AllerleL Varia, "van mijn eenzamen post" de krachten en verschijnselen welke daar4 mee verbonden zijn en zijn zoo de overige menschheid vooruit. Evenals de dieren onder de menschen staan, evenals in de menschheid tallooze trappen van ontwik keling zijn aan te wijzen, zoo staan dergelijke bedoelde personen op de grens der menschheid, en de hoogsten van hen staan boven het menschdom. Als zoodanig beschouwen de Theosof en o.a. Jezus. Dezen zijn het die ons lecren wat boveu aangaande den inhoud der Theosofie gezegd werd. Iloe hebben zij zulk een hoogte bereikt en hoe we ten zij zulke dingen aangaande het zieleleven, die liier meegedeeld zijn en nog vele andere, dat zij er met beslist heid over spreken kunnen? Door een bepaalde oefemnethode welke het be wustzijn afvoert van do stoffelijke wereld en op de hoogere werelden richt. Door een rein leven te leiden, door zijn ge dachten in bedwang te krijgen (waar door ook de begeerten onderdrukt worden en de gezindheid van den mcnsch ver anderd en gelouterd wordt) kan iemand, die zich gedurende vele levens daarop toelegt, zijn eigen zielontwikkeling ver snellen en geestelijke, hoogere voimo- gens aaukweckcn en oefenen, zooals een sportsman zijn lichamelijke vermo gens oefent. Het spreekt van zelf dat er nog veel bijzonderheden in het spel komen, welke onbesproken moeien blij ven; maar het gevolg is dat een hoogte bereikt wordt waarop de mensch de gemiddelde meerderheid verre vooruit is en zeggen kan: ik keu uit eigen aanschouwing de bovenstoffelijke we relden, ik heb bewuste kennis van het zieleleven en weet dat de wedergeboorte werkelijk bestaat. Zoo iemand kan zich zijn vorige levens herinneren, hetgeen wij niet kunnen, daar ons bewustzijn door de hersenen werkt, welke immers bij elke geboorte vernieuwd worden mét het nieuwe lichaam, zoodat ons hersenbewustzijn zich niet herinneren kan wat het niet doorleefd heeft, want de ziel is ecuwig maar de lichamen zijn tijdelijk en sterven eiken maal af. Duidelijk zal wel nu geworden zijn dat de Theosofie de onsterfelijkheid der ziel leert en zelfs nog verder gaat, daar zij niet alleen een voortleven na den dood maar ook een voorbestaan voor de geboorte leert. Slechts zeer in het bekopt en onvol ledig hebben wij enkele punten der Theosofie kunnen aanstippen en ver melden. Het was hier toch ook niet te doen om haar inhoud te leeren, maar meer hoofdzakelijk om te zeggen, aan wie het nog niet wisten dat zij bestaat en om de aandacht op haar te vestigen. Wie belang in deze leer stelt en zich erin wenscht te verdiepen of haar meer of minder uitvoerig wil gaan bestudceren, kan inlichtingen verkrijgen over de rijke Theosofische letterkunde bij de T h e o- sofische Vereeniging, gevestigd te Amsterdam, A 111 s t e 1 d ii k 76, welke vereeniging sinds een 15 jaren deTheo- sofische beweging in Nederland behar tigt en bevordert. Dr. J. W. BOLSSEVAIN. Wallace over KusIiiikI. "Voor meer dan 25 jaar schreef de Schot Sir Donald Mackenzie AVallace, die langen tij J in het Tsarenrijk had vertoefd, een boek over de toestanden aldaar en ook van Russische zijde wordt erkend, dat veel van de voorspellingen, in dat boek uitgesproken, gedurende do sedert verloopen kwart eeuw zijn uitgekomen. Thans verschijnt te Louden de tweede uitgave van dit werk. Wallace arbeidde sedert als correspondent van de Times; en als particulier secretaris van Lord Dufferin, onderkoning van Indië, bege leidde hij den tegenwoordigeu Tsaar, toen maals grootvorst troonopvolger bij zijn tochten door Britsch-Indië. Hij had al- zoo alle aanleiding de tweede uitgave van zijn belangrijk werk te voorzien van een paar hoofdstukken over den actueelen toestand van Rusland. Yoor dat we van deze nieuwe hoofd stukken een overzicht geven dient op gemerkt dat Wallace voor 25 jaar even als thans de lichtzijden van het Tsarisme zooveel mogelijk tracht bloot te leggen. Desniettemin is zijn eerste en belangrijkste bemerking dat „niets in Rusland zoo waarschijnlijk is als het onverwachte. Elk van de bezoeken, die ik achter eenvolgens aan Rusland bracht hebben aangetoond dat de ontevredenheid toe genomen is, zegt hij. Zijn hoogtepunt bereikte deze toestand onder de re geering van Van Plehwe. De intelli- kon vertrouwen begeleidde haar. Haar moeder, die de vreemde gewoonten harer dochter kende, zocht hier niets achter. Op een avond echter gingen, tegelijk met haar, nog andere personen, van verdacht uiterlijk, naar boven; dat beangstigde den koetsier en onder het zegel der geheimhouding sprak hij er met'een vriend over in de herberg. Wordt vervolgd. Ij entie is 'S waar betrekkeüj ■-o ■- in aantal doch groot van invloed op de bevolking. Ze gelijkt het zuurdeeg m ue bakkerstrog en kan onder zekeie omstandigheden den stoot geven tot o-i-note gebeurtenissen. Het grootste gevaar ziet AI allace evenwel in de agrarische beweging, want ouder den boerenstand heeft zich sedert de afschaffing van de lijfeigen schap bet geloof vastgezet dat bij een maal bezitter zal worden van den grond. Langdurig staat Wallace bij dit aan doenlijk goed vertrouwen van de boeren S" Tsaar na Tsaar beeft getracht dat creloof tc fnuiken, doch zonder eenig resultaat. Tsaar Alexander beduidde een aantal dorpsoudsten eens op dreigenden toon dat ze tevreden moesten zijn met hun grondbezit en moesten zorgen ge regeld hun belasting te betalen. Geen van de geheel teleurgestelde lieden kan gelooven, dat de „generaal' die aldus gesproken had, de Tsaar was. Tsaar Alexander III deed kort na zijn troonsbestijging eenzelfde poging. Gelooft toch niet, zei hij tot de oudsten, aan de domme leugens van vcrdcehng van het grondbezit, die door uw vijan den worden verspreid. Het hielp niets. Ook Tsaar Nikolaas n herinnerde bij zijn troonsbestijging aan deze woorden van zijn vader. Ondanks al deze waarschuwingen heelt het geloof stand gehouden en hebben herhaaldelijk onlusten plaats ten platte lande, waarvan de ware beteekenis deze is, dat de boeren de goederen van de landhceren in bezit willen ne- In verband daarmee behandelt AVal lace de veraiming van den boerenstand waarvan hij de oorzaak zoekt in de afschaffing van de lijfeigenschap. De meeste boeren hadden groote moeiten om zich aan te passen aan den nieuwen toestand; ze verarmden, terwijl slechts weinigen het tot zekere wel stand brachten. Als verdere oorzaken noemt AVallace: drankzucht, luiheid, slecht onderwijs, onvoldoende functio- nceren van de gemeenteautonomie en het gemeenschappelijk grondbezit, dat uadecling werkt op den ondernemings geest. Doch voor alles is het de onge hoorde belastingdruk, die de ontwik keling van den boereustand onmogelijk JDclclkt. r* ln tien jaar is deze gestegen van 27 tot 144 millioen. In de. streken van de zwarte aarde bedroeg de belasting per hoofd: 1882 90 kopeken, in 18f)o bOO kop. en in 1899 2200 kop. Natuurlijk wordt een groot deel van het belasting geld gestoken in leger en marine, een mider groot deel komt terecht in de zakken van diefachtige ambtenaren. A'ooral de protectie-politiek van \V itte wordt verder genoemd als een van de oorzaken der argrarisclic ellende. Witte dacht er vooral aan om de industrie te beschermen, met liet doel door een nationale industrie Rusland te doen ont- komen aan het lot, zijn geld te expor teeren om industrieproducten te ïmpor- teeren. Ook zijn spoorwegpolitick heelt de arme boerenbevolking milliarden ge kost. Deze argumenten, vooral aange voerd door de conservatieve argranërs, hebben o. a. AVitte's val als minister veroorzaakt. Interressant is AVallace's vergelijking tusschen AVitte en zijn tegenstander Plehwe De eerste noemt A\ allace een auto didact in de vechtkunst die wild om zich heen slaat. Plehwe daarentegen is de geroutineerde schermmeester. Belangrijke dingen schrijft AA allace ook over de politiek der regeering tegenover de arbeidersbeweging. De moei ontwikkelde socialistische elementen zijn schaarsch onder de bevolking en de regeering heeft herhaaldelijk getracht tegen hen de domme massa uit te spelen. Zoo ging het mot Subatow, een oud- revolutionair, die in Moscou een arbeideis- vereeniging stichite, waarvan hot doe was, de onontwikkelden aan den invloed van de sociaal-democratie te onttrekken. Op den duur echter kon Subatow zich in zijn tweeslachtige positie niet hand haven en de induatriöelen kwamen ei over klagen, dat de politie de arbeiders aanzette om overmatige eischen te stellen. Het gevolg daarvan was alweer een grootero verwijdering tusschen Plehwe en AVitte. Gapon beschouwt AAhillace als een dergelijk figuur. Ook bij genoot aan vankelijk het volle vertrouwen van liet hof; doch de gebeurtenissen waren hem te sterk en de vrijheidsroes was zoo krachtig bij de bevolking van I eters burg dat ze feitelijk de leiders mee sleurde tot de gebeurtenissen van Januari. Met veel lof spreekt AVallace over de Zcmstwo's die llians eerst een politieke beteekenis krijgen, doch die te voren reeds heel wat nut hebben gedaan, o. a- in verband met de hygiène, de brand weer en het openbaar onderwijs, en da alles ondanks den tegenstand van de bureaucratie. A an he' slot van zijne beschouwingen zegt AVallace: Er zijn twee methoden, waardoor de toestand in Rusland weer cczond kan worden. Do eerste is: snelle krachtige onderdrukking, van den op stand, en de andere: tijdige concessies aan de volkswenschen. Tot heden toe heeft de regeering noch het eene noch het andeie heilmiddel toegepast. Voor alles heeft ze daartoe een krachtige man noodig. Twee zieke mannen zijn er. Plehwe en AVitte. De eerste is dood, de andere heeft echter slechts als administrateur van liet autocratisch regime verdiensten dan zal hem ook wel geen gelegenheid gegeven worden een proef te nemen want het volle vertrouwen van den staat bezit hij niet meer". Aldus luiden de mededeehngen van AVallace. AVat het laatste gedeelte be treft zij alleen opgemerkt, dat AVitte verre van het vertrouwen verloren tc hebben, blijkens de laatste berichten de man van het oogenblik in Rusland is waartoe de uitslag van de onderhande lingen te Portsmouth, waarmee AVallace toen hij zijn beschouwing schreef nog niet bekend was, niet weinig heeft bij gedragen. Misschien behoort dus do aanstaande leiding der Russische poli tiek in de handen van AVitte, tot het „ouverwachttc, dat in Rusland het waarschijnlijkst is". Onze tijd is een tijd van humbug en reclame; men heeft reclame-haarkammen, reclame-veters, rcclame-portemonnaies, reclame-zwembroeken, reclame-rijtuigen, reclame-pijpen, reclame-dames, ja, ik mag wel vragen, wat gebruikt men niet als reclame. Sterker stukje, op het gebied van brutaal-reclamc-makcn, dan thans in den Haag wordt vertoond, zal men echter nog nergens hebben gezien. Daar kan men nl. in de étalage-kast van een barbierswinkel, op een der vroeger zoo deftige grachten, te midden eener stellage flacons met „wereldbe roemd haarwater" het portret van den „uitvinder-fabrikant", een onzer lioog- leeraren in de faculteit der letteren tentoongesteld zien. Z.II.Gel., dien wij wel kennen als n knap historicus, maar over wiens befaam- heid als, „haarwateruitvinder" we nimmer hoorden, zal zich door die onverwachte promotie wel bijzonder gestreeld voelen, te meer waar zijn portret prijkt op een biljet, geniaal kakograpliisch en uitmun tend door snorkende reclame. Daaruit verklaart zich dan ook de „welwillende toestemming" aldus liet reclame-biljet door Z.II.Gel. tot de expositie van zijn portret verleend. Je moet maar durven! Zoo'n kapper hadden ze in Ambt- Almelo moeten hebben, waar zich sinds eenige dagen nabij den molen in de Zoetcnsteeg 's avonds een spook ver toonde. Iedereen sloeg de schrik om t lijf, als het witte monster plotseling te voorschijn kwam. Merkwaardig was het evenwel, dat, zoodra de molenaar zijn geweei aan" legde, het spook zich plat op den grond liet vallen, en dus blijkbaar toch nog bang was voor zijn etherisch „lichaam Gelukkig nu, bezit Ambt-Almelo toch één moedige inwoner, den veldwachter Elaassen. En toen deze het Maandag avond zag, sprong hij er onverwachts op toe, greep het spook in „den kraag en ontdekte, dat het dezen keer eens een spook was van vleesch en bloed. Het bleek nl. een zekere L. te zijn, een vroegere knecht van den molenaar. 't Is wel een verdorven tijd, als zelfs de spoken al niet meer „echt zijn! AA'cl echt, en heiisch waar, moet liet volgende bericht zijn, dat de Tijd ons meedeelt. „Op eene plaats in 't aartsbisdom, waar het Kruisverbond niet noodig wordt geacht, is bij eene feestelijke gelegenheid, waaraan 43 huisgezinnen deelnamen, in twee dagen opgemaakt: 400 liter jenever en 600 liter bier. Schat men 't aantal meedrinkende personen op 5 per gezin, dan zijn er 215 verbruikers en verbruiksters geweest, die per dag en per hoofd hebben op gemaakt: bijna één liter jenever en anderhalven liter bier. Het schijnt daar jaar op jaar zoo te ganii. Dat wil niet zeggen, dat er veel „drinkers" zijn, maar, zooals dr. Ariëns eens heeft opgemerkt, de „niet-drinkers" maken meer op dan de „drinkers. Ra, ra, hoe kan dat? Dit mocht men van de week op de Noordblaak in Rotterdam ook wel vragen, toen men daar een wezen zag loopen, dat veel op een mensch geleek, maar zijn hoofd en handen had, waar wij gewoonlijk onze voeten hebben, en omgekeerd Bij nader onderzoek bleek dit won derlijk gedrocht werkelijk een mensch te zijn, en wcl^de^beroemde Dceusche „koplooper", Baptist Gronwell. Er ontstond zoo'n gedrang, dat de politie er aan te pas moest komen, die^ daar de man weigerde op gewone wijze zijn weg verder te vervolgen, hem mee nam naar het „berouw." Hij beweerde dat hij een weddenschap had aangegaan om van de Noordblaak naar huis „op den kop" te loopen.'AArel beleeft men vreemde dingen. Zoo ook een lantaarnopsteker, die 's nachts om één uur, in Bréda de rondte deed. Plotseling valt een pakje kleeren vóór hem op straat en een gillende stem klinkt van boven: „Ik wil eruit. Arang me op!' De aansteker: „'t Kan niet!" Komt op een tweede lieer. Samen breiden zij de armen uit. De vrouw valtin hun armen. Verklaring: Het was een dienstbode die zoo verbitterd was over een scheld woord, dat zij op staanden voet wenschtc te vertrekken. AA'aarom zij dat juist op deze onge wone wijze wilde doen dat vertelt de geschiedenis niet. Tolstoi. Uit Jasnaja Poljana wordt bericht dat Leo Tolstoi te midden van zijn familie en in den besten gezondheid zijn 78sten geboortedag heeft gevierd. Uit alle steden van Rusland en verschillende plaatsen buiten de grenzen kwamen groeten en gelukwenschen voor den profeet. Deze heeft zijn nieuwe werk „Het einde van deze eeuw" beëindigd. Het bevat zijn christelijke-sociale idealen en zijn inzichten over de geheele wereld. ATerder deelt hij een en ander mede over de vormen, waarin de vrijheids beweging in zijn vaderland zich naar zijn oordeel moest uiten. Een veelzijdige. Dr. George Macdouald, Schotsch dichter, romancier, prediker en „mys ticus" is bijna 81 jaar oud overleden. De man was een van de meest populaire figuren uit de literaire wereld van zijn vaderland. Oorspronkelijk voorbestemd voor het herdersambt, scheidde hij zich direct na zijn pro motie van de Schotsche kerk af, door zich aan te sluiten bij de Independeuten. Als prediker van deze afgescheidenen was hij o.a. in Aberdeen werkzaam, doch hij verkondigde zoo moderne en mystieke stellingen, dat hij spoedig in moeilijkheden kwam. Hij legde in alle kalmte zijn ambt neer en sloot zich als gewoon lidmaat aan bij de Engelsche kerk, om met des te meer ijver zich toe te wijden aan de schoone letteren. In zijn romans ligt menige herinnering aan den strijd, die hij in de kerk gedurende zijne jeugd mee maakte, waarin mogelijk wel de oorzaak gelegen is van het succes dat hij bij het Engelsche publiek verwierf. Ook als auteur voor de jeugd is Macdonald met vrucht werkzaam geweest. Het geluk kigst was hij echter met zijn gedichten, die door velen naast die van Tennysson worden gesteld. In elk geval was zelden een schrijver en een mensch zoo bemind als Mac donald. Zonder voorbehoud met algc- meene instemming werd hem indertijd door de Kroon een jaargeld van rOO pond toegekend. Behrens. f Te Breslau is op den leeftijd van 52 jaar overleden de beeldhouwer Christian Behrens, een man van groot genie, die echter wegens een eigenaardige visie en een krachtige structuur van zijn werken nooit als zoodanig doorhetpubliek erkend is. Zijn voornaamste arbeid is het Keizer Wilhelm gedenkteeken in Breslau, waaraan de Duitsche bladen bij gelegenheid van den dood van den moester hoogst waardeerende woorden wijden. Zijn laatste werk is het gedenk teeken voor den oorlog, in Dantzig, een obelisk, van zeer goede decoratieve werking. Aehenbach. Een trouw belangstellende, in Neder- landscbe schilderijententoonstellingen, de, nooit op een expositie van de Holland- sche Teekenmaatschappij ontbrekende A. Aehenbach, zal te Dusseldorff, zijn woonplaats, liet negentigste jaar zijns levens vieren. Helaas, de omstandigheden werken niet erg mee. Krachtens advies van de doctoren moest den jubilaris elke vermoeienis worden gespaard. En zoo kon dan geen receptie gehouden worden en moesten de burgers van Dusseldorf hun ontworpen fakkeloptocht ter eere van den grijsaard in petto houden, boch aan publieke deelname mocht het toch niet ontbrekeu. Het gemeentebestuur van Dusseldorf was ten deze met de kunstvrienden homo geen. Besloten werd dat de Schadowstrasse, waar Aehenbach woont, zou worden versierd en de openbare gebouwen zullen 's avonds worden verlicht, zoodat de uit feestprogramma's zoo welbekende t „schiterende illuminatie" niet zal ontn breken. De kunstbroeders zelf zullen een aangrenzende straat en bovendie hot huis van hun vereeniging, die d wonderlijke naam van „Malkasten draagt versieren, 's Avonds houdt deze vereeniging, waarvan Aehenbach mede oprichter is, een feestmaal. Verders verrassingen blijven tot op don feestdag Zaterdag geheim! Behalve dan veel liefde en vereering voor Aehenbach blijkt uit een en ander dot de benedenrijn in kunstzinnigheid voor Frankfurt, München en Dresden niet wil onderdoen. Spontane hulde. Rudolf Baumbach, de Duitsche dich ter, thans overleden, is in Meiningen waar hij een groot deel van zijn leven gewoond en gewerkt heeft, uiterst populair. Een doorslaand bewijs daar van werd gegeven, toen onlangs in de concertzaal een op muziek gezet gedicht van hem, de „Lindenwirtin," werd uit gevoerd. Een stamgast stond op zijn stoel, vroeg om stilte en sprak: De dichter van den schoonen zang der Lindenwirtin, Rudolf Baumbach, de poeëet van de „feuchtfröhlichen" levens vreugd, heeft de oogen voor altijd ge sloten. Ik verzoek aan zijn nagedach tenis een glas te wijden." Alle aanwezigen stonden op en ledigden hun glazen. Een oogenblik bleef alles stil. De muziek begon 'echter weer te spelen en de volgende wijzen van den Linden wirtin werden door het gansche publiek meegezongen. Daarna had nog onder de aanwezige studenten een „rouw salamander" plaats, alles voor Baumbach Voor den historicus van later jaren zal dit voorval voorzeker een merkwaardig bewijsmateriaal leveren van de populari teit van sommige dichters in Duitschland AVe gunnen het hem gaarne. De tegenwoordige mensch ziet echter in de manifestatie een teeken dat er op de concertavonden in Meiningen aardig wat wordt gedronken, ook voor dat men komt aan het eeren van afgestorvenen X. Ik heb al zoo menigmaal hooien vertellen, dat het in Amersfoort een droogc boel is, dat ik het langzamerhand ook ben gaan gelooven. Vooral na den laatsten jaardag onzer Koningin ben ik er trouwens vast van overtuigd, dat zij die Amersfoort alles toeschrijven, be halve opgewektheid, vroolijkhcid en meer dergelijke nuttigheden, wel gelijk kunnen hebben. Maar bij dat al behoefde men toch niet te wanhopen, dat er niet eens op een goeden dag verbetering zou komen. Zijn er niet velen, die het met leede oogen aanzien, dat, wanneer er overal in de i lande feest gevierd wordt, er in Amersfoort niets tc bespeuren is? En steeg de verdrietigheid van vele Keientrekkers niet ten top, toen op 31 .Augustus, menschen, belust op een feestje, naar Schcrpenzeel trokken, omdat daar wel wat te doen was Ja, niet waar, dat kon zoo niet- langer duren en daarom de hand aan den ploeg ge slagen. Thans nu men het voelt, hoe Amersfoort ten achter is op dit gebied, thans moest de zaak worden aangepakt En gelukkig, men heeft aangepakt, en hot laat zich dan ook aanzien, dat liet saaie, dooie en duf-vervelende uit Amersfoort zal gebannen worden. Of neen, ik moet zeggen, het liet zich aanzien, want brave lezers en vooral ook gij lieve lezeressen, ik ben ook weer in die verwachtingen teleurgesteld, AVat had ik me al niet voorgesteld van de toekomst? Geen nationaal feest zou er zijn, of ook Amersfoort zou daveren en dreunen van de feestvreugde. Voort aan zou alles in de weer zijn, om tc toonen, dat er ook in Eemvoorde iets gedaan kon worden tot algemeen ver maak en vroolijkhcid. En in stilte had ik al een plannetje bedacht om eei echt stedelijk feest op touw te zeggen Zie, dacht ik bij me zelf, op national! feestdagen, wordt over het heele lant feest gevierd. Nu moet er ook eens iet uitgedacht worden om een feest voo Amersfoort alleen te hebben. En i! meende dat gevonden te hebben in de Kei. De Kei waarde lezers, de Kr heb je daar wel eens aan gedacht, wa die een bron van vreugde kan zijn Vreemd zult ge zeggen een kei cct bron van vreugde. En toch is het zoo Neem maar eens voor een oogenblil aan, 'dat niemand weet waarom er fees zal gevierd worden. AA'elnu dan behoef Amersfoort volstrekt niet verlegen ti zijn. Men vormt eenvoudig een feest comité en de werkzaamheden daarva: zullen zijn het weer begraven vai de Kei. Nu wat heb ik gezegd, moete we al wanhopen? Immers neen? Maar daarvan komt niets. De laatst weken hebben dat zonneklaar bewezet Amersfoort zal wel veroordeeld zij om eeuwig „droog" te blijven. Wan wat drommel, dat het zoo'n drooge bot

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1905 | | pagina 2