r
No. 93.
Zaterdag 19 November 1904. ie Jaargang
verschijntLiberaal Org aan voor Amersfoort en] Omstreken
Wees U Zelf I
Zenuwachtig.
Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER".
Verdachtmaking der Openbare (1
- - - - School. - - - -
FEUILLETON.
Woensdags en Zaterdags.
It ii rean
Hendrik van Viaudenstrant 28.
Abonnementsprijs
Per jaarf 3.00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Prijs der advertentlcn
Van 1 tot 5 regels 0.40
voor iederen regel meer0.08
(Bij abonnement aanmerkelijke korting.)
Iu een polemiek met de Arnh. Crt.
had De Ned. gezegd, dat het een geheel
verouderd standpunt, een standpunt van
25 jaren geleden ia, te verkondigen, dat
de niet te miskennen uiting der behoefte
aan bijzonder onderwijs in ons land niet
spontaan is, maar haar oorsprong heeft
iu, en haar kracht ontleent aan het
drijven van kerkelijke dwepers en heerech-
zuchtige zeloten.
Vooral in deze dagen, schrijft de
Arnh. Crt., naar aanleiding van deze
opmerking van De Ned., zou't zoo nuttig
ziju, indien eens meer oudere onderwij
zers, gelijk de heer J. Eikema te Smilde
in Het Schoolbladin 't openbaar hun
langjarige ervaringen mededeelden om
trent de waarde der zoogenaamde liefde
van vele ouders voor de bijzondere school.
En nadat het blad een groot deel van
't art. van den lieer Eikema overneemt,
vervolgt het aldus:
Een merkwaardige illustratie van dit
feit was o. a. ook, wat gedurende den
strengen winter van 1900/1901 in de
scholen waar te nemen viel te Rotterdam
eu vermoedelijk evenzeer elders, maar
onze persoonlijke ervaring bepaalt zich
tot eerstgenoemde stad. Gedurende de
maanden December en Januari liep in
steeds toenemende mate de bevolking
der openbare kostelooze en zoogenaamde
tusschenscholen 2e klasse (met een school
geld van 10 ets. per week) achteruit,
zoodat sommige klassen zelfs meer dan
de helft barer leerlingen verloren. In
gelijke mate daarentegen vermeerderde
de bevolking der Diaconie- en andere
Christelijke scholen, zóó zelfs dat daarin
soms de kinderen niet allen een zitplaats
konden vinden en elkaar iu de bank
moesten afwisselen. En de oorzaak was:
de Hervormde Diaconie stelde als onver
biddelijke voorwaarde voor bedeeling,
dat de kinderen op de Clnistelijke school
geplaatst werden. Dat het niet liefde
voor het Christelijk onderwijs was, maar
alleen de langdurige, strenge koude,
waaraan die vrij plotselinge stijging van
het leerlingenaantal der Christelijke scho
len toegeschreven moest worden, bewees
het zeer merkwaardige verschijnsel, dat
1) Overgenomen uit Het Schoolblad.
De mensch geeft te veel aandacht aan wat
anderen zeggen en verleent zelden gehoor aan
wat zijn eigen geweten zegt.
Naar het Duitsch, van
2). ERNST ECKSTEIN.
Hugo was eerst verontwaardigd over
haar buitengewoon gebrek aan logika;
na lang aarzelen besloot hij echter de
snikkende Leonore in haar allerheiligste
op te zoeken en haar rondborstig te ver
klaren, dat hij het niet zoo'erggemeend
had.
Met dit voornemen klopte hij aan
haar deur.
„Eleonore", riep hij. „kom, doe eens
open!"
Geen antwoord.
„Leonore, wees toch niet zoo dwaas!
wat moeten de dienstboden van ons
denken?"
„Ach", snikte mevrouw Leonore, „wat
die denken, weet ik maar al te goed!"
reeds in Februari de verhuizing der
schoolbevolking in tegenovergestelde rich
ting een aanvang nam en voortduurde,
tot na verloop van slechts enkele maan
den het leerlingcueijfer der openbare
kostelooze en tusschenscholen weder onge
veer tot de vroegere hoogte was terug
gekeerd.
De beteekenis Tan zulk een verschijnsel
behoeft wel niet nader in 't licht gesteld.
Daaraan mocht ook ds. Sanders van
Maarssen zich spiegelen, die volgens het
Nieuwsblad van Maarssen enz. een bid
stond heeft uitgeschreven voor het tot
stand komen van een school met den
bijbel. Wil hij persoonlijk ijveren voor
zulke school, zoo kan hij zijn gang gaan,
maar de kerk te gebruiken voor zoodanig
doel, dat lijkt ons niet in den haak.
Want die kerk het is bekend telt
vele besliste voorstanders van de open
bare school, en nu heeft hij op den kansel
vrij recht van spreken, maar die het niet
met hem eens is, kan zich daar niet
verantwoorden. En bij voorbaat weet hij,
dat geen eerlijk voorstander der open
bare school het ooit eens met hem kan
worden. Wil hij dus een eerlijken strijd
aanbinden voor zijn persoonlijke begin
selen, dan moet hij ook een openbaar
debat aandurven en zich niet terugtrek
ken op den kansel, waar hij alleen recht
van spreken heeft en waar niet eens
bewijs kan worden gevraagd van wat
hij bijbrengt of argumenteert, om zijn
beginsel er door te halen. Eene over
winning, waarbij de tegenpartij gedoemd
is tot zwijgen en berusten, is geene
overwinning. En zulke wijze van strijden
toont weinig vertrouwen in de zaak, die
men heet voor te staan.
v
Doch de openbare school heeft zeker
zelden zooveel laster en verdachtmaking
te verduren gehad als juist in deze dagen,
Schandelijker aanval dan die in een hoofd
act. van „De Gelderlander" van den 19
Oct. j.l. zal er echter moeilijk aan te
wijzen zijn. Dat is meer dan walging-
wekkend. Wij hebben dan ook getwijfeld
aan de toerekenbaarheid van den schr.,
doch „De Gelderlander" neemt het blijk
baar ernstig met hem. En zoo laten wij
het gcheele art. hier volgen:
Ken gedwongen bekentenis.
Ik dacht 't te Keulen te hooren don
deren, toen ik las in De Tijd en De
„Leonore, ik heb u wat mede te
deelen!"
„Laat mij nu met rust! Ga liever een
paar minuten in de buitenlucht, dat gij
wat kalmer wordt!"
„O, ik heb geen afkoeling meer
uoodig; ik ben zoo kalm als ik in lan
gen tijd niet geweest benWij
zouden echter samen kunnen gaan wan
delen?"
„Daartoe gevoel ik mij te onwel."
„Nu, doe dan ten minste open!"
Zij deed naar zijn verlangen. Hugo
trad binnen.
„Mijn lief, goed, aardig vrouwtje",
sprak hij en floot haar onstuimig in
zijn armen, wordt toch met zoo opge
wonden over iedere kleinigheid! Ziet gij,
wij prikkelen elkander; wij leggen ieder
woord op de weegschaalten slotte wor
den wij boos eu nauwkeurig beschouwd
is het toch meestal de sop de kool
niet waard!"
De stem van den wijsgeerigen jongen
man klonk zoo teeder zoo vleiend, dat
Leouore moest toegeven. Zij drukte haar
hoofdje tegen'zijn hart en fluisterde, ter
wijl zij tot hem opzag:
„Ach ja, gij hebt gelijk! waarom zou
den wij ook elkander het leven verbit
teren? Wij, die elkander zoo liefhebben?
Niet waar, Hugo, gij zijt niet boos meer
op mij? Ik ben heelonaardiggewecst....
Ik had moeten weten...."
„Engel", zeide Hugo en kuste haar op
Maagbode de schrikkelijke aanklacht der
Amsterdamsche openbare onderwijzers
tegen hunne bandelooze schooljeugd.
Onder de lezing veranderde die strakke
verwondering in een innig leedvermaak,
dat niet zeer loffelijk, doch wel zeer
verklaarbaar is. Als 'k het goedschiks
doen kon, dacht ik, zou ik dien bengels
zeggen: „toe maar, jongens; blijft con
sequent; past metterdaad de beginselen
dier heeren toe op henzelven".
Welja, men heeft nu jarenlang de
school eu 't onderwijs geneutraliseerd;
met angstvallige bekommernis den gods
dienst er buiten gehouden, of die een pest
was; ze werden allemaal paedagogen, de
onderwijzers, opgeleid, theoretisch ge
vormd iu een opvoedkunde, die ze niet
half kunnen snappen bij gebrek aan ge
zonde philosophic, terwijl de paedagogie
zelve, bij hetzelfde gebrek, ook niet kan
wezen wat ze moet.
Met die opvoedkunde zouden ze 't 'm,
lappen. Een zeer overdrevene, zoo niet
ziekelijke menschenliefde, een humaui-
tarisme zonder grond verbood lijfstraffen,
ook hongerstraffen. Overtuiging en over
reding zouden 't wel doen; 't gezag van
een man als de onderwijzer.
't Zal er toch zeker barbaarsch moeten
spannen in die openbare scholen van
Amsterdam, nu de heeren zeiven met
dergelijke hoog uitgeschreeuwde klachten
ons de ooren komen kittelen, 't lilykt
maar niet te gaan.
Brutaal zijn de kinderen als de beul
van Haarlem; ongehoorzaam natuurlijk
en lui; sarren en plagen is hun genot,
straatschenderij onder alle vormen hun
uitspanning. En de heeren onderwijzers
staan er mot al hun paedagogie bij te
kijken, voelen hun vingers jeuken, be
seffen dat met een flink pak op de
vleezige deelen do lust tot die uitsporig-
heden wel vergaan zou, maar de hooge
oomes hebben gedecreteerd; gij en zult
niet slaan; cn houdt nu maar orde. Dat
is gedecreteerd en is meteen hun eigene
leer ook. Het corps is radeloos.
Moet er dus weer geslagen worden?
Ja zegt de een, neen zegt de ander.
Wat nu?
Als ze thuis maar somwijlen op rede
lijke, verstandige manier aan den lijve
gestraft werden, dan ging 't gewis op
school veel beter. Zeker, dat zou 't. Maar
dat is net dezelfde zaak.
Meent men, dat deze jeugdige ban
dieten die zoo liefjes van kind af worden
het voorhoofd.
„Ik alleen draag de schuld; of lieTer
Jakobi, mijn achtenswaardige kollega,
die mij zoo onbeschaamd bejegende."
„Erger u toch niet over dien onbedui-
deuden man! Jakobi eu gij! Wat kan
een Jakobi u, den erkend kundigsten
onder de jonge advokaten, schaden!
Zich ergeren is iu dit geval zich ver
gooien!"
„Gij spreekt gantch naar mijn hart!
Ziet ge, wij zullen van nu aan trach
ten, om alle voorvallen in het leven
zuiver wijsgeerig op te nemen, op de
wijze van Cato...."
„Ach, dat zou heerlijk ziju, als gij
het zoover kondt brengen!"
„Wees gerust! Ik ben mans genoeg,
om dat te kimnen, wat ik werkelijk wil.
Maar gij, met uw teeder gestel! Gij zijt
zeer zenuwachtig in den laatsten tijd,
kolossaal zenuwachtig...."
„Dat is geen wonder."
„Hm zoo?"
„Lieve, beste Hugo deze laatste
maanden...."
„Ik begrijp u niet."
„Ach, gij weet toch, uw ver
schrikkelijk ongeduld, uwe prikkelbaar
heid
„Het is merkwaardig!" zeide Hugo,
en trad een schrede achteruit. „In het
zelfde oogenblik, dat ik u beloof, in het
vervolg mijzelven te zullen beheerschen,
werpt gij mij ongeduld, grofheid, onbe-
opgevoed in de vereering der goede
domme natuur, positief heidenen worden
gemaakt, en van God, gebod of plicht
geen flauw begrip hebben, meent men,
dat die veel loeren geven om 't ouderlijk
gezag?
Vele ouders van dezen tijd, ook opge
kweekt in ongeloof, zullen die de kracht
vinden om hun kinderen te regeeren
met wat ze niet kunnen eu niet willen
aannemen? Zullen de vaders, die ook
de openbare school genoten hebben, niet
inconsequent worden als ze van gedrag
veranderen, en weer ouderwetsch worden
in de opvoeding?
De kinderen leeren en vele ouderen
belijden, dat de mensch wezenlijk niet
verschilt van 't dier, eenvoudig een meer
ontwikkeld beest is, anders niet. Welnu,
een varken slaat toch zijn jongen niet.
Dus, dat sluit.
Want niet waar, hoogere dierontwik-
keling veronderstelt hoogere opvoeding,
en die straft, die kastijdt niet.
Derhalve dat blijft dezelfde moeielijk-
heid; zij wordt verschoven naar huis.
Wat nu gedaan? Ongelijk bekennen,
het systeem der openbare school de schuld
geven, het godsdienstloos onderwijs brand
merken als de droevige oorzaak van
zooveel kwaad? Dat kan men zoo be
grijpen; laat de wereld vergaan, als de
principes, hoe dom ook, maar gered
worden.
Ze zullen zich nu in alle bochten
wringen, van alles probeeren, misschien
wel wetten voorstellen op schoolkinderen,
schoolgevangenissen bouwen, de tucht
scholen vermeerderen; maar ongelijk
hebben, den gehaten clericalcn het ple
zier geven van hunne vernedering, dat
nooit!
Intus8chen willen we er een oogje op
houden en eens kijken wat zegaan aan
vangen. Nieuwe paedagogie! Wacht maar,
er staat er weldra een op, die 't ver
sleten boeltje gaat oplappen.
't Is droevig, zooveel kinderen bedol
ven om die principion-reiterei.
't Droevigst is 't laatste punt der aan
klacht: zeer bedenkelijkelijke sexueeele
verhoudingen. Platweg gezegd 't zijn
vuiliken, al 'ziek naar ziel en lichaam
vóór den tijd. Toe maar. Als dat nu de
vruchten zijn dier beroemde paedagogie,
gooit dan al die boekjes van meneer A.
tot meneer Z. in 't vuur, neemt den
schaauidheid en dergelijke liefelijkheden
voor de voeten! Als gij u inbeeldt, dat
zulks de geschikte manier is, om mijne
ontstelde zenuwen weer langzamerhand
in orde te brengen, dan hebt gij het
geheel mis!"
„Ik bid u, spreek niet zoo luid."
„Ik wist niet, dat ik luid sprak. En
zelfs al deed ik het, zoo zal het mij
hoop ik vrij staan, om nadruk te leg
gen op enkele woorden, waarop ik zulks
noodig acht. Gij schijnt nog in het ge
heel niet kalm...."
„En gij schijnt voort te gaan, zooals
gij juist hadt opgehouden. Gijzetoogen
op, zeg ik u, oogen...."
Nog twee minuten en Leonore
wierp zich snikkend op de kanapé, ter
wijl Hugo de deur uitholde, het kamer
meisje bijna omver liep, haar om deze
botsing aanstonds den dienst opzeide,
en toen in het salon, uitgeput in een
leuningstoel viel.
„Tlierese!" riep hij met donderende
stem, „Therese! Alle duivels, waar zit
gij weder? Moet men iederen keer vijf
tig schreden naar de schel loopen?"
Met een betraand gelaat kwam het
meisje binnen.
„Nu, wat is er? Waarom schreit gij?
Breng mij dadelijk de glazen flesch met
broomnatrium! Maar snel! Anders krijg
ik nog een beroerte! En natuurlijk ook
water! Ulieden domme schepsels, moet
men alles, zelfs het eenvoudigste, voor-
Catechismus, waarde heeren, en ver
klaart hun dien. Schaft dan al' uw door
eu door dwaze leesboekjes waarin de
kinderen bij een varkeu met jongen
worden gebracht, bij paarden met veu
lens en zoo meer, om ze de lieve nu
tuur te laten zien en aanbidden; dwaas
niet alleen, maar hoogst gevaarlijk. Dat
wordt niet erg gevonden, soms niet erg
gevonden door Katholieken, 't Zou toch
wel een mirakel zijn dat nieuwsgierige,
alles onderzoekende kinderen, dikwijls
.zeuuwzwakke stadskinderen vooral, daar
rein bij bleven,
De openbare school alleen, 't verder
felijke liberaal denken, de bespottelijke
manier om den positieven godsdienst te
nekken, dat is de oorzaak van dit alles.
Men ziet zich gedwongen te vragen
om invoering van lijfstraffen; ze kunnen
ze niet regeeren, ze groeien ze onder
de handen uit. Niets bijzonders; dat heb
ben de Katholieken al lang zien aan
komen; dat hebben de geloovige Protes
tanten gevreesd; en daarom hebben ze
scholen gebouwd met zuur verdiende
penningen, daarvoor gezwoegd om onder
wijzend personeel bijeen te krijgen,
daarom in Gods naam maar betaald
ook aan die openbare om gevrijwaard
te zijn tegen 't bederf hunner lieve kin
deren. We willen hopen, dat deze ty-
ranuie eenmaal eindigt. Vrijheid in ons
vrije land, geen geld voor ontchristelij-
king onzer natie!
Deze bekentenis der openbare school
mannen is kostelijk; wij kunnen niets
beters hebben in onzen tijd. Ook bij de
stembus! Laten we er munt uit slaan,
't is goud waard.
liet vonnis der openbare school is
geteekend door de mannen-zclven, die
haar drijven. Ze is hun afgeperst dooi
de noodzakelijkheid, deze klacht; anders
hadden ze nooit gekikt. Maar nu ook
is 't duidelijk. Ze moeten schreeuwen
van pijn. En hoeveel medelijden ik heb
met de schrikkelijk geplaagde mannen,
'k kan niet verhelen, dat deze beken
tenis een soort leedvermaak wekt. Kwa
men ze maar tot inkeer.
R. K. Pr.
Wij zullen ons onthouden van eenigc
commentaar op dit venijniug lasterstuk.
Maar als er zulke middelen noodig
zijn, om de openbare school er onder
te krijgen, dan pleit dit toch wel voor
hare deugdelijkheid! Men toornt niet
zoo nijdig tegen iets, wat zoo wrak
kauwen!".
Therese bracht het verlangde genees
middel.
Woedend schuddo Hugo den halven
inhoud der flesch in het glas, deed er
water bij en dronk het mengsel haas
tig uit.
„Dat moet nu helpen!" riep hij toor
nig. „Drie maanden reeds is dit mijn
dagelijkschen dranken God mag we
ten, dat ik niet de minste beterschap
bespeur! Dokter Kullner is een dwaas,
zooals alle artsen! Maar dat kan zoo
niet voortgaan. Er moet iets gedaan
worden: anders spring ik letterlijk uit
mijn vel! En nu die ongelukkige ge
schiedenis met mijn vrouw! Zij is an
dera een lief, goed schepsel! maar die
vervloekt kinderachtige kwalijkneems-
heid het is om wanhopig te wor
den!"
De dag, waarop dit tooneel voorviel,
eindigde met het wegjagen van Elias
Schwenzer, wiens ongeschiktheid, vol
gens Hugo's uitspraak, reeds lang de
grenzen der beestachtigheid overschre
den had.
(Wordt vervolgd.)