No. 55.
Dinsdag 11 Juli 1905.
2e Jaargang
Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken
Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER'
Let wel!
VAN MIJN EENZAMEN POST.
ZU1NIG 0F BEKROMPEN?
Er uit, maar.... er niet weer in!
DE EEMLANDER
Verschijnt
Woensdags en Zaterdags.!
Bureau
Hendrik van Viandenstraat 28
Abonnementsprijs
Per jaarf 3 00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Prijs der advertentiëu
Van 1 tot 5 regels0.40
vooi iederen regel meer0.03
(Bij abonnement aanmerkelijke korting.)
Nog altijd zijn er vrijzinnige kiezers,
die niet inzien, dat het van het grootste
belang is vroeg
liefst vóór 12 uur
te komen stemmen.
Komt ge laat, dan bezorgt ge grootc
moeite aan het verkiezingsbureau.
Nog iets
Wanneer men zich vergist, mag één
maal een ander stembiljet gevraagd
worden.
Nu het noodlot zoo wreed is geweest,
mij van het teergeliefde Torentje in den
Haag te bannen, waaraan ik, trots de
eenzaamheid, door zulke innige liefde
banden was verknocht, zie ik mij
genoodzaakt weder op andere wijze mijn
groote intellectueele en politieke gaven
in dienst te stellen van het Nederlandsche
volk. Waar ik reeds als kind in mij
voelde een drang om voor mijn geliefde
landgenooteu te werken, om hen voor
te gaan op elk gebied, want ik ben van
alle markten thuis, daar spreekt het
immers van zelf, dat ik thans nog niet,
hoewel ik rok en degen, die me zoo
netjes stonden, zooals adjudant de Wilde
altijd zei, moet afleggen, die drang kan
en mag weerstaan.
Wel verlaat ik dus het Torentje, maar
ik zoek een anderen eenzamen post,
waar ik rustig kan denken en leeren.
Ja, leeren vooral. Want, ofschoon nie
mand in den lande mij als wetenschap
pelijk man kan nabij komen, toch heb
ik gemerkt, dat ik ernstige behoefte aan
studie heb. En het speciale vak, dat ik
voor mijn arbeid heb uitgekozen zal zijn
do studie der menschcn.
Kijk, als ik zoo op mijn eenzamen
post zit en alles overdenk wat ik alzoo
gesproken en geschreven heb, dan sta
ik onwillekeurig op en ga,ja lezer
gij zoudt het niet kunnen raden, en
ganaar den zolder.
Wat is het, dat mij daar zoo aantrekt?
Daar, op dien naren ongczelligeu
zolder, daar staat mijn beste leven.
Kasten staan er, lezers, kasten vol
oude plunje. Daar staat er één met het
jaartal 1891. In sierlijke letters is er
opgeschilderd: Hccre, mijn God ze kun
nen niet wachten, geen dag en geen
nacht. En er vlak naast ziet ge er een
staan met het jaartal 1905.
En wat staat daarop?
Veel beloven en weinig geven, doet
de gekken in vreugde leven.
Beide kasten zijn geschenken van de
„kleine luyden" die mij zoo na aan het
harte liggen.
Aan de achterzijde, die zwarte kasten
zijn van mijn roomsche vrienden. Die
eerste met het opschrift: Standaard 1871,
is feitelijk een grap. Dat begrijpt ge
dadelijk, als ge leest wat er op staat.
Hoor maar: „Door u aan Rome te kop
pelen verspeelt ge uwe toekomst, brengt
ge uwen goeden naam in opspraak, ver
loochent ge uwe volkshistorie en handelt
ge wat het ergste is met uw beginsel
in lijnrechten strijd".
Eigenlijk vond ik deze grap wel wat
ongepast en daarom hebben ze me ver
rast met een geschenk dat zeker nog
geen enkel Nederlander is te beurt ge
vallen. Zie hier: een soutainc met alle
bijbehoorende zaken. Zoo ge ziet is zelfs
de rozenkrans niet vergeten. En weet
ge wat mijn vriend Kolkman zei toen
hij mij dit cadeau kwam aanbieden?
Neen, niet waar, ook dat raadt ge
niet lezer. Hij zei, zet op die kast:
Honoris Causa, m.a.w. je hebt zoo goed
gezorgd voor de Roomsche kerk in de
vier jaren van je ministerschap, dat het
mij als grootmeester van Rome in hooge
mate verheugt, je eershalve, het priester
schap van de Alleenzaligmakende kerk
aan te bieden.
Genoeg, genoeg lezer! Gij begrijpt
wat me zoo aantrekt op dien zolder
niet waar? ik behoef u er niet verder
vond tc leiden, ge snapt aanstonds, dat
er zoo kasten staan met allerhande
zaken, die getuigen, hoe het steeds mijn
streven was om het geheele Nederland
sche volk 't naar den zin te maken.
Baantjes aan vrienden? Wat zegt ge?
Praat me daar niet van. Steeds lag het
in mijn bedoeling alle menschen te be
denken. Maar met het groot aantal
vrienden, dat ik heb moest ik toch in
de eerste plaats rekening houden. En
het lag juist in mijn voornemen nu voor
taan te gaan zorgen voor de menschen
die op politiek gebied niet tot mijn
vrienden behooren, en nu wordt
zoo wreed mijn levensdraad als minister
afgesneden.
Ja wreed is het. Wat heb ik al niet
gedaan voor al mijn landgenootcn.
Liggen daar geen drie zware boek
doelen, van ruim 1600 bladzijden, met
de prachtigste sociale wetten. Daar heb
ik geheel mijn ziel in uitgestort en ik
durf gerust tc zeggen, dat dat alleen
sociale wetten zijn. Men mag praten
wat men wil. Mijn wetten zijn sociale
wetten, al het andere is namaak. De
Drankwet is dat soms niet een mooie
sociale wet? De Speetwet, de
maar waar zou ik eindigen. Dit wou
ik maar zeggen. Alles heb ik gedaan
om het volk voor mij te winnen en
toch het Torentje moet ik ver
laten.
Zie lezer, dat is wreed. Ik meende
het kiezersvolk te kennen, maar ik heb
mij vergist. De lengen- en lastercam
pagne der vrijzinnigen hadden meer
invloed dan mijn grootschc werk. Man
nen als Sybrandy, Aalberse, Mekkiug,
De Wilde e.a., ze hebben getracht het
verleugendc volk wat waarheid te geven.
Maar het heeft niet gebaat. Waar een
Sybrandy, wiens ernstig streven naar
waarheid toch boven aller verdenking
staat, voor mij avond aan avond op de
bres stond, daar heb ik hoop op de
toekomst. Nu ga ik studeeren. Ik zal
het volk beter leeren kennen en in 1909
spreken wc elkaar nader.
Maar ik moet toch leven, en
bovendien mag ik mijn landgenootcn
mijn voorlichting niet onthouden. Daarom
hoop ik zoo nu en dan brieven tot het
volk te richten van mijn eenzamen post.
Gaarne aanvaard ik de aanbieding van
De Eemlander, om juist in dat blad mijn
ontboezemingen te publicccren. Natuur
lijk zal ik niet nalaten mij goed op de
hoogte te houden van de Amersfoortsche
toestanden, daar ik voor de lezers van
De Eemlander meer speciaal, daarover
hoop te schrijven.
Tot een volgend maal dus.
BRAM I.
In dagen van verkiezing worden dooi
de verschillende partijen allerlei leuzen
aangeheven, allerlei deugden en goede
eigenschappen opgesomd, allerlei schoon
klinkende bijvoeglijke naamwoorden bij
eengezocht, om de candidaten aantebe-
velen.
Op ééne eigenaardige aanbeveling,
welke nooit zal gebezigd worden, wan
neer het eene verkiezing voor de Provin
cialen Staten of voor de Tweede Kamer
geldt, maar die alléén dienst doet bij
verkiezingen voor den gemeenteraad,
wenschen wij de aandacht te vestigen
„Kiezers, wenscht go een zuinig be
heer, kiest dan den lieer
Als speculatie op het zwak van de
meeste menschen, om liefst zoo weinig
mogelijk te betalen, is deze verkiezings
leuze werkelijk goed gevonden en voor
degenen, die ze gebruiken van groote
waarde.
Maar eng en bekrompen it ze in
hooge mate, en daarom zal het ook bij
geen enkele kiesvereeniging opkomen,
om hare candidaten voor de Provinciale
Staten of de Tweede Kamer op eene
dergelijke wijze aan te bevelen.
In den kleinen kring der gemeente
schijnt het er echter nog mee door te
kunnen. En geen wonder! Hebben
wij iu onzen Raad niet gezien, dat
leden, die nog wel tot de „liberalen"
werden gerekend, op eens conservatief
werden, toen eene betrekkelijk kleine
uitgave moest worden gedaau voor vak-
ouderwijs; dat zij schermden met zuinig
heid en het spook van belasting te
voorschijn riepen?
Waar raadsleden dus voorgaan met
eene begripsverwarring omtrent een
zuinig en een goed beheer, behoeft
men er zich niet over te verbazen, dat
er nog menschen zijn, die zeggen: „Ja
juist, we moeten iemand hebben, die op
de kleintjes past, anders gaat het maar
op nieer-bctalen aan!"
Als een huisvader bemerkt, dat door
vermeerdering van zijn gezin, zijn uit
gaven stijgen, terwijl zijn inkomsten niet
in die mate toenemen, dan moet hij
bezuinigen, 't allereerst op alles wat
weelde is of daarmede verband houdt
en als dat nog uiet lielpt, desnoods op
zijn middagmaal. Vele varkens maken
de spoeling dun!
Maar schulden mogen niet gemaakt
worden.
Dit is een gepaste zuinigheid!
Als een gemeente zich uitbreidt, waar
door de uitgaven voor onderwijs, politie,
verlichting, reiniging, althans gedurende
eenige jaren, onevenredig stijgen, dan
kan in de eerste plaats gezocht worden,
of de eene of andere tak van dienst
onpractifch of te weelderig is ingericht,
zoodat bezuiniging daarop zou kuunen
worden beproefd.
Verder moet de gelijkstelling echter
niet gaan.
De gemeente, de provincie, het Rijk
m a g niet bezuinigen op uitgav en voor
onderwijs, voor volksgezondheid, voor
veiligheid enz.
Indien men in die richting wil wel
ken, is men niet zuinig, maar b e-
krompen!
In ons nummer van 22 April hebben
wij reeds aangetoond, dat de fiuancieele
toestand van Amersfoort, in aanmerking
nemend de groote uitbreiding, welke de
stad de laatste jaren heeft ondergaan,
bij vergelijking met andere plaatsen,
niet zoo slecht is, als hij werd afgeschil
derd.
Wij wenschen Amersfoort in bloei te
zien toenemen en daarvoor is noodig
niet een bekrompen zuinig, rnuar een
verstandig breed-opgevat beheer; een
open en ruime blik voor de waarachtige
belangen van onze schoone stad.
Laat u niet (beetnemen door klein
geestige aanbevelingen! Mocht het met-
tertijdk werelijk eens noodig blijken,
dat de gemeentebelasting met
of' 1 3 percent moet worden verhoogd
welnu, dan kunt en wilt ge toch liever
3Va °/u betalen, als het u goed gaat en
als ge in uw stad alles kunt vinden,
wat ge voor u en uw gezin noodig
hebt, dan 3 wanneer dus de plaats
en dus ook uw zaken achteruitgaan,
terwijl ge voor uw kinderen geen goed
onderwijs kunt krijgen.
„lk betaal ll/a hoofdelijken om
slag" zei onlangs iemand te Veenendaal.
„maar wat heb ik er voor? Mijn
kinderen moet ik naar de burgerschool
te Ameisfoort sturen. Zij verliezen veel
tijd en mij kost het veel geld. Graag
zou ik 5 betalen, als ik ze hier kon
houden."
Ziet men de ochtendtreinen uit ver
schillende richtingen hier aankomen,
dan weet men, dat dit slechts één staaltje
uit velen is.
Het kan niet genoeg herhaald wor
den: Ook al vestigen zich hier thans
vele personen, die aangetrokken worden
door het natuurschoon, de goede ligging,
de lage huishuren, de eerste en
voornaamste aantrekkingskracht is
geweest „de uitstekende inrichtingen
van onderwijs."
Blijft het gemeentebestuur op flinke
en vrijgevige wijze voor hot onderwijs
zorgen, dan twijfelen wij er niet aan.
dat de ledigstaaude huizen geleidelijk
zullen worden bewoond en de ontvang
sten weer gelijken tred met de uitgaven
zullen gaan houden.
Zorgt dus thans, dat gy bij de aan
staande verkiezingen mannen iu den
Raad kiest, waarvan ge weet, dat zij
uiet voor een bekrompen zuinig,
maar voor een v er stand Lg beheer
zijn.
Dat kunt ge verwachten van de vol-
ende candidaten.
Stemming van Woensdag.
District II:
J. C. Itoluuriiis lfagcdoorn.
District III:
.1. C. v. «I. Meer.
Maakt dus het hokje zwart voor de
namen van die candidaten. Dan brengt
ge uw stem uit op mannen van beslist
vrijzinnige richting; voorstanders van
een degelijk beheer der gemeente finan
ciën;
voorstanders van goed volksonderwijs;
die met hart en ziel do belangen der
gemeente zullen behartigen en zich
nimmer zullen laten leiden door per
soonlijkheden.
Al hebben wij lint, helaas, bij de
verkiezing voor do Tweede Kamer niet
tot eene herstemming kunnen brengen,
de heeren die zitting hebben in de
Stembureau's komen er toch niet gemak
kelijk af, -want, in plaats van één, hebben
w-o nu, althans in de districten II en DT,
twee stemdagen voor den gemeenteraad.
Men zou haast geneigd zijn te zeggen,
dat we dit jaar van het goede wel wat
te veel krijgen. De ooi-zaak van dezen
overvloed is gelegeu in het bedanken
van 5 leden van den Raad, de heeren
A. A. Hamers, J. G. Kleber, C. J. Plomp,
N. Yels Heyn en J. W. Jorissen nil de
zitting, waarin subsidie werd toegekend
aan de op te richten Industrie- eii
Huishoudschool.
Aan de beurt voor aftreding zijn in
19(15 in
District I District H
II. W. van Esveld A. A. Hamers,
J. G. Kleber,
District III
A. M. Tromp van Holst
C. J. Plomp,
terwijl er een nieuwe verkiezing moet
plaats hebben, door het bedanken vau
den heer Jorissen in district II en van
den heer Veis Heyn in district III.
De ingeleverde lijsten hebben reeds
de verrassing gebracht, dat de 5 heeren,
die hun mandaat hadden nedergelegd,
wederom candidaat zijn gesteld. (Wie
had den heer Plomp eenige jaren gele
den een dergelijke candidaat-stellinc
durven voorspellen?)
Wij kunnen niet anders zeggen, dan
dat het ons ten zeerste bevreemdt, dat
zij thans, naar het schijnt, wederom een
candidatuur hebben aanvaard.
Wat moeten wij van die „pose"
denken?
Is het hunne bedoeling een beroep
tc doen op de kiezers; de kwestie van
vertrouwen te stellen?
Maar hiertoe missen zij het recht,
want om vertrouwen te eischen, moet
men ook vertrouwen schenken en tot
heden weet niemand precies, waarom
die heeren hun ontslag hebben genomen.
Bovendien was de houding van de
aftredende leden, die lot de vrijzinnigen
werden gerekend, bij sommige gelegen
heden, zóó reactiounair, dat wij het
van de Kiesvereeniging Amersfoort juist
gezien achten, dat zij candidaten heeft
gesteld, waarvan zij do verwachting mag
koesteren, dat zij op vrijzinnig standpunt
zullen blijven staan en niet zullen weg-
loopeu, wanneer do zaken hun niet precies
naar den zin gaan.
De gestelde candidaten zijn voor de
stemming op 12 Juli in
District H District IH
J. C. Rolandus Hagedoorn J. C. v. d. Meer.
Moge oen weinigje van do geestdrift,
welke in den avond van den 28ston Juni
hier hcerschte, bij de vrijzinnige kiezers
zijn overgebleven en het besef levendig
worden, dat eene goede vertegenwoor
diging in de Rcgeering der stad van
zeer groot belang is voor alle ingeze
tenen, ook voor degenen, die hier geen
blijvende woonplaats hebben!
Moge de vergelijking van den uitslag
der verkiezingen van 1901 en 1905 don
vrijzinnigen hier hebben geleerd, dat
niet verdeeldheid, maar aaneensluiting
leidt tot de overwinning.
BKItlHOiELM'l!
Toen er in het begin van dit jaar
een verkiezing moest plaats hebben voor
den Gemeenteraad om te voorzien iu
de vacature, ontstaan door het vertrek
van mr. Prikken, waren de candidaten
de heeren S. J. van Duinen en H Koning.
Men zal zich herinneren dat de katho
lieken toen niet wilden trekken voor de
zegekar van Ds. Donner, maar voor
een goed deel waren voor den liberalen
candidaat. Dit werd hun door de
anti-revolutionairen zeer kwalijk geno
men. Toch zijn dio anti-revolutionairen
zelf ook niet zulke trouwe bondgeuooten.
Men denke slechts aan de verkiezing
in District IH. De katholieke candidaat,
de heer Herin. Kroes werd officieel ge
steund door de anti-revolutionairen, maar
in werkelijkheid lieten ze hem iu den
steek, getuige het lage stemmencijfer
van den heer Kroes.
Eu gaan we verder terug dan denken
we aan de verkiezing in district H, w aai
de heer II. Koning zich liet stellen
tegenover den heer A, A. Hamers, 't Is
trouwens een algemeen bekend feit, dat
de anti-revolutionairen de katholieken
bijua steeds in den steek laten.
Rij de verkiezing tusschen de heeren
Van Duinen en Koning ging men van
anti-revolutionaire zijde zelfs zoo ver,
dat men het volgende in de Stichtsche
Courant durfde schrijven.
Uit vertrouwbare bron kan gemeld wor
den, dat door de R. K. kiesveroen. „Recht
en Orde" alhier als candidaat voor lid van
den Gent. Raad in district I is gesteld de
heer Van Duinen, die ook reeds was ge
steld door de liberalen.
Men vraagt zich al': hoe is dit nu
mogelijk, thans, in een tijd, dut ook op
gemeentelijk gebied de beginselen behoo
ren mee te spreken.
Den Roomsvhen kiezers zij teu zeerste
aangeraden eens na te denken over de
volgende woorden uit. de „Encycliek"
(Rerum Novarum) van Paus Leo XIII:
„En aangezien, zooals Wij in den aan
vang zeiden, de godsdienst alleen
in staat is afdoende inwendige ver
beteringen in d<- wanverhoudingen te
brengen, behoort zich telkens verdol
de overtuiging uit te breiden, dat het
boven alios aankomt op de her
leving der Christelijke gezind
heid en zoden, zonder welke ALLE
maatregelen, hoe wijs en veelbe
lovend ook, niets vermogen voor
hot ware heil."
Begrijpen en beseffen ze dit, dan zal
het hnn onmogelijk zijn, hunne stem te
geven aan een liberalen candidaat.
Dc laatste tegels laten we vet druk
ken, en dan vragen we:
Is het uiet verregaand
onbeschaamd,
zoo iets te durven schrijven en dan
eenige maanden later zelf aan te komen
met, in hun oogen toch ook liberale
candidaten.