No. i. Woensdag 4 Januari 2e Jaargang Wees U Zelf! Chisfmas Jtca. Liberaal Orgaan voor Amersjoort en [Omstreken. Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER". Aan onze lezers! FEUILLETON. Is Vrijhandel Handelsbescherming? Vcr.scliijat Woensdags en Zaterslags. j DE EEMLANDER. f ICiu-cuu Hendrik van Viandenstraat 28. Abonnementsprijs Per jaarf 3.00 Franco per post- 3.50 Per 3 maanden- 0.75 Franco per post- 0.90 Prijs <lcr ad verten tien Van 1 tot 5 regels0.40 voor iederen regel meer0.08 (Bij abonnement aanmerkelijke korting Wanneer wij, bij het verschijnen van het eerste nummer van den 2en jaar gang van de „Eemlander" eens even een terugblik werpen op het afgeloopeii jaar, dan kunnen wij dit doen met een gevoel van tevredenheid. Toen wij, nu een jaar geleden tot u kwamen, waart gij lezers en wij redactie volstrekt niet zeker, dat het „gaan" zou. Ofschoon diep doordrongen van de noodzakelijkheid van een liberaal orgaan voor Amersfoort en omstreken, vooral noodzakelijk geworden door de ernstige aanslagen, waaraan de vrijzinnige be ginselen dag op dag blootstaan, nood zakelijk reeds lang door het feit, dat do publieke opinie wat de kleine pers be treft in dit district alleen gevoed wordt door kerkelijke bladen toch ont veinsden wij ons niet de groote moeie- lijkheden, die er verbonden waren aan de instandhouding van een blad voor een betrekkelijk klein gebied, waarvan de verzorging geheel vvas in handen van diiletanten. Er w.ds behoefte aan zulk een orgaan, en dé overtuiging, dat we zoo goed dit onze kraphten toelietey, een nuttig en noodig werk deden, heeft ons telkens gesteund en .geschraagd in oogenblikken van moedeloosheid. Want de moeilijkheden, die wij verwachtten ze zijn gekomen en daarbij zelfs sommige van geheel anderen aard. en veel grooter dan die waarop we ge rekend haddon. Doch, dank zij den steun van do vrienden, die ons zoo belangloos terzijde stonden, een steun waarvoor wij uit den grond van ons hart onze erkente lijkheid betuigen, zijn thans de omstan digheden zoodanig, dat wij vol moed het zware jaar 1905 tegemoet gaan. We hebben niet het recht ook maar vaag aan te duiden van wie en van wieu wij steun ontvingen, hetzij finan cieel, hetzij door het aanbrengen van abonné's (we memoreeren hier, dat sommigen onzer abonné's vijf, tien en twintig nieuwe abonné's aanbrachten) en ten slotte door het toezenden van bij dragen van verschillenden aard: artikelen en berichten, of door advertentiën. In 't volste vertrouwen op dien bij stand waren wij begonnen en daarop blijven wij ook in de toekomst rekenen, omdat het hier niet geldt een persoou- 't Gebeurt zeer dikwijls, dat we iets niet zien omdat liet te yroot is. Hultatuli. V. Uit het Engelsch door A. J. M. 1 Cor 13. En nil blyft goloof, hoop on litifdo, (loze drie- maar deuieoste van clozo is do liefde. „Op stuk van zaken, geloof ik, dat't voor Hargcreta 't best zou zijn....," zei de predikant; „ik bedoel, dat ze nooit meer van hem hooide." „'t Is toch zoo treurig," meende de dominee's vrouw. Eu zij hadden beiden gelijk. „Vrouwen blijven toch altijd een raad sel," zei rechter Benson dien avond tot zijn gast, met zoo'n gewichtig gelaat, alsof hij een groote nieuwigheid ver kondigde. „Ik geloof, dat ik zoo iets vroeger ook wel eens heb hooien beweren," zei lijk belang voor te staan, maar de ver wezenlijking van wat wij het hoogste achten en zullen blijven achten: don bloei van de \rije gedachte, het vrij zinnig beginsel, dat men in dezen tijd vooral, tracht te belemmeren en te ver stikken. „Liberale' Concentratie" schreven wij iii onzen vaan en in meer dan een artikel hebben wij de uoodzakelijkeid betoogd van eensgezind optreden togen den geest van reactie, die bezig is het beste aan te taston van hetgeen de emineutste mannen van liberale beginselen in onze wetgeving hebben neergelegd. Waar het vijandelijk leger is samen gesteld uit de meeste heterogene bestand- declen, waar men onder de zwarte vlag verzameld heeft, al wat beweert het in principe eens te zijn op dogmatisch- kérkclijk gebied, is het een quaestie van zelfbehoud voor alien, die den staat niet door de kerk beheerscht willen zien, om zicli eendrachtig te scharen onder de witte vaan, die het sjmbool is van alge- hccle geestelijke vrijheid voor allen, en van politieke vrijheid tevens. Het spreekt van zelf, dat het leger der vrijzinnigen dan ook niet uit vol komen homogene bostanddeelen zal zijn samengesteld. Wij weten zeer goed, dat er verschillende niccningen zijn, die on mogelijk in elkaar zijn op te lossen. liet kan de. bedoeling der samenstrij- ders niet wezen, elkaar onderling con cessies te doen, met opoffering van principes, doch het doel moet zijn tijde lijk alle verschilpunten terzijde te stellen, overal, waar dit het eenige middel blijkt, den gemoenschappelijken vijand, liet clericalisme, te bestrijden. Het dit doel hebben wij ons blad opgericht en het streven naar „Liberale Concentratie" is althans in dit district niet zonder succes geweest. Moge het jaar 1905 de kroon op ons werk zetten en op dat van hen wij donken aan de Vrijzinnige kiesvereeni- ging cu Propaganda-club, die een zelfde leuze in hun vaandel hebben ge schreven, en. moge, als bet beslissend oogenblik daar is blijken, dat het oude: „Eendracht maakt macht" ook nog in deze dagen zijn beteekenis niet heeft verloren. De Redactie. zijn gast, tevens zijn neef, met iets spot- aohtigs in zijn toon. „Je zag de vrouw voor de Rechtbank" zei de dienaar van 't gerecht, terwijl hij zijn wijnglas opnam, „'t scheen me toe een knappe, flink gebouwde vrouw, niet een buitengewoon mooi gezicht, zoo veel als ik met al die zwachtels kon onderscheiden." „Ik zag haar ook. Ze w as bijna even van streek als de man zelf.1' „Meer zelfs in sommige opzichten, 't Is merkwaardig, hoe vrouwen zich blijven hechten aan zulke verdierlijkte wezens, die haar mishandelen." „Dat is haar natuur," antwoordde zijn neef, „en volgens alle verklaringen was deze maü alleen woest, als hij te veel gedronken had." „Hu, gedurende do volgende vijf jaren zal hij geheel onthouder zijn en het arme inensch in vrede kunnen leven." „Beter dan zoo te worden toegeta keld," opperde zijn neef. De wijze rechter had nu weer een andere nieuwigheid te verkondigen en iiij deed dit op de wijze van een ge leerde, die een nieuwe uitvinding had gedaan. „Drank is de vloek van deze streek" zei hij gewichtig, terwijl hij een teugje port nam, en als een echt kenner met zijn lippen smakte. „Ik kom hoe langer hoe moer tot die overtuiging. Ik kan wel zeggen, dat acht tiende van de Door sommige protectionisten is in den laatsten tijd de stelling verkondigd, dat vrijhandel eigenlijk niets anders betec- kent dan bescherming van den handel ten koste \ail landbouw en nijverheid en dat derhalve de freetraders het recht missen zich te verzetten tegen de pro toctic van verschillende industrieën, welke thans in het aanhangige tarief- ontwerp wordt voorgesteld. Zoo wordt door den heer D. R. Mans holt in zijne 'ter aanprijzing van „vrij hooge" graanrechten geschreven brochure „Vrijhandel, Fiscaliteit en Bescherming" een „waarschuwend woord" gericht aan den Hederlandschen landbouw tegen de „eenzijdige bevoorrechting van den han del", die hij „vooral in ons land huiten- gewoon in het oogvallend" noemt. Waarin dan de vermeende handelsbe- scherming bestaat? Volgens den schrijver in het van Staatswege besteden „sedert meer dan een halve eeuw jaar in jaar uit van millioenen en nog eens millioeuen om aan Amsterdam en Rotterdam de concurrentie met buitcnlaudsche havens gemakkelijk te maken". De oude klacht van den landbouw over de aanzienlijke geldsommen, die aan de verbetering Yan onze haven werken, kanalen en andere verkeers middelen werden ten koste gelegd, moet dus thans dienst doen om de naodzake lijklicid van nijverheids- en Iandbouw- bcscherming aan te toonen. Hu moge reeds dadelijk opgemerkt worden, dat deze klacht do erkenning bevat van datgene, waartegen door voorstanders van vrijhandel steeds wordt gewaar schuwd: dat bescherming bevoorrechting is van den een ten koste van anderen en dat zij, eenmaal ingeleid, steeds voert tot méér. Immers bevordering van het verkeer wordt „eenzijdige" handelsbe- scherüiing genoemd en op grond dier „eenzijdige bevoorrechting" komt de landbouw pleiteu, niet voor intrekking der vermeende protectie doch voor uit breiding daarvan, ten einde zelf wederom ten koste van anderen bevoor recht te worden. Doch bevordering van bet verkeer en ontwikkeling van het transportwezen hanAehbescherming te noemen, is ver warring stichtend en onjuist, omdat de daarvoor aangewende maatregelen nie misdaden, die ik heb moeten behan delen, den drank tot oorzaak hadden." „En al de wetten van de wereld zul len er nooit verauJeriug in brengen," zei zijn neef. „De kans bestaat natuurlijk dat de man door vijf jaren gedw ongen onthouding, er den smaak van zal verliezen. Die hoop geef ik nog niet geheel op," zei Rechter Benson. „Geen denken aan, mijn oude vriend! De man zal worden ontslagen met een dorst van vijf jaren, en een keel, zoo lang als die van een kameel en zoo droog als een kalkoven, en 'teerste wat hij waarschijnlijk zal doen, na zijn dorst gelescht te hebben, zal zijn met zijn vrouw af te rekenen, die hij de schuld van alles zal geven....Hoevindtge die port?" „Een uitstekend wijntje. Yan 58?" „58!" op een toon van beleedigde verbazing. „Heen 't spijt me dat ik zeg gen moet, van 47". „Spijt bet je? Waarom, mijn w aarde?" „Wel, 't is eenigzins verspild aan iemand die niet proeven kan, dat zoo'n wijn van ouderen datum is." „Men hoeft tegenwoordig zoo zelden gelegenheid een 47 te proeven, dat men den smaak bijna zou vergeten", zei den gast op verontschuldigenden toon. „47! Waarlijk, ge zijt een benijdenswaardig inensch!" „Even als gij", hernam de ander. Kerstavond was buitengewoon koud hebben gediend om de concurrentie van buitcnlandsche kooplieden en handelaren te weren, doch 0111 hot onze nijverheid en onzen landbouw mogelijk te maken door middel van den handel op de wereldmarkt mede te dingen ouder zoo gunstig mogelijke voorwaarden. Zal men in ernst kunnen volhouden, dat de aangewende middelen tot ver betering van het verkeer met binuen- en buitenland „eenzijdig" bobben ge werkt, dat zij alleen aan den handel teu goede zijn gekomen, dat dus nijverheid en landbouw daardoor niet worden ge- gebaat? In de laatste 50 jaren werd o.m. voor de spoorwegen ruim 320 millioen guldens besteed, aan verbetering der rivieren en stroomen ongeveer 62 millioen, voor aanleg van nieuwe kanalen 42 mil lioen: de aanleg van de haven te Har- lingcn kostte ongeveer 3die te Lemmer millioenAmsterdam kreeg het Hoord zeekanaal, in welks kosten ad 37 mil lioeu de Staat mee betaalde, en voorts het Merwede-kanaal als verbinding met den Rijn, dat ongeveer 25 millioen verorberde; om Rotterdam tot zeehaven te maken werd aan den aanleg van den Hieuwen Waterweg een bedrag besteed van ruim 42 millioen. Dat deze sommen niet nutteloos wer den besteed, blijkt uit de rcusachti vermeerderde handelsbeweging Bedroe, toch de gezamenlijke inhoudsmaat der in 1850 in onze havens in- en uitgeklaarde schepen slechts 6.3-5.000 kub. meter, in 1902 was dit cijfer geklommen tot 53.589.000 M'. De toeneming van onzen internationalen handel kan worden gekeud uit de vol gende cijfers: in het tijdvak 1847 1851 bedroeg de invoer tot verbruik gemiddeld 184 millioen guldens en de uitvoer uit liet vrije verkeer 132 milli oen; in het tijdvak 18971901 waren deze getallen geklommen tot niet minder dan 1887 en 1601 millioen guldens. Deze stijging van den handelsomzet is zeker voor een niet gering deel te dan ken aan de verbetering der havens, den aanleg van spooi'- en van tramwegen en van kanalen, het normaliseeron der rivieren en stioomen en ook aan de wetgevende maatregelen als afschaffin der scheepvaartrechten en tollen, en andere, die alle ten doel hadden de ont- wikkeling van een onbelemmerd verkeer en ruw. Heerlijk voor hen, die gezellig thuis zitten; hard voor degenen, die buiten moeten zijn. Zelfs te Zandvoort waar de zee gewoonlijk voor de scherpste koude beschut, was het bitter koud en de sneeuw lag hoog. Maar er was een reiziger, die den koude niet voelde, door den gloed, die bom inwendig verteerde. Hij droeg een grove pijekker, zijn vuisten vast zaam- geknepen in zijn zakken en een lage zecmans-muts goed over zijn ooren ge trokken, om zijn kaal geschoren hoofd voor de koude te beschutten. Zijn gelaat was stug, en had een onverzettelijken uitdrukking en was rood van koude. Met zijn kin diep in zijn jas gedoken, liep hij stevig door langs de zandige kust, als iemand, die op een doel af gaat. Hij keek rechts noch links, en hij groette geen inensch op den weg, want er scheen niemand buiten te zijn dien avond, en hij had de vlakte en de dui nen voor zich alleen. Zelfs de zeemeeu wen hadden de sombere kust verlaten en vlogen over de rivier, om te krij- schen en te vochten om het gevonden afval, dat uit hun bek slingerde. De man was twee stations voor dit laatste uit den trein gestapt en om re- deu, hem alleen bekend, verkoos hij liet strand boven den grooten weg. Het was eb. Door de duisternis heen zag men de lange, gladde vlakte zich tot aan de verre zee uitstrekken en aan S Doch was dit niet ook in het belang van landbouw cn nijverheid? Door den toenemenden handel en scheepvaart als gevolg van de verbe terde communicatie met binnen- en bui tenland, kondeu de industriëelcn niet alleen hunne grondstoffen en hulpmid delen en de landbouwers hunne benoo- digdheden voor den laagsten prijs ver krijgen, doch werden zij ook in de ge legenheid gesteld hun afzetgebied bin nenslands te verruimen en met hunne producten op de wereldmarkt te con- curreeren, omdat het totaal der kosten om deze op vreemde markten te bren gen aanmerkelijk lager zijn gewerden dan vroeger. Door de buitcnlandsche verbindingen nam het transito-verkeer een geweldige vlucht, waardoor weer de eigen handel en de eigen nijverheid en landbouw werden bevorderd, omdat o. m. door de „lijiibooton" een gere gelde stoomvaart tot stand kwam op transatlantische havens. Hierdoor werd voor onze industrie en onzen landbouw de gelegenheid geopend tot bijna dage- lijksche verzending naar alle oorden dor wereld. Aan de handelskaden, waar de lijubooten liggen, kan men zich cr van overtuigen hoe de meest verschillende artikelen van eigen nijverheid en land bouw daar gereed liggen om verzonden te worden. En naar mate er meer ef meer geregeld verbindingen tot stanl zijn gekomen tusschen de verschillends deelen des land en met het buitenland), konden ook aan bederf onderhevige waren vlugger en dus veiliger worden verzonden. De belangrijke uitvoer vau versch vleesch, van groenten en zuivel producten is alleen mogelijk geworden door dc dagelijksche gelegenheid tot verzending; de toeneming van den uit voer in zijn geheel was mede hieraan te danken. Wil men een voorbeeld? Men raad plege de geschiedenis der Twentsche ka toenindustrie. In' 1858 werd de eerste stap gedaan om Twenthe uit zijn isolement op te heffen. In dit jaar werden de kana len ZwolleRaalte en DeventerRaalto —Almelo geopend, waardoor de onkos ten der fabrikanten aanmerkelijk daal den. Vóór dien tijd moesten de Engel- sche weefgarens per vrachtwagen van Zwolle of Deventer, 12a 14 uren gaans van de fabrieksplaatsen in Twenthe, worden gehaald, terwijl de gefabriceerde goe deren daarheen moesten worden ge- de andere zijde waren de duinen mot een dikke laag sneeuw bedekt, waar door het zeegras zich hier en dair een weg had gebaand en er een spookach tig aanzien aan gaf. Maar niets in die omgeving trok Smans aandacht. Slechts eene gedachte hield hem bezig en hij was met een alles overheerschend denkbeeld bezield, een denkbeeld, dat hem uitsluitend reeds twee jaren lang vervolgde; de vrucht van ecu zaad, door den Duivel zelf ge plant. Twee jaren lang had hij liet met vloeken gekweekt, en in dezen Kerst- nacht was dc zwarte vrucht rijp en hij 'i was op weg om die te plukken. 't Was diep treurig dat zijn ziel tot niets anders in staat wasWant, was het verleden ook droevig, het tegen woordige in ieder geval, gaf wel reden tot dankbaarheid. Hij zou zich bijvoorbeeld geluk kun nen wenschen met den dikken mist, die over den havcndain lag dien namiddag, vier dagen geleden, toen hij als bij in geving kalm zijn gereedschap neerlag, in zee sprong en als een zeehond zwem mend, reeds een halve mijl van den wal was verwijderd, voor den opzichter hem minste. Hij zou zich met dankbaarheid kunnen herinneren dat de mist gedurende den halven nacht zoo dik als soep bleef; hoe hij zwom en dreef, en dreef en zwom en zijnverradelijkekleedingstukkeu

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1905 | | pagina 1