Buitenland.
Binnenland.
Uit de Omgeving.
veranderlijke, ijzeren wetten waaronder
de mensch zich tijdelijk te bukken had.
Zagen zij niet voorbij, dat de staathuis
houdkunde een tweevoudig karakter
heeft, niet alleen een theoretische maar
ook een practische zijde, dat het niet
genoeg is de wetten te beschrijven,
die onder de bestaande maatschap
pelijke toestanden de loonen beheer-
schen, maar noodig evenzeer te vra
gen naar de wetten, die onder betere
maatschappelijke toestanden ze beheer-
scheri kunnen. Sloten zij niet te zeer
het oog voor de wijzigingen die huma
niteit, zedelijkheid en religie in die toe
standen moesten aanbrengen?
.Niet het minste heil verwacht Toyn-
bee van een staatssocialisme, dat de staat
maakt tot een alvcrzorger en albedril.
Neen de staat heeft alleen dan tusschen-
beide te treden, als willekeurige exploi
tatie van de zijde der arbeiders die tus-
schenkomst onvermijdelijk maakt. Maar
allereerst moet de wassende demo
cratische geest den werkgever tot meer
dere toenadering, den werkman tot toe
nemende zelfstandigheid dringen. Zede
lijke invloed vermag hier 't meest. Daar
om legt. hij allen nadruk op de ver
standelijke en zedelijke ontwikkeling van
den werkman, waarbij de grootste moeie-
lijkheid is de onverschilligheid der werk
lieden zeiven voor het verkrijgen van
kennis.
Associatie, vcreeniging is het wacht
woord van den tijd. Uitmuntend, mits
die vcreeniging iets meer beooge dan
louter stoffelijke voordeelen. „In 't ver
leden hadden alle associaties haren oor
sprong in onbewuste physiene drang
redenen, in de toekomst zullen zij haar
oorsprong vinden in bewuste ethische
drijfvecren."
Tot geenerlei partij wenschte Toynbee
te belmoren maar toch zou men hem
„radicaal" of „geavanceerd" kunnen
noemen. Hij staat waardeerend en cri-
tiseerend tegenover de economie der
oudere en der nieuwere school. Beider
leerlingen meet hij met den maatstaf
der practijk. In religie zoowel als in
staathuishoudkunde" zegt Jowett, „was
hij een vijand van afgetrokken begrip
pen, van betwiste theologische dogmen
zoowel als van abstracte theoriën over
kapitaal en arbeid, godsdienstige waar
heden moesten met vleesch en bloed
bekleed worden en in betrekking ge
bracht worden tot het werkelijke leven,
zouden zij eenigen vat hebben op zijn
geest. "ij was er altijd op uit do denk
beelden die hij koesterde in practyk te
brengen. Als hij in Wliitechapel op
slecht gemeubileeide kamers woonde,
volgde hij zooveel mogelijk de levens
wijze der werklieden, nam hij deel
aan hunne clubs en redeneerde hij met
hen, soms in een benauwde drank- en
tabakslucht, over stoffelijke en geeste
lijke dingen".
De grondslag van geheel zijn werken
was het streven om alleen, rijken en
armen, werkgevers en werknemers te
vcreenigen onder een zelfde banier. In
hoeverre dit ideaal bereikbaar is, daar
over wenschen wij niet te twisten, maar
«ij hopen dat deze regelen er toe zul
len bijdragen, dat men, meer dan tot
nog toe gcscliiedt, kennis zal nemen
van Toynbee's werk en van de pogin
gen die ook in Amersfoort gedaan wor
den om in zijn geest te arbeiden, al is
het slechts alleen om van hem te loe
ren, dat de voorwaarde van onderlinge
samenwerking en wederzijdsche waar-
deering onmogelijk is, als verdachtma
king en verbittering van elkaar verwij
deren «ie vaak in den grond der zaak
't zelfde bedoelen.
Aanvullingsbegrooting van
oorlog in Engeland. De
oorlog. Bij Port-Arthur.
De aa n v ulli ngsbegrooting van
oorlog is in het Lagerhuis behandeld,
en de beraadslaging daarbij gehouden
is in zooverre merkwaardig, dat er door
publiek is geworden, dat er telkens nog
kosten van den oorlog met Zuid-Afrika
moeten worden goedgemaakt. Op deze
aanvullingsbegrooting kwam o. a. een
post voor van fl 900.000 voor militaire
rijksspoor«'egen en dat bleken nog uit
gaven van het spoorwegdepartement in
Zuid-Afrika voor 1 Juni 1902, dus tijdens
den oorlog. Bij het aanhoudend navragen,
waarvoor die elf millioen eigenlijk «-aren,
bleek de regeoring niet goed op de
hoogte te zijn en de ergernis hiervoor in
het Lagerhuis ontstaan, trachtte de mi
nister van oorlog goed te maken met te
verzekeren, dat men dat geld op regee
ringen van Transvaal en Transoranje
zou verhalen. Het voornaamste is wel,
dat, zooals ten slotte uitkwam, de kolo
niën geweigerd hebben die spoorweg
uitgaven voor haar rekening te nemen.
Bovendien waren er nog andere uit
gaven in verband met den Boeren
oorlog. Aan gratificaties moest o. a. de
Zuid-Afrikaansche diendermacht nog
100.000 doll, hebben. De minister vond dit
ook niet erg prettig maar dit zouden
nu wel de laatste oorlogskosten zijn,
zei hij, waarop Ritchie, de onlangs afge
treden minister van financiën, die het
dus weten kan, waarschuwde, (lat de mi
nister zich daarin nog wel eens zou
kunnen vergissen. Ook over de kosten
van de expeditie in Noordoost-Afrika,
in Somaliland, was het Lagerhuis niet
al te best te spreken. Met de verzeke
ring, dat er nu alle kans is, dat de
Mollah omsingeld en verpletterd zou
worden, trachtte de minister van oorlog
de gemoederen te sussen.
Maar al deed het Lagerhuis leelijk
bij het debat, het eind was toch, dat
de regeering het geld kreeg. Een voor
stel om, als betuiging van wantrouwen
in de regeering de begrooting te ver
minderen werd met 197 tegen 123 stem
men verworpen.
Een Reutertelegram uit Petersburg
meldde, dat vier Japansche pantsersche
pen en twee transportschepen hij een
mislukten aanval op Port-Arthur in.den
grond geboord waren. De kansen ter
zee schenen dus plotseling gekeerd, maai
de officieele berichten daaromtrent ble
ven uit en zelfs werd het Russische over
winningsbulletin door een later telegram
tot een zeer bescheiden afmeting te
ruggebracht. Thans is er een ambtelijk
telegram van Alexejef, waaruit het mo
gelijk is, zich een voorstelling van het
gebeurde te maken.
De ruime westerhaven en de kleinere
oosterhavcn van Port-Arthur zijn door
een kanaal met de Hele zee verbonden.
Op dien toegang schonen eenige Japan
sche branders het gemunt te hebben,
ofschoon het tevens wel in de bedoeling
zal hebben gelegen, om de Russische
schepen, die de wacht hielden, bij het
ontploffen schade toe te brengen.
De berekening der Japanners heeft
echter ditmaal gefaald, altijd volgens
het telegram van Alexejef. Yan de vier
nieuwcrwetsche branders die zij op de
Russen afstuurden, zijn er twee aan den
ingang van de haven vernietigd, terwijl
een andere op de klippen bij den vuur
toren (links van den ingang van het
kanaal) liep en de vierde bij den berg
Zeloti (misschien is de rots Loetin be
doeld, op eenigen afstand voor den in
gang) zonk. Maar in het kanaal zelf
schijnt er geen enkele naar den kelder
te zijn gegaan.
Het ligt voor de hand dat de Russen,
in den donker vurende en ziende hoe
hun schoten doel troffen, een oogenblik
konden denken dat zij Japansche pant-
serschepeu in den grond boorden en dat
zoodoende het bericht in (1e wereld kwam
van een zware nederlaag van de Japan
sche vloot. Wel spreken telegrammen,
uit Fransche, dus niet onverdachte, bron
nog van gezonken Japansche torpedo-
booten, maar Alexejef zelf meldt er niets
van. Wat er van de opvarenden van de
Japansche branders geworden is, is niet
bekend. Waarschijnlijk hebben een aan
tal hunner den dood in de golven ge
vonden, terwijl anderen door de torpedo
booten die de branders begeleiden, zullen
opgenomen zijn.
Laatste berichten.
Brand in Amerika.
ROCHESTER (staat New-York) 26
Febr. Een hevige brand woedt alhier
in het centrum der handelswijk. Ver
schillende groote gebouwen zijn reeds in
de asch gelegd.
Er is hulp gerequireerd uit Buffalo
Syracuse. De commissaris van Openbare
Veiligheid schat de tot nu toe geleden
schade op 3 millioen dollar.
Rusland cn Japan.
Confict op de Roode Zee.
ADEN, 26 Febr. In de Roode Zee
vuurde Maandagnacht een Russische
torpedojager een schot af op de Engel-
sche mailboot Mombasseop reis naar
Calcutta, om het 6chip te doen stoppen.
Toen aan deze waarschuwing geen
gevolg werd gegeven, vuurde de torpedo
jager een tweede schot af, waarna de
Mombasse stilhield. Een Russisch officier
ging aan boord om de papieren na te zien.
LONDEN, 26 Febr. De Japansche
legatie heeft het volgende officieele te
legram gedacterd 25 Febr. uit Tokio
openbaar gemaakt:
Vier oude schepen, begeleid door en
kele torpedobooten, stevende vroeg in
den morgen van den 24sten naar den
ingang van de haven van Port Arthur.
Het doel was om de vaartuigen in de
monding te doen zinken en de haven
te versperreu.
Deze toeleg gcluJcte volkomen. De offi
cieren en de verdere bemanning van
de torpedooten kwamen ongedeerd terug.
Ofschoon dit bericht direct uit Tokio
komt, is er geen twijfel aan de juist
heid mogelijk. (Deze laatste opmerking
is van Reuter. I.V. .4. C.)
Dit laatste telegram is de Japansche
lozing van do aanval van Port-Arshur
is ons overzicht.
De oorlog- en duurder brood.
Ned: Bond van Vereenigin-
geu van den Handeldrij-
venden Middenstand.
Volgens Het Handelsblad bestaat er
alle kans, dat de oorlog tusschen Japan
en Rusland en de algemeene gespannen
toestand in de wereld spoedig aanleiding
kan geven tot een stijging der brood
prijzen hier te lande, als een natuurlijk
gevolg van de stijgende graan- en meel-
prijzen. Vooral in de laatste dagen, nu
er geruchten omtrent gespannen toestan
den tusschen Engeland eu Frankrijk
gaan, ziet men overal neiging tot stij
ging der graanprijzen. Een en ander
komt niet direct voort uit het feit, dat
Rusland geen voorraden meer zou heb
ben, doch dat men aangewezen is op
de voorraden, die in de havens liggen,
omdat de regeering beslag heeft gelegd
op alle goederenwagens en dus voorra
den niet gemakkelijk naar de havens
kunnen worden aangevoerd. Men is? dus
thans grootendeels aangewezen op de
La Plata-voorraden, waar de laatste oogst
overvloedig is geweest. Blijft de toestand
vooreerst zooals die is, dan is een stijgen
der broodprijzen in 1t gezicht.
Ook de haverprijzen zijn stijgende,
omdat Rusland voor zijn legers alles op
koopt wat te krijgen is. Nederland ver
bouwt enorme havervoorraden, doch de
dikke, zware korrel van onzen vetten
bodem is meer voor luxe paarden be
stemd; van die haver voert Nederland
steeds veel uit. De dunnere haver echter,
voor werkpaarden, enz., moet hier in
groote hoeveelheden worden ingevoerd
cn die invoeren zijn thans sterk dalende.
Het bestuur van den Nederland-
schen Bond van Vereenigingen
van den Handeldrijvenden Mid
denstand heeft te Utrecht vergaderd
onder leiding van den heer J. S. Meuw-
sen. Door toelating van drie vercenigingen
tot het lidmaatschap van den Bond be
draagt het aantal leden nu pl. m-14.000.
liet resultaat van de enquete, betref
fende de schuldvorderingen van nering
doenden op Indische ambtenaren kon
nog niet openbaar gemaakt worden, daar
eenige lijsten nog niet waren ingekomen.
Bij de benoeming van een commissie
van redactie van liet Bondsorgaan wees
de voorzitter er nadrukkelijk op, dat er
vooral gelet moest worden op den in
houd van het orgaan, dat alleen artike
len van zuiver sociaal-economischen aard,
in verband met middenstands-vraagstuk
ken, opgenomen mochten worden cn de
politieke of godsdienstige kwestie steeds
daarbuiten zouden blijvenalleen zoude*
de leerstellingen eencr partij, zooals b.v.
die der sociaal-dcinocraten volgens
de leerstellingen van Marx, de verdwij
ning van den handeldrijvenden midden
stand (winkeliers enz.) beoogende op
grond der organisatie van den middenstand,
bestreden kunnen worden zonder even
wel de politieke kwestie hierbij aan te
halen, ten einde liet orgaan te doen be
antwoorden aan datgene wat men er
van verwachten mag en het niet zou
ontaarden in een partijblad van de een
of andere richting.
Met algemeene stemmen werden tot
leden van de commissie van redactie
benoemd de lieeren: J. 8. Meuwsen, Am
sterdam; W. Nieuwenhuizen, Nijmegen
en J. Das Dzn. Utrecht.
Daarna werd de agenda voor de alge
meene vergadering van den Bond, die
die 29 cn 30 Juni e. k te Utrecht zal
worden gehouden, vastgesteld.
Met het oog op de ondervinding dei-
heide reeds gehouden middenstands-con
gressen werd met algemeene stemmen
besloten, alleen de meest urgente vraag
stukken op de agenda te plaatsen en
wel de volgende: 1. oneerlijke concur
rentie; 2. Zondagsrust; 3. winkeliers-
coöperatie en ten 4e eenheid van tijd:
en deze vier onderwerpen te laten praead-
viseeren cn inleiden door eenige daartoe
uit te noodigen lieeren. De overige pun
ten welke op de agenda gebracht kunnen
worden door aangesloten vereenigingen,
zullen niet gepraeadviseerd kunnen wor
den.
Hooger onderwijs.
Nu op het oogenblik in de Tweede
Kamer een wetsontwerp over bovenbe
doeld onderwijs in behandeling is, waar
hij de linker- en rechterzijde scherp
tegenover elkaar staan, is het misschien
niet van waarde ontbloot onzen lezers
eens mede te deelen, hoe een man als
Dr. J. M. Pertner, geologie te Veenen
zich uitlaat in zijn werkje „Vrij onder
zoek cn Katholieke Wetenschap" in het
hoofdstuk daaruit„De heerschzucht der
Theologenscholen."
Voorop zij gezegd, dat Dr. Pertner
een geloovig katholiek is hij treedt in
bedoeld geschrift dan ook op als warm
verdediger van zijn geloof en bestrijder
van de gangbare meening, als zou het
vasthouden aan het openbaringsgeloof
een belemmering zijn voor het zelf
standig wetenschappelijk onderzoek.
De grond dier meening, zoo verklaart
hij, is dat men de leerstellingen van
theologen verwisselt met de dogma's.
„De schuld dragen de theologenscholen,
die alles van ketterij verdenken, veel te
lichtvaardig, wat niet met de leerstel
lingen hunner school overeenkomt". Hij
is op verschillende gronden tegenstander
van de oprichting eener bijzondere Ka
tholieke universiteit, waaraan hij aller
eerst deze z. i. niet te vervullen
voorwaarde steltdat de jwofessoreti
niet aan het hooge toezicht eener theo
logische richting zijn onderworpen, dat
ze van zulke zijde geen vitzucht, pla
gerijen en schoolmeestcrwijsheid hebben
af te wachten."
Wanneer de verschillende katholieke
sprekers van de rechterzijde met deze
uitspraken voor oogen hunne aandacht
bepaald hadden tot de bestaande Vrije
Universiteit dan zouden zij zich wel
licht de vraag hebben gesteld of deze
inrichting, beheerscht als zij is door die
zich in 't bezit waant der waarheid, eene
theologische school, nooit kan beant
woorden aan den eisch ook door hen
voor het wetenschappelijk onderricht
gesteld, en dan zouden zij wellicht niet,
ter wille eencr vermeende rechtsgelijk
heid, om aan deze school want om
deze gaat het den effectils chilis toe
te kennen, hunne stem geven aan dit
wetsontwerp.
UIT DE PERS.
Het Volle schrijft het volgende over
Jhr. de Savornin Lobman naar aanlei
ding van zijn houding bij de debatten
over de hoogcr-onderwijswet:
Hot moet een zware dag geweest zijn,
gisteren, voor den heer De Savornin
Lohman. Hij heeft de openbare univer
siteit hoogelijk geprezen en zag in de
onafhankelijkheid der hoogleeraren een
hoogen waarborg voor de vrije beoefe
ning der wetenschap. En de andere
universiteit, de Vrije, die nu een gesub
sidieerde broeikas moet worden van in
oen wetenschappelijk onvoldoende om
geving theologisch gedresseerde, partij-
mannetjes als candidaten voor openbare
betrekkingen? Zij kweekt, volgens den
heer Lohman, geloof in eigen onfeilbaar
heid, coterie-geest; zij vestigt do over
tuiging: niemand is Christen dan wij
en onze vrienden.
Daar zien we, nu ook met de hulp
van den heer Lohman, de menschen
opkweeken voor de wetenschap, en voor
het vervullen van openbare betrekkin
gen. Niemand wil reaktie, zegt dr. Kuy-
per, en de politieke toestand is zoo dat
Lobman, een sterke persoonlijkheid, en
een voorstander van vrije ontwikkeling-
der wetenschap, meehelpt om dit zwarte
dwangbuis aan te trekken aan jonge
lieden, die het werk waaraan hij, Loh
man, nu meewerkt, moeten voortzetten.
Dat is een val. Er is iets weggevallen
van deze trotsche figuur, eu de wond
die hij ziehzelven sloeg, schijnt onher
stelbaar.
Veenendaal. In een druk be
zochte vergadering n-ad Maandagavond
j.l. de hoer Mr. Sybrandy van Almelo
op met het onderwerp: „Het ministerie
Kuyper en de Arbeidswetgeving". Het
ministerie Kuyper dankt zijn ontstaan
aan de verkiezing van 1901. liet is een
kabinet, steunende op christelijke grond
slagen. De tegen deze beginsolen in-
druischende wetten, als leerplichtwet,
armenwet enz., brachten het vorige
kabinet ten val. De stembusstrijd had
dan ook niet plaats onder de leuze van
protectie of algemeen kiesrecht; maar
zij wits eenvoudig: vóór of tegen de
christelijke beginselen. Daar de over
winning nu niet is behaald door de
Anti-revolutionnairen uitsluitend, doch
door de verbonden christelijke partijen,
draagt het uit de meerderheid gevormde
ministerie ook niet een uitsluitend Anti-
revolutionnair karakter. De vooruitstre
vendste elementen (dr. Kuyper) hebben
er eene plaats in gevonden naast de
meer gematigde (de Marez Oyens). liet
vindt zijn beeld in eene spoorbrug met
veel spanningen. Aan eritick op het
nieuwe kabinet heeft het niet ontbroken.
Men heeft het reactionnair, militairistisch,
niet christelijk en niet genoeg werkzaam
genoemd. Reactionnair zou het inderdaad
zijn, anneer het naar 't verleden terug
wilde, maar arbeidswet en drankwet be
wijzen voldoende het tegendeel. Zij
liggen op den weg van het streven der
sociaal-democraten, die immers ook den
vooruitgang willen. De stakingswetten
waren noodzakelijk om de goede orde
te handhaven en in verband daarmede
evenzoo het oproepen der lichtingen.
Over de niet-christelijkheid behoeft men
zfch niet bezorgd te maken cn wat de
weinige werkzaamheid betreft, ondanks
het verlies van een 3 a 4-tal maanden
door de staking, staat het ministerie-
Kuyper bij dat van Goeman Borgesius
niet ten achter.
Dit bracht tot stand de leerplichtwet,
die alle vaders gelijk behandelt, ook die,
welke uitstekend voor opvoeding en
onderwijs hunner kinderen zorg dragen;
de woningwet, ondanks welke er nog
zoovele slechte «'oningen zijn; de onge
vallenwet, met hare slechte werking cn
de arbeidswet, die niet genoeg van het
beginsel uitgaat, dat de gemeenschap
voor den arbeider moet zorgen, daar
deze zijn geheele zijn aan den arbeid
geeft. De spreker onderwerpt nu de
arbeidswetgeving van dit ministerie aan
eene beschouwing. Achtereenvolgens
bespreekt bij het leerlingstelsel, arbeids
contract, gedwongen winkelnering en
en pensioenwet, waarvan hij zeker
meent te weten, dat deze vóór 1905
aan de orde zal komen. Geen 2
millioen zal er voor beschikbaar gesteld
worden, want dit is te weinig, maar 6
millioen naar dr. Kuyper te Sliedrecht
heeft gezegd. De drankwet berust op
het christelijk beginsel: „zijt niet dron
ken van wijn". Het is een ontwerp, dat
inslaat. Zelfs „Het Volk" prijst het.
Evenzoo is de loterijwet zuiver christelijk.
De speler handelt tegen Gods wil, daar
hij Diens wil tracht te leiden naar den
zijnen. Over 't algemeen is de arbeids
wet goed, al is er ook wel wat in, dat
spreker niet geheel durft te onderschrij
ven. Wat de arbeiders ontvangen van
de regeoring is geen gift: zij krijgen
het door hunne organisatie. Als zij zich
niet met de regeering bemoeien, bemoeit
de regeeriug zich ook niet met hen. In
vcreeniging schuilt hun kracht. Ook voor
den landbouw, zoolang door de liberalen
verwaarloosd, zal door dit ministerie ge
zorgd worden. Uit de intrekking der wet
van de Marez Oyens blijkt, dat de chris
telijke partijen niet door dik en (hui
met dit kabinet medegaan, maar wan
neer bij verkiezingen de vrijzinnigen hun
leus van vrijhandel en algemeen kies
recht doen hooren, zullen de partijen
der huidige meerderheid met lnin mi
nisterie onveranderd de hare doen weer
klinken „vóór de Christelijke be
ginselen."
Als eerste debater verkrijgt nu
de heer Thiel van Amersfoort het
woord. Tegenover den roem, door den
inleider van dit kabinet verkondigd, stelt
spreker eenige zinsneden, voorkomende
in de anti-rev. bladen, „de Vlaardinger
Courant" en „de Chr. Democraat". De
zoo hoog geroemde arbeidswet is fei
telijk een product van liberalen. Dr.
Kuypers programma van urgentie is verre
van uitgevoerd. De ondcrwijs-kwestie is
nog onopgelost; ten opzichte der inva
liden-verzekering heeft do heer de "Wilde
verklaard, dat zij in deze vier jaren niet
ajar de. orde zou kunnen komen.
Uit" de verhooging der tarieven (be
scherming!) blijkt, dat het ministerie
meer aan protectie dan aan pension-
neering denkt. Zoo goed als de anti-rev.
zullen de liberalen er toe medewerken
den verdcrfelijken invloed van drank
misbruik tegen te gaan en wanneer
eerstgenoemden zoozeer overtuigd zijn
van 't verkeerde der loterij, dan had
den zij die eerlijk moeten opheffen,doch
niet den harstocht verplaatsen. Verga
deringen, als deze, eindigt spreker,
hebben in strijd met de chr. deugd der
eerlijkheid, slechts het karakter van
sussing der „kleine luyden." Als twee
de opponent verkrijgt de heer Wijnkoop
van Amsterdam het woord. Spreker be
handelt voornamelijk het militairistisch
karakter van het ministerie. De militai
ren vormen eene kaste, die veel geld
kost en de burgerij nog bovendien over-
heerscht. Het geld moest gebruikt wor
den, om den nood der arbeiders te le
nigen. Wat de1 anti-revolutionnairen ge
daan hebben is niets en wat zij dooi
de arbeidswet willen doen, kleeft veel
gebreken aan. Wanneer de arbeider
zijn geheele zijn aan den arbeid geeft,
dan is 70% van zijn loon als uitkeering
hij ongeval tc weinig. De anti-rev. stem
den tegen 100%, die sprekers partijge-
nooten voorstelden. De arbeiders dei-
steden zijn georganiseerd, ook die ten
plattelande dienen zulks te doen, want
de regeering bekommert zich weinig
om den arbeid. Niet de leuze van den
heer Sybrandy moet bij de verkiezin
gen weerklinken maar die van algemeen
kiesrecht, lage broodprijzen en bovenal
van anti-kapitalismc. De debatten be
antwoordende zegt inleider, dat de anti-
rev. op de bestaande wetten voortbou
wen. Intrekken der leerplichtwet gaat
niet, want wanneer men daarmede be
gint zou men alle wetten in moeten
trekken en daardoor tot anarchie ko
men. Do vrijmaking der school komt
evenals pensioem-egeling.IIetont.werp
zal ingediend worden vóór 1905,