Uit de Omgeving^ Buitenland. ^Binnenland. Allerlei. Stadsnieuws. was zeker het verschil in kleeding wan neer men de „inarke'1 bezocht De zeer primitieve dracht der bewoners mengde zich tusschen de kostuums uit den tijd van Lodewijk XIII die zich onderschei den door de groote kragen, de bolezo's en chemisettes; terwijl de lange jacquet ten, de strikken en veters van Lodewijk XIV of de lange en rechte tailles met ruime plooisels van Lod. XV en de ge bloemde tafzijden japonnen met. wijde rokken, mousselinen fichu's en flatteuse capelines van Lodewijk XVI ons tot voor een paar eeuwen terugvoerden. Daar tusschendoor zag men .eenige voorbeel den uit den tijd van 1830 niet de wijde mouwen, bouillonnés, ruime volants, ru ches enz. En al zijn deze verschillende modes nog niet algemeen, al loopen er velen bij die zich niet aan de mode houden, toch kan men van ous, Hollandsehe vrou wen, niet meer met recht beweren, dat we in dat opzicht écn of twee jaar ten achteren zijn; wij gaan meer met onzen tijd mee! Komt dit door de meerdere vrijheid, waarin we ons tegenwoordig verheugen? Dan geeft die ons blijkbaar meer gevoel van eigenwaarde in zoover dat we ons niet zoo angstvallig meer afvragen wat deze of gene zal vinden wanneer we dit of dat duiven doen, in dit geval dragen. Maken we hiervan een gepast gebruik, dan kan het niet anders of wij worden er door gebaat en met ons, onze omgeving. Alleen een wel gevulde beurs is noodzakelijk! Ter bezuiniging werden onlangs 100 patiënten uit 't krankzinnigengesticht te Tevamo, in Italië, ontslagen. In hun woning teruggekeerd, bleken zij mec- rendcels nog zóó weinig hersteld, dat de politie ze uit een oogpunt van pu blieke veiligheid moest in bewaking nemen en naar 't gesticht terugvoeren. In de „Rappel" heeft de abt Le- mennicr, een priester in liet diocees Versailles, een uitvoerig schrijven doen opnemen, waarin hij de gronden uiteen zet, waarom hij uit de Katholieke kerk treedt; hij wordt journalist, medewerker van de „Rappel". Yolgens Vanity Fair is de geboorte van den Keizerlijken troonopvolger in Rusland vooral een buitenkansje voor de hof-doctoren en de baker der Kei zerin, dr. Ott, dr. Kirsch en mevr. Gün- ter. Als de jongeborene een prinses geweest ware, hadden zij elk 25.000 roebels ontvangen, nu ieder 100.000. In Siberië ondervinden de vrou wen de gevolgen van den oorlog op oen eigenaardige wijze; daar er gco» metselaars meer zijn 0111 de noodzake lijkste bouwwerken uit te voeren, zijn vrouwen voor 't metselwerk gerequireerd. En zij hanteeren kalkbak en truweel heel aardig. Berichten uit Servië maken mel ding van de wederoprichting van de oude organen van koning Milan en zijn zoon Alexander. Ze streven naar het zelfde doel, omverwerping van de dy- nastie-Karageorgewitsch en herstel van de Obrenewitschen in den zoon van koning Milan en mad. Cherstich. De knaap is erkend door Milan en dus de wettige lialf-broeder van wijlen koning Alexander. Over een paar jaar zal hij den leeftijd bereikt hebben, die zijn optreden als kroonpretendent mogelijk maakt. Yoorloupig noemen de beide dat ik wegkom. Mijn man wacht zeker al op mij bij do ballon met zijn ledigen wagen. Dat is dus afgesproken, ik neem de kleine mede; liet is juist wat ik wensch, als ten minste het jaargeld bil lijk is. Zij is in één woord een dotje." „Zeg eens, wie heeft u gezegd haar mede te nemen? Ik houd haar, hoort gij? De drommel mag weten, wat ik er mede moet beginnen, maar ik houd haar toch." En hij hield haar waarlijk. De oude dienstbode, die sedert vele jaren liet huishouden bestuurde, bromde den eer sten dag geducht, toen bromde zij min der en eindelijk vroeg zij zichzelve af hoe zij liet toch ooit zonder dat speel popje had kunnen stellen. En zoo groei de het kind op, tusschen den ouden vrijer en de oude dienstmaagd hoe? Dat wist men eigenlijk niet recht. Zij bezocht eenigeu tijd een kleine school in de buurt, later niet meer. Zij leerde trouwens met eene verwonderlijke ge makkelijkheid, zeide hare lessen op bij haar oom, die een zeer deftig gezicht zette, als bij haar overhoorde en altijd op het punt was in verrukking te ge raken over hare kundigheden. Boven dien kon zij met hare tien vingers ma ken wat zij maar wilde: zij teekendc, zij beeldhouwde, zij maakte zich de keu rigste japonnen en borduurde, dat men er verbaasd van stond, en dat alles zon der regel, als zij lust kreeg om te wer- organen zijn naam nog niet, omdat ze vooraf de dynastie-Karageorgewitsch willen verzwakken en stemming maken voor een nieuwe revolutie. John Nicolas Brown is de vier jarige zoon van een meervoudig mil- lionair te New-York. Aan liet fortuin van zijn papa heeft hij te danken dat hij op alle mogelijke manieren verwend en vertroeteld wordt. Hij heeft een eigen dokter, die steeds in zijn nabijheid is. Melk krijgt hij van een koe, die op een op bijzendere wijze verzorgde, afge- heinde weide graast en slechts gefiltreerd water te drinken krijgt. Om ziekten van liet kind te weren, worden alle voor werpen die liet aanraakt, eiken dag ontsmet. Ook de dienstboden en de kinderjuffrouw van John moeten dage lijks hunne kleeren aan een uitgebreide ontsmetting onderwerpen Het jongetje bezit op dit oogenblik reeds drie ka steden, een jacht, een boekerij en zijn naam staat op alle lijsten, waarmee voor armen en zieken ingezameld wordt. In Silezië is groot opzien gewekt door het uittreden van twee bekende katholieken uit de roomsche kerk. Het zijn de pastoor Kurz te Rohustock en dc Oberlehrer Paul Schmidt van het Wilhelm-gymnasium te Breslau. Zij heb ben beiden hun ambt neergelegd en zijn tot liet protestantisme overgegaan. Zij zijn in Claustal in den Hartz gebo ren en, van hun gymnasiastentijd af, boezemvrienden geweest. Men schrijft aan de Tel.: Op de zandbanken van de Eriesche Wadden, op de scharren en slikken in de Lauwerzee wordt weer de jacht op zeehonden uitgeoefend, maar tot nog toe met weinig resultaat. Of ze er dan niet zijn? Zeker, de dieren zijn er zelfs vrij talrijk, men ziet ze vaak op liet strand te Schiermonnik oog, maar ze zijn slecht onder schot te krijgen. Op sommige banken ligt soms een heel gezelschap, maar 't schijnt, dat er altijd een op schildwacht ligt om bij naderend gevaar de duttende kameraads te waar schuwen zee te kiezen. En zijn ze eenmaal te water, dan is er weinig kans meer de dieren met een kogel te treffen, want een heel klein oogenblikje komen ze met den kop boven water en ze dan te treffen is niet gemakkelijk. Treft men ze toch, dan is het honderd om één, dat men het lijk krijgt, want het zinkt. De jager gaat dan ook vaak te water om het te zoeken, maar dat blijft ge vaarlijk, wijl men geen zekerheid heeft, dat het dier dood is. En zijn ze aange schoten, dan zijn ze woest en bijten raak. Een Duitsche graaf, die op Schier monnikoog logeert, had het geluk een zeehond te treffen, men roeide naar de plaats waar het dier geschoten was, doch vond niets. Met een botsteker een groote vork met lange tanden, waaraan weerhaken ging men nu steken en had het geluk het. doode dier boven te halen. Zooals men weet looft liet Kijk voor eiken zeehond die veel visch verslin den een premie uit, nl. f 3 voor een wijfje en f 2.50 voor een mannetje. Zekere E., van de Groninger kust, is een robben jager, die daarmede een aardig kapitaal verdiend heeft en dit nog doet. Ilij is altijd bezig op de Wadden en vangt ze door middel van een net, door hem ken, zooals elk byzonder begaafd meisje. Zij had niet genoeg samenhang in hare denkbeelden 0111 eene kunstenares te worden, maar zij zou later zeker eene betooverende vrouw zijn, iemand om den een of anderen flinken jongen het hoofd op hol te brengen, die haar dan op zijn beide knieën zou sine eken zich te ver waardigen met hem te trouwen. Ten minste zoo redeneerde Abel Largij, die op het punt van wrereldschc wijsheid er zeker veel minder van wist dan Suzan- na zelf. Gedurende al die jaren, terwijl het kind zich tot een jong meisje ontwik kelde, ging Abel Largij niet zijn dagc- lijksch werk voort, droeg altijd zijn boe zeroen met gaten aan de ellebogen en zijne zeer verschoten roode muts. Op alle tentoonstellingen wekten zijne inzen dingen de bewondering der kenners op ;|na alle andere belooningen werd hem de eeremedaille toegewezen, hij droeg het roode lintje en met ongekunsteld en trots, die het bloed naar zijn gelaat deed stij gen, droomde hij van.... het Instituut. Hij rookte daarom niet minder zijne af schuwelijke pijp en hij voer heftig tegen Suzanna uit als zij, in overleg met den kleermaker, de gevlekte kleederen door- nieuwe verving. Dit hielp haar uiet veel; want eene week later kon men de nieuwe uiet van dc oude onderscheiden en die onverbeterlijke sloddervos behoefde een splinternieuwen hoed slechts twee da- uitgevonden en gebreid. Hoe dit net er uitziet, hoe liet werkt, houdt hij zorgvuldig geheim. Hij heeft dagen gehad dat hij 20 tot 30 zeehonden ving. Aan den burgemeester moet de achter vin getoond worden om de uitgeloofde premie tc krijgen. Ieder huis heeft zijn kruis" heette het vroeger, maar tegenwoordig mag men wel zeggen: „Al reis-je met den woonwagen, je moet toch je eigen pakje dragen." Volgende ter illustratie: Bij de Hartveldsche brug te Water graafsmeer had zich een troepje Zigeu ners gelegerd. Plotseling ontstond twist tusschen twee der vrouwen en toen scheld- en hoon- woorden niet hielpen, poogden zij el kander met vuist- en nagel argumenten te overtuigen. Weldra kreeg een dei- strijdenden versterking. Haar teedere echtgenoot kwam aanloopen met een groot scherp mes en.... sneed de tegen partij de haren af. Toen ook dit het krijgsvuur der kemp- hennen niet deed verminderen kwam dc hoofdman eindelijk tussehenbeide en beëindigde liet „huiselijk" krakeel met ecnigc goedgemikte zweepslagen. Het vonnis, dat hij hierna over de drie schuldigen velde, was een waar Salomo's oordeel: Toen de troep op bevel van de Wa- tergraafsmeersche politie moest opbre ken, wierp hij de kleederen van de de linquenten uit den wagen, en veroor deelden hen dus de groote pakken goed den ganschcn langen weg naar Duivendrecht achter den wagen aan te dragen. Zij brachten het er, menschelijker wijze gesproken, niet zoo goed af als het Keulschc dienstmeisje, dat plotseling millionaire is geworden, maar o, gril ligheid der fortuin niets van haar millioen wil weten en liever in haar dienst blijft. Sinds eenigen tijd werd het meisje vervolgd door een mooi gekleede dame, die haar tcnlaatste vertelde, dat zij haar moeder was en dat zij sinds jaren, na het overlijden van den vader, het spoor van het kind zocht. Zij had het spoe dig na de geboorte in ccn vondelingen huis gedaan, doch na haar hertrouwen begon zij haar nasporingen. Zij zette 100.000 M. op het kind vast, terwijl de vader reeds een millioen had uitgezet. Men kan niet zeggen, dat deze haar „sticfvaderlijk" bedeeld had, en het schijnt dus, dat zelfs goeje stiefvaders de harten hunner kinderen niet kunnen winnen. Merkwaardig is het ook, dat de „ban den des bloeds," die in romans altijd wzoo luid spreken," hier geheel „stom" zijn geworden, m. a. w. dat het meisje ook niets van haar teruggevonden moe der wil weten. Een waarschuwend voor beeld voor de „jonge mama4 aan wie Anna de Savornin Lobman in de „Hol landsehe Lelie," het volgende pilletje te slikken geeft. „Ik kan niets- mee voelen voor uw verdriet. Als gij liever op reis wilt gaan dan bij uw kleine baby blijven, dan be klaag ik dat arme wurm van ganscher harte, dat gij het in het leven hebt ge roepen, voor uw pleizier; want dan heeft het een slechte moeder! Schaam u! Gij zit te huilen, om dat uw zuster en uw rijk get rouwde vriendin op reis kunnen gaan, terwijl gij „genoodzaakt zijt den heelen zomer op uw kindje te passen!" gen te dragen om er een hoed van te maken, die geen anne zou willen op rapen. Suzanna knorde braaf, maar haar sermoen eindigde altijd met een schater lach en men sloot weer vrede. Men moest er wel in berusten om oom Abel te nemen zooals hij was! Toch ergerde hot Suzanna wel een weing, dat zelfs vorsten op het atelier in den scherpen rook wrerden ontvangen cn door een groot man die er zoo haveloos uitzag! Eens op een ochtend werkte de grooto man als gewoonlijk toen men aan de deur klopte. Hit herinnerde hem aaii den dag toen zoo maar, zonder vooraf te waarschuwen, een klein meisje in zijn huis was komen vallen. Terwijl hij zich- zelven afvroeg, hoe hij het toch vóór dien tijd had kunnen stellen zonder dat kleine meisje, dat zoo aardig lachte, vergat hij te antwoorden en men klopte weder zeer schuchter Toen zette hij eene grove stem op om, ever:als voor tien jaar, te roepen: „Maar kom dun toch binnen, voor den duivel!" Deze keer was liet geen aanvallig kind, dat men hem bracht. Een armzalig, ziekelijk, bijna gebocheld, verschrikke lijk beschroomd schepsel kwam binnen, alsof hij aan den vloer vergeving ver zocht, dat hij hem betrad cn bleef voor den beeldhouwer staan, zijn pet steeds tusschen zijn vingers heen- en wederdraaiende. Op het eerste gezicht Die rijk getrouwde vriendin van u wier „middelen haar veroorloven een kindermeid bij de kinderen achter te laten," lijkt mij een dito soort moeder als ik er een gekend heb, die op reis ging terwijl haar jongen den vorigen dag hard ziek was geworden! De dok ter vond er geen bezwaar in," zei ze. „En baar mama en zuster zouden hem wel goed oppassen!" Neen, ik heb met u geen medelijden; alleen met uw baby die zoo'n moeder hoeft als gij er een schijnt te zijn! Gij zijt zeker pre sidente van een Verecniging tot „Kin derbescherming" of iets van dien aard? Zulke moeders als gij zijn gewoonlijk de typen, die men in dergelijke ver- eenigingen liet weligst aantreft!" Zei u ook iets? Baarn. De verfraaiingscommissie verzocht in Januari j.l. den gemeente raad een deskundige te benoemen, die advies zou kunnen uitbrengen omtrent de beplantingen van wegen cn plantsoe nen. De raad verwierp dit verzoek met één stem meerderheid, waarop de ver fraaiingscommissie zelf een drietal des kundigen uitnoodigde, van advies te willen dienen. Deze lieeren, n.l. de tuin architecten Leon Springer, te Haarlem, en Chr. Schulz, te Bussum, benevens de heer T. Koster, oud-boomkwecker te Baarn, hebben thans een uitvoerig rap port uitgebracht, dat door dc verfraaiings commissie den gemeenteraad toegezon den is. In dit zeer belangrijk verslag worden alle lanen en plantsoenen be sproken en middelen ter verbetering aangegeven. De rapporteurs zijn van oordcel, dat in Baarn, evenals in de andere villadorpen van het Gooi, de wegen bij den aanlog voel tc smal werden genomen. Daardoor zijn dc boomen geheel aan den kant geplaatst en hinde ren zij de aangelegen villatuinen. De betrokken eigenaars kunnen zelfs de overhangende takken wegkappen of de wortels in hun terrein afhakken, zeer tot nadeel van het geboomte. Ook zijn de meeste boomen te kort op elkaar geplant zoodat een uitdunning noodig is. Ten slotte achten de adviseurs het wensclielijk, dat eeu deskuudige als vast adviseur voor de plantsoenen optrede, opdat Baarn blijve wat het is: „een lusthof in Ecmland". De gemeenteraad zal eerstdaags dit rapport in behandeling nemen. Dezer dagen werd te Baarn opge richt de Yoreeniging „Nicolaas Beets", zich ten doel stellend haren leden tegen den geringst mogelijken prijs goede Christelijke lectuur te verschaffen. Een reglement is in bewerking; op de statuten werd de Koninklijke Goed keuring aangevraagd. Yan dc familie Beets mocht de Verecniging toestemming verkrijgen tot het voeren van den door haar gekozen naam. IVij kerk. De haven van Nijkerk zal weldra tweehonderd jaar oud zijn. In de „Ainsterdamsche Crt." van 14 Juli 1704 komt de volgende advertentie voor De HoogBd: Welgcbooreu Hecren Jonkheren des Ampts Nieukerk, gele gen in Gelderland, op dc Veluw, 2 uuren van Amersfoort, zijn van meeninge in 't publyk te besteden het maken van een vaert aen de Plaets als mede de Hoofden van 't Paelwerk in de zee, ook 't Yserwerk daer toe nodig en dat op de selfde Plaets den 30 July 1704, zou men hem achttien jaar gegeven heb ben; toen hij hem nauwlettender aan zag, gaf Abel Largij er hem tien meer De jonge man stotterde, beefde, kleurde en op het ongeduldige:: Welnu wat belieft n?" geraakte hij hoe langer zoo meer verward in zijn sproken. Eindelijk liet Largij zijn werk liggen, ging vlak voor den ongelukkigen jon gen staan en zeide op onbesohoften toon „Zeg eens, ik heb geen tijd te ver liezen? Komt gij hier centen ophalen of wat wilt gij?" De jonge man kleurde tot aan den rand van zijn hemdsboord en in zijn diepste vernedering, verkreeg hij een weinig moed. Ilij richtte zijne kleine, verdraaide gestalte op en zeide met eene wel nog bevende maar toch duide lijke stem „Neon mijnheer, ik bengeenbedelaar. Ik vergis mij, ik kom toch als bedelaar tot u. Wat ik van u als cone gunst vraag, is mij toe tc staan op uw atelier te komen, om er te doen wat gij ver langt; uwe schoenen te poetsen, zelfs..." „ik draag sloffen, mijn jongen," ant woordde Abel Largij spottend. „Mijnheer! spot niet met mij! ikkomheel ver, van het platteland.... „Dat kan men wel zien....1- bromde de kunstenaar, die zich weer aan het werk had gezet. „Ik heb een van uwe schoonc wer- wesende Woensdag. En indien iemant de Bestekken daer van gelieven tc sien, kan zich by den Scholtis aldaer, of bij Lubbert van Rouwenburg in de Roskam adresseeren. Harderwijk. Den 10 September a.s. zal van hier naar Amsterdam ver trekken om vandaar met het stoomschip Koning Willem III naar Oost-Indiè te worden overgebracht een detachement suppletietroepen sterk 54 militairen, met bestemming Batavia. Het bevel is op gedragen aan den Kapitein der Inf. F L de Kroon, den Haag, Schenkweg 74. Tot medegcleider is aangewezen de Tweede-Luitenant der Inf. J. C. Nis pen, Nijmegen. Anualaan 4. Bij Kon. besluit is tot Commissaris van politie dezer gemeente benoemd de heer A. Nijhoff, sinds 1894 commissaris van politie te Culemborg. Hedenmorgen bracht do heer N. eeu bezoek aan onze stad on maakte ken nis met het politiecorps. In het Weekblad van het Nederl. Tijdsein-, voor Geneeskunde vinden wij onder de opgave van besmettelijke ziek ten, omtrent de Roodvonk te Amers foort de volgende officieelo mededee- lingen: In de week van 13 Juli tot en met Dinsdag 19 Juli 1 geval, van 20 tot 26 Juli 1 geval van 27 Juli tot 2 Aug. 3 gevallen van 3 tot 9 Aug. 7 gevallen. Door de II. IJ S. M. is aan H. Hei- lijgers aannemer alhier, bij onderhand- sclte prijsopgaaf, opgedragen hetmaken van een privaatgebouwtje meturinoirsen drinkwater voorziening, op de goederen losplaats van het gemeenschappelijk sta- tionsemplaeement te Amersfoort. Behalve de le luitenant C. T. van Erp, van het koloniaal werfdepot te Harderwijk zijn de kapt. G. Snellen, van de cadettenschool te Alkmaar en de le luit. H. Bierman, van de normaal- schietschool te |'s-Gravcnhage aangewe zen om gedurende de a.s. najaarsma- noeuvers in Noord-Brabant, te worden ingedeeld bij het 5e reg. inf. De off. van gez. 2e kl. dr. P. A. Voerman, van liet 3e reg. vcld-art. te Breda, is gedetacheerd bij het 5c reg. inf. te Amersfoort. Dc 1 luit. J. A Pet, die van zijn detacheering in Wost-Lidië hier te lande is teruggekeerd, wordt ingedeeld bij het 5e reg. inf. te Amersfoort. De commies der posterijen en tele grafie 4e klas T. Kuiper is niet, zooals wij onlangs vermeldden geplaatst te Rotterdam, maar te Amsterdam. Maandag herdacht pastoor C. J. Vas- tert zijn 25-jarig priesterfeest. Namens de parochianen werd hem eensom gelds aangeboden voor kerkverfraaiing, terwijl het Kerkbestuur den jubilaris een Ma riabeeld schonk. Te s'-Gravenhage slaagde gisteren voor het examen Fransch l.o. mejtiffr. M. H. F. H. van dc Loo, alhier, ter wijl de heer J. li. Dekker de acte Hoogduitsch l.o. behaalde. Aan den Opperwachtmeester J. W. F. Braggaar, van het le Reg. Veld-art. alhier, is een voortdurend pensioen van f 366. per jaar toegekend. ken gezien en sedert dien dag heb ik slechts één droom, één streven: tot u door te dringen cn u te zeggen: mees ter, vergun mij de minste van uwe leer lingen te zijn." „Ik wil geen leerlingen bij mij heb ben," antwoordde Largij nogsteedsknor rig, maar toch wat minder barsch; de zoo ongekunsteld getoonde bewondering van dit ongelukkig schepsel was hem niet onaangenaam. „In de eerste plaats kan ik geen onderricht geven. Toen men mij als leeraar aan dc Kunstacademie wilde hebben, heb ik geantwoord: Uw onderdanige dienaar, lieeren! Wat ik doe, dat doe ik zonder recht te weten hoe en waarom het is iets in mij, dat mijne hand vat en bestuurt. Het komt in mij op, of hot komt niet in mij op, al naar 't valt. Ik zet het u zulk eene weinig ingewikkelde theorie te onder wijzen aan een hoop kwajongens, die u met open mond aanstaren en die ver langen dal gij hun volgens a en b leert genie te hebben." „Als gij wist, mijnheer hoe weinig ik verlang; 'k heb niet veel plaats noo dig! ik maak bijna geen leven, u kunt mij gebruiken vooi wat u wilt; ik zal de linnen omslagen van uwe ontwerpen in klei nat maken; ik zal do werklie den een handje helpen.... ik heb al wat geteekeud! [Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1904 | | pagina 2