No. 53.
Zaterdag 2 Juli 1904.
ie Jaargang
verschijnti Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken
Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER'
Eene herinnering en nog wat.
FEUILLETON.
Een Stormachtige Nacht.
Voor Vrouwen.
DE EEMLANDER
Woensdags en'Zaterdags. I
Bureau
Hendrik van Viandenstraat '28.
Abonnementsprijs
Per jaar
Franco per post
Per 3 maanden
Franco per post
f 3.00
- 3.50
- 0.75
- 0.90
Prijs der advertentiën
Van 1 tot 5 regels0.40
voor iederen regel meer0.08
(Bij abonnement aanmerkelijke korting.)
Vele Amersfoorters zullen zich waar
schijnlijk nog wel herinneren, dat er in
het najaar van 1893 in Amicitia alhier
een belangrijke meeting plaats had voor
de Kieswet Tak van Poortvliet, waar ver
schillende sprekers optraden. Is ons
geheugen juist, dan werd toen het woord
gevoerd door de Heeren: Zelvelder, C.
V. Gerritsen, Troelstra, Heemskerk (het
tegenwoordige kamerlid, voorzitter van
de anti-revolutionaire Kamerclub, "Wet
houder van Amsterdam enz. enz. enz.i
en Zadok v. d. Berg.
Eenigen tijd daarna hield Schaapman
een redevoering in de Keizerskroon voor
Katholieken teneinde het wetsontwerp
Tak te verdedigen.
De demokratisch-gezinden van alle
partijen gingen toen samen, teneinde te
ageeren voor een zelfde zaak. Menigeen
heeft toen gedacht, dat er in hoofdzaak
twee partijen zouden ontstaan, twee
economische partijen, die een verschillend
staatkunndig program hadden, raaar die
beide hnnne aanhangers recruteerden uit
alle godsdienstige secten, waarin ons volk
verdeeeld is.
Toen was het tijdelijk zoo.
Hoewel de meeste Katholieken het
niet eens waren met den Heer Schaap
man, (uit den aard der zaak zijn de
Roomsch Katholieken conservatief), deze
had toch vooral onder de Roomsche
werklieden tal van aanhangers.
Van de „Openbaring" was geen sprake.
De „ééne wortel des geloofs" was in
den Staatsakker nog niet geplant, en
zooals het hier ter stede ging, was het
in het geheele land:
Anti-Revolutionairen (richting Kuy-
per) enkele Roomsch-katholieken, een
deel der Liberale partij, Radicalen en
Sociaal-demokraten werkten samen voor
eenzelfde urgentie-program.
Kuyper, Sch aapmail c u Troel
stra gingen samen.
We schrijven dit terneder, niet om nu
op onze beurt eens onze verontwaardiging
er over uit te spreken, dat de Anti- Revo
lutionairen en de Sociaal-demoleraten
samengingen geenszins. Dat tijdelijk
samengaan was een natuurlijk gevolg van
het feit, dat de Heeren het eens waren over
een zelfde belangrijke Staatkundige
kwestie.
huw geen lediglooper: hij zal voort
durend zijne huishouding slecht be
stierd.zijne vrouw vervelend vinden.
Naar het Duitscli van
ERNST ECKSTEIN.
Slot.
6.
„En heeft uwe vrouw nooit aan de
toedracht der zaak getwijfeld?" vroeg ik
toen de Baron geëindigd had.
„Nooit,' zeide hij nadrukkelijk. „Ik
liet haar liever in den gelukkigen waan,
dat de natuur hier haar onrecht her
stellen wilde en alles nog bevredigend
had opgelost."
„Veroorloof mij thans nog eene vraag,'
zeide ik nadenkend „Zoudt gij, in
dien gij thans voor hetzelfde geval stond,
weder handelen, zooals gij gedaan hebt?"
„Dat zou ik zeker," zei Erich met
fiere stem.
„Dan moge iedereen uwe handeling
veroordeelen, ik hecht er mijne goed
keuring aan."
Zwijgend omarmde hij mij, daarna
liep hij naar den schoorsteen, stak een
nieuwe kaars aan en gaf mij glimla
chend de hand.
„Het js reeds l^at^" zeide hij, „en ik
Waarom het dan dienstig kan zijn
deze oude koe uit do sloot te halen?
Om duidelijk in het licht te stellen, hoe
het verwijt, dat de anti-revolutionaire
propagandisten telkens exploiteeren, n.l.
het samengaan van liberalen en sociaal-
demokraten, alleen gebruikt wordt, om
de eenvoudigeu in den lande met schrik
beelden om den tuin te leiden.
Want wat men nu de liberalen, engroo-
tendeels ten onrechte, als een ernstige grief
aanrekent, daaraan hebben de Anti
revolutionairen zich zelf schuldig gemaakt.
Maar, men kan dwalen.
Doch, dan zij inen voorzichtig in zijn
oordeel over anderen, van wie men be
weert, dat ze zich aan dezelfde dwaling
schuldig gemaakt hebben. Men beginne
dan met een schuldbekentenis tot zijn
kiezers en getuige b.v.„voor een paar
jaar deden we hetzelfde, wat we nfi onze
tegenstanders zoo kwalijk nemen, maar,
we hebben ops vergist, we hebben er
spijt van".
Handig was 1 dit niet, en een gerou
tineerde progagandist houdt misschien
de buik vast van 't lachen, wanneer hij iets
dergelijks leest. Maar eerlijk was het
zeker.
En moer eerlijkheid in de politieke
propaganda moet er komen.
Tiet ware te wenschen, dat er in dit
opzicht meer samenwerking was tusschen
alle partijen, om onmiddellijk de zooge
naamde verkiczings-trucs, zelfs als die
begaan werden door partijgenooten, aan
den kaak te stellen.
Terugkomende op de z.g. samenwer
king van liberalen en sociaal-demokraten
(Staalman spreekt zelfs van coquet-
teeren met de S. D. A. P.) wenschen
we hier nog even onze raeening uiteen
te zetten over deze kwestie.
Op den voorgrond willen we stellen,
wat de Eemlander al meermalen getracht
heeft uiteen te zetten, dat Staatkunde
en Godsdienst gescheiden diende te
worden in het belang van een gezonde
ontwikkeling van ons staatkundig leven,
omdat de menschen, die het wat theo
logische dogmata betreft met elkaar eens
zijn op staatkundig gebied hemelsbreed
uiteenwijken.
Overeenstemming omtrent de Open-
baringsleer, een zuiver theologische
kwestie, zal op den duur blijken geen
voldoende band te zijn, om partijen bijeen
vrees dat ik u voor heden nacht van
uwe rust beroofd heb, maar ik kon het
niet langer voor mij houden en zoo in de
stilte en eenzaamheid kon ikhetbestespre-
ken. Tot weerziens bij vroolijk daglicht!"
Daarna opende hij bedaard de deur
en ging zachtjes weg
Nog wel een uur lang liep ik mijn
kamer op en neer en ging eindelijk te
bed Lichaam en geest waren doodver
moeid en ondanks mijne zenuwachtige
stemming sliep ik weldra in.
Toen ik den volgenden dag ont
waakte. was het reeds laat. Door het
venster zag ik de heldere onbewolkte
herfstlucht, terwijl de toppen der pijn-
boomen in zonnegloed schitterden.
In de familiezaal vond ik de gewone
levenslustigheid van de vorige dagen.
Erich von Lorm zag nog een weinig
bleek, inaar de stille weemoed, die ik
den vorigen avond in zijne trekken las,
was verdwenen. Door het schoone weder
aangelokt, besloten wij eenen rijtoer
naar het dorp, aan de andere zijde van
den heuvel, te maken.
Na het ontbijt werden de paarden
voorgebracht. In vreemde gedachten ver
zonken, zag ik hoe sierlijk de slanke
schoone Alida zich in den zadel zette
en aan de zijde van haren bruidegom
in korte galop de poort uitreed. Daarop
volgde de vroolijke Erna met haar broe
der Alexis. De baron, mijn jonge vriend
te houden, die overigens uit zoo hete
rogene bestanddcelen zijn saamgcsteld.
Het vereenigen van zoovele uitcenloo-
pende elementen onder de „banier van
Christus" kan niet anders tengevolge heb
ben, dan dat de andere partijen, die Staat
kunde en Godsdienst wenschen gescheiden
te houden bijeen gedreven worden en
tijdelijk samenwerken uit zelfbehoud.
Ook aan den anderen kant ziet men
groepen samenwerken, die politiek en
economisch tegenover elkaarzouden staan,
indien ze niet door de valsche leuze der
kerkelijken: Voor of tegen den Christus,
werden saamgedreven.
Het opheffen van het vaandel van den
godsdiensthaat (in naam liefst van den
godsdienst der liefde), belemmert ecu
gezonde staatkundige ontwikkeling.
Wanneer de stembus van dit jaar te
aanschouwen gegeven heeft, dat vele
sociaal-democraten den liberalen kandi
daat ijverig steunden, dan is dit in de
eerste plaats de schuld der kerkelijken.
Was Kuyper dezelfde gebleven van
vroeger, we zijn er van overtuigd, dat
elk sociaal-democraat, stond hij tusschen
de keuze van een min of meer conser
vatief liberaal en een anti-revolutionair,
stellig den anti-revolutionair zou steunen,
om dat vroeger de anti-revolutionairen
economisch dichter stonden bij de
S. D. A. P. mannen, dan bij vele libe
ralen.
De bij uitstek „clericale" houding van
den Premier en van de Anti-revolutionaire
pers, deed in Dr. Kuyper den gemeen-
schappelijken vijand zien
Dat er overigens tusschen liberalen en
sociaal-democraten niet de minste toe
nadering bestaat, is ieder bekend, die dit
feit niet om de een of andere reden wil
verdonkeremanen.
Leest „Het Volk" en ge zult tot de
overtuiging komen, dat de kritiek van
dit orgaan van de S. D. A. P. nog even
scherp de liberalen hekelt, als ooit te
voren, terwijl ook de begrootingsdebatten
in de Tweede Kamer dit zittingsjaar
getuigenis aflegden van het groote priu-
cipieele verschil tusschen de sociaal
democraten en de Vrijzinnige partijen.
Wanneer dezen een vrijzinnige stemmen
dan geschiedt dit eenvoudig, herhaaldelijk
hebben we dit in de Eemlander uiteen
gezet: omdat ze een vrijzinnige regeering
minder erg vinden, dan het huidige kabinet.
Nergens in het land is een verbond
met de S. D. A. P. gesloten.
stoet. Mevrouw bleef te huis, omdat er
des middags gasten zouden komen.
Het landschap zag er schilderachtig
uit en de pijnboomen verspreiden een
heerlijken geur. Ik kou mij niet ver
zadigen aan het gezicht van de twee
frissc-he jonge paren, die voor ons uit
reden. Beide meisjes schenen ieder op
hare wijze den palm der grootste lief
talligheid weg te dragen. Alida zat rus
tig en waardig te paard, zoo bedaard
alsof ze in haar fauteuil rustte en toch
bestuurde zij haar paard met bewonde-
ringswaardige zekerheid. Erna juist was
tegendeel; ieder oogenblik liet zij haar
vurigen schimmel in een ander tempo
overgaan telkens was zij buiten de rij,
om dan eens hier, dan daar een ondeu-
genden streek uit te halen. Vooral de
beide cavaliers hadden het zwaar te ver
duren. Het geheel zag zoo wonderlijk
dartel, zoo ondeugend vroolijk uit, dat
de laatste overblijfselen van somberheid,
die door de gebeurtenissen van den laat-
sten nacht, nog in mijn hoofd nestelden,
voor goed verdwenen.
Een half uur galoppeerden wij voort,
door bruine velden, over grauwe heide
en onder donkergekleurde pijnboomen.
Juist kwamen wij uit het bosch in de
vrije ruimte en zagen wij reeds de da
ken der dorpshuizen, toen het paard van
Alida plotseling een zijsprong maakte en
dat vanhaar geleiderook schuwterugweek.
Wat is er?" riep Erich verschrikt.
Noch do vrijzinnigen, noch de socia
listen zouden dit willen.
Zoo zal het ook gaan in 1905.
Waarschijnlijk zullen dan in de meeste
districten de sociaal-democraten met
eigen kandidaten voor den dag komen
en alleen dan, wanneer hun kandidaat
geen succes kan hebben en ze in sainen-
werkiug met de vrijzinnigen den eenigen
kans zien om de kerkelijken afbreuk te
doen, alleen dan zal de samenwerking
plaats hebben.
Wij hopen en verwachten, dat wan
neer de vrijzinnigen in 1905 in het
district Amersfoort met een liberaal,
bijv. met den kadidaat, die hier bij eene
vorige stemming reeds zeer ver gebracht
heeft, wij bedoeleu den Heer W. II. de
Beaufort van de Treek, dat dan alle
vrijzinnigen en ook de sociaal-democra
ten dien kandidaat zullen steunen.
Maar dat zal ons niet nopen den
sociaal-democraten eenigerlei concessie
te doen, of hen niet te bestrijden indien
we dit noodig achten, zooals we dit
reeds meer malen gedaan hebben. Hoe
onze houding ook is, de S. D. A. P
zal hare steun daar niet van afhankelijk
stellen en al deed zij dit, we kunnen
nooit anders schrijven om redenen van
tactiek, dan we eerlijk bedoelen. Ter
illustratie van hetgeen we beweerden
nog het volgende uitknipsel uit „Het
Volk", overgenomen uit eene beschou
wing over den uitslag van de herstem
mingen:
„De verkieziiigstruc vau de verwant
schap tusschen de liberalen en sociaal
democraten, van Borgesius onder Troel
stra's zweep, en dergelijke schrikbeelden
bestemd voor den onnoozelen burger,
zijn door de clericalen zeer handig ge
ëxploiteerd; maar zoowel de liberalen
als wij weten heel goed hoe wij tegen
over elkander staan, ook al mochten de
eischen der verkiezingsdagen ons wet
eens in dezelfde zaal hebben samenge
bracht, strijdende tegen dezelfde tegen
standers. En de liberale pers trekt, met
door ons gewaardeerde oprechtheid, zure
gezichten als zij spreekt van ouzo stem
men die den doorslag gaven.
„Over en weer weten wij dus zoo
goed als ooit te voren welke afgrond
ons van elkander afscheidt.
„En het zal duidelijker worden in dit
jaar, dat wij voor ons hebben. Het wordt
voor ons een jaar van gewichtige actie,
Alida had intusschen haar paard be
hendig tot staan gebracht, en eerst toen
bemerkten wij wat eigenlijk de oorzaak
van de schrik der beesten was geweest.
Over den weg kroop een schepsel naar
ons toe, dat, behalve de vertrokken ge
laatstrekken, weinig overeenkomst met
een mensch bezat Men kon zijne be
wegingen geen loopen of hinken noemen,
zelfs kruipen was een te mooie naam;
de ongelukkige schoof en wentelde zich
laugs den grond, terwijl een lid, dat
half op een hand en half op een voet
geleek, tegen de kleine oneffenheden
van den weg steunde
En toch had dit wezen menschelijke
gevoelens en menschelijke gedachten.
Slot een stem, die mij het hart door
boorde, bedelde hij om een aalmoes
Ik zag, hoe Erich ineenkromp. Hij
tastte in den zak en gaf den arme een
goudstuknog eenmaal zoo'n liuive
ring.... en daarna sloeg hij zijn oogen
tot mij op... wij verstonden elkander.
Vorder reden wij ongestoord doorliet
heerlijke landschap, naar het dorp.
Vele jaren zijn reeds verloopen, sedert
ik 't bovenstaande neerschreef. De baron
en zijne vrouw zijn reeds de eeuwige
rust ingegaan Volgens afspraak heb ik
nu de vrijheid het zegel van het geheim
te verbreken, maar eene vreemde, on
verklaarbare schuwheid houdt mij terug.
Eerst na mijn dood zal men deze bladen
van on verpoosden arbeid, die moet zijn
zuivere soeiaal-demoeratische propagan
da on critiek, met de scherpe spits
gekeerd tegen alle schakeeringen van
het kapitalisme".
En verder heet het:
„Noch do strijd voor de democratie,
noch die voor het openbaar onderwijs
en arbeidswetgeving, die thans tegen de
clericale regeering met kracht moet
worden gevoerd, mag ons brengen tot
de negatieve, slappe en ontzenuwende
politiek van anti-elericalisme. Wij zijn
sociaal-democraten, met een positieve
politiek van eischen voor de arbeiders.
En wij zijn niets anders".
De elegance van een damestoilet be
staat niet alleen in de goede snit, in
passende kleur en smaakvolle garnee-
ring, maar vooral in liet aanbrengen
van die petits riens, die er de bekoring zoo
van kunnen verhoogen. Dat kan even
goed een bloem als een broche, een
strik als een fijn zakdoekje zijn, het
hangt er maar van af of het met smaak
is aangebracht en één geheel maakt met
de overige kleeding. Tegenwoordig nu
de toiletten haast te druk worden ver-
sietd, moet men zich hoeden voor het
te veelal bezondigen wij, Hollandsche
vrouwen, ons daaraan niet spoedig; wel
vallen wij dikwijls in de fout van het
slecht aanbrengen van versierselen. Nu
schoentjes in allerlei kleuren, zijden mi
taines, drukke hoeden enz. enz. ons vun
alle kanten komen bedreigen, is het
moeielijk altijd een goede keuze te doen
en zou men in kleine plaa sen als de
onze er licht toe komen, een eenvou
dige japon te nemen, die gewasschen
kan worden, met een matelot, en geen
handschoenen te dragen maar zóó ma-
keil we ons toch liever niet van de mode
af. Arooral bij ons verblijf in groote plaat
sen en op reis willen we toch gaarne
toonen ook wel op de hoogte te wezen
van de tegenwoordige eischen. De kos
tuums van 't vorige jaar zijn eigenlijk
niet te gebruiken; oen handige naaister
kan er misschien nog wel wat veran
dering in brengen door er wat bijpas
sende stof aan te verwerken, overigens
zal men zich wat meer uitgaven voor
nieuwe toiletten moeten getroosten en
ook dat deze zooveel kostbaarder worden
onder mijne papieren vinden, j Bij het
neerschrijven heb ik reedH de plaats en
de namen zoo veranderd, dat ze slechts
door één man te herkennen zijn. Edwin
de jongste zoon, mag het geheim ken
nen, hiervoor bestaan goede redenen.
Zuiver en onopgesierd heb ik terugge
geven, wat ik hoorde. Zoolang ik in de
nabijheid van Erich von Lorm wa6,
legde de macht van zijne persoonlijk
heid mijne gevoelens aan banden. Zijne
welsprekendheid, zijne overtuiging maak
ten mijn oordeel onzuiver. Later ont
dekte ik, hoe zeer ik mij bedrogen had.
De daad van Erich was eene edele dwa
ling, maar zij bleef niettemin eene dwa
ling. De wet is en blijft het hoogste en
laatste richtsnoer; niemand heeft het
recht zich te verheffen boven datgene,
wat door de maatschappij als geldig er
kend en gelijktijdig door de meerder
heid aangenomen is: want alleen door
inachtneming van deze beginselen is het
bestaan van een maatschappij denkbaar.
Ook do baron was, indien zijne daad
ontdekt was, met het volste recht in
de handen der justitie gevallen; men
moet boeten voor dwalingen.
Maar de vraag schijnt geoorloofd of
eene wet niet gebrekkig en onvolkomen
wanneer een gemoed, zoo edel als
van baron von Lorm daartegen in op
stand kan komen. Dikwijls dwaalde ik
in het doolhof dezer twijfelingen rond,
maar nimmer vond ik dan een uitweg,