No. 48. Dinsdag 14 Juni 1904. ie Jaargang VOees U Zelf! Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken. -= Oplaag 6000 Exemplaren. s- Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER". Waar 't om gaat. Notaris Bolk. Waarom Omdat DE EEMLANDER. Veraeliijut tVtensdags en Zaterdag**. Bureau Hendrik van Viandenstraat 28. Abonnementsprijs* Per jaarf 3.00 Franco per post- 3.50 Per 3 maanden- 0.75 Franco per post- 0.90 Prijs der advertentie» Van 1 tot 5 regels0.40 voor iederen regel meer0.08 (Bij abonnement aanmerkelijke korting.) „Do toevallige (liberale) meerderheid in de Eerste Kamer is slechts bij de gratie der Regeering blijven bestaan''. In deze woorden van dr. Nolens ligt de beteekenis van de verkiezingen voor de Provinciale Staten. De liberale meederheid, welke slechts 2 stemmen telt, zou, indien de Regeering dit gewenscht had, omgezet kunnen worden in een sterk christelijke meer derheid. Zij bestaat nog alleen bij de genade van dr. Kuyper. Had deze de Eerste Kamer ontbonden, dan zou bij de tegenwoordige samen stelling van haar kiescollege, de Pro vinciale Staten, ecne Christelijke meer derheid de nu nog bestaande hebben vervangen. Het Ministerie oordeelde het evenwel niet noodig daartoe over te gaan, al werd er reeds in 1901 nr^e gedreigd. De houding der liberale meerderheid in de Eerste Kamer gaf geen voldoende aan leiding om tot dien straffen maatregel over te gaan. Men meende de perio dieke verkiezingen voor de Staten te kunnen afwachten, er op rekenend, dat deze zouden leiden tot versterking van de postitie der regeeringsparlij. Waren deze evenwel afgeloopen, dan brak het tijdstip om door ontbinding der Eerste Kamer ook dit laatste bol werk der vrijzinnigen te vermeesteren en deze voor een lange reeks van jaren met machteloosheid te slaan. Handig als hij is, had Minister Kuy per zeer goed ingezien dat een over haaste ontbinding, zonder gereede aan leiding, velen, ook onder zijne bondge- nooteu, zou ontstemmen. Bovendien koesterde hij de verwachting, dat ten gevolge van de werkzaamheid van het Kabinet, het cement der coalitie nog hechter zou worden en de eindelijke zege daardoor te wisser en te grooter. Daarentegen zou, naar hij reden had te verwachten, de verdeeldheid onder de vrijzinnigen, tengevolge van het op den voorgrond stellen van het urgentie- vraagstuk nog toenemen, zoodat samen werking niet te vreezen was. Daarom meende hij „genadig" te kunnen zijn. Hij beging evenwel de fout, te spoe dig de vruchten te willen plukken van de overwinning van 1901 voor zijne z.g. „Yrije Universiteit". Zijn eisch, aan deze onvoldragen instelling, deze „theo logische school" in den sleehtsten zin, de rechten toe to kennen van een wer kelijke, volledige universiteit, deed velen, ook onder zijne bondgenooten, opsohrik- ken. De tweede fout was de indiening der Tariefwet, waarvan de beteekenis door niemaud beter is in 't licht gesteld dan door den heer Talma, toen hij haar kenschetste als een verkapte indirecte belasting gelegd op de minvermogenden, die niet door de directe belastingen kunnen worden getroffen. Ecu derde niet geringe fout is de ge schiedenis van de Drankwet, waardoor het prestige der Regeering onlierstel- stelbaar is geschaad en 's Ministers on geschiktheid voor wetgevenden arbeid in het meest ^brutale licht wordt ge plaatst. Doch wat het meost er toe heeft bij gedragen de oogen te openen voor 't gevaar dat van zijne zijde dreigt, is wel de wijze waarop hij zijne tegenstanders in verdenking heeft gebracht, door ze aan te duiden als „paganisten", heide nen. Wij voor ons gunnen den heer Kuy per dat kinderachtig genoegenin de uren waarin geen thelogisehe of poli tieke hartstocht hem verblindt, staat hij die „paganisten" waarschijnlijk nader dan hijzelf zou durven bekennen. Maar schoon kinderachtig klinkend uit den mond van een ontwikkeld man, onschuldig is dit beroep op de hart stochten zijner blinde volgelingen niet Want de man, die op den 2den Pinks terdag, te Amsterdam deze woorden sprak naar aanleiding der aanstaande verkiezingen: „De worsteling gaat om het behoud van heel ons volk; om het ant woord op de vraag, welke geest heer- schen zal: de Geest van den Pinkster dag of de geest des verder/s", die man is Minister-President, thans in 't bezit van een macht grooter dan een zijner parlementaire voorgangers ooit bezat, en die menschelijkerwijze gesproken, almachtig zal zijn, als hij naast de sterke meerderhoid in de Tweede, te vens zal beschikken, over die in do Eerste Kamer. Wat is er van dezen man, die hetzij terwille van politieke overwegingen, hetzij uit geestelijken hoogmoed en onchristelijke zelfverheffing, niet aarzelt zijne tegenstanders te stempelen als „heidenen", beheerscht door „den geest des verderfs" niet te vreezen, als de uitslag der verkiezingen hem in 't bezit stelt van een nagenoeg onbeperkte macht En dat gevaar is te grooter, nu overtuigend bleek, dat de Minister, met verloochening van vroegere democra tische neigingen, uit liefde voor 't Gezag, samengaat met de meest reactionaire elementen, waarvan hij zich in de toekomst geheel afhankelijk moet ma ken, naarmate (zijne ongeschiktheid als wetgever en de ontrouw aan zijn de mocratisch verleden, meerdere van zijn eigen volgelingen van hem zal doen vervreemden. Uit dit overzicht der feiten blijkt welke partijbedoelingen bij Dr. Kuyper voorzitten en wat de reden is, waarom de partijstrijd geopend wordt bij deze provinciale verkiezingen. Zeker is liet dat die redenen mot de provinciale belangen, althans in ons district niets heb ben uit te staan. Waarom moeten we Notaris Bolk stemmen Bij de Liberale Kiesvereeniging be stond de verwachting, dat het ditmaal niet tot een stemming voor de Staten zou zijn gekomen. Waarom mocht die verwachting ge koesterd worden Omdat ieder die den heer Bolk kent, weet: dat hij een hoogst achtens waardig, en een zeer gematigd man is. Omdat de heer Bolk bij de vorige verkiezing de kandidaat was, zoowel van de liberalen als van de Cliris- tcljij k-Historisclic n uit het gehcele distriet. Omdat de heer Bolk, gedurende den tijd, dat hij lid van de Staten is geweest in geen enkel opzicht het vertrouwen van zijn kiezers heeft teleurgesteld niet alleen, doch bovenal omdat zijn adviezen altijd blijk hebben gegeven van een ruime blik op de provinciale belangen, en van groote onpartijdigheid. En toch heeft het zoo niet mo gen zijn, en hebben de verbonden kerkelijke partijen, de Kiesvereenigin- gen der Roomschen en der Anti-Revo lutionairen, er niet tegen opgezien 0111 op grond van bijzondere partij-be doelingen een anderen kandidaat te stellen tegenover het aftredende lid, tegen wien zij geen enkele grief kunnen aanvoeren Gelukkig echter mag men hopen en verwachten dat vele kiezers, leden der Ned. Herv. Kerk met hun stem Notaris Bolk getrouw zullen blijven, want ook de predikanten Yan Aalst en Ter Haar Romen ij hebben zijn kandi daatstelling onderteekend. Ook conige leden van den Kerkeraad hebben hetzelfde gedaan. Hierover zal niemand zich verwonde ren, die weet, dat de heer Bolk als Notabel en lid van het Kiescollege van de Ned. Herv. Kerk te Amer foort sedert jaren getoond heeft, dat de belangen van genoemd Kerkgenootschap hem nauw op 't hart zijn gebonden. Kiezers uit het district Amersfoort, waakt dus, dat Notaris Bolk niet valle als slachtoffer van den enghartigen partijstrijd, want mannen als Notaris Bolk kunnen in de Staten niet gemist worden Kiezers, brengt dus uw stem uit op I»e Vrijzinnigen hebben den partijstrijd niet gewild. Aftredenden bij deze verkiezing zijn de lieeren: C. Th. van Beek (R. C.) J. Bolk (lib.) P. Hartman (R.C.) en Mr. F. D. graaf Sell i m melp en n i nek (Chr. H.) De verbonden Kerkelijke partijen hebben den strijd geopend, door tegen- ovor den heer Bolk een anderen kandi daat te stellen. De \rijzinnigen hebben dit voorbeeld niet willen volgen. Zij hebben de verdiensten van de mannen der andere partijen willen er kennen door geon kandidaten tegenover hen te stellen. Wij verwachten van U, Kiezers uit het district Amersfoort, dat gij deze beide feiten tegenover elkander zult weten te stollen en naar waarde te schatten, en door uw stem zult beletten dat een uitnemend aftredend lid,als de Heer Bolk zijn zetel in do Staten zou verliezen. moet men zijn stem alleen op den heer Bolk of op de aftredende leden uitbren gen, en niet gelijkertijd op den heer Bolk en den nieuwen kandidaat, den Heer K. v. d. Burg. men, door dit laatste te doen, de kansen van den heer Bolk zeer zou vermin deren en natuurlijk die van den lieer K. v. d. Burg zou doen toenemen. Wij wijzen hierop niet nadruk, omdat het niet onmogelijk zou zijn, dat, vooral kiezers uit de stad Amersfoort, uit onna denkendheid hun stom wellicht zouden kunnen uitbrengen op stadgenooten. Men bedenke dus goed: Of den heer Bolk allleeil of de vier aftredende leden, maar in geen geval den heer van de Burg. Op ter StciubuH. Men is het er vrij wel over eens, dat dr. Kuyper zijne meerderheid van 1901 niet uitsluitend te danken heeft gehad aan geestverwanten en „mede standers", maar dat er ook vele kiezers geweest zijn, anders niet gewoon zich onder zijne vaan te scharen', i ie nu di rect of indirect dat wil zeggen door het uitbrengen van hunne stem of door onthouding tot de zógepraal der „Christelijke" partijen hebben medege werkt. Ieder weet, dat er onder de kiezers velen zijn, bij wie de politieke overtuiging weinig diep gaat, of liever die in het geheel geen politieke over tuiging hebben. Zij vormen oin,,een teekenend woord te gebruiken, oorspron kelijk van dr. Kuyper afkomstig de „kleurloozc middenstof". Men kent hen van den eersten tijd af dat het stelsel der rechtsteeksche verkiezingen in werking kwam. Er waren er onder hen die aldus steun in het kapittel kregen, niet weinigen, aan wie het kiesrecht niet besteed was, lieden die van de zaken van staat niets begrepen, of die voor geen politieke gedachte warm te krijgen waren, on verschilligen van nature, weifelaars die geen keuze wisten te doen, of angst- valligen die vreesden door partij te kiezen kwaad te kunnen stichten. Ook waren er en niet weinigen di meenden, dat ook zonder hunne mede werking de zaken wel naar wensch zou den loopen, en dat zij daarom zich de moeite om naar de stembus te loopen wel konden besparen. En die allen vindt men ook nog he den ten dage onder de kiezers. Bij elke stembus heeft men lien, die zich aan het verkiezingswerk bijzonder laten gelegen liggen, hooren klagen over onverschilligheid, over traagheid, over onaandoenlijkheid bij een deel der kiezers. AUcen in dagen van groote spanning, als door buitengewone om standigheden het politiek bewustzijn meer dau anders opgewekt en verle vendigd is, kost het iets meer moeite om die kiezers, die tot de kleurlooze middenstof bebooren anders gezegd die buiten de politieke partijen staan tot het vervullen van hun burger plicht te bewegen. Maar onder gewone omstandigheden zijn er niet zelden dommekrachten noodig om deze kies gerechtigden in beweging te brengen Al leven wij reeds meer dan eene halve eeuw onder een politiek stelsel, hetwelk van de burgerij belangstellende medewerking eisclit bij de regeling van 's lands zaken, deze ontbreekt onder de massa nog al te veel. Het denkbeeld der mannen van 1848, dat men door aan de ingezetenen kiesrecht te geven hen persoonlijk nauw verbindt aan het algemeen belang, is, wat tal van kiezers betreft, nog altijd eene illusie gebleven. Hoe groot het getal is van hen, die, waar het de vervulling van hunnen kiezersplicht geldt, zich niet hard uit sloven, blijkt wel het best uit eene vergelijking tusschen de cijfers bij eerste stemming en die bij herstemming. Bij de eerste stemming is doorgaans liet getal absenten zeer grootop gevaar af dat het reeds bij die eerste stemming tot eene beslissing komt, laat men het aankomen op de herstemming. Eer>t dan hetzij dat ze uit zichzelf tot beter inzicht en beter plichtbesef ge komen zijn, hetzij dat ze door anderen zijn opgejaagd verschijnen de ach terblijvers aan de stembus. Dat zijn treurige dingen. De uitkomst van den strijd bij de stembus hangt zoodoende veelal af van allerlei toeval ligheden, van indrukken van hetoogen- blik, van inzichten jen opvattingen, die vreemd zijn aan datgene waarover de strijd loopt, met de beginselen der par tijen niet te maken hebben. Niet zel den geven meeningeii over geheel bij komstige zaken den doorslag, en daar door kan ook de beslissing der stembus heel anders uitvallen dan de meerder heid van het gezamenlijk getal kiezers gewenscht en bedoeld heeft. De uitslag der verkiezingen van 1901 is voor alle partijen eene verrassing geweest, en er is reden om aan te ne men, dat hij voor velen, wier onver schilligheid, zorgeloosheid of hechten aan dingen van ondergeschikt belang aan dien uitslag schuld heeft gehad, eene teleurstelling was. Had men het wérk dadelijk over kuanen doen, wie weet, of de uitkomst niet heel anders was geweest 1 Maar de stembus al thans die voor de Kamer beslist nu eenmaal tenzij in zeer buitengewone gevallen, voor vijf lange jaren, en al dien tijd moet men de gevolgen van verzuim, verkeerd inzicht of tekortko ming aan plicht dragen. Zelfs al komt er, als gevolg ran de uitkomst dei- stembus, een ministerie-Kopper wat in 1901 zeer stellig velen, die voor anti-liberale candidaten stemden, niet be doeld en ook niet verwacht hebben vóórdat men andermaal tot de stembus geroepen wordt, niet weder van den hals schuiven. Als er onder de „kleurlooze midden stof" geweest zijn, die, toegevende aan kleine grieven of gedreven door angst, dat de liberale regeering,- die sociule wetten voordroeg, te diep in hunnen geldbuidel zou tasten, het nu eens met de „Christelijke" partijen wilden pro- becren, dan hebben zij thans genoeg gezien van liet huidige Kabinet en de bovendrijvende partijen, om overtuigd te zijn, dat hunne rekening niet uit komt, dat zij een gcduchten misslag hebben begaan. Het is waar, wat dc heer Crciner in zijn rede te Amsterdam aan de zoo- danigen toeriep: Gij vreesdet, dat dc liberalen u met roeden zouden geeselon, maar de kerkdijken zullen u gecsclen met schorpioenen! Van „de dure klompen en petten" spreekt minachtend de ministerieelc pers als zij gewaagt van den tegenstand, dien het tarief in het land vindt. Alsof do talrijke adressen van alle kanten en uit verschillenden kring alleen de klom pen en petten betroffen. Dure klompen en petten? Maar moet dan do belasting van 9 il 10 millioen, die men -de bevolking wil opleggen, al leen van de klompen en petten komen? Uit de adressen blijkt, dat de handel en tal van takken van nijverheid zich door deze tariefwet ernstig bedreigd zien, en de ministerieele pers beant woordt de bezwaren niet een minach tend spotten met dure klompen en petten! Neen, al is het op zichzelf waarlijk geen onbeduidende zaak, dat men zelfs dat armere deel der bevolking, dat klompen en petten draagt, niet ontzien zal, maar van zijn armoedje nieuwe offers vraagt voor den fiscus, de]bezwa ren reiken verder. De welvaart des land» in het algemeen dreigt zwaar be nadeeld te zullen worden door deze wetsvoordracht der „Christelijke" regce- ring. Zij, die onder de kiezers behooren tot de „kleurloozc middenstof" en die in 1901, door hunne stem of onthouding hebben medegewerkt 0111 dc tegenwoor dige regccring aan het bewind te (bren gen, mogen dat bedenken. Dc mannen, die in de „Christelijke" partijen, thans aan het bewind, den toon aangeven, hebben om dit alleen maar te zeggen eene opvatting van godsdienst en moraal, die hetgcheelc maatschappelijke en persoonlijke leven beheerscht. Zij zouden, als het aan hen stond, aan dat leven een plooi geven, die zich wel verdraagt mot de strenge Puriteinsche zeden, maar zeker niet inet dc eischen van het moderne leven. Nu zegge men niet: het zal zoo'n vaart niet loopen, want er zijn in de „Chris telijke" meerderheid ook nog andere elementen. Mén weet, hoe het gegaan is bij de hooger onderwijswet in de Tweede Kamer: toen heeft dr. Kuyper, ondanks alle verzet uit den boezem der meerderheid, zijn zin weten door te drijven. Heeft niet De Banier, juist naar aanleiding daarvan, gesproken van een coalitiekabinet, dat antirevolutionaire wetten geeft. Zeer juist, zeidc de heer Busch Iveiser in zijn rede te Leusden, sprekondo over de Hooger Onderwijswet: al had ik geen andeie bewijzen, die wet alleen geeftal een afdoend argument, om van onze regee ring te kunnen spreken als van een clcricale partijregeering. De wet dient nergens anders voor dan 0111 de vrije wetenschap tegen te werken en de Vrije Universiteit, de proganda kweekkast voor doleerende predikanten te bevoordeelen. Dc door de Kuypcrianen zoozeer gehate Hervormde Kerk moest een hak worden gezet. Terecht heeft Dr. Bronsveld dan ook gezegd: „Het indienen van deze wet is een door en door onoprechte daad. De leus van „vrijheid voor het hooger onderwijs" is onwaarrnchtig. De heer de Savornin Lobman heeft het na-

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1904 | | pagina 1