Buitenland. Binnenland. Uit de Omgeving. veranderlijke, ijzeren wetten waaronder de mensch zich tijdelijk te bukken had. Zagen zij niet voorbij, dat de staathuis houdkunde een tweevoudig karakter heeft, niet alleen een theoretische maar ook een practische zijde, dat het niet genoeg is de wetten te beschrijven, die onder de bestaande maatschap pelijke toestanden de loonen beheer- schen, maar noodig evenzeer te vra gen naar de wetten, die onder betere maatschappelijke toestanden ze beheer- scheri kunnen. Sloten zij niet te zeer het oog voor de wijzigingen die huma niteit, zedelijkheid en religie in die toe standen moesten aanbrengen? .Niet het minste heil verwacht Toyn- bee van een staatssocialisme, dat de staat maakt tot een alvcrzorger en albedril. Neen de staat heeft alleen dan tusschen- beide te treden, als willekeurige exploi tatie van de zijde der arbeiders die tus- schenkomst onvermijdelijk maakt. Maar allereerst moet de wassende demo cratische geest den werkgever tot meer dere toenadering, den werkman tot toe nemende zelfstandigheid dringen. Zede lijke invloed vermag hier 't meest. Daar om legt. hij allen nadruk op de ver standelijke en zedelijke ontwikkeling van den werkman, waarbij de grootste moeie- lijkheid is de onverschilligheid der werk lieden zeiven voor het verkrijgen van kennis. Associatie, vcreeniging is het wacht woord van den tijd. Uitmuntend, mits die vcreeniging iets meer beooge dan louter stoffelijke voordeelen. „In 't ver leden hadden alle associaties haren oor sprong in onbewuste physiene drang redenen, in de toekomst zullen zij haar oorsprong vinden in bewuste ethische drijfvecren." Tot geenerlei partij wenschte Toynbee te belmoren maar toch zou men hem „radicaal" of „geavanceerd" kunnen noemen. Hij staat waardeerend en cri- tiseerend tegenover de economie der oudere en der nieuwere school. Beider leerlingen meet hij met den maatstaf der practijk. In religie zoowel als in staathuishoudkunde" zegt Jowett, „was hij een vijand van afgetrokken begrip pen, van betwiste theologische dogmen zoowel als van abstracte theoriën over kapitaal en arbeid, godsdienstige waar heden moesten met vleesch en bloed bekleed worden en in betrekking ge bracht worden tot het werkelijke leven, zouden zij eenigen vat hebben op zijn geest. "ij was er altijd op uit do denk beelden die hij koesterde in practyk te brengen. Als hij in Wliitechapel op slecht gemeubileeide kamers woonde, volgde hij zooveel mogelijk de levens wijze der werklieden, nam hij deel aan hunne clubs en redeneerde hij met hen, soms in een benauwde drank- en tabakslucht, over stoffelijke en geeste lijke dingen". De grondslag van geheel zijn werken was het streven om alleen, rijken en armen, werkgevers en werknemers te vcreenigen onder een zelfde banier. In hoeverre dit ideaal bereikbaar is, daar over wenschen wij niet te twisten, maar «ij hopen dat deze regelen er toe zul len bijdragen, dat men, meer dan tot nog toe gcscliiedt, kennis zal nemen van Toynbee's werk en van de pogin gen die ook in Amersfoort gedaan wor den om in zijn geest te arbeiden, al is het slechts alleen om van hem te loe ren, dat de voorwaarde van onderlinge samenwerking en wederzijdsche waar- deering onmogelijk is, als verdachtma king en verbittering van elkaar verwij deren «ie vaak in den grond der zaak 't zelfde bedoelen. Aanvullingsbegrooting van oorlog in Engeland. De oorlog. Bij Port-Arthur. De aa n v ulli ngsbegrooting van oorlog is in het Lagerhuis behandeld, en de beraadslaging daarbij gehouden is in zooverre merkwaardig, dat er door publiek is geworden, dat er telkens nog kosten van den oorlog met Zuid-Afrika moeten worden goedgemaakt. Op deze aanvullingsbegrooting kwam o. a. een post voor van fl 900.000 voor militaire rijksspoor«'egen en dat bleken nog uit gaven van het spoorwegdepartement in Zuid-Afrika voor 1 Juni 1902, dus tijdens den oorlog. Bij het aanhoudend navragen, waarvoor die elf millioen eigenlijk «-aren, bleek de regeoring niet goed op de hoogte te zijn en de ergernis hiervoor in het Lagerhuis ontstaan, trachtte de mi nister van oorlog goed te maken met te verzekeren, dat men dat geld op regee ringen van Transvaal en Transoranje zou verhalen. Het voornaamste is wel, dat, zooals ten slotte uitkwam, de kolo niën geweigerd hebben die spoorweg uitgaven voor haar rekening te nemen. Bovendien waren er nog andere uit gaven in verband met den Boeren oorlog. Aan gratificaties moest o. a. de Zuid-Afrikaansche diendermacht nog 100.000 doll, hebben. De minister vond dit ook niet erg prettig maar dit zouden nu wel de laatste oorlogskosten zijn, zei hij, waarop Ritchie, de onlangs afge treden minister van financiën, die het dus weten kan, waarschuwde, (lat de mi nister zich daarin nog wel eens zou kunnen vergissen. Ook over de kosten van de expeditie in Noordoost-Afrika, in Somaliland, was het Lagerhuis niet al te best te spreken. Met de verzeke ring, dat er nu alle kans is, dat de Mollah omsingeld en verpletterd zou worden, trachtte de minister van oorlog de gemoederen te sussen. Maar al deed het Lagerhuis leelijk bij het debat, het eind was toch, dat de regeering het geld kreeg. Een voor stel om, als betuiging van wantrouwen in de regeering de begrooting te ver minderen werd met 197 tegen 123 stem men verworpen. Een Reutertelegram uit Petersburg meldde, dat vier Japansche pantsersche pen en twee transportschepen hij een mislukten aanval op Port-Arthur in.den grond geboord waren. De kansen ter zee schenen dus plotseling gekeerd, maai de officieele berichten daaromtrent ble ven uit en zelfs werd het Russische over winningsbulletin door een later telegram tot een zeer bescheiden afmeting te ruggebracht. Thans is er een ambtelijk telegram van Alexejef, waaruit het mo gelijk is, zich een voorstelling van het gebeurde te maken. De ruime westerhaven en de kleinere oosterhavcn van Port-Arthur zijn door een kanaal met de Hele zee verbonden. Op dien toegang schonen eenige Japan sche branders het gemunt te hebben, ofschoon het tevens wel in de bedoeling zal hebben gelegen, om de Russische schepen, die de wacht hielden, bij het ontploffen schade toe te brengen. De berekening der Japanners heeft echter ditmaal gefaald, altijd volgens het telegram van Alexejef. Yan de vier nieuwcrwetsche branders die zij op de Russen afstuurden, zijn er twee aan den ingang van de haven vernietigd, terwijl een andere op de klippen bij den vuur toren (links van den ingang van het kanaal) liep en de vierde bij den berg Zeloti (misschien is de rots Loetin be doeld, op eenigen afstand voor den in gang) zonk. Maar in het kanaal zelf schijnt er geen enkele naar den kelder te zijn gegaan. Het ligt voor de hand dat de Russen, in den donker vurende en ziende hoe hun schoten doel troffen, een oogenblik konden denken dat zij Japansche pant- serschepeu in den grond boorden en dat zoodoende het bericht in (1e wereld kwam van een zware nederlaag van de Japan sche vloot. Wel spreken telegrammen, uit Fransche, dus niet onverdachte, bron nog van gezonken Japansche torpedo- booten, maar Alexejef zelf meldt er niets van. Wat er van de opvarenden van de Japansche branders geworden is, is niet bekend. Waarschijnlijk hebben een aan tal hunner den dood in de golven ge vonden, terwijl anderen door de torpedo booten die de branders begeleiden, zullen opgenomen zijn. Laatste berichten. Brand in Amerika. ROCHESTER (staat New-York) 26 Febr. Een hevige brand woedt alhier in het centrum der handelswijk. Ver schillende groote gebouwen zijn reeds in de asch gelegd. Er is hulp gerequireerd uit Buffalo Syracuse. De commissaris van Openbare Veiligheid schat de tot nu toe geleden schade op 3 millioen dollar. Rusland cn Japan. Confict op de Roode Zee. ADEN, 26 Febr. In de Roode Zee vuurde Maandagnacht een Russische torpedojager een schot af op de Engel- sche mailboot Mombasseop reis naar Calcutta, om het 6chip te doen stoppen. Toen aan deze waarschuwing geen gevolg werd gegeven, vuurde de torpedo jager een tweede schot af, waarna de Mombasse stilhield. Een Russisch officier ging aan boord om de papieren na te zien. LONDEN, 26 Febr. De Japansche legatie heeft het volgende officieele te legram gedacterd 25 Febr. uit Tokio openbaar gemaakt: Vier oude schepen, begeleid door en kele torpedobooten, stevende vroeg in den morgen van den 24sten naar den ingang van de haven van Port Arthur. Het doel was om de vaartuigen in de monding te doen zinken en de haven te versperreu. Deze toeleg gcluJcte volkomen. De offi cieren en de verdere bemanning van de torpedooten kwamen ongedeerd terug. Ofschoon dit bericht direct uit Tokio komt, is er geen twijfel aan de juist heid mogelijk. (Deze laatste opmerking is van Reuter. I.V. .4. C.) Dit laatste telegram is de Japansche lozing van do aanval van Port-Arshur is ons overzicht. De oorlog- en duurder brood. Ned: Bond van Vereenigin- geu van den Handeldrij- venden Middenstand. Volgens Het Handelsblad bestaat er alle kans, dat de oorlog tusschen Japan en Rusland en de algemeene gespannen toestand in de wereld spoedig aanleiding kan geven tot een stijging der brood prijzen hier te lande, als een natuurlijk gevolg van de stijgende graan- en meel- prijzen. Vooral in de laatste dagen, nu er geruchten omtrent gespannen toestan den tusschen Engeland eu Frankrijk gaan, ziet men overal neiging tot stij ging der graanprijzen. Een en ander komt niet direct voort uit het feit, dat Rusland geen voorraden meer zou heb ben, doch dat men aangewezen is op de voorraden, die in de havens liggen, omdat de regeering beslag heeft gelegd op alle goederenwagens en dus voorra den niet gemakkelijk naar de havens kunnen worden aangevoerd. Men is? dus thans grootendeels aangewezen op de La Plata-voorraden, waar de laatste oogst overvloedig is geweest. Blijft de toestand vooreerst zooals die is, dan is een stijgen der broodprijzen in 1t gezicht. Ook de haverprijzen zijn stijgende, omdat Rusland voor zijn legers alles op koopt wat te krijgen is. Nederland ver bouwt enorme havervoorraden, doch de dikke, zware korrel van onzen vetten bodem is meer voor luxe paarden be stemd; van die haver voert Nederland steeds veel uit. De dunnere haver echter, voor werkpaarden, enz., moet hier in groote hoeveelheden worden ingevoerd cn die invoeren zijn thans sterk dalende. Het bestuur van den Nederland- schen Bond van Vereenigingen van den Handeldrijvenden Mid denstand heeft te Utrecht vergaderd onder leiding van den heer J. S. Meuw- sen. Door toelating van drie vercenigingen tot het lidmaatschap van den Bond be draagt het aantal leden nu pl. m-14.000. liet resultaat van de enquete, betref fende de schuldvorderingen van nering doenden op Indische ambtenaren kon nog niet openbaar gemaakt worden, daar eenige lijsten nog niet waren ingekomen. Bij de benoeming van een commissie van redactie van liet Bondsorgaan wees de voorzitter er nadrukkelijk op, dat er vooral gelet moest worden op den in houd van het orgaan, dat alleen artike len van zuiver sociaal-economischen aard, in verband met middenstands-vraagstuk ken, opgenomen mochten worden cn de politieke of godsdienstige kwestie steeds daarbuiten zouden blijvenalleen zoude* de leerstellingen eencr partij, zooals b.v. die der sociaal-dcinocraten volgens de leerstellingen van Marx, de verdwij ning van den handeldrijvenden midden stand (winkeliers enz.) beoogende op grond der organisatie van den middenstand, bestreden kunnen worden zonder even wel de politieke kwestie hierbij aan te halen, ten einde liet orgaan te doen be antwoorden aan datgene wat men er van verwachten mag en het niet zou ontaarden in een partijblad van de een of andere richting. Met algemeene stemmen werden tot leden van de commissie van redactie benoemd de lieeren: J. 8. Meuwsen, Am sterdam; W. Nieuwenhuizen, Nijmegen en J. Das Dzn. Utrecht. Daarna werd de agenda voor de alge meene vergadering van den Bond, die die 29 cn 30 Juni e. k te Utrecht zal worden gehouden, vastgesteld. Met het oog op de ondervinding dei- heide reeds gehouden middenstands-con gressen werd met algemeene stemmen besloten, alleen de meest urgente vraag stukken op de agenda te plaatsen en wel de volgende: 1. oneerlijke concur rentie; 2. Zondagsrust; 3. winkeliers- coöperatie en ten 4e eenheid van tijd: en deze vier onderwerpen te laten praead- viseeren cn inleiden door eenige daartoe uit te noodigen lieeren. De overige pun ten welke op de agenda gebracht kunnen worden door aangesloten vereenigingen, zullen niet gepraeadviseerd kunnen wor den. Hooger onderwijs. Nu op het oogenblik in de Tweede Kamer een wetsontwerp over bovenbe doeld onderwijs in behandeling is, waar hij de linker- en rechterzijde scherp tegenover elkaar staan, is het misschien niet van waarde ontbloot onzen lezers eens mede te deelen, hoe een man als Dr. J. M. Pertner, geologie te Veenen zich uitlaat in zijn werkje „Vrij onder zoek cn Katholieke Wetenschap" in het hoofdstuk daaruit„De heerschzucht der Theologenscholen." Voorop zij gezegd, dat Dr. Pertner een geloovig katholiek is hij treedt in bedoeld geschrift dan ook op als warm verdediger van zijn geloof en bestrijder van de gangbare meening, als zou het vasthouden aan het openbaringsgeloof een belemmering zijn voor het zelf standig wetenschappelijk onderzoek. De grond dier meening, zoo verklaart hij, is dat men de leerstellingen van theologen verwisselt met de dogma's. „De schuld dragen de theologenscholen, die alles van ketterij verdenken, veel te lichtvaardig, wat niet met de leerstel lingen hunner school overeenkomt". Hij is op verschillende gronden tegenstander van de oprichting eener bijzondere Ka tholieke universiteit, waaraan hij aller eerst deze z. i. niet te vervullen voorwaarde steltdat de jwofessoreti niet aan het hooge toezicht eener theo logische richting zijn onderworpen, dat ze van zulke zijde geen vitzucht, pla gerijen en schoolmeestcrwijsheid hebben af te wachten." Wanneer de verschillende katholieke sprekers van de rechterzijde met deze uitspraken voor oogen hunne aandacht bepaald hadden tot de bestaande Vrije Universiteit dan zouden zij zich wel licht de vraag hebben gesteld of deze inrichting, beheerscht als zij is door die zich in 't bezit waant der waarheid, eene theologische school, nooit kan beant woorden aan den eisch ook door hen voor het wetenschappelijk onderricht gesteld, en dan zouden zij wellicht niet, ter wille eencr vermeende rechtsgelijk heid, om aan deze school want om deze gaat het den effectils chilis toe te kennen, hunne stem geven aan dit wetsontwerp. UIT DE PERS. Het Volle schrijft het volgende over Jhr. de Savornin Lobman naar aanlei ding van zijn houding bij de debatten over de hoogcr-onderwijswet: Hot moet een zware dag geweest zijn, gisteren, voor den heer De Savornin Lohman. Hij heeft de openbare univer siteit hoogelijk geprezen en zag in de onafhankelijkheid der hoogleeraren een hoogen waarborg voor de vrije beoefe ning der wetenschap. En de andere universiteit, de Vrije, die nu een gesub sidieerde broeikas moet worden van in oen wetenschappelijk onvoldoende om geving theologisch gedresseerde, partij- mannetjes als candidaten voor openbare betrekkingen? Zij kweekt, volgens den heer Lohman, geloof in eigen onfeilbaar heid, coterie-geest; zij vestigt do over tuiging: niemand is Christen dan wij en onze vrienden. Daar zien we, nu ook met de hulp van den heer Lohman, de menschen opkweeken voor de wetenschap, en voor het vervullen van openbare betrekkin gen. Niemand wil reaktie, zegt dr. Kuy- per, en de politieke toestand is zoo dat Lobman, een sterke persoonlijkheid, en een voorstander van vrije ontwikkeling- der wetenschap, meehelpt om dit zwarte dwangbuis aan te trekken aan jonge lieden, die het werk waaraan hij, Loh man, nu meewerkt, moeten voortzetten. Dat is een val. Er is iets weggevallen van deze trotsche figuur, eu de wond die hij ziehzelven sloeg, schijnt onher stelbaar. Veenendaal. In een druk be zochte vergadering n-ad Maandagavond j.l. de hoer Mr. Sybrandy van Almelo op met het onderwerp: „Het ministerie Kuyper en de Arbeidswetgeving". Het ministerie Kuyper dankt zijn ontstaan aan de verkiezing van 1901. liet is een kabinet, steunende op christelijke grond slagen. De tegen deze beginsolen in- druischende wetten, als leerplichtwet, armenwet enz., brachten het vorige kabinet ten val. De stembusstrijd had dan ook niet plaats onder de leuze van protectie of algemeen kiesrecht; maar zij wits eenvoudig: vóór of tegen de christelijke beginselen. Daar de over winning nu niet is behaald door de Anti-revolutionnairen uitsluitend, doch door de verbonden christelijke partijen, draagt het uit de meerderheid gevormde ministerie ook niet een uitsluitend Anti- revolutionnair karakter. De vooruitstre vendste elementen (dr. Kuyper) hebben er eene plaats in gevonden naast de meer gematigde (de Marez Oyens). liet vindt zijn beeld in eene spoorbrug met veel spanningen. Aan eritick op het nieuwe kabinet heeft het niet ontbroken. Men heeft het reactionnair, militairistisch, niet christelijk en niet genoeg werkzaam genoemd. Reactionnair zou het inderdaad zijn, anneer het naar 't verleden terug wilde, maar arbeidswet en drankwet be wijzen voldoende het tegendeel. Zij liggen op den weg van het streven der sociaal-democraten, die immers ook den vooruitgang willen. De stakingswetten waren noodzakelijk om de goede orde te handhaven en in verband daarmede evenzoo het oproepen der lichtingen. Over de niet-christelijkheid behoeft men zfch niet bezorgd te maken cn wat de weinige werkzaamheid betreft, ondanks het verlies van een 3 a 4-tal maanden door de staking, staat het ministerie- Kuyper bij dat van Goeman Borgesius niet ten achter. Dit bracht tot stand de leerplichtwet, die alle vaders gelijk behandelt, ook die, welke uitstekend voor opvoeding en onderwijs hunner kinderen zorg dragen; de woningwet, ondanks welke er nog zoovele slechte «'oningen zijn; de onge vallenwet, met hare slechte werking cn de arbeidswet, die niet genoeg van het beginsel uitgaat, dat de gemeenschap voor den arbeider moet zorgen, daar deze zijn geheele zijn aan den arbeid geeft. De spreker onderwerpt nu de arbeidswetgeving van dit ministerie aan eene beschouwing. Achtereenvolgens bespreekt bij het leerlingstelsel, arbeids contract, gedwongen winkelnering en en pensioenwet, waarvan hij zeker meent te weten, dat deze vóór 1905 aan de orde zal komen. Geen 2 millioen zal er voor beschikbaar gesteld worden, want dit is te weinig, maar 6 millioen naar dr. Kuyper te Sliedrecht heeft gezegd. De drankwet berust op het christelijk beginsel: „zijt niet dron ken van wijn". Het is een ontwerp, dat inslaat. Zelfs „Het Volk" prijst het. Evenzoo is de loterijwet zuiver christelijk. De speler handelt tegen Gods wil, daar hij Diens wil tracht te leiden naar den zijnen. Over 't algemeen is de arbeids wet goed, al is er ook wel wat in, dat spreker niet geheel durft te onderschrij ven. Wat de arbeiders ontvangen van de regeoring is geen gift: zij krijgen het door hunne organisatie. Als zij zich niet met de regeering bemoeien, bemoeit de regeeriug zich ook niet met hen. In vcreeniging schuilt hun kracht. Ook voor den landbouw, zoolang door de liberalen verwaarloosd, zal door dit ministerie ge zorgd worden. Uit de intrekking der wet van de Marez Oyens blijkt, dat de chris telijke partijen niet door dik en (hui met dit kabinet medegaan, maar wan neer bij verkiezingen de vrijzinnigen hun leus van vrijhandel en algemeen kies recht doen hooren, zullen de partijen der huidige meerderheid met lnin mi nisterie onveranderd de hare doen weer klinken „vóór de Christelijke be ginselen." Als eerste debater verkrijgt nu de heer Thiel van Amersfoort het woord. Tegenover den roem, door den inleider van dit kabinet verkondigd, stelt spreker eenige zinsneden, voorkomende in de anti-rev. bladen, „de Vlaardinger Courant" en „de Chr. Democraat". De zoo hoog geroemde arbeidswet is fei telijk een product van liberalen. Dr. Kuypers programma van urgentie is verre van uitgevoerd. De ondcrwijs-kwestie is nog onopgelost; ten opzichte der inva liden-verzekering heeft do heer de "Wilde verklaard, dat zij in deze vier jaren niet ajar de. orde zou kunnen komen. Uit" de verhooging der tarieven (be scherming!) blijkt, dat het ministerie meer aan protectie dan aan pension- neering denkt. Zoo goed als de anti-rev. zullen de liberalen er toe medewerken den verdcrfelijken invloed van drank misbruik tegen te gaan en wanneer eerstgenoemden zoozeer overtuigd zijn van 't verkeerde der loterij, dan had den zij die eerlijk moeten opheffen,doch niet den harstocht verplaatsen. Verga deringen, als deze, eindigt spreker, hebben in strijd met de chr. deugd der eerlijkheid, slechts het karakter van sussing der „kleine luyden." Als twee de opponent verkrijgt de heer Wijnkoop van Amsterdam het woord. Spreker be handelt voornamelijk het militairistisch karakter van het ministerie. De militai ren vormen eene kaste, die veel geld kost en de burgerij nog bovendien over- heerscht. Het geld moest gebruikt wor den, om den nood der arbeiders te le nigen. Wat de1 anti-revolutionnairen ge daan hebben is niets en wat zij dooi de arbeidswet willen doen, kleeft veel gebreken aan. Wanneer de arbeider zijn geheele zijn aan den arbeid geeft, dan is 70% van zijn loon als uitkeering hij ongeval tc weinig. De anti-rev. stem den tegen 100%, die sprekers partijge- nooten voorstelden. De arbeiders dei- steden zijn georganiseerd, ook die ten plattelande dienen zulks te doen, want de regeering bekommert zich weinig om den arbeid. Niet de leuze van den heer Sybrandy moet bij de verkiezin gen weerklinken maar die van algemeen kiesrecht, lage broodprijzen en bovenal van anti-kapitalismc. De debatten be antwoordende zegt inleider, dat de anti- rev. op de bestaande wetten voortbou wen. Intrekken der leerplichtwet gaat niet, want wanneer men daarmede be gint zou men alle wetten in moeten trekken en daardoor tot anarchie ko men. Do vrijmaking der school komt evenals pensioem-egeling.IIetont.werp zal ingediend worden vóór 1905,

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1904 | | pagina 2