No. 23. Zaterdag 19 Maart 1904. ie Jaargang Liberaal Orgaan f^oor Amersfoort en Omstreken Uitgave van de Vereeniging ,,DE EEMLANDER' Een bedenkelijk verschijnsel en - - - - nog wat. - - - FEUILLETON. HET NOODLOTTIGE TESTAMENT. Verschijnt Woensdags en Zaterdags. DE EEMLANDER. Redacteur: Bureau Hendrik van Viandenstraat 28. Abonnementsprijs Per jaarf 3.00 Franco per post| -- 3.50 Per 3 maanden- 0.75 Franco per post- 0.90 Prijs der adrertentlën Van 1 tot 5 regels0.40 voor iederen regel meer0.08 (Bij abonnement aanmerkelijke korting.) In „de Eembode" van 27 Februari j.l. was het volgende hoofdartikel opgenomen Wat sinds lang; gevreesd word, is gekomen. Het bedenkelijk verschijnsel doet zieli voor dat de Rijksmiddelen een teruggang aanwij zen van niet geringe beteekenis. Reeds December des vorigen jaars was niet voor- deelig en Januari 1.1. was inderdaad slecht. Brachten de Rijksmiddelen over Januari 1903 f 10,231,872.195 op, dit jaar is de opbrengst in de afgeloopen inaand Januari f9,444,276,60.-, dus f787,595,59 minder dan in 't vorig jaar. Aldus ernstige teruggang, en, wat een veeg teeken is, op bijna alle posten valt dit waar te nemen. En de regeering staat met dat al voor het onaangename geval, dat bij minder inkom sten de uitgaven steeds wassende zijn. De nalatenschap der vorige liberale Regeering plaatste het Miuisterie-Kuyper voor invoering van wetten als, om slechts te noemen, de nieuwe Militiewet en do Leerplichtwet, welke jaarlijks millioenen meer verslinden, terwijl daarentegen de inkomsten des Rijks dalende zijn. Wil dus de staatsmachine haar normalen gang behouden, dan moet or naar middelen gezocht om de schatkist te stijven. Maar het zeer zonderlinge verschijnsel doet zich hierbij voor, dat, waar de Regefcring erop bedacht is de inkomsten te doen toenemen, vooral ook, zooals wij aantoonden, otn wet ten uit te voeren, welke door haar voor gangster zijn doorgegeven, juist haar tegen standers het meest i\[ verzet komen. Om slechts te noemen het wetsontwerp tot herziening van invoerrechten, ongetwij feld het voornaamste middel voor de Regee ring om eenigszins uit financieele moeilijk heden te geraken, hoe fel wordt dit niet door haar tegenstanders bestreden. En niet enkel zou hiermede 's Rijks schatkist aan merkelijk gestijfd, maar ook de nijverheid, die alles behalve in bloei verkeert, er ten zeerste door gebaat worden. Niettemin hoorde men nog dezer dagen de holle phrase „duur brood" ter bestrijding van beschermende rechten, terwijl voor de zooveelste maal bewezen werd, dat er „meer brood" zou gewonnen worden, als ze werden ingevoerd. Hoe men zich echter ook tegen verzwaring van fiuaneieele lasten, in welken vorm ook, 9 „Jij?" riep Berning juichend. „Jij Rudolf? O, jou beste kerel, jij waart een goed en trouw vriendIk weet het, die arme Henriette was het ideaal van je jonge jaren, ben je haar nog na haar dood trouw gebleven? Heb je haar kind bemind ter herinnering van die dagen?" Arning schudde even het hoofd. „Wat weten wij, oude knapen nog van liefde?" zei hij goedmoedig schertsende. „Ik heb de plaats in mijn hart en mijn huis, die uw zuster niet begeerde, aan geen tweede afgestaan, dat is alles, en later heb ik voor Toni op een goede kost school het kostgeld betaald, opdat zij in haar eigen onderhoud zou kunnen voorzien dat kwam zoo geheel van zelf, het kon niet anders, men maakt daarover geen woorden vuil." De oogen van den Australiër schitter den. „Ik wil je voor dat geld, geen cent aanbieden Rudolf," zei hij hartelijk, „geen cent, ofschoon ik schatrijk ben en jij over dat alles vrijelijk beschikken kimt; je zult het bewustzijn een goede daad te hebben gedaan, behouden; maar danken hartelijk danken wil ik jel En nu zeg mijwaar kan ik het arme kanten wil, er valt, helaas, niet aan te ont komen Waar de huishouding van Staat steeds op grooter voet wordt gebracht, waar men van de Regeering steeds nieuwe soc iale wetten verlangt, die alle, zonder uitzondering, de eene meer de andere minder, nieuwe uitgaven zullen vergen, moet daarin door nieuwe inkomsten worden voorzien. Opmerkelijk echter is, dat zij, die de Regeering het meest dwarsboomen in haar financieel beleid, die iedere poging van het Ministerie, om in betere conditie te geraken trachten te verijdelen, het hardst roepen om nieuwe wetten, het vervelendst bij haar aankloppen om subsidies, waar het plannen tot uitvoering van lievelingsdenkbeelden betreft. En als de partijgenooten der Regee ring daartegen waarschuwen en voor de stedelijke zoowel als Rijksbelangen opkomen, trachten de bestrijders van het Ministerie ze ter zijde te duwen, te overbluffen, en zich voor te stellen alsof alleen hun streven het ware doel beoogt, daarvan alleen een roos kleurige toekomst te wachten staat. Het verdient daarom ten volle de aandacht, wat de „Standaard" dezer dagen over deze quaestiè in 't midden bracht. Terecht schrijft dit orgaan „Niet alleen geen vooruitgang, maar ern stige stchteruitgang, en achteruitgang op bijna fllle posten; bewijst alzoo, dat de wel vaart trager loopt. „Sloot nu ons budget, dan kon het iets lyden, maar het sloot niet, en uitzicht op inhaling v m het nadeelig saldo bestond alleen, zoo de toeneming van de laatste jaren aanhield. „Gaat daarentegen de achteruitgang door. en blijkt het accres tot staan te zijn gekomen, dan zal oen aanzienlijk tekort ongedekt blij. ven, en zorge voor de deur staan. „Hoe men onder zulke omstandigheden nog kan aandringen, om nu reeds den suiker, accijns te verlagen, is dan ook moeilijk te verstaan. Dit ware alleen denkbaar zoo het accres het verlies goed maakte, of ook een ander nieuw, of verhooging van een be staand middel hetgeen men aan de suiker verloor goed maakte. ,Doch 'hiervoor kan de tariefsverhooging- niet in aanmerking komen. Die tariefsver hooging is door het kabinet van meet af uitdrukkelijk gereserveerd voor de onderwijs kwestie en de kwestie der verzekering. Alleen daarom scheen ze gerechtvaardigd, ,A1 verstaan wij ook ten volle, van hoe groot belang het zou zijn, indien wij gelijk Engeland de suiker vrij konden laten, of kind vinden? In ieder geval ken je haar verblijfplaats." De dokter zag ernstig op. „Zij is hier," antwoordde hij, „maar je kunt haar niet zonder eenige voorbereiding zien, ik vrees dat zij een ernstige ziekte onder de leden heeft. Nadat zij met de gravin Hartenstein langen tijd als gezel schapsjuffrouw in Italië vertoefd had, kwam zij voor eenige maanden met die dame weer hierheen en leerde den, vóór dien tijd geheel onbekenden neef ken nen, ja meer nog, zij bemint hem en wordt door hem bemind, maar plotse- ling—". ,Een oogenblik," onderbrak heftig de Australiër. „Is het Oskar, van wien gij spreekt? De zoon van die hartvochtige vrouwHij zal het arme schepsel niet weer zien, ik neem Toni zoo spoedig mogelijk mee naar Adelaide." /Daarover later;" zei hij, „ga nu met mij mee, je zult haar op een afstand zien, zij heeft een gevoelige knak ge had, God geve dat alles nog goed zal afloopen." Hij ging voor, tot in een fraai ge- meubeleerde voorkamer en gaf toen, terwijl hij de deur van een tusschenka- mer opende, zijn vriend een teeken te wachten. De oude zag langs de plooien der portière op een rustbed het ver jongde evenbeeld zijner geliefde vroeg- gestorven zuster; het zelfde bruine krul haar, de wonderbaar schoone oogen, gelijk België en anderelanden,aanmerkelijk verlagen konden, geld, dat meu prfj geert, moet dan toch op andere wijze geïnd worden. „En wijst men op het accres van de zeven laatste jaren, dan geven we toe datdit aan zienlijk was; maar men vergete niet, dat de onder het vorig kabinet aangenomen wetten een goed deel hiorvan verslondendat tegen het accres der uitgaven, al ware het slechts door de toeneming der bevolking, overslaat en last not least, dat onze koloniën ons enorm gaan kosten. „Het feit ligt er dan ook toe, dat we niet tegenstaande het zeer groote accres, voor een tekort in de plaats van voor een over schot staan. „De aandrang, die van allerlei kant ge durig uitgaat om nieuwe of verhoogde sub sidie van het Rijk te vragen, zal dan ook gestuit moeten worden. „Want vergeet niet, de gemeenteiinaneiën zijn ook in het gedrang gekomen, en zullen, om weer op goede orde te komen, nieuwe eischen aan het belastingbetalende publiek stellen. „We leven in Nederland duur; duur door den gewonen standaard van het leven, en duur niet minder door de veelkostende in richting van schier eiken tak van dienst". Als do achteruitgang blijftaauhonden dan zal een aanzienlijk tekort ongedekt blijven, en zorge voor de denr staan, zegt de „Stan daard" en de waarheid dier bewering zal moeilijk kunnen betwist worden. De Regee ring zal dan ook bij het voeren van het schip van Staat een uitnemende stuurmans kunst moeten blijven toonen, om de klippen te omzeilen, die van alle zijden opdoemen. „De aandrang, die van allerlei kant gedurig uitgaat dit zeggen wij de „Standaard' gaarne na om nieuwe of verhoogde sub sidiën van het Rijk te vragen zal dan ook gestuit moeten worden". Nu schier elke tak van dienst mede steods kostbaarder wordt is streng toezien, dat. de maat der Rijksuit gaven de draagkracht der natie niot al te zeer overschrijdt, dan ook oen gebiedende noodzakelijkheid. „Een onhandige vriend is erger dan een vijand." Dat was de gedachte, welke na lezing van dit stukje bij ons opkwam Wat wenscht de Eembode, aan de hand van de Standaard, in dit hoofdartikel aan te toonen? 1°. Dat de Rijksmiddelen bedenkelijk achteruitloopen. iederen trek van het onvergetelijke ge zicht, maar nu tengevolge van de koorts ontzettend bleek en onrustig, bij 'tzien van den dokter in bittere tranen uitbarstend. Slechts niet moeite kon hij zich bedwingen, het arme verbannen kind aan zijn borst te drukken. Toni was zoo zwak, dat haar stom nauwelijks hoorbaar was. De dokter vroeg dan ook slechts het allernoodigste en stelde haar gerust, voor alles echter smeekte hij haar, zich te bed te bege ven. „Het moet, Toni, je ben zich, mijn kind." De ongelukkige schudde het hoofd. „Ik kan het niet, dokter! Uw ge makkelijkheid uw rust. Zij was opgestaan, als om te vluch ten, maar bij de eerste schrede viel zij onmachtig in de armen van haren ouden vriend. Een seconde later stond Berning naast ze, zijn oogen bliksemden, zijn vuist balde hij toornig. „En den boef, die daarvan de schuld draagt, zou ik haar geven?" mompelde hij. „Neen, neen, zoolang ik leef". „Stil!" vermaande Arning. „Beschik in deze oogenblikken niets vooruit." En sidderend zweeg de oude man. Terwijl Toni buiten bezinning lag en de broeder harer moeder dag en nacht aan haar bed waakte, teekeude Oskar wissel op wissel, Hij had er een dag voor genomen, zich op de hoogte zijner 2°. Dat de Regceriug, om uit de financieele moeielijkheid te geraken, moet overgaan tot hetverhoogen en uitbreiden der invoerrechten. Het achteruitloopen der Rijksmiddelen wenscht zij te bewijzen door eene ver gelijking der ontvangsten van de maand Januari 1904 met die van de maand Januari 1903, waarbij eene verminde ring van f 787595,59 valt te constatecron „Aldus ernstige teruggang, en wat een veeg teeken is, op bijna alle posten valt die waar te nemen." Heeft de Eembode soms over 't hoofd gezien, dat in die f787595,59 is be grepen een meerdere ontvangst van f445917,17 aan Successierechten, een middel, waarop geen berekening tema ken valt, en een mindere opbrengst van f105172,51° aan Suikeraccijns, waarvan onze Zuidelijke medeburgers do here koning wel zullen kunnen maken. En vindt zij het nu werkelijk zóó onrustbarend, dat één maand van 't jaar enkele tonnen minder opbrengt, als de zelfde maand van 't vorige jaar? ICun nen de andere maanden dit niet weer goed maken? Ons dunkt het al zeer dwaas, die vermindering over één maand aan te kondigen als een nationale ramp, vooral als men in hetzelfde artikel wijst op het aanzienlijk accres der inkomsten over de laatste zeven jaren. Men kan het thans wel op de vingers natellen, dat de bedrijfs- en vermogens belastingen over 1904/5 minder zullen opbrengen als in 1903/4, maar nu reeds, uit de opbrengst van één maand, de ge volgtrekking-te willen maken, dat alle inkomsten in 1904 zullen terugkopen en dit een langgevreesd en bedenkelijk verschijnsel te noemen, dat is toch wel wat kras en toont duidelijk de ware bedoeling, nl. den toestand der geld middelen te donker te kleuren, om de verhooging der invoerrechten aanneme lijker te maken. En nu het tweede punt. Het spreekwoord, ietwat bekort, luidt „Kinderen zeggen de waarheid." Met kinderlijke naiviteit wordt in hetar- tikel uitgelegd waarom de invoerrechten moeten worden verhoogd en uitgebreid. 1 Omdat de Regeering geld noodig heeft. 2°. Om de nijverheid die er ten zeerste door gebaat zal worden, te beschermen. zaken te stellen, had dat ongehoorde deficit gezien en moedeloos den strijd opgegeven; moerassen uitdrogen en woeste gronden ontginnen—hij gruwde - het was zijn zaak niet. Iederen morgen besloot hij, het slot van de gravin niet meer te betreden en iederen avond werd hij teruggedre ven in de gevaarlijke omgeving. Gravin Emilie met haar verrukkende schoon heid en haar onmetelijk vermogen, een bedachtzamer man wel tot dwaasheden verleiden; toch had Oskar oogenblikken waarin hij alles wat hem behoorde en wat hij hoopte, toon hij met Toni haud aan hand ging, toen hij in hare oogen de zekerheid van het geluk meende te lezen. Waar zij zijn zou? Hij hoorde van haar niets meer, ook de oom scheen plotseling verdwenen. Wantrouwen en bitterheid beheerschten hem meer en meer, slechts bij de schoone Emilie ademde hij vrijer, hoewel toch niets dan de wcusch, de heimelijk geliefde te krenken, hem de eerste overmoedige vleierijen had ingegeven. Toen ging hij met beslistheid verder, de gehoopte ver bintenis kon hem niet meer afschrikken, hij liet, zorgeloos als altijd de dingen passcereu, afschoon zijn moeder, die van de ontstaue scheiding gehoord had zijn ergenis door haar vragen nog ver grootte. Zoolang hij minderjarig was stapelde zjj rente op rente, waai' bleef Dat de Regeering geld noodig heeft voor de uitvoering van nieuwe wetten, dat steekt zij niet onder stoelen of ban ken, maar dat het nieuwe tarief van rechten zal moeten dienen, om de nij verheid te beschermen, dat vertelt de Minister van Financiën ons niet in zijne memorie van toelichting op de nieuwe tariefwet. Daar klapt de Eembode uit de school Daar spreekt zij als de kinderen: „de waarheid". Maar eene treurige waarheid is het Moeten de millioenen, die noodig zijn om uitvoering te kunnen geven aan de nieuwe wetten nu juist gevonden worden, door eene belasting te heffen, waarbij gcene rekening kan gehouden worden met de draagkracht der ingezetenen Is het bepaald noodzakelijk, dat wij al onze artikelen van dagelijksch ge bruik duurder gaan betalen, omdat tie inlandschc industrie beschermd moet worden? Immers neen, dat is eene groote onbillijkheidMen verwacht, dat de Schatkist door de invoering der nieuwe tariefwet eene meerdere opbrengst van 9 millioen zal trekken. Maar de inge zetenen zijn er daarmee niet af. Zij zul len daarenboven nog eenige milli oenen aan de fabrikanten hebben te be talen, want deze zullen in staat zijn de prijzen hunner fabrikaten ook met een bedrag van ongeveer het invoerrecht te verhoogen. Hoe men het ook beziet, de heffing van invoerrechten is eene immoreele en verouderde belasting, welke gcene re kening kan houden mot de draagkracht der belastingschuldigen en een klein deel der ingezetenen bevoordeelt ten koste van alle overigen. Ten slotte willen wij nog even wijzen op de onzekerheid die er bestaat, om trent de bestemming der gelden. Schrijft de Eembode dat naar mid delen moet gezocht worden, om wetten uittevoeren, welke door de voorgang ster der tegenwoordige regeering zijn doorgedreven, in het door haar overge drukte artikel van de Standaard, waar mede zij n.b. geheel instemt, leest men dat de tariefsverhooging uitdrukkelijk is gereserveerd voor tie onderwijskwestie en de kwestie der verzekering. In die onzekerheid steekt groot ge vaar. De uitgaven voor onderw ijs en Sociale wetgeving vallen nooit meê. Blijkt het later, dat er meer geld moet dan toch in deze drie jaren het groote vermogen? En huiverend vroeg de oude vrouw ziek af, of het goed gezien was, den eenigen zoon zoo weinig tot ernstiger bezigheden op te voeden. Zij waagde eindelijk eens te informeeren naar den stand der zaken, maar Oskar antwoordde zoo onvriendelijk, dat haar de pas werd afgesneden naar verder onderzoek. Deze geldelijke aangelegenheden ver bitterden hem, hij begreep niet, dat het allernoodigste ook ontbreken kon, vooral nu niet, nu giavin Emilie ervan sprak, voor het invallen van den winter naar Italië te gaan, terwijl zij meer dan eens had te kennen gegeven, er op te reke nen dat hij haar vergezellen zou. Er mocht nu in geen geval op zijn naam een smet vallen, alles moest gedaan worden hem te redden, al was het dan slechts voor korten tijd. Eenmaal in het rechtmatige bezit van de schoone vrouw, zou hij een deel van haar kolosaal ver mogen gebruiken om aan zijn verplich tingen te voldoen. Schoone gedachte MillioenenOngekende Schatten Oskar voelde dat hij tot zijn doel moest komen. Zou het beeld van een arme onbeduidende gezelschapsjuffrouw zulke groote bezwaren hem in den weg stellen (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1904 | | pagina 1