Stadsnieuws.
Allerlei.
"Want de Christen-staatsman vertelt
van zijn „takiiek". Hoe hij een voor de
partij conipromitteerenden brief slechts
tot op zeker punt heeft vóórgclezen.
Hoe de inhoud, in zijn gehéél genomen,
een wapen zou zijn geweest tegen hem;
terwijl hij nu door zijn „handigheid",
van op de helft de rest te verzwijgen,
ermee de tegenpartij wist te verslaan.
En, vóór ze 't zelf weet, springt
het, uit het hart, over de lippen van
't kindmeisje:
„Maar dat is oneerlijk, gemeen;
dat is valsch."
Ontdaan over zich zelf met een kleur
van schrik, hoort ze gedwee aan de
terechtwijzing van haar vader, over haar
ongevraagd oordeel.
De Christen-staatsman echter glim
lacht haar toe,genadig-vergevensgezind.|..
„Dat is politiekkindlief," licht hij
haar in. „Weet gij niet hoe daar ge
schreven staat: „Weest voorzichtig ge
lijk de slangen" en „Maakt u
vrienden, óók uit den onrechtvaardigen
Mammon
Toen zweeg het kind-meisje, om
dat ze nog zoo heel jong was, en nog
niet mocht meespreken
Maar haar vragende oogen zagen
al scherper en scherper om zich, in de
désillusioneerende - wereld-werkelijkheid.
En ze zag, dat de Christenen inder
daad wél ver waren in 't behartigen
van die twee Bijbelwoorden, die ze
gehoord had van den grooton Christen
staatsman: „Weest voorzichtig gelijk de
slangen," En: „Maakt u vrienden óók
uit den onrechtvaardigen Mammon."
Maar al die andere Bijbelwoorden,
die zelfopoffering en zelfverloochening
eischeii van den Christen, schenen ze niet
zoo behartigenswaard te vinden
Want, al die rijke Christenen óm
haar zag ze zich vetmesten met hot
goede dezer aarde, zag ze kuipen en
twisten, om de beste baantjes, de voor-
dceligste ambten, om het te brengen tot
Kamerlid, Minister, Staatsraad, tot wat
voornaam is, en goed wordt betaald
En wie dan 't doel had bereikt, wie
zich in den Haag had ingenesteld in
een warm hoekje van aanzien en fortuin,
die ging broederlijk intiem om met den
grootsteu politieken tegenstander, den
bekendsten lichtmis, den felsten anti-
Christen, als die óók maar in een even
warm hoekje zat, van evenveel, of nog
méér aanzien en fortuin
Maar ginds, veraf, in de provincies,
woonden de eenvoudigen, de eerlijk-ge-
loovigen, dóór wien ze 't zoover ge
bracht hadden, die zich naïef verheugden
omdat de „eere Gods" daarginds in de
Residentie werd hooggehouden door
christelijke graven, en baronnen, en
jonkheeren.
En in 't hart van 't kind-meisje
steeg omhoog een gróóte walg
1) Uit „Liefde", door Anna de Savornin
Lohman (L. J. Veen, Amsterdam).
Eiken derden Dinsdag in September
worden de leden der Staten-Generaal
en de overige belangstellenden, in de
Ridderzaal vergast op een troonrede
die in den regel vol is van algemeen
heden, en stereotiepe uitdrukkingen. Vrij
gemakkelijk is hot dus zoo'n rede na
te bootsen, maar weinigen zullen dat
Mijnheer Stakhoff zag zijn vrouw
ironisch aan.
Verwondert u dat? Wacht eens
even.
Hij zweeg. Eindelijk waagde mevrouw
Stakhoff ie zeggen:
Ik had gewenscht
Maar hij viel haar in de reden:
Ik weet dat gij mij altijd voor
zeer immoreel hebt gehouden, C'est
possible, ik zal mij ook niet veront
schuldigen, dat laat ik aan den tijd
over. Geloof mij echter, ik keu mijn
plicht en men zal mij steeds bereid
vinden voor de belangen van mijn gezin op
te komen.
Wat moet dit alles toch beduiden?
dacht mevrouw Stakhoff. Had de goede
vrouw geweten wat den avond te voren
in den club verhandeld was, zij zou
minder vreemd hebben opgezien. Een
paar stamgasten spraken n.l. over de
mogelijkheid van een regeering van
volksvertegenwoordigers in Rusland.
Maar wij hebben niemand, zeide
een, die in dit geval een rede zou
kunnen houden.
Gij hebt gelijk, zei de ander, maar
gij vergeet Stakhoff. Deze hoorde dit
en had van vreugde wel in de lucht
willen springen. Zijn gevoel van eigen
waarde was niet weinig krachtiger ge
worden. Hij ging nu voort:
Mijn dochter Helena zoudt gij
niet denken dat het daarvoor tijd werd
om om haar uit te huwen? Philo
sophic en Philanthropic zijn mooie din
gen, doch tot op zekere grenzen. Het
op een zoo geestige wijze kunnen als
I. de Wijze, te Utrecht, die in de „Stem
des Volks", de volgende aardige adver
tentie met vette letters heeft doen
plaatsen.
„De Troonrede.
Geachte Dames!
Het verheugt mij wederom U mede-
deeling te kunnen doen van de opening
van het winterseizoen.
De algemeene toestand van Utrecht
en Omstreken geeft in menig opzicht
reden tot tevredenheid.
Omtrent land- en tuinbouw luiden de
berichten over het geheel genomen
bevredigend. Ondanks de vele schade
aan sommige gewassen door nadeelige
weersinvloeden berokkend, werd de aan
vrage om goederen voor buiten steeds
belangrijker.
Handel en Hijverheid blijven zich
ontwikkelen, de groote verkoop in
Wollen Dekens neemt steeds toe, dank zij
de beëindiging van den Dekenoorlog,
waarin is bewezen dat de Reclame-
Prachtdeken a f 5.niet te overtref
fen is.
De Schippers (de Zeemacht) en de
Boden (de Landmacht) op Utrecht ver
vullen hun taak op hoogst verdienste
lijke wijze; met dankbare waardeering
gedenk ik, wat door hen steeds met
onvermoeiden ijver is gedaan.
Van den ijver en de toewijding van
den Gemeenteraad kan ik met veel
lof gewagen, niettegenstaande de moeie-
lijkheden, die te overwinnen waren
betreffende het aanbrengen van Elec-
trische booglampen aan den Steenweg.
Met het oog op de enorme drukte bij
mijn uitverkoopen en om alle mogelijke
ongelukken tegen te gaan, besloot men:
De Wijze te belichten.
De betrekkingen van I. de Wijze
met de Collega's van binnen en buiten
de stad bleven zich ook dit jaar ken
merken door het gewenschte vriend
schappelijk karakter.
Echter eenige Frankfortcr beurs-spe-
culanten hadden de vriendschap bijna
verstoord, omdat ik de beroemde Ger-
maniawol, die bij mij alléén vol 1 l/a ons
weegt, niet voor 44 maar voor 43'/.,
cenl per knot verkoop.
Een herziening van de Armenwet
wordt voorbereid, in plaats van katoen
tricot zullen den armen Lamswollen
ondergoederen worden uitgereikt.
De tijding der beëindiging van den
oorlog in Oost-Azië werd door mij met
welgevallen vernomen, ook omdat de
aanvoer van de Russische Pelterijen
weêr geregeld kan plaats hebben en ik
wéér in staat ben een mooie Blauw
vos voor f 14.50 te leveren.
Zoo, Dames, zal van dit jaar weêr
van u gevergd worden uwe inkoopen
van Pelterijen, Rokken en alle mogelijke
Wollen ondergoederen bij mij te doen
en zal bij de uitvoering uwer orders
steeds stipt en correct gehandeld worden,
zoodat alle wenschen van mijn Clientèle,
zonder onderscheid van richting, zullen
worden bevredigd.
En hiermede verklaar ik het winter
seizoen voor geopend."
Ziezoo, nu weten we, waar we over
vier jaar terecht kunnen, als er dan
soms heelemaal geen ministers te vinden
zijn in de gewone categorie van menschen,
die voor deze hooge betrekking in aan
merking komen. De Wijze zou als
minister-president zeker een goed figuur
maken en het vrouwenkiesrecht zou
stellig in hem een warm voorstander
vinden. Want, zal hij wel zeggen, van
oogenblik kon nu wel eens gekomen
zijn om het nevelgebied van kunst en
geleerdheid te verlaten en ander gezel
schap te zoeken dan b.v. dat van uw
Montenegrin Insaroff.
Ik begrijp u niet recht! antwoord
de zijn vrouw.
Luister dan tot ik uitgesproken
heb! Ik zal zonder in herhalingen te
vervallen, het u duidelijk pogen te
maken. Eenigen tijd geleden maakte ik
kennis met zekeren mijnheer Kurna-
towsky, dien ik hoop dat mijn schoon
zoon zal worden. Wanneer gij hem
gezien hebt, dan zult gij mij geloof ik
noch van overhaasting noch van voor
ingenomenheid beschuldigen.
Stakhoff hield even op, tevreden over
zijn eigen welsprekendheid.
De heer Kurnatowsky is een
eminiment man, een rechtsgeleerde, 't Is
iemand van opvoeding, een eerste rangs
secretaris en bezitter van het grootkruis
van Stanislaus. Gij zult mij gerechtigheid
laten wedervaren en niet beweren dai
ik, evenals sommige vaders in klucht
spelen, met blindheid ben geslagen. Zijn
oom
Maar wie is zijn vader?
Zijn vader? O, die is in zijn soort
eveneens een volmaakt man. Hij heeft
den rang van majoor en is generaal-
admiuistrateur der goederen van graaf B.
Zoo! zei mevrouw Stakhoff.
Nu, wat zoo? Hebt gij daar soms
iets tegen?
Maar ik heb toch niets gezegd?
Pardon. Gij zeidet: Zoo! Maai
de vrouwen moet je het maar hebben.
Zoo dacht een getuige er ook over,
die te Bochuni voor hot gerecht was
geroepen om in een „diefstal zaakje"
inlichtingen te geven.
Op de bank der beschuldigden zat
een vrouw met haar elfjarige dochter,
beschuldigd van kolen diefstal. De
uian nu, weigerde zijn getuigenis af te
leggen. Als argument van de weigering
voerde hij zijn verwantschap aan met
de beklaagde.
„In welken graad van verwantschap
staat u dan eigenlijk tot elkaar?" vroeg
de rechter.
„De vrouw haar man zijn broer is
getrouwd met een zuster van mijn vrouw."
„Wat zegt u? De vrouw haar man
zijn broer
„Nou ja, mijn vrouw is een zuster
van de vrouw, waarmee de broer van
de vrouw haar man getrouwd is."
Een glimlach giug over het gezicht
van den rechter.
„Neem me niet kwalijk, beste man,
maar ik snap er niets van."
En de getuige legt opnieuw uit:
„De zuster van mijn vrouw heeft voor
man een man, die de broer is van de
vrouw haar man."
Alle aanwezigen lachen hartelijk,
alleen de getuige zegt, rustiger dan ooit:
„'t Is nu toch duidelyk gouoeg: de
broer van den man van de vrouw heeft
een zuster van mijn vrouw tot vrouw."
De vroolijkheid, waarmee elke nieuwe
verklaring van den getuige werd aan
gehoord, zou nog den heelen dag het
sombere rechtbankgebouw hebben kun
nen verhelderen, als niet de rechter,
wien de zaak begon te vervelen, ten
slotte door vragen er achter gekomen
was, dat de zwager van beklaagde ge
trouwd was met de schoonzuster van
getuige.
En aan zijn getuigenis ontsnapte deze
niet.
De nieuwe Ambachtsschool van het
Nuts-departement te Baarn zal Maandag
16 dezer geopend worden met bijna
50 leerlingen. Op de voordracht voor
directeur (tevens leeraar in het bouw
kundig teekenen) komt o.a. voor de
heer A. Fleddérus leeraar aan de
Ambachtsschool alhier.
Mejuffr.W. A.Everaars, commies-titulair
aan het post- en telegraafkantoor alhier
is overgeplaatst naar Stadskanaal.
Ten einde te gemoet te komen aan
de wenschelijkheid tot verlaging der
oorlogsbegrooting, heeft de minister van
oorlog f 25.000 minder aangevraagd
voor oefeningen van het actieve leger.
Dientengevolge zullen vermoedelijk in
1906 geen groote manoeuvres worden
gehouden, waarvoor de 4e divisie het
eerst aan de beurt is.
De detacheering bij de Normaal Schiet
school van de leluitenants J.E. Schnei
ders en D. J. Gorter van het 5e regi
ment infanterie, eindigt 14 October a.s.
Bij deze inrichting zullen, van 15
October 1 Febrauri worden gedeta
cheerd de luitenants Strijbosch en Rieber,
tot het volgen van een gymnastiek-,
scherm- en zwemcursus.
Naar men ons meedeelt is de proef
rit van Woensdag j. 1. met denRenard-
trein uitstekend geslaagd. Bochten noch
bovendien, ik heb mijn meening verteld
en ik ben er zeker van dat de keer
Kurnatowsky hier a bras ouverts ont
vangen zal worden. Hij staat vrij wat
hooger dan een Montenegrijner
Ongetwijfeld. Ik zal last geven voor
wat meer eten te zorgen.
Natuurlijk; ik kan mij met dat
soort bagatellen niet bemoeien.
Stakhoff stond op, nam zijn hoed en
liep fluitend den tuin in.
Schubin, die aan 't raam zat en aan
een caricatuur arbeidde, zag hem voor
bijgaan en stak achter zijn rug de tong
tegen hem uit.
Tien minuten voor éénen hield een
huurrijtuig voor de deur stil. Een knappe
jonge nam, eenvoudig maar smaakvol
gekleed, stapte uit en liet zich aandie
nen. Het was Gregor Adreawitsch Kur
natowsky. Hij deed zich volstrekt niet
voor als de aanbidder van Helena, praatte
aan tafel op opgeruimden toon, bleek
een erg practisch man te zijn, die kunst
en wetenschap slechts waarde toekende
als opvoedingsmiddelen en had in ver
scheidene opzichten zeer despotische
neigingen. Helena maakte zooals hij aan
haar moeder bij 't heengaan verzeker
de, een zeer goeden indruk op hem,
doch dat die goede indruk niet weder-
keerig was, bleek wel uit den brief,
dien het meisje 's avonds aan Insaroff
schreef, en waarin voorkwam: Wat be
klaag ik de vrouw, die in zulke handen
valt
Wordt vervolgd.
smalle wegen waren voor dit vernuftig uit
gebrachte voertuig een beletsel. Hoepel
wij er aan twijfelen of een exploitatie
Amersfoort-Spakenburg veel toekomst
zal hebben, zijn wij er vast van over
tuigd, dat de Renard-treinen in som
migen streken van ons land een welkom
surrogaat zullen zijn voor spoor en
tram.
Op verzoek aan eenige abonnè's
plaatsen wij bij de spoorlijst ook den
tramdienst.
Op 11 Oct. a.s. zal van wege de
Militaire Sportvereeniging een afstandsrit
worden gereden van Amersfoort over
Putten, Barneveld en Ede naar Arnhem
(pl.m. 70 K.M.) Do afstand moet worden
afgelegd in 7 uren.
In de Vrijdag gehouden vergadering
van de onlangs opgerichte Oranje ver-
eeniging zijn Statuten en Huishoudelijk
Reglement na breedvoerige discussie
vastgesteld.
Daar de vergadering niet al te druk
bezocht was, werd besloten nog niet
over te gaan tot verkiezing van een
definitief Bestuur. Besloten werd dit
te doen in de volgende vergadering, die
Donderdag 12 October zal worden ge
houden.
Naar men ons mededeelt zijn niet
minder dan 280 reclames in
gebracht tegen den hoofdelijkcn omslag
van de plaatselijke directe belastingen.
Met ingang van 1 November wordt
op verzoek verplaatst de Brieven- en
Telegrambesteller F. Kooi van Amers
foort naar Zeist.
Naar wij vernemen zal Mej. J. C.
van der Schroeff, leerares in de gymnastiek
aan de H. B. S. zich 1 November a.s.
metterwoon te Amersfoort vestigen en
hare inrichting voor heilgymnastiek van
Zeist overbrengen naar de Hendrik van
Viandenstraat alhier.
Amcrsfoortsche Tramweg Maatsch.
Overzicht der exploitatie over de
maand September.
1905.
1904.
Aautal betalende
passagiers.
7680
6569
Opbrengst passage.
f 557,35
f533,80
Opbrengst van
diversen.
f25,07
f 23,65»
Totaal opbrengst.
f582,42
f557,476
Opbrengst per
diversen,
f 10.79
f 10.32
Lekker.
Zondagavond op de Groenmarkt. Een
paar opgeschoten jongens hebben blijk
baar op den regenachtigen Zondagmid
dag vermaak gezocht... en gevonden.
Althans een paar zijn getooid met een
hooge zije, naar 't model te oordeelen
een van grootvader zaliger. De ontel
bare kreuken en deuken, die de pronk
stukken vertooncn, wijzen er op, dat
ze niet alleen voor dekking des hoofds
hebben gediend, maar dat ze zelf ook
wel eens bedekt zijn geweest, met
tamelijk zware voorwerpen. Het on-
oogelijke der hoeden deert den „heeren"
echter niet die het, naar 't schijnt
er op gezet hebben, om eens te geuren.
Geuren doen ze ook in werkelijken
zin met een overheerlijke sigaar, naai
de smakkende halen te oordeelen
producten van het merk „trek je dood".
Juist zullen ze de Langestraat op
gaan, toen ze teruggeroepen worden
door een paar makkers, niet zoo ge
lukkig in het bezit te zijn van een
hoogen hoed, maar die dan ook veel
kleiner zijn, en die alleen aan de eer
om met zulke heeren te mogen loopen,
genoeg moeten hebben.
„Hei, jongens" klinkt het rauw uit
de kelen van de achterbuurtjongens
„Hei (volgt krachtterm) kom es hier".
De grooten zien aanstonds wat er
gaande is. Voor een herberg staat een
melkkarretjc, welks eigenaar, zeker ook
al tengevolge van het natte weer, zich
even is verwarmen met heerlijke Schie
dammer.
De kleine jongens hebben de maat
genomen, de kraan geopend en ieder
op zijn beurt lebbert wat van het heer
lijke vocht.
Het gevoel van solidariteit deed hen
natuurlijk de groote jongens roepen,
die, trots hun voorname deftigheid, ook
niet onverschillig blijken voor een
„niundje melk."
En nadat ieder zijn deel heeft ge
nomen wordt de maat ruw in den bak
van het karretje gesmeten, als om den
melkventer te waarschuwen, dat er
onraad is. Deze verschijnt, ondekt na
tuurlijk niets meer van de jongens en
bezorgt verder zijn melk, niet wetende
dat zijn maat in aanraking is geweest,
met de reine mondjes van eenige straat
rekeltjes.
Onderstaand bericht vonden wij in
een der bladen.
„Re m b r a n d t-h ul d e. H. M.
de Koningin heeft een belangrijk bedrag
voor de Leidsche Renbrandt-hulde be
schikbaar gesteld.
Ook van andere zijden ontving de
penningmeester, Notaris Van Hamel
te Leiden, belangrijke giften.
"Wil echter de commissie hare plannen
ten uitvoer kunnen brengen, dan moot zij
over een nog veel grooter bedrag te be
schikken hebben dan thans het geval
is, on blijfi zij hopen op meer bijdragen.
Zoowol groote 'als kleine zullen welkom
zijn."
Zoo als men weet heeft zich hier in
Amersfoort ook een comité gevormd
voor de „Reinbrandthulde". De namen
der heeren namen wij indertijd in ons
blad op.
Hoe komt 't toch, dat we daar niets
meer van hooien?
Zooals onze lezers zich herinneren
is het doel van het comité, dat zich
gevormd heeft om Rembrandt te eeren,
het verspreiden van eenige goede etsen
naar de beste stukken van den grooten
meester.
Men wenscht daartoe een flink
garantiefonds bijeen te brengen, ten
einde in staat te zijn bedoelde repro
duction togen een uiterst lagen prijs
verkrijgbaar te stellen, zoodat ze ook
vallen onder het bereik van hen, die
zich gewoonlijk met eenige leelijke
oleographiëu tot versiering van hunne
woning moeten vergenoegen.
De lezingen van het Departement
Amersfoort van de Maatschappij tot
Nut van 't Algemeen zijn voor het
seizoen 1905-1906 vastgesteld als volgt:
October 1905, Mevr. FlothuisVan
Dommelen;
November 1905, de heer C. B. T. Bigot
(volkslezing)
Januari 1906, de heer B. ten Bouwhuis
(historisch onderwerp);
Februari 1906, de heer C. Kühn
(volkslezing);
Maart 1906, (waarschijnlijk) de heer
Henri Dekking.
Zij die lid wenschen te worden van
het Nuts-Departement Amersfoort kunnen
zich aanmelden bij den secretaris, C. J.
F. Prins, kerkstr. 3, of bij een der
andere bestuursleden.
Volgens het Huishoudelijk reglement
zijn bij den Secretaris tegen betaling
van /'2 kaarten te verkrijgen voor
alleenwonende dames, welke toegang
geven yooi- deze (en alle andere lezingen,
zoo er meer gehouden worden) in het
seizoen 19051906.
De eerste „Nutsavond" voor de
leden en hunne dames zet het seizoen
goed in. De bekende Rottcrdamsche
declamatrice hier evenwel voor het
eerst optredend Mevrouw Flothuis
van Dommelen is volgens de be-
oordcclingen der Pers overal in den
lande met zeer veel succes opgetreden.
Hier volgen eenige aanhalingen uit
de beoordcclingen, die men ons toe
zond:
„Mevrouw J. H. FlothuisVan Dom
melen deed de talrijke aanwezigen de
kennismaking vernieuwen met de ge
schiedenis van Saïdjah en Adinda uit
den Max Havclaar. Zoo, met sonoor
soms wat zangerig geluid voorgedragen,
maakte het verhaal diepen indruk en
verkregen de schoonheden er van
relief." Kdamsch Nieuwsblad.
Op de Nutsvergadering, gisterenavond
in het Heeren-Logemeut gehouden, ook
voor niet-ledcn toegankelijk, zou als
spreekster optreden Mevrouw Flothuis
Van Dommeleu.
Of het kwam, dat een zoo goede
klank haar was vooruitgegaan, kunnen
wij niet beoordeelen, zooveel is zeker
dat de zaal proppend vol was.
En 't moet ons van 't hart nog
nimmer woonden wij met zooveel on
vermengd genoegen een dergelijken
avond bij; een boeiende voordracht,
een lieflijke, klankrijke, aangename
stem, haar zuiver Hollandsche uitspraak
en haar bewonderenswaardig talent,
sober, maar vol uitdrukking en geest,
deden de hoorderessen en hoorders als
aan hare lippen hangen."
De Noord-Hollander.
„Mevrouw Flothuis beschikt over een
orgaan, dat van nature hoogst aange
naam in de ooren klinkt en bovendien
is haar stem geoefend als van een
zangeres. Werd de tijd voor de pauze
geheel in beslag genomen door haat
eerste nummer van haar program, na
de pauze werden een 6-tal gedichtje»
voorgedragen, waarbij luim volgde op
ernst. Van het eene genre noemen we
Een lied van de Zee en Vader is nu
dood en van het andere De teleurstelling
en Gefopt.
Mevrouw Flothuis toonde bij de
laatste nummers, dat zij ook het komi
sche door haar voordracht tot zijn recht
weet te laten komen."
Provinciale Noord-Hollandsche Crt.,
„We hebben gisterenavond een bij-