Stadsnieuws.
Allerlei.
een telegram. Ja, het was er, gelukkig
„Teeken jij maar af de Wilde", zei
ik, terwijl ik haastig het telegram open
scheurde.
Helaas hoe wreede tijding al weer.
Ik wel, Kleber niet direct herkozen.
Plomp.
Ik vertrouwde mijn oogen niet, maar
de Wilde zei ook, dat het er stond. Een
traan ontwelde mijn oog en biggelde
over mijn wangetjes. Zou ik dan niets
dan teleurstellingen mogen verwachten.
Het stond bij mij vast, dat de Amers-
foortsche vrienden Kleber, mijn Kleber,
onzen Gerard er met groote meerderheid in
den Raad zouden brengen en toch hoe
wreed weer die uitslag. Wel verheugde de
verkiezing van Plomp me, maar och
trots zijn welgemeende pogingen om mij
in 't gevlei te komen, blijkt hij telkens
toch nog niet geheel van liberalistische
smetten vrij te zijn.
Wel was ook de dag van Maandag
dus weer wreed voor mij, en nog lang
nadat de torenklok twaali uur had ge
slagen, schokte mijn borstje van niet te
weerhouden snikjes.
Dat de hoeren Hamers en Jorissen
herkozen zouden worden, daaraan heeft
niemand getwijfeld. Of dat evenwel
voor mij een reden tot hartgrondige
verheuchenisse is, daarover laat ik me
op het oogenblik niet uit. Nu de Juui-
stormen onzen coalitieboom ontworteld
hebben moet eerst duidelijk blijken dat
„de éene wortel des geloofs" althans niet
te veel geleden heeft. Het dingetje is
al wel altijd van binnen rot geweest,
maar van buiten zag hij er nog al
goed uit, zoodat het nog lang niet
zeker is, dat het nu zal opvallen dat,
die éóue wortel eigenlijk van de uit
vinding af aan al een oneetbare peen is
geweest. Hoe het ook zij, over Roomsche
overwinningen verheug ik me thans nog
niet. Het is reeds meer vertoond, dat
de Rooiu8chen zich scharen aan de zijde
waar de meeste winste is te behtflen,
zoodat ik eerst zal wachten of ze ook
nu weer met de liberalisten gaan
samendoen. Ik hoop dat ze verstandiger
zullen zijn. Anders blijf ik met dien éénen
wortel des geloofs, met het paganisme,
met de antithese, met de grrrroote
rrrevolutionaire werkstaking en meer
dergelijke zaken alleen zitten. En heusch
onder ons gezegd, die artikelen worden
hoe langer hoe minder gevraagd. Alleen
de pastoors kunnen me er nog afhelpen,
want als die van de kansels ze de
goegemeente aanprijzen, dan zegt de
heele kudde blè, en bidt 10 paternos
ters voor Paus Abraham, den genialen
uitvinder van verkiezingsleuzen.
Neen, dan district Hl, het liberale
district nog wel, dat maakt alles weer
goed. Denkt er u eens een oogenblik
in, geachte lezers, dat in den Amers-
foortschen Raad voortaan gemist zou
worden de voorlichting van mijn vriend
Veis Heyn. Juist eenigen dagen terug
zei Plomp nog tegen me: als Veis Heyn
er niet komt, dan is het intellect uit
den Raad verdwenen, en dan wil ik er
ook niet zitten. Ik kon hem gelukkig
dadelijk gerusstellen. District Hl is
liberaal, dat is waar. Maar er zijn
immers nog heel wat liberalen(l) die
geen hooger beginsel kennen dan:
houdt de hand op de portemonaie. "Wat
gaat nu gemakkelijker dan zulke men-
schen te lijmen Je zegt eenvoudig
Veis Heyn is zuinig, als hij kippenvoer
afweegt laat hij zelfs geen korreltje
Intusschen had Martha de geheele
kast uitgehaald. Op de tafels, bankjes
en stoelen lag het speelgoed uitgespreid,
en Paul vergat spoedig zijn verdriet in
een onbezorgd spel; toch kwam hij
telkens bij Mevrouw terug en vroeg
angstig: „Komt Mama gauw?"
„Heel gauw," antwoordde zij droevig.
Daar kwam een wagen aanrollen.
Martha ging naar het raam. „Daar
komt Mama aan," zei ze tot den kleine,
zonder zich om te keoron. Mevrouw
Marken nam het jongetje, van de tafel
op, waar het met zijn soldaaltjes ge
speeld had. Nu huppelde het door de
kamer en riep maar steeds: Waar?
Waar?"
„Paul, Schelmpje!" riep nu een lieve,
heldere vrouwenstem. Terstond daarop
werd de deur opengeworpen, en een
fijn, blond vrouwtje stoof naar binnen,
sloot den knaap in haar armen en be
dekte zijn gelaat met kussen. „O jou
ondeugend kind, wat heb je mij een
angst aangejaagd!" sprak zij, half
schreiend, half lachend. En eerst nadat
ze bet kereltje nog eens en nog eens
had gezoend, wendde zij zich tot de
oude dame: „Vergeef mij, Mevrouw
maar u kunt u zeker wel in mijn toe
stand verplaatsen. In twaalf uur
hoorde ik niets van mijn kind.
Niemand had het gezien niemand
kon mij de minste informatie geven
zelfè niet op het Politie-bureau zes
uur lang heb ik overal gezworven, om
hem te zoeken al dien tijd doodelijk
bang dat mijn man thuis zou komen.
verloren gaan, dus als je hem kiest
betaal je het volgende jaar hoogst
waarschijnlijk een dubbeltje minder
belasting. Dat gelooven de kiezers niet
zal een onnoozel mensch zeggen. Maar
ik zeg je wel hoor. Alleen reeds het
vooruitzicht van dat dubbeltje minder
belasting doet die zoogenaamde libera
len hollen en draven voor Veis Heyn.
Je moet je mannetjes maar kennen.
Neen ik twijfelde geen oogenblik. "Van
harte deed het me genoegen, toen ik
bij de tijding der overwinning tevens
bericht kreeg dat een der eersten die
kwam feliciteeren was de heer
Plomp. Hy was zoo in de war, dat hij
nu zijn vest heelemaal los had hangen,
terwijl hij op één schoen en een pan
toffel liep. Maar enfin het geeft hoop
op de toekomst.
BRAM I.
De geschiedenis van het „jongetje dat
een meisje was' is nauwelijks van de
baan, of er doet zich weer een eenigs-
zins daarmee overeenkomend geval voor.
Een Amsterdamsch echtpaar werd n.l.
dezer dagen verblijd met de geboorte
van een tweeling, een jongetje en een
meisje. Het meisje leefde echter slechts
één dag en toen de vader van het stad
huis terugkwam, waar hij de geboorte
van de kinderen had aangegeven, was
het meisje reeds gestorven. De baker
en de dokter zorgden voor de aangifte
van het overleden kind, maar gaven bij
vergissing het jongetje als gestorven op,
zoodat de vader in werkelijkheid in 't
bezit is van een flinken, „wettigen"
zoon, terwijl hij volgens de wet een
dochter heeft, en zich hoogstens in het
bezit van een „onwettigen" zoon mag
verheugen.
Een even duistere zaak dus als de
„bevende" huizen te Schevingen.
Volgens de N. C. werd n.l. een paar
maanden geleden door de bewoners van
een villa aan den Harstenlioekweg te
Scheveningen waargenomen, dat hun huis
„beefde".
Aanvankelijk meende men nog dat
hier gezichtsbedrog in het spel was;
maar deskundigen kwamen ten slotte
eveneens tot de overtuiging dat het huis
„beefde".
Dat geval is niet het eenige gebleven.
Een tweede en een derde hebben zich
voorgedaan. Een daarvan in de Rotter-
damschestraat, alwaar de bewoners be
sloten hebben het huis te ontruimen.
Het derde geval van dien aard is in
ecu perceel aan- den Kanaalweg.
Wij (d. i. de Red. der N. C.) hebben
een onderzoek in loco ingesteld en ook
het schudden of beven waargenomen.
Opmerkelijk was het daarbij, dat de
trillingen niet steeds even sterk waren,
maar telkens, na een zekere hoogte van
intensiteit bereikt te hebben, bijna
onwaarneembaar zwak werden om zich
dan weder met kracht te vorheffen.
Vooral op de bovenste etage was het
verschijnsel duidelijk waar te nemen en
ging het beven zelfs nu en dan over in
schokken.
Het behoeft nauwelijks gezegd te
worden, hoe nadeelig het voor de ge
zondheid, vooral voor het zenuwgestel
van den mensch is, een dergelijk bevend
huis te bewonen. Het terstond te verlaten,
is niet altijd doenlijk.
De vraag is nu: wat is de oorzaak
van dat verschijnsel. Doch het zal wel
Eindelijk, een half uur geleden, kom
ik voor de tweede maal op het Politie
bureau, daar trof ik uw man. Duizend
maal dank, Mevrouw, voor al uw vrien
delijkheid. En bij deze woorden boog
zij zich over de hand der goede vrouw,
die zeer geroerd was door het zenuw
achtige verhaal van het jonge moedertje.
„U behoeft mij niet te bedanken,"
sprak zij zacht; u moogt mij kwalijk
nemen dat ik, in plaats van aan zijn
moeder te denken, hem langer dan ik
mocht voor mijn eigen genoegen bij
mij heb gehouden." Zij knikte haar
man toe, die juist binnen was gekomen.
Paul troonde nu zijn mama mee en
liet haar zijn speelgoed zien. „Dat
moog je niet meenemen," zeide zij ver
manend, terwijl zij den knaap een
kleinen hoepel zocht af te nemen. „U
hebt zeker geen kleinkinderen, Mevrouw?"
zei ze, een vragenden blik in hot rond
werpende. Ze nam het geheele vertrek
goed op en voegde er met een lichten
zucht bij: „Wat een heerlijke kinder
kamer hebt u!"
.Wij hebben geen kleinkinderen,"
zeide Mijnheer Marken met bevende
6tem, „maar wij hebben twee lieve
kinderen gehad en verder kwam
hij niet.
„Onze kinderen zijn vroeg gestorven,"
vulde zijn vrouw den volzin aau. Toen
bleef ook zij zwijgen, en de jonge
moeder, tot hiertoe overgelukkig, kreeg
thans op eens een gevoel van benauwd
heid bij het aanschouwen van de groote
eenzaamheid dier oude menschen.
niet gemakkelijk zijn aanstonds een ant
woord te geven dat voldoet.
Nu het feit niet op zichzelf staat,
wordt het natuurlijk des te ernstiger en
het zal zaak zijn, dat autoriteiten spoedig
een commissie van deskundigen benoe
men, om te trachten in deze duistere
zaak licht te ontsteken.
Vermelding verdient nog, dat wij het
vermoeden hoorden uitspreken, dat indi
rect de clectrische centrale te Scheve
ningen de oorzaak van dat beven en
schokken zou zijn. Het is evenwel slechts
een vermoeden.
Nader meldt men ons:
In verband met den voorgenomen
bouw van een gemeenteschool aan de
Rotterdamschestraat te Scheveningen en
de klachten over de in die straat voor
komende „bevende" perceelen, worden
thans van gemeentewege grondboringen
verricht op het aangewezen terrein.
Bij Publieke Werken schijnt men van
meening te zijn, dat de electrisohc cen
trale die bevingen en schokken veroor
zaakt en dat ze door een dikke veen
laag, die zich vele meters diep onder de
zandlaag moet bevinden, in alle rich
tingen te Scheveningen worden voort
geplant.
Dan is het nog maar beter in een
huis te wonen met een geheimen kelder,
zooals een landbouwer, zekere B. te
Gijbeland in de Alblasserwaard.
Toen deze geluksvogel een oude en
bijna vermolmde secretaire tot brandhout
hakte, viel uit een geheim laadje een
stuk lei, waarop nog duidelijk leesbaar
gegriffeld stond: „Soek in de hoek van
de kelder."
B., die van deze woorden eerst niets
begreep, ging zijn gewonen gang en
stapte, toen het bedtijd werd, naar
kooi. Slapen ging echter niet; hij dacht
maar steeds aan de woorden: Soek enz.
Eindelijk ging hem een licht op. Er
kon wel eens geld in den kelder ver
borgen liggen. Hij kleedde zich aan,
stak een stallantaarn aan en begaf zich
naar den kelder. In den eersten den
besten hoek dien hij onderzocht, door
een paar tegels los te maken, ontdekte
hij een ijzeren plaat en toen hij nog
tien tegels weggenomen had, bleek hem
dat het een ijzeren luik was met een
ring eraan. Niet zonder moeite lichtte
hij het Luik op, hield zijn lantaarn
in de hoogte en keek toen in een diep
gat, een ruw gemetseld keldertje, waarin
op zij, onderaan, weer een deurtje was.
B. liet zich in het keldertje zakken,
opende gemakkelijk het deurtje en zag
eenige steenen trappen, die naar een
nog lager gelegen kelder voerden. Niet
zonder moeite ging hij naar omlaag; de
lucht was hier duf, maar de wand en
de vloer waren kurkdroog. Er lag
vermolmd hout op den vloer en in een
hoek stonden negen steenen kannetjes
die allen tot boven toe gevuld waren
met oude gouden munten.
„Men" zegt, dat deze schat een
waarde van ongeveer f50.000 vertegen
woordigt.
De nadenkende lezer zal echter wel
een aardrijkskundeboek opslaan om te
zien, of er in Sliedrecht ook veel kom
kommers worden verbouwd, want je
kunt 't nooit weten, die komkommer-
lucht is zoo sterk! Zoo lazen we in
een verslag over een concours-lnppiquo:
„De grauwe wolken dreven langzaam
weg, en een heerlijkeMarislucht
welfde zich over het terrein."
De onbekende schrijver dezer fraaie
regels, zou, als hij zoo goed spreekt
„lk moet naar huis, sprak zij haastig.
„Kom Paul, bedank mijnheer en
Mevrouw heel vriendelijk, en wanneer
ze het goedvinden, kom je hen spoedig
eens bezoeken."
„Ja zeker, kleine Paul, en iederen
keer dat je komt, krijg je een stuk
speelgoed mee, neem nu maar zooveel
als je kunt dragen."
Beurtelings drukten de kinderloozen
liet jongetje aan hun hart en kusten
hem op mond en wangen. Martha nam
hem op den arm om hem de trap af
te dragen en Bernhard zou Moeder en
Kind naar huis rijden.
„Maar terugkomen, hoor, manneke!"
zei Martlia, toen ze hem in de wagen
tilde, en trok hem nog even aan zijn
blonde krullen.
Mijnheer en Mevrouw bloven alleen.
Ze zetten zich dicht bij elkaar op de
lederen sofa neder, en de oude dame
legde haar hand in die van haar man.
Zij spraken niet, de een wist wel wat
de ander dacht. De wagen rolde weg,
het geluid werd zwakker en zwakker,
het slierf weg. Toen stonden zij op.
Het scheen alsof ze nog veel ouder
waren geworden. Langzaam, o zoo
langzaam liepen ze de trappen af.
In het voorhuis stond Martha. Ze
keek haar mevrouw aan, maar deze
wendde het hoofd af en sprak bijna
bedeesd: „Je kunt de kinderkamer wel
weer opruimen. En laat de jaloezieën
neer, alles zooals het geweest is."
als schrijft, een uitstekend lid zijn van het
Engelsche Lagerhuis. Daar is men sinds
lang aan het beraadslagen over het
beperken van de immigratie en men
komt maar niet verder. Als aangename
afwisseling tusschen ellenlange zeur-
speoches heeft men nu den afgevaardig
de Hutchinson gehoord, die de menschen
aan 't lachen wist te maken, door de
volgende speech.
„Wij hebben tijdens de debatten zoo
veel gehoord over de buitenlanders in
East-End. Hoe staat het echter met de
buitenlanders in West-End? Een man
komt in de stad, om zich voor een
nacht te amuseeren (geroep van Oh!
Oh!) dat doen zelfs de bisschoppen.
Hij gaat naar een hotel in| West-End
en wordt begroet door een Pr ansch en
portier, die hem het kamernummer geeft.
Een Duitsche kellner geleidt hem
naar de lift, een Zwitser brengt hem
naar boven. (Gelach.) Nadat hij zich
verkleed heeft, bestelt hij een diner, dat
opgediend wordt door eenDuitschen
kellner en klaar gemaakt is door een
P ranse hen kok. Dan gaat hij uit.
(Oh! Oh!) Hij maakt gebruik van een
automobiel, gechauffeerd dooreen Span
jaard (de heer Hamsworth heeft een
Spaanschen-chauffeur), en laat zich rijden
naar de Italiaansche opera. (Luid
gelach).
Daar hoort hij buitcnlandsche zangers,
die gesteund worden door een buiten-
landsche kapel, welke buitenlandsche
muziek speelt. De eenige man in het
orkest die er uitziet als een Engelsman,
is de heer, die den trommel slaat. Dan
verlaat hij de opera. (Oh! Oh! Oh!) en
gaat naar een Italiaanseh restau
rant, waar hij buitenlandsche wijn en
Turksche koffie drinkt, Egyptische
sigaretten rookt.
De buitenlanders in East-End maken
goedkoops kleeren en schoenen voor de
arbeidersklasse en de armen, en daarom
hoort men zooveel van hen. De buiten
landers in het Westen geven hun diensten
ten genoegen van de rijken, en daarom
zegt men niets tegen hen. Al deze
buitenlanders in het Westen verdringen
Engelsche arbeidskrachten. Dat deze
nieuwe wet niet een enkelen buiten-
landschen arbeider, die werkelijk met
de Engelschen concurreeren kan, uit
het land zal houden, dat weet gij allen
zeer goed.
Langdurig applaus.
De heer A. Nijhoff, commissaris van
politie alhier is door het hoofdbestuur
van den Algemeenen Nederlandschen
Politiebond benoemd tot lid der com
missie, belast met het afnemen van
examen ter verkrijging van het politie-
diploma.
Het examen, waarvoor zich 145
candidaten hebben aangemeld zal ge
houden worden van 11 tot en met 16
Sept. a s. te Amsterdam en van 20 tot
en met 23 Sept. d.a.v. te Zwolle.
De examencommissie bestaat verder
uit de heeren
Jac. van Waning, Burgemeester van
Ouderkerk a. d. IJsel en Hoofd
redacteur van „de Politiegids", voor
zitter; W. L. H. Koster Hencke, com
missaris van Politie te Amsterdam,
secretaris, B. H. A. Lenderink, D.
Beunder, P. Stapel en J. J. A. Koning
commissarissen van politie, respectievelijk
te Zutphen, Enschedé, IIeUevoct6luis en
Harderwijk en E. F. van der Lugt,
hoofdinspecteur van politie te Arnhem.
Het examen wordt van Rijkswege
gesteund door eeu jaarlijksche subsidie.
De uitslag van de Woensdag gehou
den stemming voor 2 leden van den
gemeenteraad is
District H. Uitgebracht 357 stemmen,
waarvan 221 op den heer J. W. Jorissen
en 136 op den heer J. C. Ilolandus
Hagedoorn, zoodat gekozen is de heer
Jorissen.
District Hl. Uitgebracht 588 stemmen,
waarvan 1 blanco, 300 op den heer N.
Vels-Heyn en 283 op den heer J. C,
van der Meer.
Gekozen de heer Yels Heyn.
Bij kon. besluit zijn, mot ingang van
25 dezer, benoemd tot kantonrechter
plaatsvervanger in het kanton Amers
foort, mr. H. J. M. van den Bergh en
mr. P. J. A. van Voorst Vader, beiden
advocaat en procureur alhier.
Aau de Rijksuniversiteit te Utrecht
slaagde voor het practischc apothekers
examen mejuffrouw P. II. C. Brandt.
De heer H. C. van der Horst,
directeur van het post- en telegraafkan
toor alhier, ridder in de orde van
Oranje-Nassau, is na een korte onge
steldheid in het Ziekenhuis te Utrecht
overleden.
Op last van den generaal-inspecteur
van den geneeskundigen dienst der land
macht wordt een onderzoek ingesteld
naar den toestand van het gebit vanj
miliciens der jongste lichting.
Dit onderzoek is opgedragen aan de
officier van gezondheid le kl. J.
Smits, die in den afgeloopen winter
Berlijn een cursus in den tandheelkunj
heeft gevolgd.
Dagelijks wordt het gebit van i
manschappen onderzocht.
De doopsgezinde kring houdt Zonda»
voorm. te half elf, een godadienstoet
ning in het Logegebouw, van Peraijt
straat no. 1. Als spreker treed op
H. Britzei, van Wormerveer,
Met ingang van 14 Juli trad i
heer J. Kooiman af als secretaris-pei
ningmeester van de Ned. Ver. „Avicif
tura" en werd in deze functies vervan
gen door den heer S. Spanjaard Lzn
te 's-Gravenhage.
Programma van het Matinée, aangekt
door den heer Kolonel-Commandant vt
denjhet 5e regiment infanterie, aan delede
van Amicitia" op hedenmiddag hal
zes.
1. „Unter der Friedensflagge" raarsch.
Nowowièst
2. Ouverture „Le Cheval de Bronze
Auber.
3. „Entre-Nous" Valse WaldteuleL
4. Fantaisio „Les petits Prodiges"
Dunkier.
5. Ouverture „Orphée aux enters"
Offenbach.
6. „La Caravane" Asch.
7. „Muzikalisches-Actieu Unternehmen'
Potpourri Conradi.
8. Finale.
De le luitenant G. J. A. A. bare
van Heemstra behaalde den 3en prjj
in den wedstryd voor het schoonst
volbloed rijpaard, op het international
concours-hippique, van wege de vet
eeniging lot bevordering der paarden
fokkerij in Nederland en 's Gravenhag
gehouden.
Bij Kon. besluit is aan het Bestuii
de vereeniging „Liefdadigheid" alhiei
machtiging verleend tot aanvaarding va
oen legaat groot f 2000 aan de vereeni
ging, besproken door wijlen Mej. H
H. Hoeffhamer.
In het kaatje voor de „bekendint
kingen" aan het politiebureau is than
een photografie met beschrijving opge
hangen van het in het Mauritshuia i
's Gravenhage gestolen schilderij vaj
Frans Hals.
Woensdagavond is de zaakwaarnemei
S. door den rechercheur van politii
gearresteerd en op last van den officier va
justitie naar Utrecht overgebracht, daa
hij wegens beleediging van een ambtf
naar in functie nog 14 dagen gevauge
nisstraf heeft te ondergaan.
Woensdagavond is aan den Leusder
weg weder eens van de messen gebruil
gemaakt. Toen de gepensioneerde IV
van U, zich in een burenkwestie mengd:
waarin een zekere II. de hoofdpersooi
scheen te zijn, werd hij door laatstge
noemde zoodanig in 't gezicht met eer
mes verwond, dat geneeskundige hulj
onmiddellijk noodig was. Van U bekwau
niet minder dan drie diepo snedci
rondom het oog. Tegen H. is door di
politie procesverbaal opgemaakt.
Arts Kamerlingh verleende de eersli
geneeskundige hulp.
Woensdagmorgen omstreeks half twaal
is het driejarig dochtertje van G. v. V
wonende aan den Soesterweg door eet
Victoria waarin twee dames zaten over
reden. De koetsier wilde voor de aldaai
spelende kinderen uitwijken; dit mocb
echter niet baten, een van hen kwae
te vallen met het noodlottig gevolg dal
een wiel van den wagen haar over 'i
hoofdje ging, zoodat het onmiddellijk
dood was.
De koetsier heeft aan dit ongeluk it
't geheel geen schuld.
Te dezer stede heeft zich een Comité
gevormd voor de uitreiking van eet
nationale Rembrandt-gave aan het Ne
derlandsche volk.
Secretaris is de heer J. G. Fontein
Op het internationaal Concours Hip
pique te 'sGravenhage had Donderdag
een wedstrijd plaats voor officiera-dienil-
paarden.
Voor dit concours, waaraan behal"
door officieren van de bereden wapem
van ons leger, werd deelgenomen dooi
officieren van hot Belgische en van hel
Zweedsche leger, was als 1. prijs o.t
uitgeloofd een gioote zilveren medaille
van H. M. de Koningin.
De paarden moesten voorgereden wor
den met Engelsch zadel, de sabel et
het zadel en met model hoofdstel.
De deelnemers moesten rijdcD in stap
draf, galop, uitgestrekten galop, ovei
een hindernis springen, hun paard achter
uit zetten, met getrokken sabel ryden,
kortom, op allerhande wyze bet bewij'