Tweede Kamer. Allerlei. Stacisnieuws. gevangenisstrat. De Rechtbank verklaarde wegens den stand en de gegoedheid der dame geen geldboete op te leggen, wijl dit geen wezelijke straf zou zijn. DEN HAAG, 30 Sept. 1904. De werkzaamheden op Jt Binnenhof zijn weer begonnen. Nadat de Koningin voor 't eerst in de gerestaureerde Grafe lijke zaal de vereenigde zitting der beide Kamers geopend had, vergaderde al spoedig elk der Kamers afzonderlijk. Over de troonrede zelf is weinig te zeggen. Er kwamen bijna geen nieuwe beloften in voor, wat maar goed isieder weet immers, dat daarvan dit jaar toch niets meer terecht komt. In dat opzicht hadden de aangekondigde wetsontwerpen ter verzekering tegen invaliditeit en ouder dom, tot regeling van de naamlooze vennootschappen en tot wijziging van de leerplichtwet ook wel achterwege kunnen blijven. Niemand gelooft, dat daarvan voor de verkiezingen van 1905 nog iets gereed komt. Wat wel gereed moet komen is een voorstel tot wijziging en aanvulling van de wet op 't hooger onderwijs, 't Schijnt dat 't wetsontwerp niet ongewijzigd zal ingediend worden. In dat geval is her opening van de debatten waarschijnlijk niet te vermijden. Hoe 't zij, de lange rij van ontwerpen, die in meerder of minder gevorderd stadium van behandeling zijn, is zoo groot, dat die reeds onmogelijk kunnen worden afgehandeld. Aan 't eind van de vier jaar zal zeker blijken, dat de binnen gehaalde oogst uiterst klein van omvang is; daarbij komt nog, dat de kwaliteit in geene deele de geringe kwantiteit vergoodt. Als nummer één op de voordracht van president van de Tweede Kamer werd weer met. nagenoeg algemeene stemmen de heer Mackay aangewezen, terwijl op 2 en 3 de hoeren Michiels vanVerduy- nen en Roëll geplaatst werden, evenals de beide voorgaande jaren. Bij dc aanvaarding van 't voorzitter schap maande de heer Mackay vooral tot kortheid aan, doch zelf zal hij wel geloofd hebben, dat deze vermaning niet veel zou geven, vooral niet in dit vierde en laatste jaar van 't loopende wetgevende tijdperk, nu de balans moet opgemaakt worden van wat 't ministerie tot stand bracht en van de linkerzijde onmogelijk een gunstig oordeel over die balans kan worden uitgesproken. Over de zoogenaamde millioenenrede van Minister flarte zullen wij nu zwijgen daarover kan bij de begrooting nog ge noeg gesproken worden. Alleen zij ver meld, dat op bedrijfs- en inkomsten belasting een verhooging van 5 opcenten wordt vootgesteld en de Minister boven dien weer aankomt met zijn eerst inge diend, toen ingetrokken en nu opnieuw weer ingediend wetsontwerp tot verhoo ging van den accijns op 't gedistilleerd van f63 tot f70 per hectoliter. Dinsdag en Woensdag j.l. werd 't debat gevoerd over 't adres van antwoord op de troonrede. Dat dit debat veel practisch nut opgeleverd heeft, kunnen we niet zeggen. Trouwens feitelijk heb ben alleen de sociaal-democraten aan 't debat deelgenomen en wel met niet minder dan vier van de acht Kamerleden van die richting. De heer Troelstra besprak voorname lijk de ontbinding van de Eerste Kamer. Hij keurde die ontbinding niet af, inte gendeel, hij vond 't een prachtig antece dent tegen den tijd, dat zijn mannen eens aan 't roer zouden zitten. Maar hij meende toch, dat de wijze, waarop deze zaak was aangepakt meer revolutionair dan anti-revolutionair was en dat de rol, die Minister Kuyper de Koningin had doen vervullen in lijnrechte tegenspraak was met de hooge positie, die volgens den anti-revolutionairen leider aan de Koningin in 't Staatsbestuur toekomt. Was dit gegeven een alleraanlokkelijkst thema voor den heer Troelstra om uit te werken, wij kunnen niet zeggen, dat hij daarbij op dreef was, zoodat zijn betoog niet zooveel indruk maakte als anders wel eens 't geval is. Dr. Kuyper maakte zich van dit debat met wat grappigs af, waardoor re- en dupliek niet veel beteekenden. De heer van Kol sprak over droeviger zaken, 't Is algemeen bekend, hoe kolonel van Daalen de Gajoe- en Alias- landen is binnengetrokken en daar tal van dooden gemaakt heeft, waaronder meer dan een derde aan vrouwen en kinderen. Terecht luchtte de heer van Kol hierover zijn verontwaardiging, al waren natuurlijk de woorden wel eens wat al te kras. Hij ontkende, dat wij 't recht hadden andere landen als onderhoorig- heden van Atjeh te beschouwen en meenc e, dat in elk geval de vrouwen- en kindermoorden hadden kunnen achter wege blijven. De heer Van der Zwaag steunde dit protest, zoo ook de heer Pijnacker Hor dijk, die echter door tal van vragen duidelijk aantoonde, dat beter gedaan was ook dit debat tot de begrooting uit te stellen, wanneer de Regcciing eerst schriftelijk geantwoord heeft en er dus meer principieel debat kan plaatshebben. De Begeering antwoorde niet bij monde van den minister van koloniën, maar bij monde van den premier, die trachtte aan te toonen wat hem o. i. wel gelukte dat de Gajoe- en AJlas- landen wel degelijk onder Atjeh be hoorden en dat de bevolking dit ook erkende, getuige de belasting, die zij hetaalde. Lang was clementie gebruikt, maar eindelijk moest doorgetast worden en daarom had kolonel van Daalen dezen tocht moeteu maken. Daarbij waren 2835 personen gesneuveld, waaronder 1007 vrouwen en kinderen, en 154 gewond aan den kant van den vijand, terwijl van ons leger 27 gedood en 258 ge wond werden. Dc Begeering betreurde dit alles zeer en had een nader onderzoek bevolen, maar de nieuwe gouverneur-generaal van Heutz had reeds verklaard, toen hij dezen zomer hier was, dat de Gajoes hun vrouwen en kinderen voor zich plaatsten, om als 't ware als schild voor hen te dienen. De heer Pijnacker Hordijk had ver klaard, dat dit de gewoonte van deze menschen niet was en er op gewezen, dat de menschen in de kampongs waren' gedood, zoodat zulk een slagorde onmo gelijk was. Hier blijft dus een raadsel, dat mis schien opgelost wordt door de inlich tingen die de minister nog uit Indië verwacht. Hoe 't zij, waar aan onzen kant betrekkelijk zoo weinig gevallen zijn, komt 't ons meer dan vreemd voor, dat niet op andere wijze deze vrouwen en kinderen onschadelijk te maken \va- ren. Schiet men bij oproer niet zooveel mogelijk op de beenen? Was dit ook hier niet mogelijk geweest? De heer Hugenholtz had 't over pla gerijen bij de marine tegenover de be staande bonden, tegenover matrozen, die aan kiesrechtmeetings deelnemen enz. We kunnen 't niet helpen, maar als dc lieer Hugenholtz spreekt, heeft hij altijd een eenigszins irriteerende wer king op ons. Hij maakt niet den in druk, alsof hij spreekt oin 't onrecht, den matrozen enz. aangedaan, maar wel om zich te verlustigen in de mooie ma nier, waarop hij dat kan en tevens 0111 den minister zoo onaangenaam moge lijk te zijn. Erger wordt dit nog, als de minister of een ander kamerlid den heer Hugenholtz tegenspreekt, dan is zijn herhaald grinniken en onophoude lijk in de rede vallen bepaald onuit staanbaar. Wij vinden dit jammer, want dit ka merlid is een ontwikkeld man, die dik wijls heel goede dingen zegt, maar door zijn wijze van doen, bepaald afstoot. Ook nu weer noemde hij veel, dat er op wees, dat men bij de Marine be paald jacht op de sociaal-democraten schijnt te maken en daarbij soms mid delen gebruikt, die alles behalve fair kuunen genoemd worden. En 1111 vond de heer Staalman dit wel alles heel goed, doch o. i. zijn er tooh nog wel andere mid delen toe te passen dan strenge straffen en verwijderen uit den dienst, althans wanneer 't kleinigheden betreft, als 't bij zich hebben van een programma van een sociaal-democratisch feest en der gelijke. Niet dat wij alles wat de heer Hugenholtz verdedigde goedkeuren, en daarin had de heer Staalman volkomen gelijk, maar wij vreezen, dat met een onverstandigen ijver in 't wegjagen als nu bij de marine bestaat, er op 't laatst geen manschappen meer zullen over blijven. Bij een der paragrafen hield de heer Schaper een vermakelijke rede over de lengte der redevoeringen van links en van rechts en ïioemd daarbij met cijfers verschillende gevallen waarin men van rechts veel meer kolommen van de Handelingen gevuld had dan van links. Bovendien wees hij op de slechte vooi- bereiding van de wetsontwerpen aan de ministeries, waardoor lange discussies noodig werden 0111 't ingediende ont werp wat op te knappen. Een amendement om daaraan uiting te geven verwierf 22 stemmen van links; de rechterzijde, benevens de heeren Mees, Roëll, Van der Vlugt en Marchant stemden tegen. Wanneer we ten slotte vermelden,dat de heer Smeengc een woord voor de binnenschippers sprak en daarbij van den Minister de opmerkelijke verklaring kreeg, dat de binnenschipperij niet bij dc scii epvaart, in de troonrede bedoeld, belli,orcle, dan hebben we een volledig overzicht van 't verhandelde gegeven. Tegen 't adres van antwoord verklaarden zich alleen de socialisten. De volgende week begint de Kamer in de afdeelingcn aan dc begrootingen en daarmee verwante wetsontwerpen. Dan volgt de. Tariefwet en daarna? zal 't wel November zijn en mogen de Kamerleden zeker wel een tijd hebben om zich op de openbare behandeling van de begrooting voor te bereiden. „ln de put zitten" mag over het alge meen een prettige bezigheid gevonden wordenop avondpartijtjes, waar jonge lieden van „beiderlei kunne" tegen woordig zijn, zoo prettig zelfs, dat men soms met een lachend gezicht kau ver klaren .driehonderd meter diep te zitten" onder andere omstandigheden kan de put ons soms op minder aangename wijze gevangen houden. Zoo weet de Limb. Koerier ons het volgende verhaal te vertellen. „Dat hier, evenals op vele plaatsen, het drinken van een borrel bij geboorten, zoowel als bij overlijden, gebruikelijk, voor sommigen bijna onmisbaar is, weet iedereen. Zoo ook behoort de traditioneele borrel gewoonlijk bij hot graven van een put. Dezer dagen liet een kastelein alhier een put „schieten", zooals 't hier heet, waar de borrel volstrekt niet mocht ont breken, immers, |dat zou schande geweest zijn voor een kastelein, die den jenever toch aan „zijn eigen" had. Men bepaalde zich dan ook niet op gepaste wijze en juist afgepast, tot een borrel, maar het pittige vocht werd ge dronken uit bierglazen; de gevolgen bleven natuurlijk niet uit. Een der gravers namelijk, die zich onder in den put bevond, had zoodanig van de gelegen heid geprofiteerd, dat het hem onmoge lijk werd, zich naar boven te werken". Goede raad was duur! Hun mede arbeider „in den modder te laten zitten", en hem maar alleen te laten „modderen" dat was den arbeiders te onmenscholijk af. Gelukkig kwam weldra een van hen op een schitterend denkbeeld, ln allerijl werd een puthaak gehaald, de haak in de broek van den „geoloog" geslagen, en onder luid gejuich van de talrijke omstanders werd de ongelukkige als oen putemmer opgehaald. De „eerlijke vinders" brachten toen hun vrachtje naar „moeder dc_ vrouw", die linn zeker wel goed beloond zal hebben voor de moeite en do eerlijkheid. Als je anders een goede belooning verwacht, kun-jc je soms leelijk vergissen, zoonis dezer dagen een politie-agent te Deventer ondervond. Den man vond 11.1. een bedrag van f 3000, dat verloren was, door een reiziger der firma H. Hij gaf het natuurlijk terug, en kreeg als be looning een sigaar, waarvoor de agent echter heel vriendelijk bedankte, zeggende, dat hij geen looker was. Üf-ie gelijk had, temeer daar je dik wijls niet weet wat voor sigaar gepre senteerd wordt. Dat je daar vaak rare grappen mee beleven kunt, ondervond Zaterdag de heer P. G. die van Venlo naar Rotterdam reisde, en in een spoor wegcoupé alleen kwam te zitten met een vreemdeling. Deze bood hem een sigaar aan en hij had de onvoorzichtigheid die aan te nemen. Nauwelijks had hij ecnigc oogen- blikken gerookt, of hij viel in een die pen slaap. Toen hij een tijd later w eder wakker werd, was zijn portemonnaie ledig en was zijn gouden horlogeketting ver vangen door een nikkelen. De vreem deling was intusschen op een tusschcn- station uitgestapt De reiziger zal zeker in 't vervolg wel wat voorzichtiger en verstandiger zijn. Van verstandige menschen gesproken; dc held van 't volgende verhaal schijnt mij al bizonder verstandig te zijn. „Van een zijner vrienden kreeg een mijnwerker, die beneden in de mijn Oranje-Nassau werkzaam was, het be richt, dat zijn vrouw druk bezig was met inpakken en op het punt stond te vertrekken met den eerstkomendentrein in gezelschap van een ander mijnwerker. Zoo spoedig mogelijk haastte zich de verbolgen echtgenoot naar boven en liep op een draf naar zijn wouing in de Kolonie, waar hij zich van de waarheid van het hem medegedeelde overtuigen kon. Toen onmiddelijk naar 't station. Hier aangekomen vond hij zijn vrouw plus nog iemand gereed staan om te vertrekken. Zonder veel complimenten maakte de man zich meester van de koifer, die voor hem de meeste waarde had, en verwijderde zich even vlug als hij gekomen was. Een zijner kennissen, die hem vroeg, waarom hij zijn vrouw ook niet liad mee teruggebracht, kreeg tot bescheid: „Dat die naar den drommel loopt, daar was toch geen houden meer aan!" Aan het toelatingsexamen voor den Hoofdcurcus te Kampen hebben onder staande onderofficieren van het 5e Reg. Inf. voldaan: a. Voor de infanterie h. t, 1.: Sparen burg, Juta, De Groot, W. A., Vermeulen, Stadlanden, Buurman, Van Everdingcn, Gordijn en Scheltema. b. Voor infanterie O.-I: B. C. H. Martens. c. Voor administratie li. t. 1.: W. G. A. Raat. I11 de Remonstrantsche kerk zal Zon dagmorgen ten 91 2 uur een godsdienst oefening worden gehouden voor jonge lieden. Om 11 uur gewone dienst. De 2e luitenant O. R. Plet, vroeger alhier, thans te LTtrecht is met ingang van heden belast met krijgskundige na- spo ringen te Zutfen. De le Luitenant H. L. de Wijs, thans van het Rcg. Grenadiers en Jagers, wordt 1 Oct. a. s. werkzaam gesteld bij liet Departement van Oorlog. Aan de Universiteit te Utrecht is be vorderd tot doctor in de Nedcrlandsche letteren do lieer J. A. Bruins, leeraar aan dc H. B. S., alhier. Onze tadgenooten Mej.I. Wesselingen P. II. C. Brandt slaagden gisteren voor het theoretisch apothekersexamen. Dinsdag 4 October zal de afdeeling van de Soc:Dem: Arb. Partij een open bare vergadering houden in „De Toe komst" Havik 20, waarin als spreekster zal optreden mevrouw Henr. Roland Holst met het onderwerp: de politieke toestand. Onder de sprekers, die in den ko menden winter zullen optreden voor het Rotterdamsch Natuurkundig Genoot schap komt 0. a. ook voor Dr. Th. Weevers, leeraar in de Natuurlijke Hi storie aan de II. B. S., die 28 Februari 1905 zal optreden ter behandeling van het onderwerp„Ademhaling en Gisting. Op voorstel van het departement Rot terdam werd door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen aan het hoofd bestuur opgedragen een onderzoek in te stellen naar de wcnschelijkheid om in ons land ook een correspondentie- school (onderwijs per post) op te richten in navolging van Amerika. Het hoofdbestuur heeft thans een commissie voor dat onderzoek benoemd n.l. de hoeren dr. D. Bos, te A\ inschoten, Th. Nolen, alhier en L. B. Kikkert schoolopziener in het arrondissement Amersfoort. Bij den uitgever P. M. Wink alhier is verschenen het eerste stuk van James' geschiedenis der Fransche revolutie, naar het Engclsch bewerkt en van aantccke- ningen voorzien door J. A. Bergmeijer. Het geheel zal compleet zijn in 6 stukken. Vrijdagavond hield de „Vereeniging Ambachtschool voor Amersfoort e. o." een vergadering in „dc Arend" die werd bijgewoond door 11 bestuursleden en 21 leden. De voorzitter, do heer G. J. Buys herinnert bij de opening met een enkel woord aan de bestemming der vergade ring. De begrooting heeft 14 dagen ter inzage gelegen en zooals gewoonlijk heeft geen der leden die ingezien. In het afgeloopen jaar hebben we meer malen het genoegen gehad, dat onze financiën zijn nagegaan. Eerst B. en W. en later zelfs de Raad Er zijn inter pellaties over gehouden en zelfs is er een Raadscommissie benoemd om de rekening 11a te zien. Uit het rapport van de commissie blijkt evenwel, dat die commissie nog niet tevreden is en geen goed overzicht heeft gekregen van de financiën. Dc Raadscommissie heeft zich niet gewend tot de autoriteiten in deze aangewezen, 't Is jammer, dat alle leden van die commissie nog niet overtuigd w aren, maar als de leden van de vergadering dat maar zijn dan is de voorzitter tevreden. Hierna leest de secretaris de notulen van de vorige vergadering, die onver anderd worden goedgekeurd. De uitgaven op de begrooting 1905 zijn geraamd, zooals ze onvermijdelijk noodig zullen zijn, zoodat deze begroo- ting vrij na met dc werkelijkheid over eenkomt. Niettegenstaande de grootste zuinigheid betracht is, zal een grootcr uitgave noodig zijn, dan 't vorig jaar. Dit zou kunnen geleid hebben tot het zoeken naar versterking van middelen maar er komen ook inkomsten op voor, die nog niet voorkwamen. Dc opbrengst verloting was geraamd op f-410 en heeft opgebracht f 7S0. De belangstelling in de school was zoo groot dat dc loten vrij grif van de hand gingen. Na 1905 is liet mogelijk dezen post geregeld op de begrooting te brengen zoodat daaruit een verstuiking van inkomsten kan ge vonden worden. Eerst als een uitbrei ding der school noodzakelijk wordt, zal naar grooter subsidie moeten worden uitgezien. Nu voldoet de school even wel voldoende aan de plaatselijke be hoeften. Mocht uitbreiding noodig zijn, dan zullen autoriteiten de hoogere sub sidie moeten aanbieden a. h. w. In geen geval zullen we de hoogere subsidie aan vragen, wanneer] het mocht blijken, dat daaraan beperkende bepalingen worden verbonden. De uitgaven bedragen totaal f 18.000 en de inkomsten f 18.058,33. Nadat prof. Kenninck een vraag naar aanleiding van de begrooting heeft ge steld, die door den voorzitter wordt be antwoord, wordt benoemd dc commissie om de rekening en verantwoording over 1905 11a te zien. Door den voorzitter worden hiervoor aangewezen de heeren: Pels Rijcken, Tromp van Holst en Teengs, en als plaatsvervanger de heer J. C. v. d. Meer. De aftredende bestuursleden de heeren Hoekstra en Arnold worden herkozen en nemen de herbenoeming aan. In de bestaande vacaturen in het Bestuur worden gekozen de heeren: G. Blok en C. Prins. Daar geen der heeren aanwezig is, zal den heeren hiervan bericht worden gezonden. Zoo ze de be noeming niet aannemen, blijven de va caturen bestaan. Bij de rondvraag vraagt de heer Kenninck of het Bestuur ook bekend is of de jongens, die nu de school ver laten hebben, goed terecht zijn gekomen? Dc voorzitter antwoordt, dat dit bij 't einde van 't jaar pas volledig bekend kan zijn. De jongens die de jschool verlaten hebben, verdienen nu echter reeds hun brood. De jongens die buiten de gemeente werk kunnen krijgen, kunnen zich even- wel in het begin nog niet geheel be druipen. In het jaarverslag zal een sta tistiek verschijnen over alle vertrokken leerlingen. Hierna sluit de voorzitter de vergade ring. Dat Amersfoort al meer en meer de allures gaat aannemen van een groote stad, hebben ze in dc dagen voor do gemeenteraadsverkiezing kunnen mer ken. "Werd er bij vorige verkiezingen weinig of niets gedaan, waaraan men kon merken dat er iets bijzonders aan de hand was, thans was dat anders. Behalve tal van aanplakbiljetten, zag men nu toch Zaterdagavond in de Lan- gestraat een groote transparant, waarop: Kiest D. Gerritsen. De voorvechters van de candidatuur van den heer van 't Hof, wilden evenwel blijkbaar nog grooter reclame hebben Maandagavond verscheen er toch een reusachtig bord waarop den kiezers dringend werd aan geraden den heer van 't Hof te stemmen. Voor den heer Gerritsen waren nu evenwel twee transparanten, die van Zaterdagavond en een aan de vier kanten beschilderd met: Kiest D. Gerritsen; De man der kleine luyden is D. Geiritse'n; Wie goed onderwijs wil, kiest D. Ger ritsen; Niet de belangen van huiseige naren alleen, Maar van het algemeen. Kiest dus D. Gerritsen. Men ziet het, aan reclame geen gebrek. VanRoomsch- katholieke zijde, werd naar buiten wei nig gemerkt. Ook in deze dagen bleef deze partij haar oude tactiek getrouw. Of het evenwel al die reclame is ge weest, die den heer Gerritsen zoo'n enorme meerderheid bezorgde? Wij ge- looven het niet. Het krachtige energieke werken van vele mannen, zal daartoe zeker meer hebben toe bijgedragen. Toen wij Maandagavond toch de laatste monstering bijwoonden bleek ons, dat er flink gewerkt was en dat er heel wat kiezers opgewekt waren hun eerste burgerplicht toch vooral niet te ver zuimen. Dinsdag werd er nog geregeld door gewerkt 0111 de kiezers naar dc stem bus te krijgen, wat noodig was, daar het aantal lauwen niet gering is. En toen eindelijk de bus zou geopend wor den drong een groote massa zich in het stemlokaal 0111 den uitslag zoo spoedig mogelijk te vernemen. Al heel gauw- stonden de kansen voor den heer Ger ritsen gunstig, hij was in de meerder heid en bleef dat. De uitslag werd door de werkers met groote vreugde ontvangen. Toch was nog niet alles gedaan, 's Avonds zou er een bijeenkomst zijn, hoe de verkiezing ook zou uitvallen en nu zorgden een paar personen, dat het geheel recht feestelijk zou zijn. Spoedig werd het bekend, dat den heer Gerritsen een serenade zou worden gebracht en 0111 half negen trok de Muziek van de Amcrsf. Muziekvereeniging met tal van kiezers naar den Soesterweg. De heer Gerritsen ging daarna mede naar de Zwaan, waar tal van gelukwensehen werden uitgesproken en ook autoriteiten verschenen om den heer Gerritsen ge luk te weusehen.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1904 | | pagina 2