No. 8. Zaterdag 28 Januari 1905. 2e Jaargang ...«.■I, i, uiLiberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken. Wees U Zelf! Zijn geluksdag. Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER". De hoofdzaak. J FEUILLETON. Il'«rn«du|;!i en Zatei'dngN. Ititrciiii Hendrik van Viandenstraat 2 8 Abouiicniciilsprljs Per jaarf 3.00 Franco per post- 3.50 Per 3 maanden Franco per post 0.75 - 0.90 Prlji der Advcrtcmtlën Van 1 tot 5 regels 0.40 voor iederen regel meer0.08 (By abonnement aanmerkelijke korting.) De V i' ij z i n n i g-D e m o c r a t i s c h e Bond en de L i li e r a 1 e Unie hebben besloten bij de aanstaande verkiezingen samen te werken op de basis van een beknopt werkprogram, waarvan het z.g. blanco artikel 80 de hoofdzaak is. Beide vereenigingén schrijven reeds sedert jaren „algemeen kiesrecht" in hun program, alleen ten opzichte van de urgentie bestond er verschil van opinie. Het schrappen van artikel 80, „h e t wetgevend schandaal" volgens Dr. Kuyper, bedoelt voorloopig alleen alle grondwettelijke belemmering tot invoeren van algemeen kiesrecht op te A ruimen, zooals onze lezers uit het vorig hoofdartikel van de „Eemlnnder" it,- gezien hebben, zonder dat iemand, die zich daarvoor verklaart zich beslist binili om ook tot de tweede stap: „invoering van algemeen stemrecht" mee te werken. Kegel zal echter wel zijn, dat alleen - besliste voorstanders van genoe.id kies recht tot het opruimen van den grond- ■Sj wettelijken hinderpaal voor de invoering van dat recht zullen meewerken. Voor ons district is de kiesrechtkwestie geen brandend vraagstuk. In zwakke, uiterst zwakke districten zou het getuigen van principiënreiterei Mals men dergelijke kwesties op den voor- grond ging plaatsen. Om hier den clerieaal te weren is vcreenigde inspanning van alle vrijzin nige krachten hoog noodig, zóó noodig, dat alleen de Roomseh-Calvinistischc partij zou juichen als deze knuppel in het hoenderhok geworpen werd. Wij zouden het ten zeerste betreuren als het blanco artikel 80 ook in ons district moest gelden als het criterium, [waarvan de keuze van een eventueeleu kandidaat moest afhangen. De nood zakelijke eenheid zou mogelijk [daardoor verbroken worden. Afgezien van deze locale kwestie, i^meeuen wij echter, dat in den laatsten tijd de opinie' van enkele principieele tegenstanders van algemeen kiesrecht, door de groote fouten, die het vigeerendc stelsel aankleven wel eenigszins gewij zigd is. De wet Van Houten geeft in zeke ren zin algemeen kiesrecht, althans de middelen, waardoor iemand kiezer kan .1/ ligt de waarheid hl het graf, al wal haar drukt, dat moet er 'af. Cats. door G. H. PIUEM. 2.) Slot.) De Hooge Sluis over, 't Oost-Einde in naar de PijpDe Pijp, daar kon je, als je geluk had, zaken doen! Daar viel viat te verdienen. Daar kochten de lui als 't er aanzat, vandaag nieuwe kleeren en verkochten hem de oude voor een paar maffies en de volgende week, als Kjt er niet aanzat, ruilden ze de nieuwe weer in voor oude en kregen een paar maffies toe. De Pijp! Daar woonden de kostjuffrouwen, die de spulletjes van haar commensaals verkochten en later naar 't poliliebureau liepen om te gaan ver tellen dat ze gestolen waren, de spul letjes natuurlijk. De Pijp Hij leefde worden zijn zoo vele en velerlei, dat van degenen, die zelf erustig wenschen dit recht te verkrijgen, betrekkelijk slechts weinigen zijn uitgesloten. Doch, daar er heel wat onontwikkeldcn en heel wat onverschilligen zijn, die door eigen schuld van dit recht zijn verstoken, dwingt de wet Van Houten de Kies- vcrcenigingen haar werkzaamheden te vermeerderen meteen tijdroovende bezig heid, nl. de Kiezersteelt. Het zelfbehoud noodzaakt vooral de Vrijzinnigen hunne krachten op dit terrein aan te wenden en menig bestuur der van een Kiesvereeniging zal wel eens de verzuchting hebben geslaakt: „Hadden we maar algemeen kiesrecht, dan waren we daar tenminste af." Want vooral voor ons, vrijzinnigen, is die arbeid zeer zwaar. Wij kunnen in dit opzicht niet concurreeren met de Kerkelijken, die juist door de organisatie van hun Kerkgenootschap zich veel gemakkelijker de gegevens kunnen ver schaffen, als dit met de andere partijen het geval is. De discipline onder de „broederen dop geloofs" is ook heel wat grooter-, dati onder de onzen. Nu hebben wij wel eens de fraaie theorie hooreu verkondigen: „Laten zij, die zoo weinig ontwikkeld, of zóó onverschillig zijn, dat ze er zelf geen moeite voor over hebben om het eerste burgerrecht te verwerven, daar maar van verstoken blijven. Wien het ontbreekt aan belangstelling in de wijze, waarop ons land bestuurd wordt, moet liefst ook geen invloed toegekend worden op de samenstelling van de regeering". Voor deze redeneering is ongetwijfeld veel te zeggen, doch men kan de zaak ook omkeeren en zeggen, begin met het recht toe te kennen, door het gebruiken ervan zal de belangstelling wel ont waken. En bovendien zelfbehoud dwingt do Vrijzinnigen dit terrein uiet aan de Kerk el ijken ter bearbeiding over te laten. Kiezersteelt moet ter hand genomen worden, wil men zich niet met handen en voeten gebonden aan dc tegenpartij overgeven. Vindt ge hot een kwaad, beschouw het dan als een noodzakelijk kwaad. Maar een echt practisch bezwaar tegen de kieswet Van Houten is het zeker. Trouwens die wet lijkt ons om vele van de Pijp, zooals er zooveel leven van de Pijp. En hij sjokte voort, nu eli dan even uitwijkend voor een rijtuig, langzamer gaand nu hij de Govert Flinckstraat be reikte. Boven de nauwe straat scheen de lucht nog grauwer; de huizen druilden triestig op aan weerszijden, het plaveisel was glibberig van vocht en vuil. Bram reed zijn karretje naar den trottoirkant, stond even stil en zag links en rechts naar boven. Verdrietig! Alle ramen dicht, geen gezicht er voor, nieuwsgierig naar beneden kijkende. Hielden de mensehen zich schuil? Sliepen ze nog? Een mooie dag om zaken te doen. Met een benauwd stem metje riep hij: Ou-kleer, ou-kleer! Een straatjongen kwam voorbij, schopte een emmer aseh over 't trottoir, schreeuwde hem na. Bram duwde zijn karretje weer voort, sjokte verder, met een huilerige stem zijn roep nu en dan herhalende, 't Was of hij er een voorgevoel van had, dat 't vandaag niets, totaal niets geven zou. En hij werd zoo koud! Zijn voeten vooral in de niet al te dichte schoenen! Als hij een koopje had gedaan, waar wat „opzat" durfde hij er nog wel eens een stuiver afnemen, zoo voor de toon bank er'eentje naar binnen wippen, dat knapte op, daar werd je warm van en kreeg je je humeur terug, maar nu Om twaalf uur begon 't te regenen andere redenen men denke o. a. er ook aan hoe gekunsteld het tegenwoordige kiesrecht, in elkaar zit een zéér slechte wet. Blijvend is die wet niet. Evenmin te vereenvoudigen, zoodat het voor ons vrij wel vaststaat, ook met het oog op het Buitenland, dat wij ook in Nederland na korter of langer tijd algemeen kiesrecht zullen krijgen. Wij vorr ons zouden er althans niet tegen zijn, de grondwettelijke bezwaren uit den weg te ruimen hoewel daartoe de Eerste Kamer eerst weer om zal moeten zijn. Zoolang dit niet het geval is, zal er geen sprake van kunnen zijn er een grondwetswijziging door te krijgen, die het algemeen kiesrecht mogelijk maakt. Waar wij dus in principe ons volstrekt niet zouden kanten tegen wegneming van het „wetgevend schandaal", voor ons is dit niet de hoofdzaak. Tegenover de leus der kcrielijkcH vóór den Christus, die dóór en dóór „valsche leuze?, die eigenlijk moest luiden: „voor een Rooms,éh-Oalvinistischen Staat", stellen wij de leuze: „tegen dc reactie". Men inoge deze leuze „negatief" noe men het zij zoo. Doch wij vreezen het ergste wanneer het huidig ministerie blijft gehandhaafd. En hoewel van vrijzinnige zijde mocielijk anders dan een coalitie-ministerie voor den dag kan komen, hoe dit Ministerie ook moge zijn samengesteld in elk geval zullen wij er de voorkeur aan geven boven het tegen woordige kerkelijke kabinet. Wij willen niet Calvinistisch geregeerd worden. Wat wij van liet tegenwoordig kabinet gezien hebben, maakt, dat wij in de eerste en voornaamste plaats auti- elerieaal zijn. Want zoo ooit, dan is in deze vier jarige regeeringsperiode gebleken dut de vijand was: het clericalisme. Men verwijt den vrijzinnigen wel eens, dat hunne oppositie gericht is tegen den persoon van Dr Kuyper. Dat is grooten- dcels waar. Niemand te voren is er dan ook zóó iu geslaagd haat en verbittering te zaaien, in de harten van het Noderlandsche volk, niemand is het ooit gelukt dc burgers van het zelfde land zóó tegen en hard ook. Bram bibberde achter zijn karretje. Hij riep niet meer, schoof wat harder aan, om zijn schaftliuisjc op te zoeken in de Albert Cuyp. Een kop koffie kostte daar maar drie cent, je zat er droog, je kon als je lust had een praatje maken met dó juffrouw en op je gemak je boterham eten. Zijn kar retje schoof hij onder 't raam. Koffie, Bram? Bram knikte van ja. Als heter „aan zat" nam hij wel eens chocola, die kostte zes cent. Maar de juffrouw zag wel aan zijn gezicht, dat 't er niét aanzat. Onpleizierig weer, hè? Mensch, hou op! zei Bram en spreidde de halve courant op zijn knieën uit, waarin zijn vier sneden dun bebo terd brood zaten. Toor de zaken ook slecht, dat weer. Slecht? Bram nam een hap. 'k Heb nog geen handgift, mensch! In de achterkamer begon een kind te schreeuwen. 'k Ga eens even naar de kleine kijken! En wip, weg was ze. Bram at zijn boterham men op, dronk met kleine teugjes zijn koffie, vouwde het stuk krant in vieren en stak het in den zak. Toen, drie centen op toonbank leggende, riep hij: Ze liggen op toonbank! Dag, juf frouw! elkaar in het harnas te jagen, dan Dr. Kuyper, door het ontketenen van de godsdienstige hartstochten. Niemand heeft ooit met zoo groote verachting gesproken over zijn politieke tegenstanders, dan dat gedaan is door den gewezen predikant en dat wel in naam van den godsdienst der liefde. Aan wien de schuld, zoo de Premier het middelpunt ia van dc aanvallen der vrijzinnige pers? Wij zijn zeer goed in staat tot waar- deeren, ook waar het tegenstanders geldt. Mannen als Minister Idenberg dwingen ook ons respect af en als maar niet de vermenging vau godsdienst en politiek het bederf in de staatkunde had gebracht, zou er o. i. geen enkel bezwaar tegen zijn, om eeii man als den heer Idenberg in een vrijzinnig kabinet de portefeuille vau Koloniën too te vertrouwen, zijn optreden is nimmer stuitend nimmer de Wei ucarneerde onverdraagzaamheid. Dó'cli over 't geheel plaatsen zich de antirevolutionairen op een voetstuk, hoog verheven boven de omgeving, waar ze, zij het schoorvoetend ook aan hunne Roomsch-Katholieke bondgonooten een plaatsje inruimen, om van de hoogte met laatdunkende minaoliting neer te zien op degenen, die beneden hen staan; met groote minachting, niet eens met „Christelijk" medelijden, doch met ker kelijke arrogantie. We liooren ze zalvend uitroepen tegen elkaar „Ziet, zij daar beneden ons, zijn ver doemden. Het zijn Heidenen en zon daars, bezield met den geest des ver- derfs". En misschien bidden ze wel: „O, Heere wij dunken U, dat we niet zijn gelijk deze Paganisten". Herinnert ge U lezers uit uwe jeugd de historie van den oorsprong van de naam geuzen-bedelaars! Aanvankelijk een scheldnaam. Later een eerenaam geworden voor allen, die de vrijheid lief hadden. Zij waren in de oogen van de „macht hebbenden" de Paganisten! de Ketters! Ook zij werden vervloekt en verdoemd door de Inquisitie van hun tijd. Er is overeenkomst. Mij aanvaarden de tegenstelling van Hag, Bram! klonk uit de binnen kamer tei ug en toen hij de deur opende om er uit, te gaan: goede zaken! Zei ze dat nu om hem voor den mal te houden? Goede zaken! En geen kat op straat! geen uiensch die een paar maffies noodig had en hem wat wou verkoopen! Ze lagen te bed! Ze sliepen den heelen dag door, dan hadden ze aan niets behoefte. Er stond water in vij n karretje. Maar nu was het weer droog en de kar voor over tillende, liet hij 't water er nit- loopen en duwde haar .'t trottoir af. Ou-kleer! Ou-kleer! En alle, straten van de Pijp sjokte hij in, sjokte hij uit, niets, niets geen hand gift Toen begon 't weer te regenen. Hij werd nat tot op zijn hemd. Was 't niet om wanhopig te worden? En als 't nu nog een gewone dag was geweest, maar. één Mei! Om drie uur dacht hij aan, naar huis gaan, maar bij denken bleef het. Ajs een speler aan de roulette-tafel, al zijn hoop zettend op zijn paar laatste goud stukken, niet ophoudend zijn geluk te beproeven, voor ook die uit zijn zak zijn verdwenen, stelde hij op elk nieuw kwar tier zyn verwachting, om dit telkens weer te zien worden tot een grijnzende teleurstelling. Om vier uur had hij geen hoop meer; het geluk was hem ontrouw geworden tweeërlei levensbeschouwing door Dr. Kuyper van uit het geestelijk naar het staatkundig leven overgebracht. Maar de formuleering laten wij ons niet voorschrijven. De leuze der kefke- lijkcn, de dóór en dóór valsche leuze „Voor den Christus" werd slechts in het leven geroepen, om de goegemeente toch maar duidelijk te maken, dat alle anderen behalve de Anti-Revolutionairen en Eoomschen „Tegen den Christus" waren. Niet tegen den Christus, of tegen den godsdienst of tegen het geloof, doch staatkunde en godsdienst gescheiden, geen overheersching van den Staat door kerk evenmin het omgekeerde wenschen wij. Handhaving van den modernen van den Neutralen Staat. Nadrukkelijk verklaren wij met dien „neutralen Staat" niet te bedoelen den z.g. Rechtstaat van de oude school. Wij wenschen geen Staatsonthouding bij de oplossing van economische mis standen. Integendeel. Doch neutraal bedoelen wij alleen in den zin, dien wij er aan gaven: Onthouding van den staat in ker kelijke zaken; Onthouding van de kerk iu zaken van Staatkunde. Dat is óók een positief beginsel. Zeg nu niet: dat is uit den tijd. Neen, het moes t uit deu tijd zijn. Met vreugde begroeten we het samen gaan van Unie-liberalen en Vrijzin ïig- deinocraten, omdat, ondanks het gemeen schappelijk werkprogram, het, compro mis toch ook in de eerste plaats anti- clericaal is. Laat oud-liberalen en compromis- vrijzinnigen elkuar bekampen in distric ten, waar dit lijden kan. Laat men in zwakke districten met elkaar tot over eenstemming zoeken te komen en laat de vaste leuze bij herstemming zijn voor alle vrijzinnigen: Nooit een kerkelijke. Dit achten wij in de tegenwoordige omstandigheden de hoofdzaak. zelfs op éen Mei. Het was heengegaan, het kou 'iiiet wederkeeren 'Nöjj eens 't was in de Jan Steen- strait klonk het: Ou-kleer! Ou-kleer! Maar hij zag nog op nog om. Hij riep uit gewoonte, zonder de minste ver wachting. Pst! Pst! Hij hoorde 't niet. Eu harder klonk het: Pst! Pst! Nóg zag hij niet op. 't Kón niet tegen hem wezen. Hij zou vandaag geen hand gift krijgen, dat was zeker. Sjeg! Slaap je? Nti zag hij op. 't Was tóch togen hem. De juffrouw van éen hoog aan zijn lin kerkant lag met 't hoofd uit 't raam. Kom 's au de deur! Hij reéd zijn karretje links op, kwam aan de deur, lusteloos, onverschillig. De juffrouw was er al. Wat geef je daarvoor? Ze hield hem een tamelijk afgedragen broek en vest voor. Is dat alles? vroeg Bram. Koop jij soms alleen iu 't groot? Mensch, 't is niks waard. Ik zou 't moeten nemen om de knoopeu! Ga door! zei de vrouw hem het goed uit de handen trekkende en vau plan weer naar boven te gaan. 'n Dubbeltje, zei Bram omdat 't handgift is. Voor 'n kwartje kan je 't krijgen. Voor twee dubbeltjes nam Brain'tmee.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1905 | | pagina 1