Buitenland. Binnenland Allerlei. Stadsnieuws. Dat kunnen we ons voor gezegd houden. Er staat nog veel meer moois in het verslag. De schoolkwestie wordt niet vergeten, natuurlijk. De Oud-Minister van Houten, de verdediger van zelfmoord en nieuw- Malthusianisme wordt er handig bijge haald, in een woord het is een propa ganda-Speech van onverdachte soort. De Tariefwet wordt voorgesteld als de Reddende Sociale Engel, die het geld zal brengen voor sociale hervor ming en tevens de inlandsche nijver heid heet te beschermen. Dat het een het ander uitsluit, dat de inlandsche nijverheid alleen gebaat wordt, als de Tariefwet géén geld op brengt en dus de invoer van buiten- landsche goederen ophoudt of zeer beperkt wordt, dat heeft spreker voi- moedelijk vergeten mee te doelen. Ten minste, in het verslag lezen wij daarvan niets. Opmerking verdient nog, dat de heer Van Ascli van Vijck tegen graanrechten schijnt te zijn. Althans in het vei slag staat woordelijk „Op een vraag betreffende de graan rechten antwoordt Spreker, dat van „het tegenwoordige Ministerie geen in voering van verhoogde graanrechten te „wachten is. Men make zich deswege „niet ongerust." Niet waar, als invoering van graan rechten aanleiding tot ongerustheid kan geven, volgens spreker, dan zal hij er zelf toch wel tegen zijn We zullen het onthouden, het kante pas komen. Het slot van de rede was een waar schuwing tegen het gevaar, dat ons land dreigt van socialistische zijde, tegen het „rooie" gevaar. Een beetje gelijkvloersch, maar voor Scherpenzeel niet kwaad. Naar Wladiwostok rijden eiken dag een tiental treinen met voorraden en ooiiogsmaterieel. Gruwel ij ke records. De slag bij Moekden was die, waaraan, voor zoover menschenweten reikt, de meeste strijders hebben deelgenomen. Volgens officieele Japausche berichten stonden er 850.000 man tegenover el kaar. Bij Liaujang was dit slechts 460.000, aan de Sjaho 580.000. De slag bij Liaujang was de langste, die bekend is, met zijn duur van 14 dagen. De mobilisatie berichten in Rusland zijn prompt aan positieve tegenspraak onderhevig. Pas was ge meld, dat van de garde de tweede divisie zou worden gemobiliseerd, be nevens de cavalerie, of een nadere ver zekering komt, dat men zich, om on lusten te voorkomen, bepalen zal tot het zenden van troepen, die reeds onder de wapenen zijn. Die uit Turkestan duift men niet te zenden, wordt daarbij verzekerd, en evenmin uit den Kaukasus, omdat zij ter plaatse onmisbaar zijn, met het oog op den toestand aldaar. De Japanners hebben reeds 41 schepen prijs verklaard, die naar Wladiwostok probeeren te varen. De bekende criticus F. Legné schrijft in het Berl. Tagebl., dat hij de ontdekking heeft gedaan dat Schiller niet 8 Mei 1805 doch 1806 stierf, zoodat feitelijk de beroemde Schillerfeesten nog een jaar moeten worden uitgesteld. Legné geeft als bewijs een afdrukje van een kasboek van het kleermakersgilde te Weenen. Men wete dat dit gilde gemeen lijk meewerkte bij begrafenissen, en dat het dit ook deed bij de begrafenis van Schiller. Men leest daar: bijzetting van den heer Schiller, professor, op het elfde uur van 12Mei 1806 (in Romeinsche cijfers). Voor het Landesgericht te Berlijn werd de vorige week behandeld een geval van mishandeling door de moeder van een buitenecht geboren kind. De beklaagde was een barones van Saurma Jeltsch, vroeger kelnerin en later winkel meisje. De baron van Saurma had haar tegen den wensch van de ouders gehuw d, ofschoon hij wist dat ze een onnatuurlijk kind had. De baron werd onder curateele gesteldzijn finantieele aangelegenheden waren toch weldra geheel in de war. Tegen hem is een strafvervolging wegens het maken van valschc wissels gaande. De beklaagde barones verklaarde dat ze het kind niet al te veel geslagen had en voerde ter verontschuldiging aan, dat ze ujtermate nerveus is. De baron, die, in hechtenis zijnde, ook als getuige werd gehoord, bevestigde dat. De barones werd op grond van die verklaring vrijgesproken. Men vreest thans in ettelijke doe len van Rusland, dat er troebelen zullen ontstaan tegen deintellectuels, aan wie in de proclamaties, waarmede de reactionairen het land overstroomen, van alle ongeluk en verw arring de schuld gegeven wordt. In deze strooibiletten worden natuurlijk ook de joden aan de volkswoede overgeleverd en het ver moorden van katholieke priesters voor gesteld als een den Tsaar welgevallig werk. Sybrandy als antisemiet. De heer A. Franzel deelt in de Zierikzeesche Nieuwsbode mede dat mr. Sybrandy, in Zierikzee sprekende, gezegd heeft dat de Joden bij het onderwijs op de open bare school aanstoot nemen aan het ge bruik der christelijke jaartelling. Sybran dy vertelde dat een Joodsch vader zich bij de schoolautoritciten te Amsterdam had beklaagd omdat zijn zoon op school geleerd had dat de Batavieren hier honderd jaren voor Christus aankwamen. Op de vraag waar hij zijn verhaal van daan had, gaf S. geen antwoord. Verder vertelt de heer Franzel van de vergadering. „Maar wat deed mr. Sybrandy wel „Niet kunnend beletten, dat het grootste deel der talrijke vergadering hem voor een sprookjesverteller aanzag, wist hij niets beters te doen dan op mijn geloofsgenooten een giftigen pijl af te schieten. „En opdat die pijl des te beter doel zou treffen, begon hij, met een ver heerlijking van het oude volk, waaruit, zooals hij zeide, het Christendom was voortgesproten, en waarvoor, zooals hij verklaarde, hij een levendige sympathie gevoelde. „Maar aan het slot van zijn lofrede vertoonde hij zich in zijn ware gestalte. „Herinnerend namelijk aan het histo risch feit, dat de Joden, toen zij inder tijd elders vervolgd werden, hier te lande een veilig toevluchtsoord hadden gevonden, zeide hij, hierop doelend, dat zij in Nederland gastvrijheid genieten. „Ik viel, daar aan de debaters geen gelegenheid tot spreken meer gegeven leeren kennen; begrijpelijkerwijze kwam hierbij de nieuwsgierigheid, om het Silezische Paradijs met eigen oogen te aanschouwen. Zoo werd dan besloten, over eenige dagen het slot te bezoeken. Met zijn ouden bediende had de baron sedert dien veelbewogen ochtend geen woord meer gesproken; zwijgend hadden zij hunne gewoonten gevolgd of plichten vervuld; er heerschte om zoo te zeggen tusschen hen een wapenstilstand. Toen hij op dien bewustcn dag zijne woning bad verlaten, had Eberhard von Fahrenwald érnstig bij zichzclven over wogen, of hij den oude maar niet zijn ontslag zou geven. Het was voor de eerste maal, dat die gedachte in hem opkwam. Hij had hem van zijn vader „geërfd" en het tot nu toe de natuurlijkste zaak van de wereld gevonden, hem altijd om zich heen te hebben. Op dezen dag verhief zich voor de eerste maal een stem in zijn binnenste, die tot hem sprak: „Doe hem weg!" Hij wilde hem natuurlijk een voor zijn ouden dag vol doend, ja zelfs schitterend hoog jaargeld geven, maar hij wilde van hem af zijn. Toen hij daarna echter bij Anna ge komen was en deze de voorsprak van den oude was geweest, was zijn besluit weer begonnen te wankelen. Hij was zich toen weer bewust geworden, dat hij tegen den uitdrukkelijken wil van zijn vader zou handelen, indien hij aldus deed, en in zijn hart moest hij toegeven, dat h ij het toch eigenlijk geweest was, die door zijn heftigheid tot het gebeurde had aanleiding gegeven. Een voort durende strijd met zichzclven dat was nu eenmaal het kruis, dat het lot hem op de schouders had gelegd, en ook thans was bij verplicht zijn beter ik te gehoorzamen en zijne gevoelens van afkeer voor den ouden bediende te overwinnen. Hij zweeg dus; de oude Johann zweeg ook, en zoo op het oog scheen het wel, of alles was weer zooals vroeger. Des daags vóór de baron met Anna het slot zou bezoeken, dioeg hij den oude op om vooruit te gaan, om daar het een en ander eenigermate tot de ontvangst voor te bereiden. De kamers moesten gelucht en het vuur in de kachels aangelegd worden. De wegen van het park, die door de vele regens wel doorweekt zouden zijn, moesten door eenige arbeiders met droog zand opge hoogd en in zeer drassige gedeelten met planken begelegd worden. Eindelijk moest zorg worden gedragen voor ecu. ontbijt. Al deze beschikkingen deelde de baron zijn bediende op korten, bevelenden toon mede; de oude Johann "hoorde ze met zwijgende onderworpenheid aan; op dit oogenblik was hij niets anders dan de deemoedige, gehoorzame knecht. Grauwe regenwolken dreven in de wordt, toen opnieuw den spreker in de rede met (de opmerking, dat de Joden staatsburgers zijn. „Door den voorzitter werd ik hierop tot de orde geroepen". Dit is dus een uitbreiding van de au tithese. De mannen van de Openbaring binden den strijd niet alleen aan tegen de ongeloovigen en modern-geloovigen, maar ook tegen de Nederlanders van Joodsch geloof en trachten deze tot een minder soort staatsburgers te stempelen Het antisemitisme is dus nu ook een bestanddeel van Sybrandy's propagada geworden. Wij lezen in de O. H. Ct: Zooals men kon verwachten, was er veel belangstelling op de Groote Markt te Haarlem naar aanleiding van ons be richt, dat het Mandoline-Gezelschap, be staande uit Gymnasium- en H. B. S. scholieren, aldaar zou verschijnen, voor afgegaan door den heer Cartioni, pro- fesseur de mandoline, uit Amsterdam. De menschen stonden in breede rijen te wachten, waaronder wij eenige autori teiten meenen te hebben opgemerkt. De commissaris van politie had maatregelen genomen om wanordelijkheden te voor komen. Het politiepersoneel op de Groote Markt was versterkt. De directeur van een onzer bekendste zangvcrcenigingen stond reeds ora 12 uur op zijn post en wachtte op het oogenblik, dat de heerlijke mandoline-tonen over de keien van de Gioote Markt zouden klinken. Zelfs een photograaf was aanwezig om de stoet te photographecren. Men verkeerde in groote spanning, en de aanwezigen stootten elkander her haaldelijk aan met de woorden: „Hoor jij wat?" antwoord: „Ik niet!" Het mandoline-gezelschap is niet ge komen. Tot ruim half één hebben de aanwezigen gewacht en gekeken naai de Koningstraat.... toen ging men huis waarts. „Een flauwe mop" inik-mokte een oudachtig heer, die dacht aan... 1 April! Treinscène. Het eerste tooneel stelt voor het station Hoil. Spoor te 's Gra- venhage, op het tijdstip, dat de Fransche trein die om 4.22 naar Amsterdam gaat, juist wil vertrekken. Een man, vrouw en kind komen op het laatste nippertje aangesneld en worden nog juist door de hulp van eenige con ducteurs in twee naast elkaar gelegen coupé's gestopt. De man steekt zijn hoofd uit 't raamp je en roept, terwijl de trein reeds in beweging is: „hij gaat toch naai-Leiden?„ „Neen„ roepen eenigebelangstellenden, „die gaat naar Amsterdam". ((Alge- meene hilariteit!) Man en vrouw beiden met de hoofden buiten de venslcrs, gaan druk discussi eeren. De trein snelt weg. Het tweede en laatste tooneel speelt in Leiden, eveneens aan het Holl. Spoor station. De chef en eenige gedienstigen staan als naar gewoonte te wachten op het langsvliegen van den Parijschen trein. Daar komt hij aan! Maar plotse ling juist voor het perron, houdt de trein stil. Groote schrik Daar gaan plotseling twee portieren open; man en vrouw, en kind stijgen uit. De chef vliegt er op af en maakt proces-verbaal op tegen den snoodaard, die het waagde zonder noodzaak aan do noodrem te trekken. Doodleuk zegt de bekeurde: „Dat kan me niks bommen wat 't me kost, dat kost 't me, maar ik moest hier zijn lucht, toen de baron don volgenden morgen met zijn rijtuig voor de woning van Anna von Glassncr stilhield 0111 deze af te halen. Toen hij binnentrad, stond zij in haar grijzen reismantel reeds gereed. Lachend haalde hij een voorwerp, dat hij in de handen droeg, uit het daaromheen ge wikkeld stuk papier het waren een paar nagelnieuwe overschoenen. „Dat is geen weeldeartikel," zeide hij, „dat mag je aannemen, want buiten in liet park kunnen ze je straks te pas komen." Ze zag hem dankbaar in het gelaat. „Zelfs daaraan heb je gedacht!" Ze ging even zitten om de gummi- schoentjes aan te trekken en zij kon daarbij niet verhinderen, dat hij zich op ecne knie liet vollen, ten einde haal bij het aantrekken behulpzaam te zijn. Teeder drukte hij even haar voet. „Maar Eberhard!" vermaande zij. Hij sprong overeind, sloot haar in zijne armen en kuste haar op den mond. „Kom," zeide hij, „vandaag rijdt ge als Anna von Glassner naar buiten; den volgenden keer als Anna von Wahren- wald Na ongeveer een uur sporens kwamen zij aan het kleine station aan, van waar uit men bij de bezittingen van den baron kwam. Toen de trein binnenreed, stond reeds een man met grijze haren en gebogen rug met den hoed in zijn hand laat nou den trein inaar vertrekken.' De omstanders staan paf! (L. en I.) De „geestigheidsmanie" die zelfs de meest degelijke en nuchtere Hollanders op den eersten April een oogenblik in bezit pleegt te nemen, schijnt nog on verzwakt, in weerwil van haar hoogen ouderdom, voort te woekeren, zoodat zelfs de pei-6 tegenwoordig haar invloed begint te ondervinden. Onder dateering van 1 April schrijft n.l. de Tielsche Crt. in haar nummer van j.l. Zaterdagavond het volgende: „Een reeds bejaard voerman te dezer stede, die vernomen heeft, dat het voor het Keizerlijk hof in Rusland tegen woordig met het gooien van bommen onder de vorstelijke rijtuigen moeielijk is om koetsiers te vinden, en in de meening dat zijp leven toch zoo laug niet meer zal duren (want het is hem aan te zien, dat hij menig jaar op den bok van wijlen onze diligence gezeten heeft), had zich bij den Russischen ge zant in Den Haag doen aanbevelen als koetsier bij den Czaar. „Na verloop van eenige dagen heeft hij als zoodanig op zeer gunstige voor waarden een aanstelling gekregen, be nevens, ter bestudeering, een plattegrond van St. Petersburg. Ilij zal tot Berlijn gebracht en daar afgehaald worden dooi den predikant der Hollandsche gemeente in St. Petersburg, waar hem den titel wacht van koetsier-majoor." Je zou zeggen, waar haalt onze Betuwsche Zuster al die moppigheid van daan! Misschien komt het wel van het vruchten eten, want niets is beter voor de hersenen, niets scherpt het ver stand en de fantasie meer, dan het eten van een lekkeren Betuwschen appel (Vandaar de mudden goud reinetten enz. die in 't najaar ons bureau worden bin nen gebracht!) Maar het moet een goede appel zijn, geen Paradijsappel, die de vreugde en het geluk van ons aller grootouders Adam en Eva zoo plotseling verstoorde. Ach, niets is bestendig hier beneden, zelfs de liefde niet! Een jong gelukkig paartje, voor drie weken te Oosterhout in den echtelijken staat verbonden, begint nu reeds die pas gelegde huwelijksbanden, door de dichters (vooral de ongetrouwde) overi gens zoo vaak bezongen, knellend te vinden en heeft besloten, maar te doen alsof er geen huwelijks formulier bestaat. Gisteren reeds in den vroegen morgen verdeelde het zijn huisraad enz. heel netjes, waarna man en vrouw ieder huns weegs ging. Huiselijk krakeel schijnt oorzaak te zijn van dit uiteengaan. Beter ten halve gekeerd, dan Zoo dacht een handige oplichter ook, die juist wist te keeren, d.w.z. er van door te gaan, voor de politie hem te pakken had. Hij deed zich te Brussel doorgaan voor vertegenwoordiger van groote wijnbrouwers en hij zond aan die firma's groote orders, op naam van personen, die hoegenaamd geen bestel ling gedaan hadden. "Wanneer de koop waar dan aankwam, zorgde hij bijtijds ter plaatse te zijn, zeide dat er een vergissing gebeurd was cn nam den wijn mee; hij had dan al bij voorbaat een werkman met een wagen meegebracht. Dan verkocht hij den wijn goedkoop en contant. De wijnfirma's stuurden later de per- op het perron te wachten. Het was de oude Johann. „Kijk nu eens, hoe stipt en opmerk zaam hij is," fluisterde Anna, met het hoofd naar den oude wijzend, haar bruidegom toe. Deze antwoordde niet en toen Johann vooruit trad, om de juffrouw bij het uitstappen behulpzaam te zijn, verhinderde hij, dat de oude haar aanraakte. „Staat het rijtuig voor?" vroeg hij kortaf. Het rijtuig was er. Terwijl zij zich daarheen begaven, drukte zij den arm van haar bruidegom zacht verwijtend. Hij was zoo vriende lijk en goed; alleen tegenover den ouden Johann scheen hij zoo barsch. De kap van het rijtuig was dichtge slagen, omdat liet tevoren geregend had thans echter had de regen opgehouden. „Wil je hem liever open hebben?" vroeg de baron. „O ja,' verzocht zij. Het was immers een nieuwe wereld, waarin zij kwam, en die wil men toch gaarne behoorlijk kunnen aanschouwen. De kap werd dus neergeslagen; in het rijtuig bevon den zich voetkussens en dekens, twee prachtige, zwarte paarden trappelden van ongeduld. De overvloed stroomde haar tegemoet. Nadat hij haar in een gemakkelijken hoek had doen plaats nemen en haar zorgvuldig met een deken had toege- 8onen, aan wien zijn den wijn gezonden hadden, rekeningen, en «feze rekeningen kwamen dan onbetaald terug. Dit moest natuurlijk argwaan verwek ken en zoo kwam de dieverij aan het daglicht. De vogel was echter bij tjjds gevlogen. Degenen, die op de Kiezers- lijst 1905 6 moeten voorkomen, raden wij aan zich hiervan ter Secretarie dezer gemeente te overtuigen. Tot en met 15 April a.s. is een ieder bevoegd bij het Ge meentebestuur verbetering der Kiezerslijst te vragen, op onge zegeld papier, op grond dat hij zelf of een ander in strijd met de Wet, daarop voorkomt, niet voorkomt of niet behoorlijk voorkomt. We vernemen dan ook, dat er reeds verscheidene aanvra gen om verbetering zijn inge komen. Naar men ons meedeelt heeft Jlir. mr. B. W. Th. Sandberg het eerelid maatschap van de werkliedenvereeniging „Onderlinge Hulp" aanvaard. De le-luit. kwartierm. L. J. H. Hei man, van het 5e reg. inf., wordt medio Mei gedetacheerd op het 2e bureau van controle over de inwendige admini stratie der korpsen, te 's-Gravenhage. De heer H. van Eek, commies le klas, stations dienst teBentheim word ingaande 1 Mei a.s. overgeplaatst naar Amersfoort, terwijl de commies 2e klas J. Marin van hier naar Benthein wordt overge plaatst. Op verzoek van vele reizigers worden door de H. IJ. S. M. alhier plaatskaar- ten naar Hamburg, Altona en Pyrmont afgegeven en wel via RheineOsna- brück. Ook worden plaatskaarten naar Bonn, Coblens, Keulen, Crefeld, Godes- berg, Kevelaar, Ncuss, Kreuznach, Ber lijn, Dortmund, Essen, Hannover, Harz- burg, Halle, Horn-Meinburg, OBnabrück en Rheine, afgegeven. Morgenavond wordt in ,de Arend" het 3e abonnements-concert gegeven door het Yokal-und Instrumental Gc- sellschaft „d'Amersee'r". Waar dit gezel schap optrad, oogstte het steeds veel bijval, zoodat het zeker te verwachten is, dat ook hier in Amersfoort veel publiek van dit concert zal willen genieten De kapitein van den generalen stal V. Noest, toegevoegd aan den comman dant der stelling van de Mond der Maas en van het Haringvliet, wordt op 1 Juli a.s, overgeplaatst naar Amersfoort. Hij zal alsdan optreden als adjunct chef van den staf en waarnemend adjudant van den commandant der nieuw op te richten 4e divisie infanterie. Ter paardenmarkt van Maandag waren 350 paarden, 15 veulens en 60 hitten aangevoerd. Men besteedde voor paarden f70 tot f550, voor veulens van f 110 tot f 160 en voor hitten f70 tot f190. De handel was zeer levendig. Ook door buitenlandsche kooplieden werden verscheiden dieren gekocht. dekt, zette hij zich naast haar; de paar den zetten aan en het rijtuig rolde den straatweg 'op. Wegen en paden dreven in water; in de velden rechts en links lagen breede plassen, zoodat ze er als moerassen uitzagen; in de lucht, die er koud en grijs als staal uitzag, joegen de wolken, door den Aprilwind voort gedreven, in wilde, donkere massa's dooreen. Alles te zamen genomen, was het geen vriendelijke ontvangst, die de nieuwe wereld het jonge meisje bereidde. De baron keek haar van ter zijde aan en zag, hoe zij haar wipneusje driest en vergenoegd van uit doeken en dekens de lucht in stak. „Ben je niet koud?" vroeg hij. „O neen, in 't minst niet!" antwoord de zij. „Maar mooi vind je 't toch niet?" „Verrukkelijk," gaf zij ten antwoord. „Wat denk je dan? Zoo'n stadsplan! als ik zou dit niet mooi vinden? In tegendeel, 't is een wellust, zoo'n ril door het land!" Hij gevoelde zich gelukkig en legde zijn arm om haar heen; door die dekcw en doeken, waarmede hij haar omwik keld had, kon hij zijn arm echter niet om haar middel slaan. Ze lachte vat pret. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1905 | | pagina 2