Buitenland. Binnenland. Uit de Omgeving. achtenswaardig menscli kan zijn, wien de opvoeding zijner kinderen ter harte gaat. En ons artikel over kinderlectuur was niet alleen geschreven voor afschaf fers van sterken drank, maar ook voor anderen, zoodat in zooverre ons voorbeeld niet misplaatst is. Maar dit daargelaten, stel dat „een kind van een jaar of tien", thuis nimmer alcohol ziet gebruiken, maar hij ziet het bij de ouders van oen vriendje, wat zal dan op een vraag a an den tienjarige, of hij ook eens een bitter tje krijgt, een afschaffer van sterken drank, in asu den heer Van 't Yccr den tienjarige ten antwoord geven Wij zouden zeggen bijv.: .longen, 't is voor jou niet goed en jo mag "t niet gebrui ken." Nu zal, en in zooverre geven we toe, dat het voorbeeld niet zoo goed gekozen was, nu zal 't niet zoo lie lit voorkomen, dat een jong kind in de ge legenheid gesteld wordt alcohol te ge bruiken, maar dat neemt niets weg van de hoofdtrekking van ons voorbeeld Op jeugdigen leeftijd kunnen we den kinderen in vele gevallen niet duidelijk maken, waarom zij zus of zoo moeten handelen of niet mogen handelen dus dan moet zoo'n kind dat doen, omdat wij zijn ouders, het hem geboden of verboden hebben. Zou onze inzender in het gegeven geval niet optreden als wij, of zou hij misschien tot het kind zeggen Waarde zoon je hebt door oudere „menschen alcohol zien gebruiken, maar „ik raad u sterk aan, dit niet te doen „en wel op de volgende gronden, die „zelfs het zeer matig gebruik van alco hol verbieden „Ten eerste De matige drinker vergroot, mede door zijn bezoek aan sociëteiten enz. liet alcoholproduceerende kapitaal dat daar door eGn macht in den staat wordt, welke elke ernstige bestrijding belet. Ten tweede: Het matig drinken voert tot een be ker „tegenkunnen," drijft tot grooter productie, tot goedkoopere verkrijgbaar heid en dus tot vernietiging van het fa milieleven. Ten derdeten vierde enz, En dan zou de heer van 't. Veer er zeker bijvoegen Maar mijn zoon, ik wil niet, dat gij u over die kwestie een oordeel laat op dringen, dus eerlijkheidshalve hen ik ook verplicht u mede te deelen, wat door de voornaamste tegenstanders van de afschaffingsbeweging wordt in het midden gebrachtl)r. .Snijders, die al leen liet misbruik wil bestrijden zegt er vanen le Engelschmau Owen beweert - - - 'enz. Did is immers onzin. De heer van 't Veer zal, als een dergelijk geval voor komt, toch met een jong kind niet gaan redeneéi'en? En toegegeven voor een oogenblik, dat het unomstootelijk vaststaat, dat het de redelijke plicht is van den opvoeder geen alcoholhouden den drank te gebruiken, dan neemt dat toch niets weg van het algemééne feit, dat kinderen sommige dingen moeten laten, die ze herhaaldelijk van groote menschen zien, zonder dat ze het „waar om" kunnen begrijpen en die hun dus eenvoudig verboden moeten worden? En dit was de algemeene strekking van ons voorbeeld, de welwillende lezer zal dif begrepen hebben. Of mag men ook niet rooken, ook niet een glas licht bier drinken (daar is de inzender in principe toch niet tegen?), niet later naar bed gaan dan zijn kinderen, kort om moot men alles nalaten, wat men ook niet aan zijne kinderen kan veroor loven? Neen immers. Wij blijven van meening, dat kinderen verschillende din gen moeten laten, zonder dat zij er do reden van begrijpen. Ze moeten leeren gehoorzamen. Laat ze er aan wennen het goede te (loen. goede voorbeelden te zien. Wat de inzender schrijft omtrent het „kweeken van een waar en oprecht kind" heeft rnet de zaak uiets te ma ken. ieder zal dat natuurlijk met hem eens ziJn- Iemand die van zijn kinderen gehoor zaamheid eiselit, zult ge toch zeker wel geen „tiran" noemen? Wat't beteekent: „dat altijd gezag en brute macht boven de moraal wordt geplaatst" in dit ver band, 't is ons een raadsel. Wilt ge dan de „gehoorzaamheid uit de opvoeding verbannen? Als ouders, in 't waarachtig, zedelijk en lichamelijk belang van hunne kinderen, hun gezag laten gelden, in de heilige overtuiging zoodoende het geluk van hunne kinderen te bevorderen, durft ge dat dan noemen: „Brutemacht, hoven de moraal geplaatst." Zelfs, al bekleedt gehoorzaamheid gèèn plaats in Uw opvoedingsysteem, dan kan het argumenteeren met zulke dikke woorden alleen aan fanatisme geweten worden. Heb toch ook respect voor de meening van menschen, die het niét met u eens zijn. Ge zijt een voorstander van vrij e op voeding, maar verstaat dan vermoedelijk door vrije opvoeding geheel iets anders dan wij er mee bedoelden, uit ons arti kel bleek duidelijk op welk soort yan vrije opvoeding w ij 't oog hadden. We schreven toch: „Er is een tijd geweest waarin veel gebazeld werd over een g. vrije opvoeding, waarmee men dan bedoelde: „dat de ouders zich zoo min mo gelijk met hunne kinderen moes ten bemoeien en alles wat naar o p z e 11 e 1 ij k c i 11 w e r k i n g o p d e v o r- ming van den wil geleek ach ter we- ge moesten laten. Wanneer ge onze meening overeen zoogenaamde vrije opvoeding wilt bestrijden dan moet gij U ook aan onze definitie houden en niet tegen bewe ringen gaan vechten, die niet van ons zijn. Ge zijt een tegenstander van „het onder den duim houden", maar ook van „onbeperkte" vrijheid. Dus ge zijt er toch voor om de vrij heid eenigermate te beperken? D. w. z. in sommige gevallen zoudt ge ook ge bruik maken van 't gebod en verbod? Dus dan komt ge in ons schuitje, al blijft gc heel voorzichtig op 't randje zitten? Maar hoe zult ge dan gedaan weten te krijgen, dat uw kinderen u gehoor zamen in die heel enkele gevallen, als ze er niet aan gewend zijn? En in welke gevallen zult ge hun vrijheid van handelen beperken, dus „brute" macht in plaats van moraal(?) gebruiken? Misschien in die gevallen, dat de kinderen niet kunnen beoordee- len of 't ecu of ander goed voor hen is! En als uwe kinderen eens niet gehoorzamen? Toch niet straffen? of zult ge dan misschien 't eigenlijk toch met ons eens zijn, waar we schreven dat „het tijdstip, waarin men de kinderen aan zich zelf kan overlaten, afhangt van de (moreele en intellectueele) ontwikke ling van den patient". Zoudt ge ons mis schien eens duidelijk willen maken, wat gij eigenlijk onder: „vrije opvoeding" waar ge v r zegt te zijn, verstaat? Dat het in sommige huishoudens raar toegaat, en dat men maar heel ongemotiveerd kinderen iets ver biedt, en dat men soms heel ruw tegen de kinderen is en dat dit geen op voeden is mijn wraarde heer van 't Veer we zijn dit volkomen met u eens, en we hebben nimmer het tegen deel beweerd. Ge schrijft: „als men dat nu opvoeden noemt! weet ik liet niet." We willen daarop gaarne antwoorden, dat wij dit geen opvoeden noemen, en dat we niet weten, of gij het weet. We vinden 't een noodzakelijkheid, dat kin deren gehoorzamen, maar zijn het vol komen met u eens „dat daarin niet 'le zedelijke waarde schuilt." 't Is ons alleen een der middelen, om tot het doel te geraken en een middel, dat wij in onze bescheidenheid niet meenon te kunnen missen. Een andere kwestie is, hoe die gehoorzaamheid ver kregen moet worden, jtvanneer en hoe gestraft moet wordeif enz. enz. Zaken, die wij in ons opstel niet aanroerden, omdat we die voor de hoofdzaak van ons betoog: dat de ouders moeten toe zien op dc lectuur van hunne kinderen, niet noodig hadden. Over die hooi dzaak zw ijgt ge geheel. Als uw kinderen door een toeval eens een boek in handen krijgen, dat bepaald verderfelijk is, voor hen, die moreel en intellectueel] nog niet vast in hun schoenen staan, wat doet ge dan? Laat ge dit uw kinderen maar lezen? Of gaat ge hun uitleggen waarom zoo'n werk verkeerd voor hén is? En zult ge dan met eischen, dat uw kinderen hun lectuur aan uw goedkeuring onderwer pen? Of vindt ge dat tien- en twaalf jarigen maaralles moeten lezen? Neen, toch? „.flicef het kind. wat des kinds is.-' Gij zijt voorzitter, van dc afdeeling der S. D. A. P. alhier en dus zeker op de hoogte van de meening uwer par- tijgenooten bij het lager onderwijs, die altijd en volkomen terecht vol houden, dat een sociaal-dcmokraat zeer goed onderwijs kan geven aan kinderen van niet-partijgenooten, omdat allerlei kwesties, van godsdienst onpolitiek niet: „des kinds" zijn. Wij stonden in ons hoofdartikel vol komen op hetzelfde standpunt, dat men de kinderen niet moet geven, wat niet „des kinds" is. En wanneer dit, langs anderen weg toch tot hen komt, dat we ze dit dan moeten ontnemen. M. a. w. zien w e, dat ze slechte boe ken lezen dan ontnemen we ze die en we verbieden ze, die te lezen en rede neeren daar niet over, omdat de inhoud niet: „des kinds" is. Maar, liever dan het zoover te laten komen trachten wijdden smaak van on ze kinderen te leiden door te zorgen voor goede en prettige boeken, zoodat ze later niet naar de onzinnige lectuur zullen grijpen, waarover we schreven. We mcenen ons in ons artikel over kinderlectuur geheel op practisch gebied bewogen te hebben. Onze inzender is louter theoreticus, doch naar we meenen aangetoond te hebben niet zeer logisch, wat nog in hooge mate blijkt uit den verderen inhoud van zijn schrijven. Of de onderwijzers hier ter stede, „pro testeeren" zooals de inzender schrijft, tegen liet te groote aantal leerlingen per klasse is ons niet bekend. Wel we ten we, en dat bedoelt de heer van 't Veer waarschijnlijk, dat indertijd door een onderwijzersvereémging om opvoed kundige redenen vermindering van het aantal leerlingen per klasse aan den Ka ad gevraagd is. Nu is het mogelijk, dat in het adres, (dat wij niet tot onze beschikking heb ben), er niet op gewezen is, dat het orde-houden in een overbevolkte klasse meer inspanning van den onderwijzer eischt, dan in een klasse, waarin het aantal leerlingen normaal is, en dat die meerdere inspanning beter kan besteed worden om het peil van het onderwijs te verhoogen. Doch hoewel het dus best mogelijk is, dat dit argument in bedoeld adres niet is gebezigd, we mee- nen den inzender te kunnen verzekeren dat het wel degelijk wordt aangevoerd in den strijd voor kleiner klassebevolking. Elk onderw ijzer. ?al dunkt ons, boven dien wel er van doordrongen zijn, dat orde en gehoorzaamheid zijner leerlin gen een noodzakelijke voorwaarde is tot het verkrijgen van resultaten. In dat opzicht is het voorbeeld van inzen der, om zijn minachting voor „dwang voor gehoorzaamheid" in de opvoeding en bij het onderwijs van jonge kinderen te kennen te geven niet gelukkig. In de school is het noodzakelijk, de vrijheid der kinderen nog veel en veel meer aan banden te leggen dan in huis. We geven den lieer van 't Veer den raad eens te informeeren bij een vak man. In het. slot van zijn schrijven be toogt de inzender, als wij hem goed begrijpen, dat het geleerde op school vaak gedeeltelijk vervliegt, niettegen staande er bij het onderwijs gezag en orde en gehoorzaamheid was? Hij kan toch niet bedoelen, dat, zonder orde enz. de schoolkennis later zou beklijven? Begrijpe, wie het begrijpen kan. Al schrijvende zijn we in ons ant woord veel uitvoeriger geweest, dan we aanvankelijk van plan waren, temeer daar het ingezonden stukje allerlei zaken aanroert, die buiten het onderwerp om gaan. We meenen hiermee het bewijs gegeven te hebben, dat we bereid zijn, gaarne bereid zijn zelfs, onzen tegen standers in ons blad het woord te ver- leenen. Maar toch moeten wij er op aandringen, dat cventueele inzenders zich zooveel mogelijk bepalen bij het onderwerp, dat ze wensche, te bespre ken en niet als in het besproken stukje zich op zoovele zijpaden te begeven. Men bedenke dat de ruimte in ons blad beperkt is. Red. Do oorlog. Dc verrader lijke aanval en een histori sche herinnering. Dc Japanners zijn niet als eerlijke vijanden te beschouwen zeggen de Rus sen, want na een maandenlange veinzerij \an óók den vrede te willen, hebben zij zonder voorafgaande formeele oorlogs verklaring de vijandelijkheden geopend en dat hebben ze nog wel gedaan met een verraderlijken aanval. Een ieder voelt hoe slecht de Japanners toch wel moeten zijn, en hun verdorvenheid is niet te verontschuldigen door er op te wijzen, dat ze zoo'n slecht voorbeeld aan Rusland hebben gehad. Toch kan het zijn nut hebben eens te zien waar zij die .streken" kunnen geleerd hebben. iiij den vrede van Tilsit (Juli 18(17) had Napoleon aan Rusland gevraagd om Zweden te dwingen zich van Enge land los te maken en zich bij het con tinentale stelsel aan te sluiten. Aan Tsaar Alexander werd op Finland als een welverdiende belooning voor de te nemen moeite gewezen. Toen de Fransche ge zant den Tsaar eenige maanden later vroeg of hij nu wilde of niet, antwoordde Alexander, dat hij eenigen tijd noodighad om zijn troepen samen te trekken en dat hij Zweden in December of Januari zou aanvallen. Intusschen waren er be sprekingen op touw gezet tusschen Stock holm en St. Petersburg. De Zwecdschc gezant Stedingk voelde niettemin wel, dat er valsch spel werd gespeeld, of schoon de Tsaar en diens ministers de meest geruststellende verklaringen afleg den. Jn November nog werd hem ver teld, dat de concentratie van Russische troepen op de Finschc grens slechts ten doel had eeneventucelelandingdcrEiigel- schen te beletten. Dc Tsaar was wars van veroveringen en deed alles om den algeinecncn vrede te bewaren. Tegelijker tijd het echter diezelfde Tsaar den Fran- sclien gezant weten, dat binnen zeven of acht dagen zijn laatste divisie zou ziju aangekomen. Met wachten, voegde hij er bij, is niets verloren, wantin den winter zijn de havens door het ijs on toegankelijk, .wat voor ons een dub bel voordeel is." Einde November had Rusland ongeveer 60.000 man aan de Finsche grens staan. Stedingk's vermoedens werden nagemoeg zekerheid en hij waarschuwde zijn land- genooten zich in hot geheim te wapenen. Niettemin verklaarden zelfs in Januari 1808 de Russische ministers en generaals hem nog, dat ,de Keizer tegen den oorlog was en het volk den krijg ook niet. wilde". Den 11 Januari stelde de koning van Zweden, om het gevaar te bezweren, den Tsaar voor, de Oostzee onzijdig te verklaren. Rusland antwoordde daarop niet. Den 13. Februari kreeg Stedingk een brief, waarin nogmaals bet nut van een dergelijken maatregel werd betoogd. Den 16. ging dc gezant op audiëntie bij don Tsaar en deze verzekerde hem nog eens, dat Zweden niets had te vree- zen. Hij riep God als getuige aan, dat hij .geen enkele Zweedsclie stad" be geerde, maar gaf ten aanzien der ver langde onzijdigverklaring een ontwijkend antwoord. I) i e nzelfden il a g was een ultimatum door Rusland opgesteldHet werd ander daags naar Zweden verzonden. Na een partijdig overzicht der voorafgaande on derhandelingen verklaarde de Tsaar daarin, dat hij op het voorstel van on zijdigverklaring niet kon ingaan en dat de beslissing over den toestand verder afhing van don koning van Zweden. Ondertusschen was Rusland klaar met zijn militaire toebereidselen. A'óór dat er antwoord uit Stockhobn was ontvangen ja, zelfs voor het Russische ultima tum redelijkerwijs geacht kon worden daar aangekomen te zijn en zonder voorafgaande oorlogsverklaring trokken de Russen de Finsche grens over op den '21 Februari en rukten aan op Hel- singfors. Eerst den 2 Maart kreeg men te Stock holm door een brief vau den opperbe velhebber in Finland, generaal Klcrcker, kennis Tan den aanval der Kussen. De koning gaf toen last den koerier, die liet ultimatum overbracht (en nog niet eens te Stockholm was gearriveerd!) aan te houden. Eerst 7 Maart kwam bedoelde koerier te Hernoesand aan, zoodat men per slot van rekening eerst veertien dagen na den inval der Russen van het ulti matum kennis kreeg. Aldus het antwoord van den geschied schrijver op d« verzekering van liet diep verontwaardigde Nowoje AN'rem ja en andere Russische bladen, dat de geschie denis van den verradeiijken aanval der Japanners geen tweede voorbeeld kent. Laatste berichten. NAGASAKI, 1 Maart. Zeven gewonde machinisten van de voor Port Arthur gezonken schepen zijn Maandag te Sa- sebo aangekomen. Zij vertellen, dat men de schepen heeft laten springen en zin ken door middel van geleiddraden, ver bonden aan torpedojagers. SJANGHAI, 1 Maart. Er is hier een officieel bericht uit Port Arthur ontvan gen, meldende, dat er bij laag water een Japanschc torpedoboot in de haven gezonken is gevonden. PORT SAID, 1 Maart. A'ijf Russische torpedobooten zijn naar Algiers vertrok ken. A'olgens gerucht moeten zij in dc Middcllandsche Zee jaclit maken op schepen en schepen op contrabande on derzoeken. De Aurora zal ze volgen. TOKIO, 1 Maart. Overeenkomstig de bepalingen van het protocol heeft de Japansche gezant te Sëoel de Koreaan- sche regeering kennis gegeven, dat Ja pan voor gèÜruik van liet leger aan stonds een spoor gaat aanleggen van Sëoel naar AVi-tsjoe. De ingenieurs en opnemers zijn reeds uit Sëoel vertrok ken. N. It C. Afschaffing der kerinis te Gouda. Clerieale actie Door een drietal leden van den Raad der gemeente Gouda is een voorstel in gediend tot algeheele afschaffing dei- kermis. Burgemeester en Wethouders, die op dit voorstel afwijzend advisee- ren zeggen in hun rapport o. a. dat deze zaak reeds herhaaldelijk in den Raad aan de orde is geweest, doch tel kens werd besloten om niet tot afschaf fing van de kermis, deze oud-vaderland- sche gewoonte, over te gaan. B. en AA', stemmen volmondig toe, dat ter gele genheid van de kermis nog al eens misbruiken en onzedelijkheid plaats heb ben, doch de voorstelling daarvan wordt vaak Jin niet geringe mate vergroot. Bovendien wijzen zij er op, dat elke andere openbare feestviering aan het zelfde euvel lijdt, zooodat de meerder heid van B. en AAI dan ook 't liefst van zelf de kermis zou zien uitsterven. De moeste nadruk wordt evenwel gelegd op het financieel bezwaar. Behal ve toch de indirecte voordeelen der kermis, die in hoofdzaak den gemeen- teuaren ten goede komen, geeft de ker mis als directe inkomst in de kas der gemeente een gemiddeld bedrag van f 4500 aan staangeld en pl. m. f 700 aan gasverbruik, zoodat gerekend kan wor den, dat een bedrag van f5000 recht streeks der gemeente ten goede komt. A'oor deze bate, die door afschaffing van de kermis zou vervallen, is moei lijk een equivalent te vinden. De bestaande belastingen zijn toch niet liooger op te voeren, en liet equi valent zou dus moeten gevonden wor den ol door bet in het leven roepen van een nieuwe belasting óf door een verhooging der directe inkomstenbelas ting. De meerderheid van B. en AV. kan om de aangevoerde redenen geen vrijheid vinden, de aanneming van het ingediende voorstel aan te bevelen. Door het bestuur van den Prov: Bond van R. K. kiesvereenigi n- gen in Zuid-IIolland is een circulaire ver-preid, waarin bijdragen worden ver zocht, tot bestrijding van dc groote ver- kiezingskosten, welke zullen moeten worden gemaakt tot het behouden der anti-liberale meerderheid in dc Prov. Staten van Zuid-Holland. Het Bestuur wil op die wijze een speciale verkiezingskas vormen, en geen beroep doen op dc kassen der aange sloten kicsvereenigingen, daar deze hunne geldmiddelen in de aanstaande verkie- kiezingscampagne niet kunnen missen. Nagegaan zal worden in welk district financiëele hulp het meest noodig is en tot welk bedrag een bijdrage behoort te worden verleend. A'oorts zal tooi- de verkiezingen voor de Prov. Staten door de algemeene vergadering aan de aangesloten kiesver- eenigingen een algemeen advies worden gegeven voc de te volgen politieke gedragslijn, waaromtrent een bestuurs voorstel aan de aangesloten kiesvereeni- gingen is gezonden. In de circulaire wordt gewezen op het groote gewicht der Statenverkie zingen voor de samenstelling van het college van Gedeputeerde Staten en voor de samenstelling van de Eerste Kamer, daar het van de meerderheid in de Zuid-IIoll. Staten afhangt of deze liberaal of anti-liberaal zal zijn. De Anti-revolutionnaire kiesver- cenigingen in de provincie Groningen beginnen nu reeds met de voorbereiding voor de Kamerverkiezingscampagne in 19 )5. Tot dat doel is eene buitengewone vergadering van afgevaardigden van anti-revolutionnaire kiesvereenigingen in deze provincie gehouden. De voorzitter, de heer J. C. AVirtz Czn. leidde in het onderwerp: Onze organisatie. Achtereen volgens kwamen daarbij ter sprake: 1°. Hoe de antirev. organisatie volgens de statuten bedoeld is. 2". AA'at in 1904 en 1905 van die organisatie verwacht wordt. 3°. AA'at de beste wijze van werken zal ziju. Bij dit laatste punt werd gesproken over: a. sprekers en debaters; b. debat materiaal; c. onderwerpen voor de vol gende wintel-campagne; d. mogelijke samenwerking; e. geldmiddelen. Men ziet liet, in het clsricale kamp mobiliseert men reeds. De vrijzinnigen blijven daar tegenover nog merkbaar stil. Het zij een waarschuwing voor onze geestverwanten om niet te talmen met het doen van do noodige stappen, ten einde op tijd volkomen gereed te ziju tot het aanvaarden van den strijd. Barueveld. Op de Maandag alhier gehouden paardenmarkt waren niet min der dan 495 stuks aangevoerd, waaruit, blijkt, dat deze markt nog altijd meer en meer in trek komt. Een groot aan tal vreemde kooplieden merkten we op die veel paarden kochten. De prijzen varieerden van f80 tot f550. Yrijdag zalprof.Baltini, prestidigita- teur, eene voorstelling houden, voor kin deren gratis toegankelijk, waar hij hun vergasten zal op goochel- en tooverkun- de. De seance wordt gehouden te 4 uur en hall 6 in het spaarbankgebouw, ter wijl het geld hiervoor bij gegoede en menschenvrienden in ons dorp is opge haald. Harderwijk. Maandagmorgen von den eenige visschers aan de haven, in de buurt van de Gasfabriek het lijk liggen van een vakgenoot. De man lag aan den kant van 't water in de nabij heid van zijn schuit. Hoe hij gevallen is, weet men niet, doch het vermoeden is gewettigd, dat hij terwijl hij over een der vonders zijn schip trachtte te berei ken is misgestapt. De steigerpalen staan op de plaats van het onheil op een

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1904 | | pagina 2