Stadsnieuws.
Allerlei.
Muziek op drie plaateen, Hof, Amici-
tia en Koninginuelaan. Geheel Amers
foort scheen uitgestorven. Jong en oud,
arm en rijk was bij de muziek en de
glundere gezichten bewezen het feest
gevoel van zoovelen.
Tegen tien uur trok alles naar de
Koninginnelaan. Drommen volks stonden
reeds geschaard, met bewonderende
blikken kijkend naar de houten gevaar
ten, waar zoo straks het vuurwerk aan
zou worden ontstoken. En toen de eerste
vuurpijl zich luid sissend hoog in de
lucht verhief, scheen er aan de hoera's
en do hè'B geen einde te komen.
Schitterend was het vuurwerk en nie
mand was er, of hij was dankbaar
gestemd voor de feestcommissie, die op
de gedachte was gekomen, dit als slotstuk
op het feestprogramma te plaatsen.
Ook dit gedeelte slaagde dus prach
tig-
Tot laat in den nacht was het nog
druk op de straten, hier en daar klon
ken vadorlandsche liederen, ongeregeld
heden kwamen niet voor.
Bovenstaande las ik en daar ik het
haast niet gelooven kon, wreef ik mijn
oogen eens goed uit. Maar al had ik
ook een beetje slaperig gevoel over me
het stond me toch alles duidelijk voor
oogen. Ik sta op, rek me eens flink uit.
He, net zoo'n gevoel of ik geslapen
heb. Daar valt mijn oog op de
scheurkalender en zie ik staan 31
Augustus. Ik bel de Wilde, die aan
stonds verschijnt.
„De Wilde", zeg ik, „je hebt van
morgen weer je plichten verzaakt. Kijk
eens naar de scheurkalender, nu zit
het blaadje van gisteren 31 Augustus
er nog op."
„Mag ik Uwe exellentie opmerken,"
die de Wilde is altijd en eeuwig dezelf
de, „dat ik mijn plichten trouwelijk ben
nagekomen, want het is eerst heden 31
Augustus."
Hè, wat zeg je, en in de ochten-
bladen heb ik al gelezen van de fees
telijkheden op 31 Augustus in Amers
foort"
„'t Is toch onmogelijk exellentie want
vandaag is pas H. M. de Koningin
jarig."
„Maar de Wilde hoe kun je me toch
zoo tegenpraten, ik zeg je, dat ik het
heb gelezen. Dat zal ik toch zelf wel
het beste weten."
En om de Wilde te overtuigen, zoek
en zoek ik in de Ochtenbladen, maar
hoe ik zoek, ik vind niets. Eindelijk
geef ik den moed op, vooral daar ik
ook aan de kop der couranten zie
staan, Donderdag 31 Augustus.
„Maar de Wilde, begrijp jij er dan
iote van, hoe ik aan al dat moois kom
over Amersfoort?"
„Neen, excellentie, daar begrijp ik
niets van, vooral niet omdat men in
Amersfoort bijna nooit iets doet bij
gclegheid der jaardagen van het vorste
lijk huis Maar 't meest voor de
hand ligt dunkt mij, dat Uwe excellentie
gedroomd heeft."
„Gedroomd, de Wilde?"
Daar ging me een licht op. Ik was
in slaap gevallen, en had gedroomd,
hoe het wel eens in Amersfoort had
kunnen zijn. Waarmee natuurlijk nog
lang niet gezegd is, dat het ook zoo
zou zijn.
BRAM I.
Gewoonlijk geeft het slechte schrift
van redacteurs en andere persmenschen
aanleiding tot de een of andere comische
vergissing, waarachter dan natuurlijk
het drukfoutenduiveltje zit. Dat slecht
schrift niet altijd tot vreugde behoeft te
strekken, blijkt uit de levensgeschiedenis
van zekeren meneer Bacher, uit Weenen,
die jarenlang gewerkt had aan de ge
schiedenis van het Weensche Hoftheater
en aanverwante zaken. De man zond
het handschrift naar de keizerlijke aca
demie in de hoop ondersteund te worden
bij de uitgave. Hij kreeg echter het
schrikkelijk teleurstellende antwoord, dat
het handschrift niet te ontcijferen was.
Alle pogingen iemand te ontdekken die
het schrift lezen kon, faalden; en het
kolossaal werk had niet meer waarde
dan scheurpapier. Bacher, die behalve
zijn teleurstelling ook den last der
armoede had te dragen, stierf in het
krankzinnigengesticht.
Meer reden tot vreugde gaf het slechte
schrift van een journalist en letterkundige
uit Boedapest. Dat schrift werd eens aan
een sinoloog voorgelegd en deze klassi-
Sceerde het als „waarschijnlijk Zuid-Thi-
betaansch". Bij gunstig weer en goed
humeur kon éen zetter in Boedapest het
schrift ontcijferen. Van de mogelijkheid
dat de man weg mocht gaan spreekt de
meesterknecht slechts fluisterendzonder
dien eenen zetter zou er «iet de copie
niets te beginnen zijn. Op een keer had
de slecht schrijvende journalist een be
langrijk nieuwtje weten machtig te worden.
Hij schreef op een briefjeFeyervary be
stemd om minister te worden. Een jongen
bracht het naar de redactie van de krant.
Niemand kon het ontcijferen!
Het opschrift Uiterst belangrijk, dat
allengs door den éenen zetter werd ge
openbaard, maakte iedereen zenuwachtig.
Eindelijk gaf ook de éene het op. Wat
te doen? Een jongen wordt uitgestuurd
om het naar de apotheek te brengen,
waar ze ook nogal eens vreemde hand
schriften onder de oogen krijgen.
Het duurt een kwartier, een half uur,
40 minuten. Eindelijk komt de jongen
terug en zeteen flesch amandelmelk
op de tafel!
Dat was wel aardig, maar 't ging niet
zoo vlug in zijn werk als een huwelijks
aanzoek in Rotterdam. Het N. v. d. D.
vermeldt n.l., dat het volgende aan het
Kantongerecht te R. moet zijn voorge
vallen.
Is u Jansen zelf?
Ja, Edelachtbare.
U zult moeton verhuizen.
Ik weet niet waarom, want ik ben
geen cent schuldig.
Er wordt ook geen achterstallige
huur gevraagd, maar de eigenaar heeft
het recht u ten allen tijde de woning
op te zeggen.
Vordering toegewezen.
Jansen af.
Is u de weduwe Pieterse zelf?
Ja, Edelachtbare.
Dan zult u moeten verhuizen.
En verder loopt de zaak als boven.
In de vestibule.
Zeg Neel! Hoe lang is je man al
dood?
Dat wordt 10 November twee jaar.
Dan mag je weer trouwen.
Ja Piet.
Heb je kinderen?
Ja, een meisje van 6 jaar.
Jij ook?
Neen! ik niet.
Zeg, Neel! wat zou je er van den
ken, als we eens botje bij botje legden, dan
hadden we maar één huis noodig en één
huishouden.
Meen je dat, Piet?
Als ik 't niet meende, dan zou ik
't niet zeggen; laten we dan maar dade
lijk naar het Stadhuis gaan en over de
papieren gaan praten.
Aldus geschiedde.
Dat lange wachten dient ook nergens
voor, mits je je tenminste niet overhaast,
zooals een gelukkige vader in de ge
meente Warmond. Hij was zoo in de
wolken met zijn vaderschap, dat hij
dadelijk op het stadhuis aangifte ging
d cien van de geboorte van zijn zoon.
Den volgenden dag moest hij echter met
hangende pootjes terug om te vertellen,
dat hij zich in de haast vergist had, en
dat 't geen jongen was, maar een meissie.
Haastige spoed is zelden goed, zachtjes
aan, dan breekt het lijntje niet; zoo
dacht de hond van den heer Schoen uit
Zaandam er ook over. Voor twee jaar
raakte n.l. genoemde heer Schoen zijn
hond kwijt, zonder dat iemand wist of
vermoedde, waar het dier gebleven was.
De huisgenooten hadden het arme dier
al lang vergeten, maar door een Tollensche
hondetrouw gedreven, stond het trouwe
beest dezer dagen weer voor hen. Hij
was voor twee jaar door een kermis
reiziger „geschaakt", en kwam nu heel
op zijn gemak weer bij zijn baas thuis,
door wien hij zeer vriendelijk werd ont
vangen. Hjj zal hem echter wel aan de
ketting leggen, om een nieuwe „ont-
schaking" te voorkomen.
Van een ketting gesproken, in den
spoortrein bij Arnhem had dezer dagen
het volgende gesprek plaats tusschen
twee Geldersche boertjes uit verschillende
dorpen.
„Laatst", vertelde Joris, „toen er bij
ons op het dorp dat opstootjes was, liep
onze burgemeester den geheelen dag
met zijn insienje om!"
„Insienje?" roept Jochem uit, „wat
is dat?"
„Wel de ketting die hij om zijn nek
heeft".
„God bewaar me", roept de ander
verschrikt, „bij ons laten wij hein al
toos losloopen, hij doet geen mensch
kwaad."
Dat is nog eens een „makke" bur
gervader.
De Toestand der Gemeente.
In 19Q4.
(Vervolg
HOOFDSTUK YHI.
Aantal kerkelijke gemeenten en
gebouwen voor den open
baren eeredienst.
Gebouwen. Leeraren of geestelijken-
1 Nederduitsch Hervormde 3
Roomsch Katholieke 8
1 (klerezie) 1
1 Evangelisch Luthersche 1
1 Nederl. Israëlietische 1
1 Remonstrantsche Gereformeerde 1
1 Gereformeerde kerk A. 1
1 Gereformeerde kerk B. 1
1 Vrije Gereformeerde 1
18
Zie ons nummer van Woensdag 3C Aug.
De bijeenkomsten der Doopsgezinde
gemeente worden van tijd tot tijd ge
houden in het gebouw der Evangelisch
Luthersche gemeente door leeraren van
elders.
Uitgaven voor den openbaren eere
dienst werden niet gedaan.
Koninklijke Machtiging werd gevraagd
en verkregen tot het aanvaarden van
legaten.
Door de Kerkvoogden der Ned. Herv.
kerk een legaat van f 500 besproken
door wijlen A. C. Otto, wed. G. Wet-
sek. Door de diaconie der Ned. Herv.
kerk een legaat van f 500 besproken
door wijlen A. C. Otto en wed. G. Wet-
sels en een legaat van f 2000 besproken
door wijlen C. J. Bakker.
Door regenten van het oude mannen-
en vrouwenhuis derNed. Herv. gemeente
een legaat van f 500 besproken door
wijlen J. Vervark.
Door den Kerkeraad der Ev. Luth.
kerk een legaat van f 1000 besproken
door wijlen A. C. Otto, wed. G. Wet-
sels.
Dooi- het bestuur der gereformeerde
kerk A. van een legaat van f 1000 be
sproken door wijlen ds. M. J Bouwman.
Door het Bestuur der verecniging de
Kerkelijke kas van de Gereformeerde
kerk B. van een legaat van f 3000 be
sproken door wijlen ds. AI. J. Bouwman.
Door Kerkvoogden der Ned. Iierv.
kerk van een legaat van f 1000 en van
de helft eener making groot f 6000 be
sproken door mej. J. G. Bierman.
Door diacenen der Ned. Herv. kerk
tot aanvaarding van een legaat van
f 1000 besproken door wijlen A. A.
Croluis.
Door dezelfde diaconie van een
legaat van f 1000 besproken door wijlen
mej. J. G. Bierman en vau de helft
eener making van f 6000 besproken door
wijlen mej. J. G. Bierman.
HOOFDSTUK IX.
Onderwijs Kunsten en Weten
schappen.
I. Lager onderwijs.
Het aantal scholen bleef hetzelfde,
wel werden lokalen aangebouwd aan
de openbare meisjesschool en de school
2e soort.
Over het algemeen kan geconstateerd
worden dat het Lager onderwijs in deze
Gemeente zeer voldoende wordt gegeven,
terwijl omtrent ijver en plichtsbetrachting
van het personeel met lof kan worden
getuigd.
Na de uitbreiding der Commissie van
Toezicht met aameslcden wordt meer
aandacht gegeven aan het Handwerk-
onderwijs, met uwe toestemming werd
gebruik gemaakt van de voorlichting
van mej. Teunisse uit Amsterdam.
Yan het Herhalings-onderwijs wordt
door jongens veel gebruik gemaakt, het
aantal meisjes zou wel grooter kunnen
zijn.
Een proef werd genomen met het
verschaffen van schoolpantoffels. Op elke
der kostelooze openbare scholen werden
aan de leeerlingen van een klasse pan
toffels verstrekt, het verslag daaromtrent
van de Hoofden der scholen is nog niet
ontvangen.
Aan de Meisjesschool werd mej.
Harting wederom tijdelijk aangesteld
aangezien de 2de klasse aan de Jongens
school, waarin ook meisjes zaten te
groot werd en eene afzonderlijke klasse
aan de Meisjesschool moest worden toe
gevoegd.
Mej. Mezger van de Jongensschool
werd aangewezen voor de 3de klasse.
Het eerste leerjaar bleef gecombineerd
met dat der Jongensschool onder mej.
van Slooten.
Overigens kwam geen wijziging in
het personeel en de verdeeling der
klassen.
Het onderwijzend personeel bestond
uit de dames van Lessen Hoofd, Duijster,
Hulstijn, van Mill, Beek, van Olden,
van der Nagel, Wed. van Slooten, Mezger
en tijdelijk mej. Harting.
De school werd bezocht door 147
leerlingen woonachtig buiten de gemeente
nl. uit Hoogland, Bussum, Scherpenzeel,
Resteren, Leusden en Baarn 1).
Lokalen en leermiddelen verkeerden
in goeden staat.
Ook de Jongensschool werd bezocht
door leerlingen van elders tot een
getal van 12 uit de gemeenten Hoogland
Resteren, Rhenen, Soesterberg, Wouden
berg, Leusden en Hilversum.
Aan deze school waren werkzaamde
heeren C. J. van der Nagel, Hoofd,
Wever, Lindenhovius, Yan Spiegel,
Ermers, Aardema en Slot, verder de
onderwijzeres Mezger, voor de meisjes
tijdelijk op die school geplaatst.
Aan den onderwijzer Slot werd een
langdurig verlof gegeven tot herstel
van gezondheid, hij werd tijdelijk ver-
1J De bewerking van het verslag is zeer
slordig. Hier schijnt weer een heel stuk
vergeten te zijn. want de school telt in 't
geheel 147 leerlingen waarvan er 11 van
buiten de gemeente. De schuld kan ook bij
den drukker (firma v. Cleef) liggen, het
wemelt tenminste van zetfouten.
vangen door de onderwijzeressen Harting
en Eijkel 2).
Het aantal leerlingen dat de school
bezocht steeg tot 150.
Het onderwijs in de beide laagste
klassen werd gedurende 3 weken ge
schorst wegens het heerschen van ma
zelen, lokaal en leermiddelen verkeerden
in behoorlijken staat.
Aan de school 2d® soort waren werk
zaam de heeren P. van den Hooff Azn.
Hoofd, Nijland, Prins, Oosterman, Van
Gelder, Van 't Wel en Van den Broek
en de onderwijzeressen De Bruin, Buyten-
huys, Ch. F. Hendriks, M. P. Hendriks,
M. de Graaf en M. Oudraad, de laatste
vier alleen voor handwerken, de school
werd bezocht door 307 leerlingen.
In den loop van het jaar werd een
lokaal aangebouwd en in verband daar
mede een onderwijzer meer aan de
school verbonden.
Op de scholen 3de soort waren werk
zaam:
Op de school in de Beekstraat de
heer J. van der Horst Hoofd, en de
onderwijzers, van Dommelen, Faber,
Noordenbos, den Hartog, Akkerman,
Radersma, van der Hart, van der Klein,
Frantzen en de onderwijzeressen, Frans,
Akkerman, Bakker, Boukamp, en Ver-
weij, de laatste alleen voor handwerken,
en verder 10 helpsters.
Aan den onderwijzer Boode werd op
zijn verzoek eervol ontslag verleend,
in de vacature werd tijdelijk voorzien
door benoeming van mej. van Dam.
Op de school in de Koningstraat
waren werkzaam de heer N. van Veen
Hoofd, do onderwijzers Heunks, Ver
burg, Buijtenhuys, Moerman, van Drie,
Kraan, Kruithof, van den Broek, en de
onderwijzeressen van Goor en Oerlemans,
benevens 6 helpsters voor het hand-
werkonderwijs.
Aan mej. A. P. Kleij werd op haar
verzoek eervol ontslag verleend, nadat
zij het eerste gedeelte van het jaar
wegens ziekte met verlof afwezig .was
geweest.
Na eenige tijdelijke voorzieningen
werd in hare plaats benoemd mej. Oer
lemans.
Op de school in de Puntenburgerlaan,
waren werkzaam de heer A. Veen
Hoofd, de onderwijzers Jochems, Prins,
Verhaar, Heijligers, en Slagter en de
onderwijzeressen Eibergen, Sinnige, en
Koensz, benevens 4 helpsters voor de
handwerken.
Bij de opening der school wareu
werkzaam 3 onderwijzers en eene onder
wijzeres, later werden nog 2 onderwij
zers en 2 onderwijzeressen benoemd.
De school in de Beekstraat werd be
zocht door 522 leerlingen, de school in
de Koningstraat door 433 leerlingen en
de school in de Punteuburgerlaan eerst
door 237 later door 320 leerlingen.
Wegene het heerschen van mazelen
werd tijdelijk het onderwijs geschorst
in de school in de Beekstraat in de
laagste vier klassen, in de school in
de Koningstraat voor zes lokalen en in
de school in de Puntenburgerlaan voor
een lokaal.
De toestand van lokalen en leermid
delen was voldoende.
Van de schoolbibliotheek in al de
scholen werd trouw gebruik gemaakt;
op de scholen in de Koningstraat en de
Beekstraat werd ook gelegenheid gege
ven tot inleggen in de schoolspaarbank,
terwijl aan 87 leerlingen der school in
de Koningstraat door den Vereeniging
„Floralia" stekjes voor bloemen werden
uitgereikt.
Twee lokalen in de school in de
Koningstraat werden ter beschikking
voor de normaallessen gesteld.
Het Herhalings-onderwijs werd gege
ven in de lokalen der school 2e soort
Er wel van 1 Mei tot 1 September
aan 32 meisjes en van 1 October 19Ü4
tot 1 April 1905 aan 51 jongens.
De meisjes waren afkomstig van 5
Lagere scholen n.l. 3 openbare scholen
de R. K. meisjesschool en de Christe
lijke school.
De jongens waren afkomstig van de
openbare Lagere scholen, de R. K.
jongensschool en de Christelijke school.
De meisjes ontvingen onderwijs in
Ned. taal, Rekenen, Handwerken, Boek
houden, Kennis der Natuur en Zang
en in 1904 voor het eerst Kookonder-
vvijs en Huishoudonderwijs; dit laatste
onderwijs werd gegeven door mej. De
Holl te Utrecht, de verdere, vakken
door de dames Hulstijn, Van Mill, Van
Beek, Buijtenhuis, en de heeren YVater-
vis, Van den Hooff, en Van 'tWel.
De jongens ontvingen onderwijs in
Ned. Taal, Rekenen, Tcekenen, Kennis
der Natuur, Boekhouden, Aardrijkskunde,
Geschiedenis en Duitsch, het onderwijs
werd gegeven door heeren Buijtenhuis,
Verburg, Van Weezei Errens, Nijland,
Watervis, en Van den Hooff en door
mej. Eijck van Voorthuijzen.
Verder vindt men in de Gemeente:
a. 2 R. C. Meisjesscholen onder di
rectie van mej. M. G. de Bruijn.
2) Bedoeld wordt mej. Eijkelboom.
De R. K. Burgerschool met 197 leer
lingen waaraan werkzaam zijn 3 onder
wijzers benevens 8 onderwijzeressen
voor de handwerken.
De Armenschool met 309 leerlingen
waaraan werkzaam zijn 5 onderwijze
ressen benevens 10 onderwijzeressen
voor de handwerken,
b. Het R. K. Pensionaat (Zuidsingel)
voor Lager en M. U. Lager onderwijs
onder directie van mej. Hanlo, bijgestaan
door 3 onderwijzeressen voor gewoon
onderwys en eenige anderen voortalen,
enz.
Het aantal leerlingen bedroeg 30.
c. De R. K. jongensschool onder
directie van den heer M. van Lingen
bijgestaan door 10 onderwijzers.
Het aantal leerlingen bedroeg 495,
d De school voor Chr. Nat onderwijs
voor Lager en M. U. Lager onderwijs
onder directie van den heer P. de Groot
bijgestaan door 10 onderwijzers.
Het aantal leerlingen bedroeg 433.
e. Het Instituut Van der Sluijs voor
Lager en meer uitgebreid Lager onder
wijs onder directie van den heer P. van
der Sluijs, bijgestaan door 3 onderwijzers,
1 onderwijzeressen en 2 vakonderwijzers
Deze inrichting werd bezocht door
30 kostleerlingen en 20 externe-lcerlin-
gen.
In de Commissie van Toezicht op het
Lager onderwijs ontstond eene vacature
door het vertrek van mej. Sandberg—
Geisweit van der Netten. Op 1 Januari
1905 was nog niet voorzien in deze
vacature.
Voor verdere bijzonderheden het on
derwijs betreffende verwijzen wij naar
het Verslag dier Commissie en naar het
Verslag van de Commissie tot wering
van schoolverzuim
II. Middelbaar onderwijs.
hoogere Burgerschool.
Minder dan vorige jaren kwam ver
andering in het onderwijzend personeel
aan de Hoogere Burgerschool. Jhr. mr.
dr. A. E. van Beresteijn tijdelijk
aangesteld als leer in de staats-weten-
schappen verzocht niet voor eene her
benoeming in aanmerking te komen; in
zijne plaats werd benoemd voor den
cursus 1904/1905 de heer E. J. Beuner
te Utrecht.
De tijdelijke leeraar in de Nat.
Historie dr. Th. Weevers werd voor
vast aangesteld, terwijl de tijdelijke
leeraar in de geschiedenis J. J. Ver
meulen niet werd herbenoemd aangezien
het aantal afdeelingen waarin de klassen
worden verdeeld van 12 op 10 werd
gebracht en een tweede leeraar in de
geschiedenis daardoor overbodig werd.
De leeraar in de Wiskunde A. M.
Kerkkamp was tot de Paaschvacantie
door ziekte verhinderd zijne lesBen te
geven; van 3 Februari tot do Paasch
vacantie werden eenige lessen opge
dragen aan den heer G. van Beek
candidaat in de Wis- en Natuurkunde
te Utrecht terwijl de overige lessen
werden gegeven door den directeur, en
de leeraren J. M. Thiel en A. G. van Oa.
Als gevolg van de vermindering van
het aantal afdeelingen kon ook een der
beide tijdelijke leeraren in de Natuur
kunde gemist worden, de heer W. G.
A. Meijer werd daarom niet herbenoemd,
terwijl de leeraar A. Winter nogmaals
voor den cursus 1904/1905 tijdelijk
werd aangesteld.
In het leerplan kwam geen verande
ring terwijl de lesrooster in overeen
stemming moest worden gebracht met
den nieuwen toestand van 10 afdeelingen.
Het onderwijs werd gegeven gedeel
telijk in het gebouw der H. B. School
gedeeltelijk in het z.g. Werkhuis.
Hel aantal leerlingen daalde in den
loop van het jaar van 276 tot 231 i»
zulks gedeeltelijk toe te schrijven, dat
geen 2de toelatings-examen werd gehou
den, waardoor het aantal leerlingen dat
de school verliet grooter was, dan dat
der leerlingen die tot de school werden
toegelaten.
Uit den uitslag bij het eind-examen,
waarbij van de 35 leerlingen die examen
deden, slechts 5 niet slaagden blijkt dat
het onderwijs goed was op de school,
ook bij de overgangsexamens waren de
uitkomsten bevredigend. Op 31 Decem
ber waren aanwezig 174 mannelijke
leerlingen voor volledig onderwijs en 3
voor enkele lessen en 49 vrouwelijke
leerlingen, voor volledig onderwijs en
5 voor enkele lessen, te ramen derhalve
231; daarvaD waren 55 mannelijke en
7 vrouwelijke leerlingen in den loop
des jaars toegelaten.
Wordt vervolgd.
Vergadering van den Raad der gemeente
Amersfoort op Dinsdag den 5 September
1905, des namiddag ten half twee ure.
Punten van behandeling
1. Installatie nieuwe leden.
2. Benoeming van een wethouder (vaca
ture M. L. Célosse.)
3. Benoeming van 5 leden der reclame-
commissie inzake de inkomstenbelasting