No. 45.
Zaterdag 4 Juni 1904.
ie Jaargang
verschijnt: i Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken.
Buitenland.
Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER".
Ambtenaressen.1}
■FEUILLETON.'
TWEE VRIENDEN.
DE EEMLANDER.
Woensdags en Zaterdags.
Bureau
Hendrik van Viandenstraat 28.
Abonnementsprijs
Per jaarf 3.00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
I'rijs der advertentiëu
Van 1 tot 5 regels0.40
voor iederen regel meer0.08
Bij abonnement aanmerkelijke korting.)
Vóór enkele weken is een Koninklijk
Besluit verschenen, dat post- en tele-
graaf-ambtenamscn met ontslag bedreigt,
zoo zij zich in het het huwelijk begeven.
He overwegingen, welke tot dit Konin
klijk Besluit geleid hebben, worden niet
meegedeeld, en van een aanvulling van
dit decretum horribile voor de dames,
waarbij evenzoo de ambtenaren der pos
terijen en telegrafie met ontslag worden
bedreigd, zoo dezen in het huwelijks
bootje mochten willen stappen, werd tot
dusver niets vernomen. De liefde schijnt
dus alleen voor de ambtenaressen ver
boden tenzij het de „vrije liefde
mocht wezen.
Hoe dit Besluit in de wereld is ge
komen, vonden wij ook niet vermeld.
Waarschijnlijk is deze wijsheid in het
hoofd van den heer Pop, den waarne-
menden directeur-generaal, 'gerezen, en
heeft hij iijn chef De Marez Oyens, of
den chef der cheffen, minister Kuyper,
er toe weten over te halen H. M. Wil-
helmina in haar onschuld te bewegen,
voor al die vrouwen het gehuwd zijn te
verklaren als in strijd met ambtenaressen-
uitstekendheid en plichtsbetrachting.
Wij kunnen ons voorstellen, dat de
een of andere gehuwde ambtenares eens
minder getrouw zich aan den dienst ge
wijd heeft, tengevolge van echtelijke
beslommeringen, evenals dit ook wel eens
zal voorkomen bij don ambtenaar met
zorgen voor een talrijk huisgezin belast;
maar over 't algemeen, zouden wij denken,
zijn de huisvaders en de huismoeders, ook
als ambtenaars en ambtenaressen, veel
nauwgezetter nog dan de jonge, onge
trouwde collega's. En nu zou het alles
zins verklaarbaar zijn, dat de heer Pop,
vreezende dat de dames hem van over-
gemoedelijkheid zouden kunnen verden
ken, haar per circulaire had doen weten,
dat hij, evenmin voor de ambtenaressen
als voor de ambtenaars, het gehuwd zijn
een verzachtende omstandigheid, bij
plichtverzuim, zou rekenen: maar een
koninklijk besluit uit te vaardigen, waarbij
implicite van alle liefdes-verbintenissen,
alleen die der vrije liefde als ongevaarlijk
voor het ambtenaressenschap wordt
erkend dit gaat ons begrip een weinig
te boven.
1.) Dit artikel, van de hand des heeren
De Koo, ontleenon wij aan het (Groene)
Weekblad „De Amsterdammer".
fv
Te bevelen is moeilijk-, men moet
er een vasten wil en een warm hart
voor bezitten-, tegelijkertijd meester
zijn en vriend.
Uit liet Noordsch van
ALEXANDER L. KIELLAND.
5. (Slot.)
„Vergeef mij, mijne heeren, ik ben
heden niet gestemd om te biljarten, zcide
hij. Sta mij toe, dat ik niet verder speel.
Kelner, een glas selterswater met een
lepel, ik moet mijn dosis Vichy-zout in
nemen."
„Gij moest niet zooveel Yichy-zout
gebruiken, maar liever een verstandig
dieet volgen," zeidc de dokter, die niet
ver van hem zat te schaken.
Alphonsc lachte en nam aan de leestafel
plaats. Hij nam het „journal amusant"
en begon over de plaatjes vroolijke op
merkingen te makenspoedig had hij een
kring om zich en was onuitputtelijk in
pikante verhalen en puntige gezegden.
Terwijl hij zijn tong dus den vrijen
loop liet en anderen aan het lachen
In verband met het bovenstaande vei"
melden wij thans het volgend adres,
gericht aan den gemeenteraad van
Zwolle.
,De „Vereeniging ter behartiging van dèn
belangen der Vrouw" te Rotterdam, opge
richt 16 Januari 1895, als rechtspersoon erkend
3 Februari 1896, neemt de vrijheid zieh tot
uw geacht College te wenden met het ver
zoek de voorgestelde motie, waarbij bedoeld
wordt de onderwijzeres-moeder voortaan uit
de school te weren, niet te steunen.
Adressante toch is van meoning dat, waar
uit ondervinding gebleken is dat de gehuwde
onderwijzeres-moeder voor de taak van op
voedster bij het onderwijs dikwerf beter be
rekend is, dan de ongehuwde onderwijzer of
onderwijzeres, het van het hoogste gewicht
is deze opvoedende kracht voor het onder
wijs niet verloren te laten gaan; en voorts
dat het niet billijk is de onderwijzeres een
middel van bestaan te ontnemen, wanneer
zij tijdelijk niet zelf haar werk aan de school
kan waarnemen, terwijl haar collega die
tijdelijk afwezig is, bv. om in een examen
commissie zitting te nemen, hierin geen
bezwaar ondervindt. Daarenboven, terwijl
de onderwijzeres in dit geval zelf een plaats
vervangster aanbiedt, is daarvan geen sprake
bij het deel uitmaken van een examen-com
missie, welk laatste bovendien nog finantieël
voordeel oplevert aan de(n) benoemde.
Het streven naar rechtvaardigheid van den
Gemeenteraad van Zwolle kennende, koestert
zij de hoop, dat voorgestelde motie zal worden
verworpen".
Mag de post- of telegrafie-ambtcnares
niet in het huwelijk treden, de onder
wijzeres mag geen kind ter wereld bren
gen, of daar volgt indien het er niet
reeds aan voorafgegaan is ontslag.
Het trouwen is haar dus wel veroor
loofd naar 't oordeel van deze Zwolsche
heeren alleen het moederschap maakt
haar voor de school ongeschikt. Voor
die onderwijzeressen mag de liefde op
het huwelijk uitloopen, maar verder
niet
Nu leven wij in een tijd, dat een
Christelijke Regecring zich tot taak zegt
te stellen, de maatschappij te zuiveren
van velerlei zondig bedenken. Wij krij
gen, 't is herhaaldelijk beloofd, ook een
wet tot bestrijding van de nieuw-Malthu-
8iaansche propaganda. En terwijl de
Christelijke partijen in den lande zich
daarop beroemen en zich daarin verblij
den, stelt de Regeering de post- en tele
maakte, schonk hij zich een glas selters
water in en nam een klein doosje uit
den zak, waarop duidelijk "\ichy-zout
geschreven stond.
Hij deed 't poeder in het glas en
roerde 't met den lepel om. Er lag wat
sigarenasch op den tafel, hij sloeg ze
er inet zijn zakdoek af en strekte toen
de hand naar het glas uit.
Op hetzelfde oogenblik voelde hij een
druk op zijn arm. Charles was opge
staan en haastig naar de tafel toege
treden, hij boog zich over Alphonse
heen.
Deze wendde het hoofd uaar hem
toe, zoodat Charles slechts zijn gelaat
kon zien. In den beginne zagen zijne
oogen den ouden vriend onzeker aan;
maar toen werd zijn blik strak en zeide
hij half luid: „Charlie?"
Het was lang geleden, sinds Charles
den ouden lievelingsnaam gehoord had.
Hij staarde in dat welbekende gelaat
en bemerkte nu eerst, hoezeer het ver
anderd was. Het was hem, als las hij
er een treurige geschiedenis uit zijn
eigen leven in.
Ecnige seconden zagen zij elkander
aan, en over het gelaat van Alphonse
gleed een trek van smeekende hulpe
loosheid, dien Charles nog van uit him
schooltijd kende, als Alphonse op het
laatste oogenblik bij hem kwam om aan
zijn werk geholpen te worden.
„Zijt ge klaar met het Journalamu-
graaf-ambtenaressen voor het dilemma:
geen andere dan de vrije liefde, of de
laan uit; en zijn er gemeenteraads
leden, nogal in con provinciale hoofdstad,
die de onderwijzeressen toeroepentrouw
gerust, maar als gij er niet voor zorgt,
dat ge geen kinderen krijgt, mag de school
niet langer van u gediend zijn. Welk
een toestand!
Zeker, de vrije liefde en het Malthu
sianisme worden in hetRegeeringsbcsluit,
noch in de Zwolsche motie, genoemd.
Maar zulke kinderen zijn Pop, De Marez
Oyens en Kuyper, en met hen de Zwol
sche raadshceren, wel allerminst, dat zij
niet zouden weten wat er in de wereld om
gaat en vooral niet de hooge Regeeriug,
die dag aan dag zucht over de verschrik
kelijke verontzedelijking, waaraan de libe
ralistische, democratische en socialistische
menschen ten prooi zijn! Hoe zullen deze
wetgevers, rijks- en gemeente-autoriteiten,
het dan kunnen verantwoorden, dat zij al
die zwakken onder de ambtenaressen in
de verleiding brengen van tq zondigen
met een behoud van het dagelijksch brood
tot belooning? Zoo toch moet het heeten
in de praktijk.
Nu nemen wij gaarne aan, dat de liee
ren Pop e. a. voor zich de overtuiging
hebben verkregen, dat hetgeen zij willen,
in het nadeel van den „dienst" en van de
school is. Edoch, daarmede hebben zij
hun recht nog niet bewezen, een ver
ondersteld voordeeltje te behalen door
middelen, die tot loszinnigheid moeten
leiden. En hier raken wij de kern der
kwestie. Hoe is 't onder dit Kabinet
mogelijk, dat in een land van onze be
schaving, onder de heerschappij der hui
dige zedelijkheids-begrippen, men een
dienslvoordeeltje ten slotte een van
stoffelijken aard; durft najagen met
negcering van den eisch eener zedelijk
heid naar de Schrift
Wij gaan verder. Daar zal voor de
heereiï, die in deze richting zich bewegen,
niet maar een dienstvoordeeltje, doch
iets hoogers bedacht worden: daar zal
een principe bij betrokken zijn; b.v. de
vrouw blijve, ter wille van de opvoeding,
als moeder, meer gebonden aau den
huislijken haard; mag men dan, om
dit principe tot zijn recht te doen komen,
haar, die nog geen moeder zijn, met uit
zicht op zoo hooge belooning „verzoeken'1
echtevrouw noch moeder te worden?
M. a. w. een ieder, die hetzij om
sant?" vraagde Charles metjhalfverstikte
stem.
„Ja, als 't u blieft," antwoordde Al
phonse haastig. Hij gaf hem het blad
en greep zijn wijsvinger. Hij drukte
dien en fluisterde:
„Dank, dank." Toen ledigde hij het
glas.
Karei ging op den vreemden heer
toe, die in de nabijheid van de deur
zat: „Geef mij den wissel."
„Hebt gij mijne hulp niet meer noo-
dig?"
„Neen, dank u."
„Zooveel te beter", zeide de vreemde,
reikte Charles een opgevouwen blauw
papier, betaalde zijn gelag en ging
heen
Daar vloog madame Yirginie met een
gil overeind: „Alphonse! mijn God....
mijnheer Alphonse is ziek!"
Hij gleed van zijn stoel af, zijn schou
ders staken vooruit en zijn hoofd viel
op zijde. Hij bleef met den rug tegen
den stoel op den grond zitten.
Onder de omstanders ontstond eene
beweging; de dooter kwam nader en
knielde.
Toen hij Alphonse in het gelaat blikte,
ontstelde hij. Hij greep zijn hand om
de pols te voelen en rook tegelijkertijd
in het glas, dat op den rand der tafel
stond. Met eene kleine beweging stiet
hij het er af, zoodat het in stukken op
den grond viel._Daarop liet Ifij de hand
een „dienstvoordeel", hetzij om een prin
cipe, welk dan ookja, al as dat principe
een zuiver anti-feministisch de ge
huwde vrouw of de moeder niet in
staats- of in gemeentedienst wenscht toe
te laten, behoort ook dc ongehuwde voor
zulle een dienst te weigeren-, dan maakt
hij zich althans niet schuldig aan dwang
tot verslapping der zeden.
Maar dc vrouw uit staats- en gemeente
dienst te verwijderen dit gaat niet meer,
al zoude men het willen. Zij heeft zich
eenmaal die plaats veroverd, en hoe men
ook over het feminisme denken moge,
het recht om, gelijk de man, voor zich
en de haren, het brood te winnen, wie
die het haar ontzeggen durft? De meest
anti-feministische regecring staat voor
dit feit.
Welnu, van dit feit uitgaande, heeft
men iets anders te doen, j dan door zulke,
het zedelijk leven belagende maatregelen
het recht van do vrouw, gehuwd of on
gehuwd, moeder of echtgenoote, te be-
knibbeleu.
Aanvaardende den toestand, die uit
velerlei oorzaken, maar vooral onder
economischen drang geworden is, achte
men zich geroepen, voorzooverre noodig,
en dit zal slechts in zeer beperkte mate het
geval zijn, den „dienst" rekening te doen
houden met de eischen van huwelijk en
moederschap der ambtenaressen. Na zoo
veel als de vrouw geleden heeft in
eeuwen van rechtetoosheid, zal zulk een
kleine tegemoetkoming toch waarlijk geen
weelde of verkwisting van welwillendheid
zijn, die de man aan haar besteedt. In
plaats van, op den keper beschouwd, im-
moreele, uitzonderingswetten te helpen
tot stand brengen, wijzige men wetten
en verordeningen juist in tegenoverge
stelde richting, en wekke door huma
nitaire maatregelen jegens de ambte
naressen, de overtuiging, dat de ont
waakte lust van de vrouw, om het leven
ernstiger op te nemen en dc maatschappij
door verhoogde werkzaamheid ten nutte
te zijn, ten volle gewaardeerd wordt
door do Koningin en haar raadslieden;
een overtuiging van volksopvoedende
kracht.
Waar wij dit onderwerp bespreken,
meenen wij een opmerking niet achter
wege te mogen houden, betreffende de
wijze, waarop de Regeering van haar
macht gebruik maakt om nopens een
beginsel van zoo veel beteekenis te be
slissen. Eenvoudig bij Kajiinklijk Besluit
des gestorvenen los en bond een zak
doek om zijn gelaat. Nu eerst begrepen
de anderen, wat er gebeurd was.
„Dood? Is hij dood, docter?
Mijnheer Alphonse dood?"
„Eene hartklopping," zcide de docter.
De eene kwam met water aanloopen,
de ander met azijn; onder roepen en
lachen hoorde inen de ballen carambo
leeren.
„Stil, werd er gefluisterd, stil! stil!"
Eu het zwijgen verspreidde zich al ver
der en verder om het lijk, totdat het
heel stil was.
„Kom, neem hem op", zeide dc docter.
De doode werd opgenomen, men legde
hem op eene sopha in een hoek der
kamer, en de gasvlammen werden in de
nabijheid uitgedraaid. Madame Yirgine
stond nog altijd rechtop; zij was doods
bleek en hield de zachte kleine hand
vast op hare borst gedrukt. Men droeg
hem het buffet voorbij. De doktor had
hem onder den rug vast, zoodat het
vest open hing en iets van het fijne
hemd zichtbaar werd.
Hare oogen volgden de schoone buig
zame ledematen, die zij zoo wel kende,
en bleven naar den duisteren hoek sta
ren. De meeste gasten verwijderden zich.
Een paar jonge lieden kwamen zingend
van de straat binnen. Een kelner trad
hen tegemoet en fluisterde eenige woor
den. Zij zagen tersluiks naar den hoek,
knoopten de jassen dicht eu verdwenen
wordt aan een groot aantal ambtenaressen
het huwelijk verbodenook het kinderloos
huwelijk bij onberispelijke plichtsbetrach
ting sluit alzoo van dezen Staatsdienst
uit. En wanneer dit nu bij den, betrek
kelijker wijs, simpelen post- en telegraaf
dienst, naar het oordeel dezer Regeering,
't geval behoort te zijn, hoe spoedig zal
men dan niet gelijk verbod voor de
onderwijzeressen moeten verwachten,
wier moedorschnp haar bij eenige Zwol
sche Heeren eerst haar geschiktheid
doet verliezen? Gaat het aan zulke, het
maatschappelijk loven, de billijkheid en
de zedelijkheid rakende vraagstukken,
ter oplossing over te laten aan den oen
of ander hoofdambtenaar; zij 't ookeen
raadsman der Kroon, die toëVallig en
tijdelijk machthebbende is?
In de thans in behandeling zijnde
Drankwet, komen misschien wel een
dozijn bepalingen voor, die alle tezamen
niet van zooveel belang zijn voor het
maatschappelijk leven, als deze eene,
zoo maar gegeven in een Koninklijk
Besluit. Bij een dergelijke manier van
handelen, regeeren soms een paar hee
ren het land, en maken zonder eenige
controle hun wil, ook op hetdelicaatstc
terrein, tot wet. Ons dunkt, liet ware
van Kuyper niet te veel geweest, te
bedenken, dat in deze de mecning der
volksvertegenwoordiging voor 't minst
moest zijn gehoord. Noodig is hetzeker
dat de vrouw in tegenstelling nog
met den man aan zooveel willekeur in
Staatsdienst onderworpen waarbor
gen voor haar récht ontvange. Nu er
een administratief recht geschapen staat
te worden moge men ervoorzorgen
dat ook tegen dergelijk onrecht ton op
zichte van dc vrouw-nmbtcnaresso worde
gewaakt.
Het nieuwste op het gebied van
organisatie komt denkelijk uit Denver
waar door schooljongens eenzelf
moordclub is opgericht.
Bij een proces wegens verboden
hasardspel kreeg men te Berlijn 10
Russen als getuigen voor de Rechtbank,
uit wien het den tolk niet gelukte de
spelregels van liet gewraakte kaartspel
te halen. Ten einde raad gelastte de
Rechtbank het voor te doen, hetgeen
weer in den nevel.
Het werd leeg in het half donkere
café. Slechts eenige van Alphonse's
beste vrienden stonden in een groep
om zijn lijk en fluisterden. De docter
sprak met den waard, 3ie zooeven ge
komen was.
De kelners liepen heen en weer, ter
wijl zij een grooten cirkel om den don
keren hoek beschreven. Een van hen
knielde op den grond en veegde de
glasstukken bij elkander. Hij verrichtte
dat werk voorzichtig en toch maakte
hij nog te veel leven.
„Laat dat liggen tot naderhand," zeide
de waard zachtjes.
Tegen den schoorsteen geleund be
schouwde Charles zijn gei-torven vijand.
Langzaam verscheurde hij een toege
vouwen blauw papier, en dacht onder
wijl aan zijnen vriend Alphonse.
EINDE.
(S&fQ)