No. 59. Zaterdag 23 Juli 1904. ie Jaargang Wees U Zelf! Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER". Buitenland. Vrijheidsleuzen. FEUILLETON. DE SLAG BIJ WATERLOO. DE EEMLANDER. Verschijnt Woensdags en Zaterdags. I Bureau Hendrik van Viandenstraat 28. Abonnementsprijs Per jaarf 3.00 Franco per 'post- 3.50 Per 3 maanden- 0.75 Franco per post- 0.90 I'rijs der advertcutlën: Van 1 tot 5 regels0.40 voor iederen regel meer0.08 (Bij abonnement aanmerkelijke korting.) £i- is bijna geen woord, dat zoo dik wijls in verkeerden zin wordt aangeroepen als liet woord „vrijheid". Men zou wel haast kunnen beweren, dat op dit schoone begrip meer ten onrechte, dan te rechte een beroep wordt gedaan; en merk waardigerwijze zijn het meestijds de tegenstanders van den vooruitgang, ja de vijanden dezer zelfde vrijheid, die door zulk averechtsch aanroepen hun zaak trachten te bepleiten. Willen dezulken bijvoorbeeld de arbeids wetgeving bestrijden, willen zij voor de economisch zwakken de onvrijheid be stendigen, die hen dwingtop straffe van ontslag, te berusten in een dagelijks veel te langen werkduur dan zeggen zij, dat de wet, die daaraan paal en perk wil stellen do vrijheid van den arbeid aantast! Ander voorbeeld. De sluitingsuren dei- winkels zijn, vooral in de steden, schrik barend laat; en dat geheel onnoodig. Sluiting te tien uur 's avonds is regel, te elf uur lang geen zeldzaamheid. Er is bijna geen winkelier, >f hij zou wen- schen veel vroeger tekunnen sluiten om wat meer van zijn leven te kunnen genieten. Hij alléén is echter tot dien maatregel niet in staat; de concurrentie maakt hem onvrij en, op straffe van achteruitgang in zaken, ziet hij zich genoopt zijn wenschen voorloopig maar aan den kapstok te hangen. Ondanks dit alles - wordt de wet of de verorde ning, die, door een sluitingsuur van overheidswege voor te schrijven, aan den dwang der concurrentie een einde zou maken, bestreden met een beroep op de „vrijheid" des winkeliers! Zelden echter is van het woord vrijheid zulk een merkwaardig gebruik gemaakt, als geschiedde door de verdedigers van de'thans verworpen Hooger-onderwijswet. Men kent de kwestie, die in geschil was. A'olgens de bestaaude wet zijn er drie rijksuniversiteiten, welke aan een aantal voorwaarden, o. a. het bezit van vijf faculteiten, hebben te voldoen. Deze universiteiten hebben het recht weten schappelijke graden uittereikeu, welke voor het bekleeden van sommige beroepen en staatsambten vereischt zijn. Indien, aldus de bestaande wet, de gemeentelijke universiteit van Amsterdam aan dezelfde eischen voldoet als de rijksuniversiteiten, Ah gij aan de waarheid eener aandoening twijfeltwend u dan tot cene verliehte vrouwzij kent ze alle. door 1) ALEXANDER L. KIELLAND. Het is niet alleen op zichzelf zeer aangenaam verliefd te zijn, maar het komt ook overeen met onze zeden en gewoonten, en daar men in onze onschul dige maatschappelijke toestanden er zich te eerder aan kan overgeven, naarmete geen waakzame vader of afgunstige broe ders ons in de wielen rijden, en daar men zich van die eigenaardige verhou ding, die verloving genoemd wordt en eigenlijk een middending is tusschen den echtelijken staat en een vrije tafel in eene goede familie, al heel spoedig weder kan bevrijden, zoo was het niet te verwonderen, dat Hans zich onge lukkig gevoelde; want hij was in het geheel niet verliefd. Reeds sedert lang had hij er moeite toe gedaan, en steeds er opgewacht dat ontvangt ook zij in ruil daarvoor het recht, graden uittereikeu, waaraan maat schappelijke bevoegdheid verbonden :s; hetgeen geschied is. Dr. Kuvper's ontwerp tot aanvulling der Hooger-onderwijswet stelde nu, naast menige goede bepaling, ook deze slechte voor, dat nog meerdere niet van het rijk uitgaande, universiteiten datzelfde pro- notierecht en bovendien rijkssubsidie zouden kunnen krijgen, zonder dat zij ook maar eenigszins aan dezelfde voor- waardon der bovengenoemde instellingen zouden behoeven te voldoen. Deze gelijkheid in rechten gepaard met een ergerlijke ongelijkheid in plichten werd nu o. a. verdedigd met een beroep op de vrijheidde vrijheid van onderwijs. Want, heette het, volgens art. 192 dei- Grondwet, is het geven van onderwijs, ook hooger onderwijs, vrij. Ieder Neder lander mag het gaan ondernemen; elke vereeniging mag een universiteit stichten. Onthoudt gij nu echter aan zulke par ticuliere universiteiten do voordeelen, de rechtsgevolgen, die de studie aan de openbare hooge scholen verschaft, dan wordt bet volgen van particulier hooger onderwijs zoo weinig aantrekkelijk, dat de vrijheid oin dat onderwijs te geven van geringe waarde wordt. Eu nu zijt gij vrijzinnigen, zoo gaat de regeering en haar vrienden verder, desnoods wel bereid, aan de particuliere universiteiten het promotierecht te ver- leenen; maar gij verlangt daarbij, dat zij dan aan dezelfde voorwaarden zullen voldoen als de bestaaude openbare hooge scholen; gij verlangt, dat zij voor dezelfde rechten ook dezelfde plichten op zich zullen nemen. Welnu, heet het, dat is onbillijk! Onze richtingsgenooten zijn niet, in staAt, aan dezelfde voor waarden te voldoen; gij weet wel, dat de wetenschappelijke mannen bij ons schaars gezaaid zijn; gij weet wel, dat theologische geneeskunde hardnekkig weigert te bloeien, dat de kans op een soort van orthodoxe wis- en natuurkunde voor goed verkeken is. ïegenover de vijf faculteiten met te samen 40 a 50 hoogleeraren eener openbare universiteit, kunnen wij het met de onze waarschijnlijk niet verder brengen dan drie faculteiten met elk drie professoren. En omdat wij nu eenmaal niet meer kunnen, is meer vergen niet anders dan belemmeren van onze.... vrijheid van onderwijs! Zonderling woordgebruik, zonderlinge de liefde zich in eene rilling zou open baren, wat toch naar het beweren van alle zaakkundigen de rechte vorm voor de rechte liefde is. Maar aangezien bij altijd nog niets gevoelde en reeds een jaar student was, zeide hij eens tot zich zeiven „De liefde is eene loterij. Wil men iets winnen, dan moet men steeds door spelen. Men moet het geluk de hand reiken, zeggen de advertenties." Hij zag dus zorgvuldig rond en gaf nauwlettend acht op zijn hart. Evenals een visscher, die met het snoer om den wijsvinger op den minsten kleinen ruk let, of het vischje ook toe zal bijten, zoo hield neef Hans telkens zijn adem in, als hij cene jonge dame aanschouwde, om na te gaan, of hij geen cigenaardigen schok ondervond, die. zoo als bekend is, ware liefde openbaart; dat gevoel, dat eensklaps al het bloed naar het hart doet stroomen, om het dan plotseling naar het hoofd te doen stijgen en het gezicht rood te doen wor den tot aan het haar toe Maar hot overkwam hem niet. Wel was zijn haar rood tot deszelfs wortels, want neef Hans kon niet blond genoemd worden, maar zijn gelaatblecf bleek en lang als altijd. De arme visscher was moede, toen hij op zekeren dag over de vestingwallen slenterde. Hij zette zich op een bank neder en zag met een verachtelijken willekeur! Als de redeneering opging, vernietigde zij aanstonds zich zelve weer. Want als meer eischcn dan wat zekere particulieren nu eenmaal vermogen te prosteeren, de vrijheid vernietigt, dan zou Dr. Kuyper's wet toch de onderwijs vrijheid alleen maar verzekerd hebben voor al die personen of veroenigingen, welke de gevorderde drie maal drie professoren bijeen zouden weten te krijgen. Voor al wie dat niet kan, bleef de vrij heid van onderwijs volop belemmerd; en aangezien dit afkeurenswaardig is, kan het slechts billijk heetcn, ook de drie maal drie-grens weer uit te wisschen en te vervangen door deze bepaling: „ieder heeft het recht een universiteit op te richten, desgewcnscht bestaande uit één faculteit van één hoogleeraar; deze „universiteit" heeft bet recht, wetenschap pelijke graden uit te reiken, welke be voegd maken voor ambt of beroep". Ja, waar bleef anders de „vrijheid" van onderwijs? De vrijheidsleus, aldus opgevat, kan nog ver voeren. Wij deuken hier aan artikel 5 der Grondwet, volgens hetwelk „ieder Nederlander tot elke landsbedie ning benoembaar" is, zonder onderscheid van geboorte of gegoedheid, maar natuurlijk onder den mits, de voor elk ambt vereischte bekwaamheid te bezitten. Is hier geen ongelijkheid, geen benoem baarheid in schijn? Dit valt inderdaad niet te ontkennen, zoolang een groot deel der Nederlanders voor hetdagelijksch brood reeds van jongs af hard moet werken en, zoowel daardoor als door de hooge kosten buiten staat, het middelbaar en hooger onderwijs te volgen, van die zoogenaamde benoembaarheid tot lands bedieningen bitter weinig bemerkt. Maar terwijl een gezonde opvatting, dit euvel erkennend, tot de slotsom komt, dat men billijkerwijze het verwerven dier ambtsbekwaamheid ook aan ieder moet mogelijk maken, door krachtige arbeids wetgeving eenerzijds, leerplicht en goed koop, zelfs kosteloos onderwijs anderzijds zal de bizondere redeneertrant, waar over de clerikalc partijen beschikken, hen op geheel andere wegen moeten voeren. Gaan zij hun „vrijheids"-dorst ook eenmaal aan do toepassing van dat artikel 5 der Grondwet lesschen, dan zal hun stelsel, in overeenstemming met de door hen ontplooide hooger-onderwijs- logica, slechts kunnen zijn, dat men billijkerwijze van den benoembaren blik naar eenige soldaten, die met de vermoeiende oefening bezig waren van midden in de zon met het bovenlichaam voorover en de handen in de zijden op een been te staan. „Wat een onzin," zeide Mans, „dat is toch waarlijk een te dure grap voor ons klein landje, om er zulke kunsten makers op na te houden. Heb ik dezer dagen niet gelezen, dat dat zoogenaamde leger 1500 doosjes schoensmeer, gebruikt, benevens 600 schoenborstels, 3000 el goudgallon en 8640 zilveren kwasten! liet zou toch veel beter zijn, indien wij dat goudgallon en die kwasten bespaar den en het geld aan de armen besteed den," vervolgde hij. Hij was ook bezoedeld -net die nieu- werwetsche denkbeelden, die, helaas! ook tot ons beginnen door te dringen en dreigen de bestaande orde van zaken ten eenenmale omver te werpen. „Adieu, tot straks", zeide eene dames stem vlak achter hem. „Adieu, tot straks, mijn kind", ant woordde eene diepe mannenstem. Langzaam draaide Hans zich om, want het was een warme dag. Hij ont dekte een ouden militair in een zwarten toegeknoopten rok met een ordelint ver sierd, en met een halsdoek ettelijke ma len om zijn hals geslagen, verder glim- menden hoed en lichten broek. Deze heer knikte eene jonge dame toe, die de richting der stad insloeg, terwijl hij Nederlander niet meer bekwaamheid eischen mag dan hij nu eenmaal, veel of weinig, verwerven kan. En zij zullen de ambten flinkweg gaan vergeven ook aan de onbekwamen, allen gelijk; bij loting misschien. Zoover moet een valsche leus nood wendig voeren. Te krankfort is een vrouw gearre steerd, die een beroep maakte van de „opvoeding" van onechte kinderen, waaraan dames uit welgestelde families het leven schonken. Het moet gebleken zijn dat deze kinderen gewoonlijk na zeer korten tijd stierven. Dezer dagen werd op een der lijkjes beslag gelegd, om gerechtelijk geschouwd te worden. In de laatste acht dagen zijn te Dusseldorp en in 't Rijngebied nabij die stad niet minder dan 15 personen bij het baden verdronken. Te Linz heeft na een buitenpartij van studenten een hevig tumult plaats gehad. Vier geestelijken waren nl. een troep luidruchtige jongelui gevolgd en toen er zekere demonstratieve kreten werden aangeheven pakte een der gees telijken een student bij den kraag. Daarop volgde een vechtpartij, waarbij de gees telijke door een stokslag werd neerge slagen; de politie nam drie studenten in hechtenis en jaagde de menigte uiteen. Het dorp Chambery in Savoye werd onlangs door een wervelstorm ten deele verwoest. Onder de bevolking heerscht thans een paniek, omdat men met de heerschende warmte nieuwe onheilen vreest. Aan boord van een naar Amerika vertrekkende stoomboot trof de commis saris van politie van Cherbourg Zaterdag 4 jonge meisjes aan, die zich zeer schuchter gedroegen en elkander niet schenen te kennen. Uit een verhoor bleek dat ze in handen waren gevallen van twee placeurs, zeer elegant gckleede heereu op wie 200.000 francs aan papier geld en sieraden gevonden werd. Ze werden dadelijk gearresteerd. Nadat de commissaris hen de meisjes 600 francs schadevergoeding had doen afgeven, wer den laatstgenoemden naar huis gebracht. zijne wandeling over de wallen voort zette. Hans was moe, en toch volgden zijne oogen het jonge meisje. Zij was klein en tenger, en met belangstelling volgde hij haar zwevenden gang. Deze gang was reeds een goed voorteeken in zijn oogen, want Hans behoorde tot die fijn gevoelige, scherpziende naturen, die reeds aan den gang de waarde eener vrouw beoordeelen. Na eenige schreden keerde de dame zich om, misschien wilde zij den ouden officier nog eens toeknikken, maar zeer toevallig ontmoette haar blik dien van Hans. Daar ondervond hij het zoolang ver wachte: het beet! Het bloed schoot hem, juist zooals het behoort, naar het hoofd, hij snakte naar adem, werd warm in het gelaat en een rilling voer hem dooi de leden, kortom, alle symptor.en vertoonden zich, die volgens de getui genis der dichters en der knapste pro zaschrijvers de ware, echte, juiste liefde te kennen geven. Er was geen tijd te verliezen. Haastig greep hij naar zijn handschoenen, stok en studentenmuts, die hij naast zich op de bank had gelegd, en ijlde de dame achterna. In de groote verdorvene maatschappij in het buitenland kan men zoo iets niet doen. Do verhoudingen ziju daar zoo geregeld, dat een wel opgevoed man In de buurt van Tanger woont een Engelschman, Levison geheeton. Op hem schijnen de volgelingen van Raisule het thans begrepen te hebben. Ze deden Zaterdag een formeelen aanval op zijn woning. De vertegenwoordiger van den sultan in Tanger Mahommed El Torres heeft nu soldaten gezonden om voor de veiligheid van hem te waken. -Prof. Ivocli verklaart het gevaar voor de pokken, die zich te Berlijn had den geopenbaard, als volkomen geweken. I lij dringt echter op algemecno inenting en revaccinatie aan als 't eenig afdoende middel om een pokken-epidemie te voor komen. In de buurt van Nimes ligt het dorpje Cantarques, dat, hoe klein ook, het tooneel is van een opgewekt politiek leven. Bij de laatste gemeenteraadsver kiezingen werden zeven antiministrieelen en vijf ministrieelen gekozen, doch de prefect vernietigde tot tweemalen toe deze verkiezing op gronden die door ziju tegenstanders natuurlijk hevig wer den aangevochten. Men ging in hooger beroep en de staatsraad keurde ondanks den prefect de verkiezing goed. De raad werd dus tegen Zondag 1.1. bijeengeroe pen om over te gaan tot de verkiezing van een burgemeester. Nu moet men weten, dat Oantargues geen gemeente huis bezit, docli dat als zoodanig wordt gebezigd de school. De booze prefect weigerde nu de school verder beschik baar te stellen en de heeren raadsleden moesten iu de openlucht vergaderen in een temperatuur van 45°. De door zijn zedelijke vergrijpen in Zuidwest-Afrika berucht geworden Oostcnrijksche Prins Prosper Arenbcrg schijnt in een kolossalen roman van Henry Wenden, te Weenen, „Iropen- koller", bcleedigd te zijn en hij heeft hem een vertegenwoordiger gezonden om hem satisfactie te geven. Zeer waar schijnlijk zal ile auteur weigeren zich met een duel in te laten, hem voorge steld door een man, die krankzinnig verklaard en deswege buiten staat is zelfs voor zijn „eer" op te komen. Men maakt zich te Bern zeer ongerust over 'theerschen van de typhus. Den 2n Juli kwrani het eerste geval voor en spoedig waren er 33, die op 9 Juli tot 80 waren gestegen, maar officieel heette het, dat zeer enkele gevallen zich wacht een nette dame te vervolgen en de weinige deugdzame vrouwen, die men daar vindt, zouden het zeer onaan genaam vinden, als zij een heer achter zich hadden. Maar in onze reine zedelijke toestan den zijn wij zoo gelukkig der jeugd eene grootere vrijheid te kunnen toe staan, juist omdat wij zoo streng zede lijk zijn. Daarom talmde Hans geen oogenblik aan de stem zijns harten ge hoor te geven; en de jonge dame, die spoedig bemerkte, welk een ongeluk zij met den blik, die eigenlijk voor den ouden heer bestemd was, teweeg had gebracht, vond dezen toestand volstrekt niet zoo onaangenaam. De voorbijgangers, die de toedracht der zaak natuurlijk dadelijk begrepen dit geval is namelijk een der wei nige, waarbij de handelende personen zich zonder toeschouwers denkenvon den het over het algemeen recht grap pig om te zien. Zij draaiden zich om en lachten; want zij wisten immers dat dit óf tot niets zou voeren, en dan was het slechts een onschuldig tijdverdrijf der jeugd, of tot eene verloving, en w at ter wereld is schooner dan eene verloving? Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1904 | | pagina 1