Uit de Omgeving^
Buitenland.
^Binnenland.
Allerlei.
Stadsnieuws.
was zeker het verschil in kleeding wan
neer men de „inarke'1 bezocht De zeer
primitieve dracht der bewoners mengde
zich tusschen de kostuums uit den tijd
van Lodewijk XIII die zich onderschei
den door de groote kragen, de bolezo's
en chemisettes; terwijl de lange jacquet
ten, de strikken en veters van Lodewijk
XIV of de lange en rechte tailles met
ruime plooisels van Lod. XV en de ge
bloemde tafzijden japonnen met. wijde
rokken, mousselinen fichu's en flatteuse
capelines van Lodewijk XVI ons tot
voor een paar eeuwen terugvoerden. Daar
tusschendoor zag men .eenige voorbeel
den uit den tijd van 1830 niet de wijde
mouwen, bouillonnés, ruime volants, ru
ches enz.
En al zijn deze verschillende modes
nog niet algemeen, al loopen er velen
bij die zich niet aan de mode houden,
toch kan men van ous, Hollandsehe vrou
wen, niet meer met recht beweren, dat
we in dat opzicht écn of twee jaar ten
achteren zijn; wij gaan meer met onzen
tijd mee! Komt dit door de meerdere
vrijheid, waarin we ons tegenwoordig
verheugen? Dan geeft die ons blijkbaar
meer gevoel van eigenwaarde in zoover
dat we ons niet zoo angstvallig meer
afvragen wat deze of gene zal vinden
wanneer we dit of dat duiven doen, in
dit geval dragen. Maken we hiervan een
gepast gebruik, dan kan het niet anders
of wij worden er door gebaat en met
ons, onze omgeving. Alleen een wel
gevulde beurs is noodzakelijk!
Ter bezuiniging werden onlangs
100 patiënten uit 't krankzinnigengesticht
te Tevamo, in Italië, ontslagen. In hun
woning teruggekeerd, bleken zij mec-
rendcels nog zóó weinig hersteld, dat
de politie ze uit een oogpunt van pu
blieke veiligheid moest in bewaking
nemen en naar 't gesticht terugvoeren.
In de „Rappel" heeft de abt Le-
mennicr, een priester in liet diocees
Versailles, een uitvoerig schrijven doen
opnemen, waarin hij de gronden uiteen
zet, waarom hij uit de Katholieke kerk
treedt; hij wordt journalist, medewerker
van de „Rappel".
Yolgens Vanity Fair is de geboorte
van den Keizerlijken troonopvolger in
Rusland vooral een buitenkansje voor
de hof-doctoren en de baker der Kei
zerin, dr. Ott, dr. Kirsch en mevr. Gün-
ter. Als de jongeborene een prinses
geweest ware, hadden zij elk 25.000
roebels ontvangen, nu ieder 100.000.
In Siberië ondervinden de vrou
wen de gevolgen van den oorlog op
oen eigenaardige wijze; daar er gco»
metselaars meer zijn 0111 de noodzake
lijkste bouwwerken uit te voeren, zijn
vrouwen voor 't metselwerk gerequireerd.
En zij hanteeren kalkbak en truweel
heel aardig.
Berichten uit Servië maken mel
ding van de wederoprichting van de
oude organen van koning Milan en zijn
zoon Alexander. Ze streven naar het
zelfde doel, omverwerping van de dy-
nastie-Karageorgewitsch en herstel van
de Obrenewitschen in den zoon van
koning Milan en mad. Cherstich. De
knaap is erkend door Milan en dus de
wettige lialf-broeder van wijlen koning
Alexander. Over een paar jaar zal hij
den leeftijd bereikt hebben, die zijn
optreden als kroonpretendent mogelijk
maakt. Yoorloupig noemen de beide
dat ik wegkom. Mijn man wacht zeker
al op mij bij do ballon met zijn ledigen
wagen. Dat is dus afgesproken, ik neem
de kleine mede; liet is juist wat ik
wensch, als ten minste het jaargeld bil
lijk is. Zij is in één woord een dotje."
„Zeg eens, wie heeft u gezegd haar
mede te nemen? Ik houd haar, hoort
gij? De drommel mag weten, wat ik er
mede moet beginnen, maar ik houd haar
toch."
En hij hield haar waarlijk. De oude
dienstbode, die sedert vele jaren liet
huishouden bestuurde, bromde den eer
sten dag geducht, toen bromde zij min
der en eindelijk vroeg zij zichzelve af
hoe zij liet toch ooit zonder dat speel
popje had kunnen stellen. En zoo groei
de het kind op, tusschen den ouden
vrijer en de oude dienstmaagd hoe?
Dat wist men eigenlijk niet recht. Zij
bezocht eenigeu tijd een kleine school
in de buurt, later niet meer. Zij leerde
trouwens met eene verwonderlijke ge
makkelijkheid, zeide hare lessen op bij
haar oom, die een zeer deftig gezicht
zette, als bij haar overhoorde en altijd
op het punt was in verrukking te ge
raken over hare kundigheden. Boven
dien kon zij met hare tien vingers ma
ken wat zij maar wilde: zij teekendc,
zij beeldhouwde, zij maakte zich de keu
rigste japonnen en borduurde, dat men
er verbaasd van stond, en dat alles zon
der regel, als zij lust kreeg om te wer-
organen zijn naam nog niet, omdat ze
vooraf de dynastie-Karageorgewitsch
willen verzwakken en stemming maken
voor een nieuwe revolutie.
John Nicolas Brown is de vier
jarige zoon van een meervoudig mil-
lionair te New-York. Aan liet fortuin
van zijn papa heeft hij te danken dat
hij op alle mogelijke manieren verwend
en vertroeteld wordt. Hij heeft een eigen
dokter, die steeds in zijn nabijheid is.
Melk krijgt hij van een koe, die op een
op bijzendere wijze verzorgde, afge-
heinde weide graast en slechts gefiltreerd
water te drinken krijgt. Om ziekten
van liet kind te weren, worden alle voor
werpen die liet aanraakt, eiken dag
ontsmet. Ook de dienstboden en de
kinderjuffrouw van John moeten dage
lijks hunne kleeren aan een uitgebreide
ontsmetting onderwerpen Het jongetje
bezit op dit oogenblik reeds drie ka
steden, een jacht, een boekerij en zijn
naam staat op alle lijsten, waarmee voor
armen en zieken ingezameld wordt.
In Silezië is groot opzien gewekt
door het uittreden van twee bekende
katholieken uit de roomsche kerk. Het
zijn de pastoor Kurz te Rohustock en
dc Oberlehrer Paul Schmidt van het
Wilhelm-gymnasium te Breslau. Zij heb
ben beiden hun ambt neergelegd en
zijn tot liet protestantisme overgegaan.
Zij zijn in Claustal in den Hartz gebo
ren en, van hun gymnasiastentijd af,
boezemvrienden geweest.
Men schrijft aan de Tel.:
Op de zandbanken van de Eriesche
Wadden, op de scharren en slikken in
de Lauwerzee wordt weer de jacht op
zeehonden uitgeoefend, maar tot nog toe
met weinig resultaat.
Of ze er dan niet zijn? Zeker, de
dieren zijn er zelfs vrij talrijk, men ziet
ze vaak op liet strand te Schiermonnik
oog, maar ze zijn slecht onder schot
te krijgen.
Op sommige banken ligt soms een heel
gezelschap, maar 't schijnt, dat er altijd
een op schildwacht ligt om bij naderend
gevaar de duttende kameraads te waar
schuwen zee te kiezen.
En zijn ze eenmaal te water, dan is
er weinig kans meer de dieren met een
kogel te treffen, want een heel klein
oogenblikje komen ze met den kop
boven water en ze dan te treffen is niet
gemakkelijk.
Treft men ze toch, dan is het honderd
om één, dat men het lijk krijgt, want
het zinkt.
De jager gaat dan ook vaak te water
om het te zoeken, maar dat blijft ge
vaarlijk, wijl men geen zekerheid heeft,
dat het dier dood is. En zijn ze aange
schoten, dan zijn ze woest en bijten raak.
Een Duitsche graaf, die op Schier
monnikoog logeert, had het geluk een
zeehond te treffen, men roeide naar de
plaats waar het dier geschoten was, doch
vond niets.
Met een botsteker een groote vork
met lange tanden, waaraan weerhaken
ging men nu steken en had het geluk
het. doode dier boven te halen.
Zooals men weet looft liet Kijk voor
eiken zeehond die veel visch verslin
den een premie uit, nl. f 3 voor een
wijfje en f 2.50 voor een mannetje.
Zekere E., van de Groninger kust, is
een robben jager, die daarmede een aardig
kapitaal verdiend heeft en dit nog doet.
Ilij is altijd bezig op de Wadden en vangt
ze door middel van een net, door hem
ken, zooals elk byzonder begaafd meisje.
Zij had niet genoeg samenhang in hare
denkbeelden 0111 eene kunstenares te
worden, maar zij zou later zeker eene
betooverende vrouw zijn, iemand om den
een of anderen flinken jongen het hoofd
op hol te brengen, die haar dan op zijn
beide knieën zou sine eken zich te ver
waardigen met hem te trouwen. Ten
minste zoo redeneerde Abel Largij, die
op het punt van wrereldschc wijsheid er
zeker veel minder van wist dan Suzan-
na zelf.
Gedurende al die jaren, terwijl het
kind zich tot een jong meisje ontwik
kelde, ging Abel Largij niet zijn dagc-
lijksch werk voort, droeg altijd zijn boe
zeroen met gaten aan de ellebogen en
zijne zeer verschoten roode muts. Op alle
tentoonstellingen wekten zijne inzen
dingen de bewondering der kenners op ;|na
alle andere belooningen werd hem de
eeremedaille toegewezen, hij droeg het
roode lintje en met ongekunsteld en trots,
die het bloed naar zijn gelaat deed stij
gen, droomde hij van.... het Instituut.
Hij rookte daarom niet minder zijne af
schuwelijke pijp en hij voer heftig tegen
Suzanna uit als zij, in overleg met den
kleermaker, de gevlekte kleederen door-
nieuwe verving. Dit hielp haar uiet veel;
want eene week later kon men de nieuwe
uiet van dc oude onderscheiden en die
onverbeterlijke sloddervos behoefde een
splinternieuwen hoed slechts twee da-
uitgevonden en gebreid.
Hoe dit net er uitziet, hoe liet werkt,
houdt hij zorgvuldig geheim.
Hij heeft dagen gehad dat hij 20 tot 30
zeehonden ving.
Aan den burgemeester moet de achter
vin getoond worden om de uitgeloofde
premie tc krijgen.
Ieder huis heeft zijn kruis" heette
het vroeger, maar tegenwoordig mag
men wel zeggen: „Al reis-je met den
woonwagen, je moet toch je eigen pakje
dragen." Volgende ter illustratie:
Bij de Hartveldsche brug te Water
graafsmeer had zich een troepje Zigeu
ners gelegerd.
Plotseling ontstond twist tusschen twee
der vrouwen en toen scheld- en hoon-
woorden niet hielpen, poogden zij el
kander met vuist- en nagel argumenten
te overtuigen. Weldra kreeg een dei-
strijdenden versterking. Haar teedere
echtgenoot kwam aanloopen met een
groot scherp mes en.... sneed de tegen
partij de haren af.
Toen ook dit het krijgsvuur der kemp-
hennen niet deed verminderen kwam
dc hoofdman eindelijk tussehenbeide en
beëindigde liet „huiselijk" krakeel met
ecnigc goedgemikte zweepslagen.
Het vonnis, dat hij hierna over de
drie schuldigen velde, was een waar
Salomo's oordeel:
Toen de troep op bevel van de Wa-
tergraafsmeersche politie moest opbre
ken, wierp hij de kleederen van de de
linquenten uit den wagen, en veroor
deelden hen dus de groote pakken
goed den ganschcn langen weg naar
Duivendrecht achter den wagen aan te
dragen.
Zij brachten het er, menschelijker
wijze gesproken, niet zoo goed af als
het Keulschc dienstmeisje, dat plotseling
millionaire is geworden, maar o, gril
ligheid der fortuin niets van haar
millioen wil weten en liever in haar
dienst blijft.
Sinds eenigen tijd werd het meisje
vervolgd door een mooi gekleede dame,
die haar tcnlaatste vertelde, dat zij haar
moeder was en dat zij sinds jaren, na
het overlijden van den vader, het spoor
van het kind zocht. Zij had het spoe
dig na de geboorte in ccn vondelingen
huis gedaan, doch na haar hertrouwen
begon zij haar nasporingen. Zij zette
100.000 M. op het kind vast, terwijl de
vader reeds een millioen had uitgezet.
Men kan niet zeggen, dat deze haar
„sticfvaderlijk" bedeeld had, en het
schijnt dus, dat zelfs goeje stiefvaders
de harten hunner kinderen niet kunnen
winnen.
Merkwaardig is het ook, dat de „ban
den des bloeds," die in romans altijd
wzoo luid spreken," hier geheel „stom"
zijn geworden, m. a. w. dat het meisje
ook niets van haar teruggevonden moe
der wil weten. Een waarschuwend voor
beeld voor de „jonge mama4 aan wie
Anna de Savornin Lobman in de „Hol
landsehe Lelie," het volgende pilletje te
slikken geeft.
„Ik kan niets- mee voelen voor uw
verdriet. Als gij liever op reis wilt gaan
dan bij uw kleine baby blijven, dan be
klaag ik dat arme wurm van ganscher
harte, dat gij het in het leven hebt ge
roepen, voor uw pleizier; want dan heeft
het een slechte moeder! Schaam u! Gij
zit te huilen, om dat uw zuster en uw
rijk get rouwde vriendin op reis kunnen
gaan, terwijl gij „genoodzaakt zijt den
heelen zomer op uw kindje te passen!"
gen te dragen om er een hoed van te
maken, die geen anne zou willen op
rapen. Suzanna knorde braaf, maar haar
sermoen eindigde altijd met een schater
lach en men sloot weer vrede. Men
moest er wel in berusten om oom Abel
te nemen zooals hij was! Toch ergerde
hot Suzanna wel een weing, dat zelfs
vorsten op het atelier in den scherpen
rook wrerden ontvangen cn door een
groot man die er zoo haveloos uitzag!
Eens op een ochtend werkte de grooto
man als gewoonlijk toen men aan de
deur klopte. Hit herinnerde hem aaii den
dag toen zoo maar, zonder vooraf te
waarschuwen, een klein meisje in zijn
huis was komen vallen. Terwijl hij zich-
zelven afvroeg, hoe hij het toch vóór
dien tijd had kunnen stellen zonder dat
kleine meisje, dat zoo aardig lachte,
vergat hij te antwoorden en men klopte
weder zeer schuchter
Toen zette hij eene grove stem op
om, ever:als voor tien jaar, te roepen:
„Maar kom dun toch binnen, voor
den duivel!"
Deze keer was liet geen aanvallig
kind, dat men hem bracht. Een armzalig,
ziekelijk, bijna gebocheld, verschrikke
lijk beschroomd schepsel kwam binnen,
alsof hij aan den vloer vergeving ver
zocht, dat hij hem betrad cn bleef
voor den beeldhouwer staan, zijn pet
steeds tusschen zijn vingers heen- en
wederdraaiende. Op het eerste gezicht
Die rijk getrouwde vriendin van u
wier „middelen haar veroorloven een
kindermeid bij de kinderen achter te
laten," lijkt mij een dito soort moeder
als ik er een gekend heb, die op reis
ging terwijl haar jongen den vorigen
dag hard ziek was geworden! De dok
ter vond er geen bezwaar in," zei ze.
„En baar mama en zuster zouden hem
wel goed oppassen!" Neen, ik heb
met u geen medelijden; alleen met uw
baby die zoo'n moeder hoeft als gij er
een schijnt te zijn! Gij zijt zeker pre
sidente van een Verecniging tot „Kin
derbescherming" of iets van dien aard?
Zulke moeders als gij zijn gewoonlijk
de typen, die men in dergelijke ver-
eenigingen liet weligst aantreft!"
Zei u ook iets?
Baarn. De verfraaiingscommissie
verzocht in Januari j.l. den gemeente
raad een deskundige te benoemen, die
advies zou kunnen uitbrengen omtrent
de beplantingen van wegen cn plantsoe
nen. De raad verwierp dit verzoek met
één stem meerderheid, waarop de ver
fraaiingscommissie zelf een drietal des
kundigen uitnoodigde, van advies te
willen dienen. Deze lieeren, n.l. de tuin
architecten Leon Springer, te Haarlem,
en Chr. Schulz, te Bussum, benevens de
heer T. Koster, oud-boomkwecker te
Baarn, hebben thans een uitvoerig rap
port uitgebracht, dat door dc verfraaiings
commissie den gemeenteraad toegezon
den is. In dit zeer belangrijk verslag
worden alle lanen en plantsoenen be
sproken en middelen ter verbetering
aangegeven. De rapporteurs zijn van
oordcel, dat in Baarn, evenals in de
andere villadorpen van het Gooi, de
wegen bij den aanlog voel tc smal werden
genomen. Daardoor zijn dc boomen
geheel aan den kant geplaatst en hinde
ren zij de aangelegen villatuinen. De
betrokken eigenaars kunnen zelfs de
overhangende takken wegkappen of de
wortels in hun terrein afhakken, zeer
tot nadeel van het geboomte. Ook zijn
de meeste boomen te kort op elkaar
geplant zoodat een uitdunning noodig is.
Ten slotte achten de adviseurs het
wensclielijk, dat eeu deskuudige als vast
adviseur voor de plantsoenen optrede,
opdat Baarn blijve wat het is: „een
lusthof in Ecmland".
De gemeenteraad zal eerstdaags dit
rapport in behandeling nemen.
Dezer dagen werd te Baarn opge
richt de Yoreeniging „Nicolaas Beets",
zich ten doel stellend haren leden tegen
den geringst mogelijken prijs goede
Christelijke lectuur te verschaffen.
Een reglement is in bewerking; op
de statuten werd de Koninklijke Goed
keuring aangevraagd. Yan dc familie
Beets mocht de Verecniging toestemming
verkrijgen tot het voeren van den door
haar gekozen naam.
IVij kerk. De haven van Nijkerk zal
weldra tweehonderd jaar oud zijn.
In de „Ainsterdamsche Crt." van 14
Juli 1704 komt de volgende advertentie
voor
De HoogBd: Welgcbooreu Hecren
Jonkheren des Ampts Nieukerk, gele
gen in Gelderland, op dc Veluw, 2 uuren
van Amersfoort, zijn van meeninge in
't publyk te besteden het maken van
een vaert aen de Plaets als mede de
Hoofden van 't Paelwerk in de zee, ook
't Yserwerk daer toe nodig en dat op
de selfde Plaets den 30 July 1704,
zou men hem achttien jaar gegeven heb
ben; toen hij hem nauwlettender aan
zag, gaf Abel Largij er hem tien meer
De jonge man stotterde, beefde, kleurde
en op het ongeduldige:: Welnu wat
belieft n?" geraakte hij hoe langer zoo
meer verward in zijn sproken.
Eindelijk liet Largij zijn werk liggen,
ging vlak voor den ongelukkigen jon
gen staan en zeide op onbesohoften
toon
„Zeg eens, ik heb geen tijd te ver
liezen? Komt gij hier centen ophalen
of wat wilt gij?"
De jonge man kleurde tot aan den
rand van zijn hemdsboord en in zijn
diepste vernedering, verkreeg hij een
weinig moed. Ilij richtte zijne kleine,
verdraaide gestalte op en zeide met
eene wel nog bevende maar toch duide
lijke stem
„Neon mijnheer, ik bengeenbedelaar.
Ik vergis mij, ik kom toch als bedelaar
tot u. Wat ik van u als cone gunst
vraag, is mij toe tc staan op uw atelier
te komen, om er te doen wat gij ver
langt; uwe schoenen te poetsen, zelfs..."
„ik draag sloffen, mijn jongen," ant
woordde Abel Largij spottend.
„Mijnheer! spot niet met mij! ikkomheel
ver, van het platteland....
„Dat kan men wel zien....1- bromde
de kunstenaar, die zich weer aan het
werk had gezet.
„Ik heb een van uwe schoonc wer-
wesende Woensdag. En indien iemant
de Bestekken daer van gelieven tc sien,
kan zich by den Scholtis aldaer, of bij
Lubbert van Rouwenburg in de Roskam
adresseeren.
Harderwijk. Den 10 September
a.s. zal van hier naar Amsterdam ver
trekken om vandaar met het stoomschip
Koning Willem III naar Oost-Indiè te
worden overgebracht een detachement
suppletietroepen sterk 54 militairen, met
bestemming Batavia. Het bevel is op
gedragen aan den Kapitein der Inf. F
L de Kroon, den Haag, Schenkweg
74. Tot medegcleider is aangewezen
de Tweede-Luitenant der Inf. J. C. Nis
pen, Nijmegen. Anualaan 4.
Bij Kon. besluit is tot Commissaris
van politie dezer gemeente benoemd de
heer A. Nijhoff, sinds 1894 commissaris
van politie te Culemborg.
Hedenmorgen bracht do heer N. eeu
bezoek aan onze stad on maakte ken
nis met het politiecorps.
In het Weekblad van het Nederl.
Tijdsein-, voor Geneeskunde vinden wij
onder de opgave van besmettelijke ziek
ten, omtrent de Roodvonk te Amers
foort de volgende officieelo mededee-
lingen:
In de week van 13 Juli tot en met
Dinsdag 19 Juli 1 geval, van 20 tot 26
Juli 1 geval van 27 Juli tot 2 Aug.
3 gevallen van 3 tot 9 Aug. 7 gevallen.
Door de II. IJ S. M. is aan H. Hei-
lijgers aannemer alhier, bij onderhand-
sclte prijsopgaaf, opgedragen hetmaken
van een privaatgebouwtje meturinoirsen
drinkwater voorziening, op de goederen
losplaats van het gemeenschappelijk sta-
tionsemplaeement te Amersfoort.
Behalve de le luitenant C. T. van
Erp, van het koloniaal werfdepot te
Harderwijk zijn de kapt. G. Snellen,
van de cadettenschool te Alkmaar en
de le luit. H. Bierman, van de normaal-
schietschool te |'s-Gravcnhage aangewe
zen om gedurende de a.s. najaarsma-
noeuvers in Noord-Brabant, te worden
ingedeeld bij het 5e reg. inf.
De off. van gez. 2e kl. dr. P. A.
Voerman, van liet 3e reg. vcld-art. te
Breda, is gedetacheerd bij het 5c reg.
inf. te Amersfoort.
Dc 1 luit. J. A Pet, die van zijn
detacheering in Wost-Lidië hier te lande
is teruggekeerd, wordt ingedeeld bij het
5e reg. inf. te Amersfoort.
De commies der posterijen en tele
grafie 4e klas T. Kuiper is niet, zooals
wij onlangs vermeldden geplaatst te
Rotterdam, maar te Amsterdam.
Maandag herdacht pastoor C. J. Vas-
tert zijn 25-jarig priesterfeest. Namens
de parochianen werd hem eensom gelds
aangeboden voor kerkverfraaiing, terwijl
het Kerkbestuur den jubilaris een Ma
riabeeld schonk.
Te s'-Gravenhage slaagde gisteren
voor het examen Fransch l.o. mejtiffr.
M. H. F. H. van dc Loo, alhier, ter
wijl de heer J. li. Dekker de acte
Hoogduitsch l.o. behaalde.
Aan den Opperwachtmeester J. W.
F. Braggaar, van het le Reg. Veld-art.
alhier, is een voortdurend pensioen van
f 366. per jaar toegekend.
ken gezien en sedert dien dag heb ik
slechts één droom, één streven: tot u
door te dringen cn u te zeggen: mees
ter, vergun mij de minste van uwe leer
lingen te zijn."
„Ik wil geen leerlingen bij mij heb
ben," antwoordde Largij nogsteedsknor
rig, maar toch wat minder barsch; de
zoo ongekunsteld getoonde bewondering
van dit ongelukkig schepsel was hem
niet onaangenaam. „In de eerste plaats
kan ik geen onderricht geven. Toen men
mij als leeraar aan dc Kunstacademie
wilde hebben, heb ik geantwoord: Uw
onderdanige dienaar, lieeren! Wat ik
doe, dat doe ik zonder recht te weten
hoe en waarom het is iets in mij, dat
mijne hand vat en bestuurt. Het komt
in mij op, of hot komt niet in mij op,
al naar 't valt. Ik zet het u zulk eene
weinig ingewikkelde theorie te onder
wijzen aan een hoop kwajongens, die u
met open mond aanstaren en die ver
langen dal gij hun volgens a en b leert
genie te hebben."
„Als gij wist, mijnheer hoe weinig
ik verlang; 'k heb niet veel plaats noo
dig! ik maak bijna geen leven, u kunt
mij gebruiken vooi wat u wilt; ik zal
de linnen omslagen van uwe ontwerpen
in klei nat maken; ik zal do werklie
den een handje helpen.... ik heb al wat
geteekeud!
[Wordt vervolgd.)