No. 38. Woensdag 11 Mei 1904. ie Jaargang Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER". „ONS HUIS" Buitenland. FEUILLETON. ACHTER DE SCHERMEN. DE EEMLANDER. Verschijnt Woensdags en Zaterdags. Bureau Hendrik van Viandenstraat 28. Abonnementsprijs Per jaarf 3.00 Franco per post- 3.50 Per 3 maanden- 0.75 Franco per post- 0.90 Prijs der advertentlën Van 1 tot 5 regels0.40 voor iederen regel meer0.08 (By abonnement aanmerkelijke koi-ting.) TE A9IERSFOOBT. In Engelsche romans lezen we vaak van quasi-vrome dames, die druk doen aan armen-bezoek, gewapend met trac- taatjes en preeken, doch die er niet aan denken de stoffelijke ellende die ze in de hutten aantreffen te verbetereu. 'tZijn een soort philantropen, die meer kwaad dan goed doen. Ze zaaien op een rots grond en zijn dan nog vaak verwonderd geen heerlijke vruchten te zien. Zijn er ook hier te lande zulke philan tropen? We weten 't niet. Wel komt 't ons voor, dat men ook van de zijde van die partijen, die altijd „de geestelijke goederen" op den voor grond schuiven meer begint in te zien dat er verband bestaat tusschen de geeste lijke en stoffelijke ellende, en dat men niet aan de eene een einde kan maken, zonder de andere op te heffen. De zedeineester, die de wisselwerking tusschen den geestelijken en materieelen toestand van den individu wilde ontken nen, en meenen zou alleen door schoone woorden de klasse dier ongclukkigen, die altijd van de hand in de tand leven en lioè dan nog te verbeteren, zou spoedig inzien, dat hij zaaide op een rotsgrond. 't Zou zijn alsof men een bodemloos vat wilde vullen, 't zou zijn of men oen gebouw -veilde (stichten zonder eerst de fundamenten te leggen. Niet ieder heeft 't zedelijk recht tot anderen te gaan en hen te zeggen, verbeter u. Slechts hij mag dit doen, die gedreven wordt door heilige liefde voor deq arbeid die hij op zich genomen heeft, dip geleid wordt door innig mededoogen met de klasse der misdeelden. En de Ervaring bewijst 't dagelijks: Slechts liefde kweekt vertrouwen. Er zijn er in ons land, misschien ook in onze stad, die philantropie beoefenen alt een soort sport, óf omdat het mode is, óf om wat om handen te hebben. Wanneer zich voor hen een meer aan trekkelijk veld van bezigheden opent, zullen ze hun vorige liefde in den steek laten en er niet met leedwezen aan terug denken. Beter ware het, dat ze er nooit aan begonnen waren. Laat ze hun geld De beste philantropie is, het schep pen van nieuwe bronnen van bestaan. naar GUSTAV SCHWARZKOPF. 3.) Hen was overeengekomen, de verlo ving eerst over eenige maanden publiek te maken. De galant had eene kleine promotie in het vooruitzicht die hem ook een aardigen, goedklinkendcn titel bezorgen zou; nu is een titel bij de commimicaties van een engagement geen kleinigheid. Hen mocht aan Adèle's ouders, die zooveel toegaven, deze kleine ijdelheid wel toegeven; en gelijk men zien zal, had Adèle geen reden om be rouw te gevoelen over hare zelfverloo chening. Zes weken na de geheime verloving woonde Adèle een groot feest bij, dat door den chef van haren vader ter ge legenheid van een jubilé gegeven werd. Onder de vele personen, die haar bij dat feest voorgesteld werden, bevond geven en het daarbij laten en er zich in verheugen, dat men ze den dienst wil bewijzen, hen een zekere mate van ge rechtvaardigde zelftevredenheid te ver schaffen, door hunne gaven te accepteeren. Trouwens de praktijk legt de philantropie in den regel in handen van hen, die het waard zijn. De sport- en mode philantropen zijn niet degenen, die stand vastig blijven, maar voor en na geven ze het op. En gelukkig ook. Philantropie 't moge een „lap middel" zijn, voorshahds is 't een der elementen in onze maatschappij, die niet geelimineerd mogen worden. Wij vrijzinnigen, wij stellen ons even als de sociaal-demokraten een ideaalstaat voor oogen, niet een waarin alle productie middelen in handen van denStaat zijn, maar toch zien we er in het verre verschiet één opdoemen waarin het onmogelijk wordt, dat er zooveel armoede en eÜende wordt geleden als dit thans in vele huishou dens 't geval is. Een nooddruft, die zoo 'groot is, dat ze verlammend werkt op de opvoeding der kinderen, die daar door een geslacht doet voortbestaan, dat geestelijk op een zoo laag peil staat, dat men wel door diep mededoogen iuoet worden bewogen, om niet het gelaat af te wenden en zijns ^'eegs te gaan bij het aanschouwen elvan. Doch lmewel wij er innig van overtuigd zijn, dat het mogejijk is door tal van sociale wetten in dien toestand verbetering te brengen, we verwachten die verbeteringen slechts langzamerhand. En zoolang ze er niet zijn, zal liefdadigheid moeten inspringen, waar do staat achterbleef. Hij, die' alle philantropie uit den booze zou aqliten, zou niet zijn als de Barmhartige Samaritaan, maar zou wel gelijken op het parlements lid, dat den arme die van honger dreigde te bezwijken troostte met de mededeeling, dat hij het initiatief zou nemen tot een ■wetsvoorstel, waarbij allen armen het recht gegeven werd in geval van nood een pond brood te eischen van het bur gerlijk bestuur. Maar niet alle philantropie is ons wel kom. Alleen philantropie waarbij niet alleen „het warme hart," doch eene waarbij ook „het koele hoofd" een stem in het kapittel heeft. En daartoe be hoort zeker gerekend te worden een vorm van liefdadigheid, bekend onder den naam van Toynbeewerk. In verband met het voorgaande willen we dan ook even stil staan bij een instelling zich ook dc heer Yon Aichsberg, grond eigenaar, een mail in de zoogenaamd „beste jaren", dat wil zeggen in het begin van de vijftig, die haar naar tafel leidde en den ganschen avond niet van hare zijde week. Hij vroeg verlof, de familie te mogen bezoeken, en maakte van het verkregen verlof reeds den vol genden dag gebruik. Na nog twee be zoeken vroeg mijnheer Yon Aichsberg, die zeker wist, dat hij geen tijd te ver liezen had, den heer Ilelbig om een onderhoud, en deed daarin kort en bon dig aanzoek om Adèle's hand. Op zijn positie rekenend en het versmadend, op zijn leeftijd den minnaar te spelen, richtte hij eerst zijn verzoek tot de ouders, en liet het aan dezen over, het meisje te polsen. Mijnheer Helbig was eenige seconden geheel overbluft en maakte zich toen gereed om den aanzoeker te vertellen welk een ernstige en onover komelijke hinderpaal zich tegen zijn geluk verzette. Op dit oogenbhk echter kwam zijn vrouw binnen. De verstan dige moeder had geraden waarover het gesprek zou loopen, en, de geschiktheid van haren man wantrouwend, had zij terstond besloten, de leiding der zaak op zich te nemen. Toen zij binnenkwam werd haar het aanzoek nogmaals voor gedragen, zij legde met een blik haren man het zwijgen op en belastte zich met het antwoord. Zij zeide geen woord van den hinderpaal; zij wees het aanzoek te Amersfoort, die naar wc meenen aller sympathie ten volle verdient, die echter nog zoo weinig bekend blijkt te zijn, getuige de betrekkelijk geringe deelne ming, die ze hier ondervindt, dat we overtuigd zijn onzen lezers een dienst te bewijzen, door ze 't een en ander cl over mee te deelen. We bedoelen „Ons Huis, de stichting der Amersfoortsche Toynbee-vereeniging aan de Korte gracht. In een plaats als de stad onzer in woning, waar zooveel kan en moet ge arbeid worden in de richting als door „Ons Huis" wordt gevolgd, is het in niet geringe mate te betreuren dat daar zoo weinig mannen en vrouwen toouen iets daarvoor te voelen; ook hier zal het dunkt ons wel zij „Onbekend maakt onbemind". Wij althans gelooven, dat ieder, die eens nauwkeurig nagaat, wat „Ons Huis" is en doet en welke pogin gen de vereeniging in werking stelt ter bereiking van het voorgestelde doel niet anders kan verklaren dan dat een dergelijke instelling ieders sympathie ver dient. Wij hebben eens nagegaan en geinformeerd wat door de Toynbee ver eeniging in Jhet afgeloopen jaar is ge daan. De verschillende, dit jaar door de ver eeniging georganiseerde cursussen mogen uitstekend geslaagd genoemd worden. Zoowel de leiders als dé deelnemers be tuigden meermalen hunne tevredenheid en in de meeste gevallen werden zeer goede resultaten verkregen. Evenals vorige jaren werd onderwijs gegeven in: verstellen, strijken, teekenen en Fransch, terwijl het in den loop van het cursus jaar bovendien nog gelukte een clubje te vormen, dat vol ijver aan de studie der Duitsc-he taal is begonnen. Dat de Fransche lessen goed in den smaak vie len, bewijst wel de voortdurende ver meerdering van het getal der deelne mers, zoodat splitsing in een aanvangs- en een vervolgcursus noodzakelijk was Het feit, dat er wel eens leerlingen den cursus verlieten, zal een verstandig mcnscli geen argument vinden tegen den cursus, vooral niet waar er tegenover gesteld kan worden, dat er deelnemers zijn, die zich voor de vierde maal voor een cursus lieten inschrijven. Dat op zijn tijd liet nuttige door het aangename afgewisseld kan worden, daar voor zorgt een speciale commissie voor vermakelijkheden. En denken we dan nog even terug aan den feestavond inder- niet af, integendeel zij toonde zich zeer verheugd en vereerd, en wanneer zij te beslissen had! maar zij, de ouders, hadden het zich nu eenmaal tot begin sel gemaakt, hunne dochter niet te in- fluenceeren, haar alleen raad te geven, hoe deze raad luiden zou, behoefde zij niet eerst te zeggen, men moest het aan haar, ais moeder, overlaten, met haar dochter te spreken. Zij aarzelde niet, dit te doen. Nau welijks had de aanzoeker, reeds tame lijk zeker van zijn zaak, zich verwijderd, of Adèle werd ingelicht. Door het bijzijn van haren man een weinig gegeneerd, droeg mevrouw Helbig het geval bijna objectief voor. Adèle werd zeer bleek, wilde het een of ander antwoorden, dat naar hare houding en do uitdrukking van haar gelaat te oordeelen zeker een krachtig protest zou geweest zijn, maar zij bedwong zich, en verzocht oeui- gen bedenktijd. Volle vierentwintig uren streed zij met zich zelve. Zij had zich een weinig vastgeward in het spel dat zij gespeeld had; onmerkbaar had zij de heerschappij over zich zelve verloren; tegen haren bedoeling, tegen haren wil was zij er toe gekomen iets te gevoelen voor den man, dien zij toch alleen had willen trouwen. In de uren die zij alleen met haren aanstaande had doorgebracht, tijd aan de leden van „Ons Huis" in Amicitia aangeboden, die zoo ontzet tend veel succes had, dan is het zeker met te veel gezegd, wanneer we bewe ren dat deze commissie haar taak niet alleen zeer consciëntieus opvat, maar tevens weet te zorgen voor hoogst aan gename en nuttige uitspanning. Ook voor het kleine volkje wordt een en ander gedaan. We nanien o.a. een kijkje in de Kinderbiblotheek en toen we hadden nagegaan welke lectuur daarin al zoo aanwezig is verwonderde het ons heusch niet, dat er steeds meer en meer een ruimer gebruik van wordt gemaakt. Was er voorheen slechts eens per week gelegenheid boeken te ruilen, thans heeft men daarvoor tweemaal de gelegeuheid gegeven, hetgeen niet wei nig heeft medegewerkt tot een grootere uitbreiding van den kring der lezers. Dezen winter was des avonds de zaal weer geregeld geopend voor bezoekers, die zich kunnen ontspannen hetzij met de verschillende daar aanwezige spelen hetzij door onderling te kouten, wat zeer veel gebeurd, over verschillende onderwerpen. En ook voor hen die zich op de hoogte willen houden van het geen er zoo al gebeurd in Binnen- en Buitenland zijn tal van couranten en tijdschriften op de leestafel aanwezig. In al hetgeen de Toynbee-vereeniging doet wordt sterk de eisch: neutraliteit gesteld. Niet wat de menschen scheidt, maar wat hen vereenigt en tot elkaar brengt wordt in Ons Huis beoefend en toegelaten. Wie bezield is met haat en wrok tegen onze liedendaagsche maat schappij moge bedenken, dat hij, in „Ons Huis" komende, tijdelijk zijn ge voelens van strijd en bitterheid het zwij gen moet opleggen, omdat haat en ver bittering, als scheidende, ontbindende elementen, de grondslagen waarop „Ons Huis" is gebouwd zullen ondermijnen. We weten zeer goed, dat de Amers foortsche Toynbeevereeniging nog lang niet doet, wat het Bestuur wel gaarne zou willen doen. Maar zoolang zoowel de moreele als financieele last blijft rusten op de schouders van enkelen, zoolang kan van een ruime uitbreiding van het ar beidsveld geen sprake zijn. En wij her halen het: in de richting van „Ons Huis" kan en moet veel gedaan worden in Amersfoort, met zijn ontzettend paupe risme. Laat ieder, die iets voelt voor niet al te veel waren het er geweest, omdat men door al te veelvuldige be zoeken van den jongen man vreesde de aandacht van medebewoners en beken den op te wekken,die gevuld werden met eindelooze variation op het ééne thema, zijn liefde, haar ontstaan en haar toenemen, haar hoop en twijfelingen in deze uren had zij zich nader tot haren verloofde aangetrokken gevoeld, was zij bijna van hem gaan houden. Maar men kan dat ook weer afloeren en moet het afleeren, wanneer het verstand dat ge biedend eischt. Zou het niet dwaas en onverantwoordelijk zijn, aan zulk een opwellend gevoel eene geheele toekomst op te offeren? Koopt men voor zulk een genegenheid rijtuig en een buiten, mooie meubels en mooie toiletten? Kan men de kusjes en vriendelijke woordjes van een ambtenaar kapitaliseeren tot een oed verzekerend weduwenvruchtgc- bruik? Nadat Adèle grondig onderzocht had, of het haar leed zou doen, dat het hem leed deed vaarwel gezegd te wor den, en zij bevonden had dat zij zich over dat verdriet zonder veel moeite zou keenzetten, was haar besluit spoedig ge nomen. Zij deelde don volgenden dag aan hare ouders mede, dat zij, na rijp overleg, genegen was om het aanzoek van den heer von Aichsberg aan te ne men. De moeder omhelsde hare ver- tandige dochter, de vader zweeg en keek naar den grond. Was het omdat hetgeen, waarover wij schreven begin nen met een bezoek te brengen aan „Ons Huis". Ilij zal eindigen met zijn krachten beschikbaar te stellen om mee te werken aan den nuttigen arbeid, die „Ons Huis" hier verricht. Een gemeente-ambtenaar van Weeucn hield d.d. op een tentoonstelling van gegiste waren, waarbij ook een afdeeling met vervalschte wijnen behoorde, het volgende gesprek met een Israëliet. Wijzende op de tent met vervalschingen, zei hij: „Dat zij allemaal vervalschingen van Joden; alle Joden zijn vervalschers, men moest ze de oogen uitsteken". De koopman Lübl antwoordde door hem een paar voorbeelden van vervalsching door Christenen op te sommen. Maar de ambte naar antwoordde: „Dat hebben de Chris tenen van de Joden geleerd. Alle Joden zijn vervalschers. Jij ook". In den gemeenteraad werd over het incident geïnterpelleerd. Burgemeester Lueger vond echter in de feiten geen aanleiding tot maatregelen tegen den Jodcnhatenden ambtenaar. Gelukkig dacht de justitie er anders over. Ze veroordeelde den ambtenaar tot 8 dagen hechtenis, het aan het O. M. overlatende te beslissen of hij ook nog niet strafbaar was wegens ophitsing tot strafbare feiten. Alleswetende menschen in Spanje hebben den jongen koning allerlei huwe lijksplannen toegedicht. Daaraan is nu voor goed een eind gemaakt. Toen de koning te Granada den oude» klok kentoren besteeg, die aan het Ala- hambra verbonden is, maakte bij zijn gevolg attent op de oude sage, die zegt dat wie de klok van boven doet luiden, binnen een jaar zal trouwen. De koning- bekeek daarop de klok aandachtig maar luidde niet. Van trouwen komt niets in het eerste jaar. Dat weten we dus Volgens een officieele medodeeling van het Fransche Ministerie van Binncn- landsche Zaken is bij de eerste stemming voor de gemeenteraden van 2706 hoofd steden van kantons de uitslag als volgt: In 1542 steden bestaat de meerderheid uit ministerieele republikeinen, in 986 uit auti-niiuisterieelen. In de overige 178 is de uitslag nog onzeker. hij zelf zich schaamde, of omdat hij vreesde dat zijne dochter zich schamen zou, als hij haar aanzag? Nu was het noodig, te bepalen, op welke wijze men den voorloofde zijn afscheid zou geven. De vader was er voor, den jongman openhartig de toe dracht der zaak uiteentezetten, een be roep te doen op zijne edeh ïoedigheid, en hem zoo er toe te brengen, zich vrij willig terug te trekken. Hij bood aan, deze pijnlijke taak op zich te nemen, en waagdehet, de meening uit te spre ken, dat enkel openhartigheid haar eigenaardig gedrag eenigzins kon ver schuldigen. De beide dames protesteer den krachtig, zij vonden deze eerlijk heid kwetsend, ruw, zonder tact of ge voel, en comprömittcerend voor de familie. Adèle nam zelf de taak op zich, de ontbinding der, zooals zij het nu reeds noemde, zeer overijld aangegane verlo ving, te bewerkstelligen; zij vorderde daartoe acht dagen tijd. Den aanstaande uo. 2 er toe te krijgen, nog eene week met het openbaar maken van het enga gement te wachten, was niet moeilijk; de kennismaking was nog zoo kort, dat dit reeds voldoende reden was. (Slot volgt.)

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1904 | | pagina 1