Buitenland.
Binnenland.
Tweede Kamer.
Allerlei.
wezen, dan komt zoo'n kostelijk rek
baar tarief van invoerrechten goed te
pas. Het invoerrecht wordt van 12°/0
gebracht op 15 of 20°/„ en klaar is men.
Wat wij dus een bedenkelijk ver
schijnsel noemen, is niet de toeval
lige maandelijksche achteruitgang der
inkomsten, nil 7 jaren van accres, maar
het gevaar dat wij loopen, om tot stij
ving der schatkist en ten bate der
inlandsche nijverheid bedeeld te
worden met eenc ongelijk drukkende
belasting, welke rekbaar is a discretion.
De Russich-Japansche oorlog zal mis
schien liet brood duurder maken, onze
Regeering zal zorgen voor de rest.
I>r. Muj pcr's „meesterzet."
„De Maasbode" is in de wolken. „Ver
bazend handig" roomt ze de manier
waarop deJMinister van Binuenlandschcn
Zaken den opstekenden storm onder de
Red. Herv. predikanten is tegemoet ge
treden.
Het is licht te vatten, dat inderdaad
's Ministers optreden het Roomsche blad
heeft „verbaasd". Enkel door zijn han
digheid
Blijft mij maar trouw, gij predikanten
der Red. Herv. Kerk, tot wie ook een
maal ik behoorde; helpt gij mij voor
ceu tweede vierjarige periode aan het
roer, uw stcuu zal dubbel en dwars u
vergolden wordengij krijgt, voor u
alleen, de theologische faculteiten der
openbare Universiteiten terug, en niet
als doodskoppen, neen, als hoofdfacul-
tciton, levend en bruisend van dogmatiek.
Zoo ongeveer sprak Donderdag inde
Tweede Kamer dr. Kuyper ds. Iloedc-
maker en zijn vrienden toe. Riet tegen
staande hij het „Hbld." heeft er te
recht aan herinnerd juist oen week
te voren het afleggen, nu, van een der
gelijke verklaring „eenvoudig onver
antwoordelijk" had genoemd.
Geen wonder dan ook, die verbazing
van „De Maasbode"!
Het „sigre-doux wordt intusschen ook
bij haar niet gemist. Het amendement-
De Visser-Schokking-Talma, dat voor-
loopig de predikanten trachtte tevreden
te stellen met een bevoorrechting der
kerkelijke hoogleeraren, heeft, deelt „De
Maasbode" mede, de Roomsche Kamer
leden niet „erg geestdriftig" gestemd.
„Ze lieten 't zich echter welgevallen
oin do wet en 't Ministerie er bij, niet
niet in gevaar te brengen".
Ook ziet hot blad het „voor het
oogonblik wol niet recht in, hoe Dr.
Kuypcr zijn belofte ten uitvoer zal leg
gen, zonder aan Rijksinstellingen een
bepaald confessioneel karakter te geven".
Het vertrouwt echter op 's Ministers
staatsmanskunst „om te durven ver
wachten, dat hij een bevredigende re
geling voor de Hervormden zal weten
te treffen, ook zonder de Gereformeerden
en Katholieken voor het hoofd te stooten".
Itct is meer vertoond, een duidelijke
waarschuwing omzwachteld in een be
tuiging van vertrouwen.
De Hervormde predikanten mogen
nu afwachten hoe hun vroegere ambt
genoot de theologische faculteiten hun
in handen zal weten te spelen met ge-
doogen en medewerking der Roomsche
bondgenooten. Dat belooft een tweede
„meesterzet" te worden, waarbij die van
eergisteren kinderspel lijkt.
(Fod.)
De Oorlog. Een neder
laag voor de Engelsche re
geering.
Over den uitslag van het jongste bom
bardement van Port-Arthur door de
Japansche vloot loopen de lezingen nog
steeds uiteen. Volgens bij het Depar
tement van Marine te Tokio ontvangen
officieuse berichten zijn twee forten zwaar
beschadigd en eenige kanonnen gede
monteerd, terwijl de Europeesche stad
verwoest is.
Aan de „Hew-York-Herald" wordt
evenwel uit Inkou geseind, dat vluch
telingen uit Port-Arthur beslist tegen
spreken, dat de Japansche projectielen
groote schade aan de stad zouden toe
gebracht hcbbetl, Van de 200 projec
tielen door de Japanners afgeschoten,
hebben slechts 2 de stad bereikt; de
een drong in het huis van een bekend
advocaat en doodde hem, zijn vrouwen
zijn dienstbode. Drie projectielen raakten
de „Redvisan", die op dat oogenblik in
de binnenhaven lag; een ander bescha
digde licht een schip, dat dicht bij de
„Redvisan" lag. Een granaat eindelijk
sprong in de batterij op den Gouden
Heuvel, mot ontzettend geweld. Een
zwarte rookzuil steeg boven de batterij
op; waarschijnlijk is een voorraad kruit
ontploft en zijn eenige kanonnen on
bruikbaar gemaakt. Toch is zij meent men
nog zeer goed in staat, mede te werken
tot de verdediging van de stad.
Alle andere projectielen hebben geen of
geringe uitwerking gehad. Behalve 3
burgers, werden slechts enkele soldaten
getroffen.
Volgens deze zegslieden gaat alles te
Port-Arthur zijn gewonen gang De win
kels zijn alle geopend en de bevolking
doet zijn gewone inkoopen, nu reeds
gewend aan de uitwerking dor projec
tielen.
Voorts bevestigen zij de berichten dat
oen aantal bommen, waarmee de stad
beschoten werd, van Russischen oorsprong
waren en door de Japanners op de
„Mandsjoeria" in beslag waren genomen;
inderdaad heeft men op sommige pro
jectielen Russische merken gevonden.
Bij de behandeling van de begroo
ting voor Ierland stelde de Ier Red
mond voor een voor onderwijsdoelein
den uitgetrokken post te verminderen
met 100 pd. (de gewone vorm om een
motie van afkeuring tegen de regee
ring voor te stellen), als afkeuring over
een aanschrijving van het Iersche depar
tement van onderwijs waarbij op zekere
scholen het onderwijs in de lersche taal
voor jonge kinderen werd beperkt. In
stemming gebracht werd het voorstel
aangenomen met 141 tegen 131 stemmen.
Dat resultaat was te danken aan het
feit, dat toevallig veel liberalen en Ieren
in het huis tegenwoordig waren. De uit
slag werd met luid gejubel van de oppo
sitie begroet, Ook eischtc men het af
treden van het kabinet. Redmond stelde
toen onder groote opgewondenheid voor
de vergadering te verdagen, waartegen
Balfour zich verzette. De liberaal Dal-
ziel vroeg toen of de regeering zich
neerlegde bij het besluit der kamer.
Balfour antwoordde: Hatuurlijk leggen
we ons neer bij de beslissing van het
Iluis. Whitley vroeg, hoevele nederlagen
de regeering zou verdragen, alvorens af
te treden. Cheers van de oppositie. Ten
slotte werd een motie om de vergadering
te verdragen met 171 tegen 146 stem
men verworpen, doordat vele ministe-
rieelen middelerwijl in de vergadering
waren gekomen. De opwinding raakte
over en de beraadslaging over de be
grooting werd voor een half leeg Huis
afgedaan.
In staatkundige kringen gelooft meu
niet, dat de nederlaag der regeering
eenig gevolg zal hebben, behalve eenige
vermindering van het staatkundig aanzien.
Volgens de te Stuttgart verschijnende
Russische „Oswobosjdenje" kregen op
den 9 Februari de bladen te Moscou
bevel om niet te spreken over betoo
gingen en vergaderingen, gehouden ten
gevolge van de gebeurtenissen in het
Verre Oosten. In speciale gevallen zou
er wel verlof verleend worden.
16 Februari volgde het bevel om alle
berichten over leger en vlootbewegingen
eerst aan het oordeel der militaire over
heid te onderwerpen.
Vier dagen later werd speciaal ver
boden over vervoer van oorlogsmatriaal
naar het Oosten en in Europeesch Rus
land te spreken.
In den tijd tusschen 29 Februari en
1 Maart werd aan de redacties gelast
geen artikelen tegen Engeland gericht
af te drukken, waarom graaf Mesjtjc-
reki- zijn aanvallen in de „Grasjdanin"
herriep en Sawoerin in de „Rowoje
Wremja" lord Landsdowne en Eduard
III toelachteals een boer, die kies
pijn heeft.
Prettig werken is het voor een jour
nalist in Rusland.
Onderzeesclie boot vergaan.
LORDER, 18 Maart. De admiraliteit
bevoetigt het verlies van de Engelsche
odderzeesche boot A .1, die gistermiddag
om 3 uur is aangevaren, waaronder de
le en 2e luitenant De „A 1" was een
onderzeeschc boot van het nieuwe tvpe
en had eenwaterverplaatsingvan200ton.
De Rijksmiddelen. Afschaf
fing der staatsloterij.
Was de maand Januari voor de schat
kist een slechte maand, en fronsten
pessimisten van beroep of aanleg reeds
de wenkbrauwen, Februari kan hen
weer blijder stemmen. Bij een opbrengst
van f 9.U78.663.26'/2 hebben de gewone
middelen in Februari nagenoeg 3", ton
meer opgebracht dan in dezelfde maand
van het vorig jaar. Evenwel mag hierbij
niet uit het oog worden verloren, dat
dit jaar een schrikkeljaar is, zoodat er
bij de maand Februari een dag meer
is, terwijl de opbrengst van deze maand
vergeleken wordt met die van Februari
1903, toen een vermindering van niet
minder dan 3'/a ton, vergeleken bij
Februari 1902, was te vermelden.
Tegenover 15 middelen, die tezamen
f 614,440.60'/a meer afwierpen, stonden
er slechts 7 (ook in Februari telt het
recht op de mijnen nog niet mede) met
een gezamelijken achteruitgang van
f273,811.76. Onder deze 7 toont de
opbrengst van den accijns op het gedis
tilleerd de grootste absolute verminde
ring aan, nl. 117,244.92, waarop volgt
de vermindering der opbrengst van de
registratierechten, hoewel nog boven de
raming zijnde, met f 92,825.88. Yerder
bracht de wijnaccijns f 5,474.31 d. i. 16.7
pet., de accijns op het geslacht f 9,849.21 '/s
minder op en bleven de zegelrechten
f 39,447.75 en de hypotheekrechten
hoewel de raming overschrijdend
f 8,955.68'/a ten achter. Zooals men weet,
was de opbrengst der accijnzen op wijn,
gedistilleerd en geslacht ook in Januari
1904 lager dan in Januari 1903.
De vermeerdering van de opbrengst
van den suikeraccijns bedraagt niet min
der dan 247,084.44, terwijl de zoutac-
cijns f 13,614.12 meer opbrachten de
accijns op bieren en azijncu f5918.90
meer. De groep der directie belastingen
kon vooral door de flinke opbrengst van
de bedrijfsbelastingf 217,885.38 tegen
f 165,543.15 verleden jaar met
114,080.671/2 stijgen; de grondbelasting
droeg hiertoe f20,556.96 en de vermo
gensbelasting f7,227.87'/a bij.
De invoerrechten stegen 6'/4 pet., d. i.
bijna 11/2 ton boven de raming en
de loodsgelden stegen 13.8 pet.
Yan de vier indirecte belastigen gin
gen er drie achteruit; alleen de succes
siebelasting bracht f47,015.64l/a meer
op. Gunstig was eveneens de opbrengst
der domeinen, zijnde f 62,478.75 '/a tegen
f 62,265.49 verleden jaar. Februari was
weder een goede maand voor de pos-
terij (f98,279.311/., meer), terwijl ook
de telegrafen vooruitgingen (f3800). Ten
slotte zij nog vermeld dat de staatslo
terij f3286.621/., meer afwierp.
Door debitantcn der Rederlandsche
staatsloterij en employés van collecteurs
te Amsterdam is aan de leden der Tweede
Kamer een adres gezonden, waarin zij
eenige bezwaren tegen het ontwerp tot
Afschaffing der Staatsloterij mcdedceleu.
In het adres wordt o. m. gezegd:
Wat toch zijn de bezwaren tegen
de staatsloterij?
Men mag de booze hartstochten der
menschcn niet opwekken en zeer zeker
de staat mag dat niet. Maar is het dan
geen feit, dat juist door de staatsloterij
men de menschcn afhoudt van booze
hartstochten? Zeer zeker is het verlan
gen naar lotsverbetering „hartstocht"
te noemen, maar toch zeker geen booze.
En is het spelen in de loterij iets an
ders dan een poging tot lotsverbetering?
Wanneer men slechts van nabij ziet,
hoe soms een lichtstraal doorbreekt, door
het trekken van een kapitaal prijsje, in
de duisternis van zoo menig huisgezin;
met welk een lust en hoop men bezield
is, indien men nog een kansje heeft
voor het vergaren van een sommetje
voor den ouden dag, dan mag men toch
voorwaar van geen speelzucht spreken.
Dat er grof gespeeld wordt, komt
bijna niet voor. Het meerendeel der
spelers in de loterij speelt een twin
tigste of minder. Zij, die heele of halve
loten spelen, doen dit meestal (en hier
spreken wij van ondervinding), in ge
zelschap van tien, twintig of meer per
sonen.
Denkt men dat de hartstochten zullen
verdwijnen bij geleidelijke ofgeheele
afschaffing der loterij?
De burgermensehen zullen hoe langer
hoe meer verslaafd raken aan spelen
aan de beurzen. Wanneer men nagaat
welke groote kapitalen sedert de laatste
jaren door vele menschcn verloren zijn,
dan is daartegenover het bedrag, dat
men in de staatsloterij verliezen kan,
toch hoogst gering. Aanbiedingen als
van binnen- en buitenlandsche loten,
welker vermeerdering nog te verwach
ten valt en waarvan de soliditeit veelal
te wenschen overlaat, komen bij de
staatsloterij niet voor. Wie spelen wil,
komt zelf; ja de menschcn moeten min
der |spelen dan zij verlangen omdat de
vraag grooter is dan het aanbod."
Yoorts vragen adressanten wat er met
eenige hondorde huisgezinnen, die van
de staatsloterij, hetzij geheel of gedeel
telijk, moeten leven, zal gebeuren. Daar
reeds over een klein aantal jaren de
tusschenpooze van iedere loterij eenige
maanden langer zal duren, beteekent
dit naar de adressanten mcenen
voor debitanten eene opdrooging der
bronnen van |inkomsten, terwijl emplo
yés van collecteurs geen verbetering van
positie zullen krijgen en naarmate de
periodes van stilstand grooter worden,
meer en meer aan het feit bloot staan,
ontslagen te worden door gebrek aan
werkzaamheden.
den Haag 16 Maart.
Ontsla g-Liuriciuan,
Is de kenmerkende eigenschap van
wat onze Fransche collega's unejouméc
noemen, dat de uitkomst van een aldus
aangeduide vergadering is veel geschreeuw
en weinig wol, dan hebben we heden
een echte journée gehad.
't Was trouwens te voorzien dat de
behandeling van de interpellatie-Drucker
over het ontslag van den gewezen Wa-
gcningschen leeraar, den heer Lindeman,
gezien de bestaande verhoudingen in de
Kamer, tot geen ander resultaat kon
leiden dan het afstemmen eener motie
door de meerderheid. Dat er ten slotte
twee moties waren, welke beide werden
verworpen en dat niet alleen door de
regeeringspartij, maar ook door de meer
derheid der linkerzijde, bewijst ten over
vloede dat het aan eenheid en leiding
bij de oppositie mangelt en er van haar
onmogelijk kracht kan uitgaan.
Een goed georganiseerde oppositie,
zou vooraf overleg hebben gepleegd
over den inhoud eener gemeenschap
pelijke motie, waarin dan de hoofdzaak
waarom het gaat: de vrijheid van den
ambtenaar, op den voorgrond ware ge
steld, waaraan alsdan vast te knoopen,
afkeuring van de wijze waarop de Mi
nister van W. II. on R. tegenover den
heer Lindeman is opgetreden.
Het ontslag-Lindeman had de aanlei
ding moeten zijn tot een principieel de
bat over de positie van ambtenaren en
beambten.
Daarmee had der Mohr zijn plicht ge
daan en kon verder als figurant op den
achtergrond blijven, terwijl daarentegen
de rechteloosheid der ambtenaren op
den voorgrond gestold en tot onderwerp
eener motie gemaakt werd.
Maar thans, zooals de heer Drucker
voorstelde komen verklaren dat het op
treden van den heer Lindeman tusschen-
komst van de regeering wettigde,
wat de Soc.-Democr. natuurlijk niet moch
ten toegeven om daarna den ge-
gedragslijn van den minister af te keuren
als niet getuigend van goed beleid, dat
was waarlijk niet de moeite waard er
zich een geheelcn dag mee bezig te
houden, tenzij men kans zag daarmee
een politiek voordeel te behalen.
RTatuurlijk moest hierop een motie-
Troelstra volgen, waarbij, zonder meer,
het ontslag werd afgekeurd, en even na
tuurlijk moesten zij, die niet het ont
slag van den heer Lindeman, maar wel
de bejegening den ambtenaar aangedaan,
of wel de wijze waarop de minister was
opgetreden, afkeurden, tegen beide mo
des stemmen.
Zoo kreeg men dan ook het verma
kelijk resultaat, dat de motie-Troelstra,
behalve door de socialisten, gesteund
werd door vier wijzinning-democr. ter
wijl drie anderen er tegen stemden; dat
daarentegen tegen de motie-Drucker
stemden alle socialisten en alle liberalen,
minus vijf.
Ik zal over het debat maar zwijgen;
alleen releveer ik, hoe de heer Van
Kol de bewering van den heer van
Rispen bevestigde, dat de intcllectueelen
onder de soc.-democr. zich bij voorkeur
van belcedigende uitdrukkingen bedie
nen, door te gaan spreken van den jon
geheer Van Rispen, 't Was geestig De
heer Van Rispen bleef hem, doch in
hoffelijke taal, het antwoord niet schuldig.
De predikanten en de llooger-
onderwijswet.
De volgende circulaire is aan predi
kanten der Red. Herv. Kerk toegezon
den:
Rotterdam, 18 Maart 1904.
WelEerw. Zeer Gel. Heer en Collega.
Raar aanleiding van het Wetsontwerp
in zake Hoogcr-Onderwijs, waarover de
eindstemming in de Tweede Kamer op
Donderdag 24 Maart a. s. is vastgesteld,
komen wij tot U met het volgende,
dringende verzoek.
Zeker hebt Gij, evenals wij, denlaat-
sten tijd met warmer belangstelling dan
ooit, de beraadslagingen der Tweede
Kamer gevolgd. En wellicht deelt ook
Gij in de groote ongerustheid, bij
naar wij geloovou zeer velen in den
lande gewekt.
Dientengevolge is een allergewichtig
ste vraag op den voorgrond getreden:
Is de al of niet-aannemingvau genoemd
Wetsontwerp een onverschillige zaak
voor onze Rederlandsche Hervormde
Kerk? of zijn hare belangen er bij be
trokken, en is van eene mogelijke aan
neming die in den gegeven stand
van zaken zich laat wachten - nadeel
te wachten voor haar leven en bloei?
Wellicht zijt Gij met ons de overtui
ging toegedaan, dat onze Volkskerk door
een groot gevaar wordt bedreigd.
Zeker zou het wenschelijk geweest
zijn, indien reeds vroeger onzerzijds was
overlegd, en, zoo noodig, gewaarschuwd
maar eerst door den inhoud, het verloop
en den toon der beraadslagingen in de
Tweede Kamer gehouden, ging het oog
van niet Politici geheel voor bedoeld
gevaar open. En daarom is het, dat wij
nog, zij 't ook ter elfder ure, besloten
eene vergadering van Predikanten der
Red. Herv. Kerk te beleggen Dinsdag
22 Maart a. s. in het Gebouw voor Kun
sten en Wetenschappen te Utrecht, des
voormiddags te 11 uur.
Op die vergadering kunnen, in ver
band met en als uitvloeisel van de hier
boven reeds genoemde alles belieerschen-
de hoofdvraag, verschillende andere aan
de orde komen, vragen b.v. als deze
a. of wel mag gesproken worden van
gelijke rechten voor Openbaar en Bij
zonder Hooger-Onderwijs, zoolang het
herstel van de Theologische faculteit
aan de Openbare Universiteiten nog niet
feitelijk is tot stand gebracht;
b. of, binnen niet il te verre toekomst,
mag gerekend worden op vervulling der
belofte, hieromtrent door den Minister
van Binnenlandsche Zaken afgelegd, in
verband met de éénstemmigheid der wen
schen van de „gegadigde theologen",
en met de houding, die tegenover een
eventueele poging in dien geest te ver
wachten is van b.v. Liberale en Roomsche
Kamerleden
c. of onzerzijds lydelijk mag afge
wacht worden, dat misscliien alle leden
der rechterzijde in de Tweede Kamer
zullen stemmen vóór dit Wetsontwerp,
daardoor medehelpend aan wat door
velen beschouwd wordt als bevoorrech
ting der Bijzondere Universiteiten, ten
nadeele der Openbare en der opleiding
ook van a.s. Predikanten onzer Kerk;
d. of, met eenigen grond, iets te be
rekenen valt omtrent de gevolgen eener
eventueele verwerping van dit Wetsont
werp door Tweede of Eerste Kamer?
Wij formuleerden bovenstaande vragen
die wellicht ter vergadering met vele
zullen vermeerderd worden, zoo uitvoe
rig, in de hoop U des te meerhetgroo-
te belang dier bijeenkomst te doen ge
voelen.
Zeg niet: het is reeds te laat voor
eenige doeltreffende actie! Aan de des
betreffende leden der Tweede Kamer,
en in ieder geval aan die der Eerste,
kan nog tijdig het resultaat onzer be
raadslagingen worden meegedeeld.
Laat ditmaal het besef ons vereeni
gen van verantwoordelijkheid tegenover
onze Volkskerk, die ook gij liefhebten
beloofdet te dienen!
De tijd, om aan een grooter aan
tal te verzoeken, deze oproeping ter ver
gadering mede te onderteekenen, heeft
ons ontbroken.
Wel hebben wij grond te verwachten,
dat velen, van verschillende nuanceering,
zullen opgaan naar die Vergadering,
waarvoor ook Gij zeker uw pastoralen
of anderen arbeid een dag zult laten
rusten of verstellen, in de overtuiging,
dat groote, heilige belangen van land,
volk en kerk er bij betrokken zijn.
Wij hopen Li dus a.s. Dinsdag te 11
uur ter vergadering te zien.
Mot broederlijken groet en heilbede,
Dr. G. J. VOS Azn., Amsterdam.
A. H. ROOSE. Rotterdam.
F. J. P. MOQUETTE,
J. VAR DER VEER,
G. VAR DER G1ESEN,
Dr. J. LAMMERTS VAR BUE-
REN, Rotterdam.
W. LAMERS, Rotterdam.
M. VAR DE POLL, Iiendrik-Ido-
Ambaeht.
B. H. VAR LEEUWER, Rijsoord.
Gemengde Berichten.
Deventer. De Gemeenteraad heeft
het voorstel van H. Sluyter A.E.z., om
aan H. M. de Koninging te verzoeken,
dat de d. d. Schutterij aldaar worde
gelijk gesteld met eene rustende Schut
terij overeenkomstig het advies van Burg.
en Weth. aangenomen.
Reeds meerdere Gemeenteraden na
men eenzelfde besluit.
De Centrale Vrijzinnige Kiesvereeni-
ging in het district Loosduinen met
zeven honderd leden, heeft zich aange
sloten bij de Liberale Unie.
Een tobber geholpen. Op de ge
meente-secretarie te Harderwijk is een
schrijver aangesteld, die zijn werk moet
verrichten met den duim en de onder
ste leden van de vingers der linkerhand,
aan de rechterhand ontbreken alle vin
gers. 't Is de jonge schipper A. Foppen,
die in 1902 met bevroren handen en
voeten aan wal gebracht werd. Hij loopt
thans op kunstbeenen en schrijft met
het overgebleven deel van zijn linker
hand een schrift dat geen schoonschrij
ver hem verbeteren zal.
Het is nog gelukkig voor den arme
tobber, dat hij op deze wijze althans
nog in zijn levensonderhoud kan voor
zien
Brand in het raadhuis te Delft.
In het fraaie stadhuis te Delft is giste
rennacht brand ontstaan, die gelukkiger
wijze ontdekt werd door den concierge
van der Horst, waardoor de brandweer
tijdig werd gewaarschuwd en het vuur kon
worden bedwongen.
De schade is belangrijk maar wordt
door assurantie gedekt. De gemeente
is bij de Parijsche Union verzekerd. De
kamer van den secretaris is totaal uitge
brand. De woning van den concierge