Tweede Kamer.
Allerlei.
Stacisnieuws.
gevangenisstrat. De Rechtbank verklaarde
wegens den stand en de gegoedheid der
dame geen geldboete op te leggen,
wijl dit geen wezelijke straf zou zijn.
DEN HAAG, 30 Sept. 1904.
De werkzaamheden op Jt Binnenhof
zijn weer begonnen. Nadat de Koningin
voor 't eerst in de gerestaureerde Grafe
lijke zaal de vereenigde zitting der beide
Kamers geopend had, vergaderde al
spoedig elk der Kamers afzonderlijk.
Over de troonrede zelf is weinig te
zeggen. Er kwamen bijna geen nieuwe
beloften in voor, wat maar goed isieder
weet immers, dat daarvan dit jaar toch
niets meer terecht komt. In dat opzicht
hadden de aangekondigde wetsontwerpen
ter verzekering tegen invaliditeit en ouder
dom, tot regeling van de naamlooze
vennootschappen en tot wijziging van de
leerplichtwet ook wel achterwege kunnen
blijven. Niemand gelooft, dat daarvan
voor de verkiezingen van 1905 nog iets
gereed komt.
Wat wel gereed moet komen is een
voorstel tot wijziging en aanvulling van
de wet op 't hooger onderwijs, 't Schijnt
dat 't wetsontwerp niet ongewijzigd zal
ingediend worden. In dat geval is her
opening van de debatten waarschijnlijk
niet te vermijden.
Hoe 't zij, de lange rij van ontwerpen,
die in meerder of minder gevorderd
stadium van behandeling zijn, is zoo
groot, dat die reeds onmogelijk kunnen
worden afgehandeld. Aan 't eind van de
vier jaar zal zeker blijken, dat de binnen
gehaalde oogst uiterst klein van omvang
is; daarbij komt nog, dat de kwaliteit
in geene deele de geringe kwantiteit
vergoodt.
Als nummer één op de voordracht van
president van de Tweede Kamer werd
weer met. nagenoeg algemeene stemmen
de heer Mackay aangewezen, terwijl op
2 en 3 de hoeren Michiels vanVerduy-
nen en Roëll geplaatst werden, evenals
de beide voorgaande jaren.
Bij dc aanvaarding van 't voorzitter
schap maande de heer Mackay vooral
tot kortheid aan, doch zelf zal hij wel
geloofd hebben, dat deze vermaning niet
veel zou geven, vooral niet in dit vierde
en laatste jaar van 't loopende wetgevende
tijdperk, nu de balans moet opgemaakt
worden van wat 't ministerie tot stand
bracht en van de linkerzijde onmogelijk
een gunstig oordeel over die balans kan
worden uitgesproken.
Over de zoogenaamde millioenenrede
van Minister flarte zullen wij nu zwijgen
daarover kan bij de begrooting nog ge
noeg gesproken worden. Alleen zij ver
meld, dat op bedrijfs- en inkomsten
belasting een verhooging van 5 opcenten
wordt vootgesteld en de Minister boven
dien weer aankomt met zijn eerst inge
diend, toen ingetrokken en nu opnieuw
weer ingediend wetsontwerp tot verhoo
ging van den accijns op 't gedistilleerd
van f63 tot f70 per hectoliter.
Dinsdag en Woensdag j.l. werd 't
debat gevoerd over 't adres van antwoord
op de troonrede. Dat dit debat veel
practisch nut opgeleverd heeft, kunnen
we niet zeggen. Trouwens feitelijk heb
ben alleen de sociaal-democraten aan 't
debat deelgenomen en wel met niet
minder dan vier van de acht Kamerleden
van die richting.
De heer Troelstra besprak voorname
lijk de ontbinding van de Eerste Kamer.
Hij keurde die ontbinding niet af, inte
gendeel, hij vond 't een prachtig antece
dent tegen den tijd, dat zijn mannen
eens aan 't roer zouden zitten. Maar hij
meende toch, dat de wijze, waarop deze
zaak was aangepakt meer revolutionair
dan anti-revolutionair was en dat de rol,
die Minister Kuyper de Koningin had
doen vervullen in lijnrechte tegenspraak
was met de hooge positie, die volgens
den anti-revolutionairen leider aan de
Koningin in 't Staatsbestuur toekomt.
Was dit gegeven een alleraanlokkelijkst
thema voor den heer Troelstra om uit
te werken, wij kunnen niet zeggen, dat
hij daarbij op dreef was, zoodat zijn
betoog niet zooveel indruk maakte als
anders wel eens 't geval is.
Dr. Kuyper maakte zich van dit debat
met wat grappigs af, waardoor re- en
dupliek niet veel beteekenden.
De heer van Kol sprak over droeviger
zaken, 't Is algemeen bekend, hoe
kolonel van Daalen de Gajoe- en Alias-
landen is binnengetrokken en daar tal
van dooden gemaakt heeft, waaronder
meer dan een derde aan vrouwen en
kinderen. Terecht luchtte de heer van Kol
hierover zijn verontwaardiging, al waren
natuurlijk de woorden wel eens wat al
te kras. Hij ontkende, dat wij 't recht
hadden andere landen als onderhoorig-
heden van Atjeh te beschouwen en
meenc e, dat in elk geval de vrouwen-
en kindermoorden hadden kunnen achter
wege blijven.
De heer Van der Zwaag steunde dit
protest, zoo ook de heer Pijnacker Hor
dijk, die echter door tal van vragen
duidelijk aantoonde, dat beter gedaan
was ook dit debat tot de begrooting uit
te stellen, wanneer de Regcciing eerst
schriftelijk geantwoord heeft en er dus
meer principieel debat kan plaatshebben.
De Begeering antwoorde niet bij monde
van den minister van koloniën, maar bij
monde van den premier, die trachtte
aan te toonen wat hem o. i. wel
gelukte dat de Gajoe- en AJlas-
landen wel degelijk onder Atjeh be
hoorden en dat de bevolking dit ook
erkende, getuige de belasting, die zij
hetaalde. Lang was clementie gebruikt,
maar eindelijk moest doorgetast worden
en daarom had kolonel van Daalen dezen
tocht moeteu maken. Daarbij waren 2835
personen gesneuveld, waaronder 1007
vrouwen en kinderen, en 154 gewond
aan den kant van den vijand, terwijl
van ons leger 27 gedood en 258 ge
wond werden.
Dc Begeering betreurde dit alles zeer
en had een nader onderzoek bevolen,
maar de nieuwe gouverneur-generaal
van Heutz had reeds verklaard, toen hij
dezen zomer hier was, dat de Gajoes
hun vrouwen en kinderen voor zich
plaatsten, om als 't ware als schild voor
hen te dienen.
De heer Pijnacker Hordijk had ver
klaard, dat dit de gewoonte van deze
menschen niet was en er op gewezen,
dat de menschen in de kampongs waren'
gedood, zoodat zulk een slagorde onmo
gelijk was.
Hier blijft dus een raadsel, dat mis
schien opgelost wordt door de inlich
tingen die de minister nog uit Indië
verwacht. Hoe 't zij, waar aan onzen
kant betrekkelijk zoo weinig gevallen
zijn, komt 't ons meer dan vreemd voor,
dat niet op andere wijze deze vrouwen
en kinderen onschadelijk te maken \va-
ren. Schiet men bij oproer niet zooveel
mogelijk op de beenen? Was dit ook
hier niet mogelijk geweest?
De heer Hugenholtz had 't over pla
gerijen bij de marine tegenover de be
staande bonden, tegenover matrozen, die
aan kiesrechtmeetings deelnemen enz.
We kunnen 't niet helpen, maar als
dc lieer Hugenholtz spreekt, heeft hij
altijd een eenigszins irriteerende wer
king op ons. Hij maakt niet den in
druk, alsof hij spreekt oin 't onrecht,
den matrozen enz. aangedaan, maar wel
om zich te verlustigen in de mooie ma
nier, waarop hij dat kan en tevens 0111
den minister zoo onaangenaam moge
lijk te zijn. Erger wordt dit nog, als de
minister of een ander kamerlid den
heer Hugenholtz tegenspreekt, dan is
zijn herhaald grinniken en onophoude
lijk in de rede vallen bepaald onuit
staanbaar.
Wij vinden dit jammer, want dit ka
merlid is een ontwikkeld man, die dik
wijls heel goede dingen zegt, maar door
zijn wijze van doen, bepaald afstoot.
Ook nu weer noemde hij veel, dat er
op wees, dat men bij de Marine be
paald jacht op de sociaal-democraten
schijnt te maken en daarbij soms mid
delen gebruikt, die alles behalve fair
kuunen genoemd worden. En 1111 vond
de heer Staalman dit wel alles heel goed,
doch o. i. zijn er tooh nog wel andere mid
delen toe te passen dan strenge straffen
en verwijderen uit den dienst, althans
wanneer 't kleinigheden betreft, als 't
bij zich hebben van een programma van
een sociaal-democratisch feest en der
gelijke. Niet dat wij alles wat de heer
Hugenholtz verdedigde goedkeuren, en
daarin had de heer Staalman volkomen
gelijk, maar wij vreezen, dat met een
onverstandigen ijver in 't wegjagen als
nu bij de marine bestaat, er op 't laatst
geen manschappen meer zullen over
blijven.
Bij een der paragrafen hield de heer
Schaper een vermakelijke rede over de
lengte der redevoeringen van links en
van rechts en ïioemd daarbij met cijfers
verschillende gevallen waarin men van
rechts veel meer kolommen van de
Handelingen gevuld had dan van links.
Bovendien wees hij op de slechte vooi-
bereiding van de wetsontwerpen aan de
ministeries, waardoor lange discussies
noodig werden 0111 't ingediende ont
werp wat op te knappen.
Een amendement om daaraan uiting
te geven verwierf 22 stemmen van links;
de rechterzijde, benevens de heeren
Mees, Roëll, Van der Vlugt en Marchant
stemden tegen.
Wanneer we ten slotte vermelden,dat
de heer Smeengc een woord voor de
binnenschippers sprak en daarbij van
den Minister de opmerkelijke verklaring
kreeg, dat de binnenschipperij niet bij
dc scii epvaart, in de troonrede bedoeld,
belli,orcle, dan hebben we een volledig
overzicht van 't verhandelde gegeven.
Tegen 't adres van antwoord verklaarden
zich alleen de socialisten.
De volgende week begint de Kamer
in de afdeelingcn aan dc begrootingen
en daarmee verwante wetsontwerpen.
Dan volgt de. Tariefwet en daarna?
zal 't wel November zijn en mogen de
Kamerleden zeker wel een tijd hebben
om zich op de openbare behandeling
van de begrooting voor te bereiden.
„ln de put zitten" mag over het alge
meen een prettige bezigheid gevonden
wordenop avondpartijtjes, waar jonge
lieden van „beiderlei kunne" tegen
woordig zijn, zoo prettig zelfs, dat men
soms met een lachend gezicht kau ver
klaren .driehonderd meter diep te zitten"
onder andere omstandigheden kan de
put ons soms op minder aangename wijze
gevangen houden.
Zoo weet de Limb. Koerier ons het
volgende verhaal te vertellen.
„Dat hier, evenals op vele plaatsen,
het drinken van een borrel bij geboorten,
zoowel als bij overlijden, gebruikelijk,
voor sommigen bijna onmisbaar is, weet
iedereen. Zoo ook behoort de traditioneele
borrel gewoonlijk bij hot graven van
een put.
Dezer dagen liet een kastelein alhier
een put „schieten", zooals 't hier heet,
waar de borrel volstrekt niet mocht ont
breken, immers, |dat zou schande geweest
zijn voor een kastelein, die den jenever
toch aan „zijn eigen" had.
Men bepaalde zich dan ook niet op
gepaste wijze en juist afgepast, tot een
borrel, maar het pittige vocht werd ge
dronken uit bierglazen; de gevolgen
bleven natuurlijk niet uit. Een der gravers
namelijk, die zich onder in den put
bevond, had zoodanig van de gelegen
heid geprofiteerd, dat het hem onmoge
lijk werd, zich naar boven te werken".
Goede raad was duur! Hun mede
arbeider „in den modder te laten zitten",
en hem maar alleen te laten „modderen"
dat was den arbeiders te onmenscholijk
af. Gelukkig kwam weldra een van hen
op een schitterend denkbeeld, ln allerijl
werd een puthaak gehaald, de haak in
de broek van den „geoloog" geslagen,
en onder luid gejuich van de talrijke
omstanders werd de ongelukkige als oen
putemmer opgehaald.
De „eerlijke vinders" brachten toen
hun vrachtje naar „moeder dc_ vrouw",
die linn zeker wel goed beloond zal
hebben voor de moeite en do eerlijkheid.
Als je anders een goede belooning
verwacht, kun-jc je soms leelijk vergissen,
zoonis dezer dagen een politie-agent te
Deventer ondervond. Den man vond 11.1.
een bedrag van f 3000, dat verloren was,
door een reiziger der firma H. Hij gaf
het natuurlijk terug, en kreeg als be
looning een sigaar, waarvoor de
agent echter heel vriendelijk bedankte,
zeggende, dat hij geen looker was.
Üf-ie gelijk had, temeer daar je dik
wijls niet weet wat voor sigaar gepre
senteerd wordt. Dat je daar vaak rare
grappen mee beleven kunt, ondervond
Zaterdag de heer P. G. die van Venlo
naar Rotterdam reisde, en in een spoor
wegcoupé alleen kwam te zitten met
een vreemdeling.
Deze bood hem een sigaar aan en hij
had de onvoorzichtigheid die aan te
nemen. Nauwelijks had hij ecnigc oogen-
blikken gerookt, of hij viel in een die
pen slaap.
Toen hij een tijd later w eder wakker
werd, was zijn portemonnaie ledig en
was zijn gouden horlogeketting ver
vangen door een nikkelen. De vreem
deling was intusschen op een tusschcn-
station uitgestapt
De reiziger zal zeker in 't vervolg
wel wat voorzichtiger en verstandiger
zijn.
Van verstandige menschen gesproken;
dc held van 't volgende verhaal schijnt
mij al bizonder verstandig te zijn.
„Van een zijner vrienden kreeg een
mijnwerker, die beneden in de mijn
Oranje-Nassau werkzaam was, het be
richt, dat zijn vrouw druk bezig was
met inpakken en op het punt stond te
vertrekken met den eerstkomendentrein
in gezelschap van een ander mijnwerker.
Zoo spoedig mogelijk haastte zich de
verbolgen echtgenoot naar boven en liep
op een draf naar zijn wouing in de
Kolonie, waar hij zich van de waarheid
van het hem medegedeelde overtuigen
kon. Toen onmiddelijk naar 't station.
Hier aangekomen vond hij zijn vrouw
plus nog iemand gereed staan om te
vertrekken. Zonder veel complimenten
maakte de man zich meester van de
koifer, die voor hem de meeste waarde
had, en verwijderde zich even vlug als
hij gekomen was.
Een zijner kennissen, die hem vroeg,
waarom hij zijn vrouw ook niet liad
mee teruggebracht, kreeg tot bescheid:
„Dat die naar den drommel loopt, daar
was toch geen houden meer aan!"
Aan het toelatingsexamen voor den
Hoofdcurcus te Kampen hebben onder
staande onderofficieren van het 5e Reg.
Inf. voldaan:
a. Voor de infanterie h. t, 1.: Sparen
burg, Juta, De Groot, W. A., Vermeulen,
Stadlanden, Buurman, Van Everdingcn,
Gordijn en Scheltema.
b. Voor infanterie O.-I: B. C. H.
Martens.
c. Voor administratie li. t. 1.: W. G.
A. Raat.
I11 de Remonstrantsche kerk zal Zon
dagmorgen ten 91 2 uur een godsdienst
oefening worden gehouden voor jonge
lieden.
Om 11 uur gewone dienst.
De 2e luitenant O. R. Plet, vroeger
alhier, thans te LTtrecht is met ingang
van heden belast met krijgskundige na-
spo ringen te Zutfen.
De le Luitenant H. L. de Wijs,
thans van het Rcg. Grenadiers en Jagers,
wordt 1 Oct. a. s. werkzaam gesteld
bij liet Departement van Oorlog.
Aan de Universiteit te Utrecht is be
vorderd tot doctor in de Nedcrlandsche
letteren do lieer J. A. Bruins, leeraar
aan dc H. B. S., alhier.
Onze tadgenooten Mej.I. Wesselingen
P. II. C. Brandt slaagden gisteren voor het
theoretisch apothekersexamen.
Dinsdag 4 October zal de afdeeling
van de Soc:Dem: Arb. Partij een open
bare vergadering houden in „De Toe
komst" Havik 20, waarin als spreekster
zal optreden mevrouw Henr. Roland
Holst met het onderwerp: de politieke
toestand.
Onder de sprekers, die in den ko
menden winter zullen optreden voor het
Rotterdamsch Natuurkundig Genoot
schap komt 0. a. ook voor Dr. Th.
Weevers, leeraar in de Natuurlijke Hi
storie aan de II. B. S., die 28 Februari
1905 zal optreden ter behandeling van
het onderwerp„Ademhaling en Gisting.
Op voorstel van het departement Rot
terdam werd door de Maatschappij tot
Nut van 't Algemeen aan het hoofd
bestuur opgedragen een onderzoek in
te stellen naar de wcnschelijkheid om
in ons land ook een correspondentie-
school (onderwijs per post) op te richten
in navolging van Amerika.
Het hoofdbestuur heeft thans een
commissie voor dat onderzoek benoemd
n.l. de hoeren dr. D. Bos, te A\ inschoten,
Th. Nolen, alhier en L. B. Kikkert
schoolopziener in het arrondissement
Amersfoort.
Bij den uitgever P. M. Wink alhier
is verschenen het eerste stuk van James'
geschiedenis der Fransche revolutie, naar
het Engclsch bewerkt en van aantccke-
ningen voorzien door J. A. Bergmeijer.
Het geheel zal compleet zijn in 6
stukken.
Vrijdagavond hield de „Vereeniging
Ambachtschool voor Amersfoort e. o."
een vergadering in „dc Arend" die werd
bijgewoond door 11 bestuursleden en
21 leden.
De voorzitter, do heer G. J. Buys
herinnert bij de opening met een enkel
woord aan de bestemming der vergade
ring. De begrooting heeft 14 dagen ter
inzage gelegen en zooals gewoonlijk
heeft geen der leden die ingezien. In
het afgeloopen jaar hebben we meer
malen het genoegen gehad, dat onze
financiën zijn nagegaan. Eerst B. en W.
en later zelfs de Raad Er zijn inter
pellaties over gehouden en zelfs is er
een Raadscommissie benoemd om de
rekening 11a te zien. Uit het rapport
van de commissie blijkt evenwel, dat
die commissie nog niet tevreden is en
geen goed overzicht heeft gekregen van
de financiën. Dc Raadscommissie heeft
zich niet gewend tot de autoriteiten in
deze aangewezen, 't Is jammer, dat
alle leden van die commissie nog niet
overtuigd w aren, maar als de leden van
de vergadering dat maar zijn dan is de
voorzitter tevreden.
Hierna leest de secretaris de notulen
van de vorige vergadering, die onver
anderd worden goedgekeurd.
De uitgaven op de begrooting 1905
zijn geraamd, zooals ze onvermijdelijk
noodig zullen zijn, zoodat deze begroo-
ting vrij na met dc werkelijkheid over
eenkomt. Niettegenstaande de grootste
zuinigheid betracht is, zal een grootcr
uitgave noodig zijn, dan 't vorig jaar.
Dit zou kunnen geleid hebben tot het
zoeken naar versterking van middelen
maar er komen ook inkomsten op voor,
die nog niet voorkwamen. Dc opbrengst
verloting was geraamd op f-410 en heeft
opgebracht f 7S0. De belangstelling in
de school was zoo groot dat dc loten
vrij grif van de hand gingen. Na 1905
is liet mogelijk dezen post geregeld op
de begrooting te brengen zoodat daaruit
een verstuiking van inkomsten kan ge
vonden worden. Eerst als een uitbrei
ding der school noodzakelijk wordt, zal
naar grooter subsidie moeten worden
uitgezien. Nu voldoet de school even
wel voldoende aan de plaatselijke be
hoeften. Mocht uitbreiding noodig zijn,
dan zullen autoriteiten de hoogere sub
sidie moeten aanbieden a. h. w. In geen
geval zullen we de hoogere subsidie aan
vragen, wanneer] het mocht blijken, dat
daaraan beperkende bepalingen worden
verbonden. De uitgaven bedragen totaal
f 18.000 en de inkomsten f 18.058,33.
Nadat prof. Kenninck een vraag naar
aanleiding van de begrooting heeft ge
steld, die door den voorzitter wordt be
antwoord, wordt benoemd dc commissie
om de rekening en verantwoording over
1905 11a te zien. Door den voorzitter
worden hiervoor aangewezen de heeren:
Pels Rijcken, Tromp van Holst en
Teengs, en als plaatsvervanger de heer
J. C. v. d. Meer.
De aftredende bestuursleden de heeren
Hoekstra en Arnold worden herkozen
en nemen de herbenoeming aan.
In de bestaande vacaturen in het
Bestuur worden gekozen de heeren: G.
Blok en C. Prins. Daar geen der heeren
aanwezig is, zal den heeren hiervan
bericht worden gezonden. Zoo ze de be
noeming niet aannemen, blijven de va
caturen bestaan.
Bij de rondvraag vraagt de heer
Kenninck of het Bestuur ook bekend
is of de jongens, die nu de school ver
laten hebben, goed terecht zijn gekomen?
Dc voorzitter antwoordt, dat dit bij 't
einde van 't jaar pas volledig bekend
kan zijn. De jongens die de jschool verlaten
hebben, verdienen nu echter reeds hun
brood. De jongens die buiten de gemeente
werk kunnen krijgen, kunnen zich even-
wel in het begin nog niet geheel be
druipen. In het jaarverslag zal een sta
tistiek verschijnen over alle vertrokken
leerlingen.
Hierna sluit de voorzitter de vergade
ring.
Dat Amersfoort al meer en meer de
allures gaat aannemen van een groote
stad, hebben ze in dc dagen voor do
gemeenteraadsverkiezing kunnen mer
ken. "Werd er bij vorige verkiezingen
weinig of niets gedaan, waaraan men
kon merken dat er iets bijzonders aan
de hand was, thans was dat anders.
Behalve tal van aanplakbiljetten, zag
men nu toch Zaterdagavond in de Lan-
gestraat een groote transparant, waarop:
Kiest D. Gerritsen. De voorvechters
van de candidatuur van den heer van
't Hof, wilden evenwel blijkbaar nog
grooter reclame hebben Maandagavond
verscheen er toch een reusachtig bord
waarop den kiezers dringend werd aan
geraden den heer van 't Hof te stemmen.
Voor den heer Gerritsen waren nu
evenwel twee transparanten, die van
Zaterdagavond en een aan de vier kanten
beschilderd met: Kiest D. Gerritsen; De
man der kleine luyden is D. Geiritse'n;
Wie goed onderwijs wil, kiest D. Ger
ritsen; Niet de belangen van huiseige
naren alleen, Maar van het algemeen.
Kiest dus D. Gerritsen. Men ziet het,
aan reclame geen gebrek. VanRoomsch-
katholieke zijde, werd naar buiten wei
nig gemerkt. Ook in deze dagen bleef
deze partij haar oude tactiek getrouw.
Of het evenwel al die reclame is ge
weest, die den heer Gerritsen zoo'n
enorme meerderheid bezorgde? Wij ge-
looven het niet. Het krachtige energieke
werken van vele mannen, zal daartoe
zeker meer hebben toe bijgedragen.
Toen wij Maandagavond toch de laatste
monstering bijwoonden bleek ons, dat
er flink gewerkt was en dat er heel
wat kiezers opgewekt waren hun eerste
burgerplicht toch vooral niet te ver
zuimen.
Dinsdag werd er nog geregeld door
gewerkt 0111 de kiezers naar dc stem
bus te krijgen, wat noodig was, daar
het aantal lauwen niet gering is. En
toen eindelijk de bus zou geopend wor
den drong een groote massa zich in het
stemlokaal 0111 den uitslag zoo spoedig
mogelijk te vernemen. Al heel gauw-
stonden de kansen voor den heer Ger
ritsen gunstig, hij was in de meerder
heid en bleef dat. De uitslag werd
door de werkers met groote vreugde
ontvangen.
Toch was nog niet alles gedaan,
's Avonds zou er een bijeenkomst zijn,
hoe de verkiezing ook zou uitvallen en
nu zorgden een paar personen, dat het
geheel recht feestelijk zou zijn. Spoedig
werd het bekend, dat den heer Gerritsen
een serenade zou worden gebracht en
0111 half negen trok de Muziek van de
Amcrsf. Muziekvereeniging met tal van
kiezers naar den Soesterweg. De heer
Gerritsen ging daarna mede naar de
Zwaan, waar tal van gelukwensehen
werden uitgesproken en ook autoriteiten
verschenen om den heer Gerritsen ge
luk te weusehen.