vleeschverbruikers, de meerderheid, stelt
zich tevreden met waar die geen duur-
zamen waarborg van deugdelijkheid ge
ven kan.
Eene eenigszins afdoende regeling van
dezen toestand, waarmede Amersfoort,
vergeleken met gemeenten van gelijke
beteekenis, eenigo jaren ten achteren is,
gaat natuurlijk gepaard met eenige be
perking van het slagersbedrijfen zoo
is het gebeurd, dat de meest belang
hebbenden, de groote slagers
hun collega's opriepen tot een gezamen
lijk protest tegen het dreigend gevaar,
welk protest evenwel geen en
kel argument bevat, dat niet steeds
is aangevoerd tegen de in andere ge
meenten plaats gevonden reorganisatie,
laatstelijk in Dordrecht. Evenals daar,
zal ook hier de ongegrondheid der
grieven later erkend worden, wan
neer de zaak haar beslag gekregen heeft.
Schets uit Seeland.
Dag, Mads!"
„Dag, Stine!"
Zijn gezicht was even rood als de bloem
die hij in de hand hield.
„Je ziet er nu weer goed uit."
„Ja, ik ben ook heel tevreden."
Zij ging naast hem zitten. Hij bood
haar de roos aan.
„Kijk eens, dat is voor u. Ik heb
ze van het dochtertje van dorniné ge-
gekregen."
„En mag ik die mooie roos nu heb
ben?" vroeg zij, terwijl zij de bloem
koket op haar borst hechtte.
„Er is niets te mooi of te goed voor
u, Stine; omdat er in het heele dorp,
neen in de heele wereld, niemand zoo
lief en zoo goed is als gij, ten minste
in mijn oogen?"
„Je moet me nu niet verlegen ma
ken, Mads."
Hij liet zich niet storen, maar ging
voort.
„Wat zou er wel van mij geworden
zijn, zondor u? Ik had geheel verlaten
kunnen liggen sterven, zonder dat iemand,
myn eigen moeder zelfs, er weet van
Dat ook de kleine slagers zich mede
aankanten tegen de voorgestelde rege
ling getuigt toch niet van hun goed
inzicht; zij toch aal eerst duidelijk aan
hot licht brengen, dat men, om deug
delijke waar te bekomen, juist niet bij
de voornaamste behoeft ter markt
te gaan. Maar ook het geheele gil
de zal bij den te verwachten gehou
den toentiind welvaren.
Tegenover derving van overma
tige winst door sommigen zal voor
allen komen te staan vermeerderd
debiet, als een gevolg van het ver
bod van het invoeren van kleine stuk
ken vleeseh, hetgeen nu op groote
schaal plaats heeft.
Zelfs al strooken de beperkende be
palingen van het reorganisatieplan niet
met de belangen van de vleeschver-
koopers, dan nog zou de plicht der
Overheid: beveiliging van de
volksgezondheid, die volkomen
wettigen. Is het wel genoegzaam
bekend, dat de invoer uit de omliggende
plattelandsgemeenten van uit nood
geslacht vee en van ander minder
waardig vleeseh hier een verbazen-
den omvang genomen heeft, en dat zulk
gevaarlijk goedje hier geregelde af
nemers vindt, dat de clandestiene invoer
langs allerlei wegen uiet te weren is
alsook dat de keuring van hetgeen
daartoe vrijwillig aangeboden wordt zeer
dikwijls achterwege blijft, we
gens ontstentenis van de daartoe aange
wezen personen, wegens gebrek aan een
keuringslokaal en aan de noodige
hulpmiddelen? Deze haastongeloofelijkc
toestand is langzamerhand ontstaan ton
gevolge van het opheffen der poorten en
barrières, welke eertijds na zonsonder
gang gesloten en overigens voortdurend
bewaakt werden door de Kommiezen
van den accijns. Toen moest, krachtens
artikel 10 van de thans nog geldende
Verordening van 26 October 1358, op
de keuriug eu den verkoop van
vee en van vleeseh en spek,
„hot vleeseh of spek van elders geslacht
vee, bestemd om in de gemeente te
worden verbruikt, aldaar aan een dei-
poorten door den invoerder ter keuring
worden aangeboden aan den aldaar aan
wezigen Ambtenaar."
De destijds bestaande controle is door
geen audere even aföoende vervan
gen. Daarin en in een streng toe
zicht op den geheelen vleeschverkoop
gehad had; maar u is bij mij gekomen
om mij op te beureu en te helpen, en
u is goed voor mij geweest, hoewel ik
maar een leelijke, onnoozcle stumper
ben."
„Ge zijt niet leelijk en evenmin on-
noozel, Mads."
„Ik heb toch mijn heele leven lang
niet anders gehoord."
„Ik vind je zelfs heel naar mijn
zin, Mads."
De verwonderde bruine oogen staar
den haar verbaasder dan ooit aan.
„Stine, ge houdt me toch niet
voor den gek, dat zou niet mooi van
u zijn?"
„Neen, Mads,ik spreek in vollen ernst."
„Zoudt ge, zoudt ge werkelijk een
weinig van mij kunnen houden?"
„Ik heb al heel lang, veel van je
gehouden, Mads."
Ilaar hand lag in de zijne.
Alles duizelde hem voor de oogen.
zou het mogelijk kunnen zijn? Dit mooie
meisje, tegen wie het gehecle dorp op
zag, was de zijne! Neen het moest een
droom zijn, zooals hij er gehad had,
toen hij ziek lag. Hij wilde eerst over
tuigen of hij een kus van haar kon krij
gen want, dan zou het toch werkelijk
waar zijn.
Hij keek om zich heen. Niemand die
hem zien kon.
En ja, het was waar! Hij kreeg niet
alleen éénkus,]hijkreeger verscheidene.
in deze gemeente voorziet het reorgani
satie-ontwerp door de aanstelling van
deskundige, uitsluitend met dezen tak
van dienst belaste ambtenaren, door het
inrichten van een centraal-bureau voor
de keuring van vee en vleeseh met de
noodige hulpmiddelen, door het aanwij
zen van bepaalde wegen voor den in-
en doorvoer, en verder door zoodanige
voorschriften, als elders bij ondervinding
doeltreffend bevonden zijn.
Mogen hiertegen bozwaren gelden,
als reeds meer gehoord zijn, en nu ook
door de Slagersvereeuigiiig in haar
request aan den Gemeenteraad worden
ingebracht, waarin het heet: „Iedere
keuring blijft gebrekkig, zoolang er niet
is een Rijks-keuring, of een cordon van
beambten om de stad wordt gelegd" en
„het in gesloten pakketten aait parti
culieren geadresseerd vleeseh wordt er
niet door getroffen."
Absoluut te weren is frauduleuze
invoer nimmer, tot een minimum te
beperken zeer zekeren wie bij
normale prijzen liier, er nog voordeel in
vinden mocht de Verordening te ont
duiken en zich te voorzien van niet ge
waarmerkt vleeseh, weet dat ltij zich
aan gevaar blootstelt.
Dc verdere bezwaren van de Slagers-
vereenigingen zijn al even overdre
ven of berusten op valselie voor
stelling van de zaak. Zoo b.v. „dat
een keuring van levend vee absoluut
onnoodig is, zelfs in abattoirs niet plaats
heeft." Op alle plaatsen, waar de keu
ring behoorlijk geregeld is, en aan alle
abattoirs men zie o.a. artikel 43 van
de Utrechtsche Verordening geschiedt
dc keuring v66r de slachting. Wooilig
is zij, omdat liet onderzoek na de slach
ting daardoor in vele gevallen wordt
vergemakkelijkt, omdat aan be
smettelijke ziekte lijdend bevonden die
ren onmiddellijk kunnen worden afge
zonderd, en het gevaar van infectie van
de met slachting belaste personen in
zoo'n geval wordt voorkomen.
Als argument tegen keuring van le
vend vee aan het centraal-bureau wordt
aangevoerd, dat „extra vertrouwd per
sonecl en speciaal daarvoor ingerichte
vervoermiddelen" daarvoor noodig zijn,
dat bij het tweemaal voeren door de
stad „dolheid niet uitgesloten is, als het
dier geluiden hoort, die het tot nu toe
niet gehoord heeft."
Op dit „bezwaar" past de vraagHoe
„Ik ben benieuwd wat moeder er
van zeggen zal," zeide hij, toen de eer
ste verrassing voorbij was. Ze zal wel
boos worden en mij slaan."
„Maar dat moet je niet toelaten."
„Och, het doet niet zeer; ze mag het
met liefde doen, als ze er behoefte aan
heeft."
Van dien dag af was het alsof Mads
een ander inenseh geworden was. Hij
ging weldra weer aan het werk en werk
te met lust en ijver maar hij gaf niet
meer, zooals vroeger, al wat hij verdiende
aan zijn moeder. Ze mocht op hem
schelden en hem slaan, zooveel ze wilde;
het hielp niets. Hij hield zijii geld bij
zich.
De winter ging voorbij.
De menschcn in het dorp fluisterden
elkaar toe dat Mads en Stine verloofd
waren, maar niemand durfde er Sidse
naar vragen en zij sprak er tegen nie
mand een woord over.
Vroeg in het voorjaar begon Mads
het rieten dak zijner woning geheel
te vernieuwen. Het huisje werd schoon
gemaakt en gewit, en de tuin in orde
gebracht. Hij bracht nieuwe aarde op
de bloembedden, plantte eenige vrucht-
boompjes en legde een wilden wingerd
langs den muur aan.
„Het is verschrikkelijk, zoo als je het
liicr opknapt!" zeide Sidse eens op spij-
tigen toon, terwijl Mads op de slagbank
zijn avondeten zat te verorberen. „We
zijn dan de veemarkten bestaanbaar uit
een slagersoogpunt
De overige, aan de praktijk ontleende
„Bezwaren der S. V." tegen het „Ont
werp van 11. en W." welke een nict-
foelaiighebfocnil deskundige al
licht zou noemen beweringen door
de ondervinding gelogenstraft,
in het midden latende, wijzen wij hier
ten slotte op het hoofdbezwaar,
vermeld in het request aan den Ge
meenteraad„dat de kosten der reor
ganisatie in den vorm van keurloon oj>
de schouders der slagers wor
den gelegd," en op dc verzekering
„dat die kosten niet te verhalen zijn in
den vorm van prijsverhooging van liet
vleeseh, omdat èn de concurrentie èn
het publiek zich daar stellig tegen zullen
verzetten." De slagers verzoeken „de
kosten uit «Ie algemecne kas te
laten betalen, en dus de keuring
kosteloos (voor hen) te doen ge
schieden."
Indien de Gemeenteraad op dit ver
zoek inging, zou hier in Amersfoort een
toestand geschapen worden zoonis ner
gens bestaat waar keurloon geheven
wordt. Dc ondervinding heeft geleerd,
dat het keurloon, hetwelk in liet onder
havige geval een halven cent per Kgr.
bedragen zal, gaarne van den vleesch-
verkooper wordt overgenomen door den
verbruiker, die daarvoor als deugdelijk
gewaarmerkte waar ontvangt; dat de
slager uit deze geringe belasting zclls
nog een voordeeltje weet te
halen, zonder noemenswaardige prijs
verhooging voor den afnemerdat bij
het invoeren van een abattoir, hetwelk
het dubbel en hooger keurloon
vordert, de vleeschprijzen aanvankelijk
stijgen, om even spoedig tot het normale
cijfer terug te koeren.
Maar en dit is nu eens een wer
kelijk bezwaar! dan moeten dc
vleeschprijzen niet. zooals lu
de gemeente Amersfoort ge
schiedt, reeds zoo hoog opge
voerd zijn. dat ze eigenlij k niet
meer vatbaar zijn voor ver
hooging!!
Wel verre dus van met de S. V. „te
verwachten, dat velen hunner zullen ten
ondergaan", als op hen de kosten van
de keuring worden verhaald, zullen de
finantieclc gevolgen van de „kostbare
inrichting" zijnterugkeer tot nor
male prijzenwaarbij voor den
slager volkomen schadeloosstelling, zij
het ook met derving van over
matige winst
Het verzoek van de S.V. om „do
kosten uit de algemecne kas te laten
betalen" bevat bovendien eene groote
onbillijkheid tegenover onze niet-
of in zeer ongelijke mate vleescli-etende
medeburgers. Hadden we van liet goede
al niet meer tlan genoeg, dan
was hier het onderwerp voorhanden voor
een nieuwe belasting: «lie naar het
vleesehverbruik. Deze zou althans
eene billijke vertleeling van dc
lasten der nieuwe regeling zijn
liet wil ons voorkomen, dat de ont-
worpen Verordening zoo goed en
zoo weinig kostbaar mogelijk
voorzien zal in een reeds veelte
lang verwaarloosd gemeente
belang
zullen het mooi krijgen!"
„Ja, ik denk er over mij te veran
deren."
„Waar denk je over?" vroeg zij, op
stuivende.
„Ik ga trouwen," antwoorde hij met
den mond vol brij.
„Ik zal je leeren trouwen, jou ellen
dige jongen!" schreeuwde zij, op hem
toesnellend, en met al haar macht op
hem losbeukend.
Mads bleef als gewoonlijk geheel lijd
zaam, en trok liet hoofd tusschen de
schouders, terwijl zij sloeg.
Toen zij ophield omdat haar krachten
uitgeput waren, zeide hij heel bedaard
„Ge kunt me slaan zooveel ge wilt,
inaar trouwen doe ik toch. Morgen ga
ik er met dominéé over spreken".
Sidse liep naar haar eigen kamer en
wierp de deur hard achter zich dicht.
Den volgenden dag ging zij als ge
woonlijk uit werken, en over de geheelc
zaak werd verder geen woord meer ge
wisseld.
Een maand later stond Sidse op een
Zaterdag gereed om de deur uit te gaan.
„Van avond komt ge toch thuis?"
vroeg Mads, want morgen trouwen wij".
„Zoo, morgen?" zeide zij meteen
lichte beving in haar stem. „Neen, ik
blijf een paar dagen weg, want ik moet
bij den molenaar helpenzijn vrouw is
ziek".
De veto-kwestie.
De crisis in Oost-AziC.
Men zal zich herinneren dat bij do
laatste pauskeuze, Oostenrijk gebruik
maakte van het recht van veto, waardoor
aan kardinaal Rampolla voor altijd het
uitzicht op den pauselijken zetel ont
nomen werd. Na dien tijd is er, voor
namelijk van uit Rome een strijd ontstaan
tegen dit veto-recht, waarop ook de
voorstanders er van zich duchtig zijn
gaan weren, om het behoud van het
recht te verdedigen. De „Neue Freie
Prcsse" bespreekt in een uitvoerig en
doorwrocht artikel deze kwestie, en valt
daarin vooral het orgaan der Curie-kar
dinalen, de „Osservatore Romano", aan.
Dit blad heeft nl. beweerd, dat het veto
recht nimmer een gewoonterecht is ge
weest der katholieke groote mogend
heden, en dat het niets anders is dan
een misbruik.
De „N.Fr. Pr." merkt, naar aanleiding
hiervan, zeer terecht op, dat dit al een
heel beleedigende geringschatting is èn
voor de tallooze kardinalencolleges, die
er zich in den loop der eeuwen aan
hebben onderworpen, èn voor do pausen,
die er hun verkiezing aan dankten.
En op de bewering van de „Osserva
tore" dat de uitdrukkelijke erkenning
van de kerkelijke overheid noodig is
voor een kerkelijk gewoonterecht, ant
woordt het blad met de vraag, of het
„Dat spijt me. Ik dacht dat u bij
de bruiloft zoudt zijn."
„Och, je zult wel bruiloft kunnen hou
den zonder mij," zeide zij, haar krui-
wageu opnemende en zoo ging zij heen.
Zoodra zij vertrokken was, ging Mads
Stine waarschuwen, en nu begonnen zij
hun woning in gereedheid te brengenwant
Stine was een verstandig meisje, en had
gezorgd in den tijd, dien zij gediend had,
haar eigen bed degoed en eeuig huisraad
bij elkaar te krijgeir.
Den volgenden dag na kerktijd werd
hun huwelijk ingezegend.
Stine zag er bekoorlijk uit in haar
nieuw zwart kleedje, en met den krans
van veelkleurige bloemen in liet haar.
Eerst had zij er wel ovcrgedacht met
een sluier en een mirtekrans te gaan,
zooals de bruidjes in de stud; maar bij
nader inzien had zij toch maar de oude
dorpsgebruilcen gevolgd, liever dan dat
de menschcn zouden kunnen zeggen,
dat zij boven haar stand gekleed was
geweest.
Mads had zich een nieuw pak bij den
kleerenmaker in de naburige stad be
steld, en zag er bepaald deftig uit met
zijn staandeu boord en witte das. Uit
zijn achterzak kwam zelfs heel even een
zakdoek te voorschijn. de eerste dien
hij ooit bezeten had.
De plechtigheid was zeer aandoenlijk.
{Wordt vervolgd).