AllerleL
Varia,
"van mijn eenzamen post"
de krachten en verschijnselen welke daar4
mee verbonden zijn en zijn zoo de overige
menschheid vooruit. Evenals de dieren
onder de menschen staan, evenals in de
menschheid tallooze trappen van ontwik
keling zijn aan te wijzen, zoo staan
dergelijke bedoelde personen op de
grens der menschheid, en de hoogsten
van hen staan boven het menschdom.
Als zoodanig beschouwen de Theosof
en o.a. Jezus. Dezen zijn het die ons
lecren wat boveu aangaande den inhoud
der Theosofie gezegd werd. Iloe hebben
zij zulk een hoogte bereikt en hoe we
ten zij zulke dingen aangaande het
zieleleven, die liier meegedeeld zijn en
nog vele andere, dat zij er met beslist
heid over spreken kunnen? Door een
bepaalde oefemnethode welke het be
wustzijn afvoert van do stoffelijke wereld
en op de hoogere werelden richt. Door
een rein leven te leiden, door zijn ge
dachten in bedwang te krijgen (waar
door ook de begeerten onderdrukt worden
en de gezindheid van den mcnsch ver
anderd en gelouterd wordt) kan iemand,
die zich gedurende vele levens daarop
toelegt, zijn eigen zielontwikkeling ver
snellen en geestelijke, hoogere voimo-
gens aaukweckcn en oefenen, zooals
een sportsman zijn lichamelijke vermo
gens oefent. Het spreekt van zelf dat
er nog veel bijzonderheden in het spel
komen, welke onbesproken moeien blij
ven; maar het gevolg is dat een hoogte
bereikt wordt waarop de mensch de
gemiddelde meerderheid verre vooruit
is en zeggen kan: ik keu uit eigen
aanschouwing de bovenstoffelijke we
relden, ik heb bewuste kennis van het
zieleleven en weet dat de wedergeboorte
werkelijk bestaat. Zoo iemand kan zich
zijn vorige levens herinneren, hetgeen
wij niet kunnen, daar ons bewustzijn
door de hersenen werkt, welke immers
bij elke geboorte vernieuwd worden
mét het nieuwe lichaam, zoodat ons
hersenbewustzijn zich niet herinneren
kan wat het niet doorleefd heeft, want
de ziel is ecuwig maar de lichamen zijn
tijdelijk en sterven eiken maal af.
Duidelijk zal wel nu geworden zijn dat
de Theosofie de onsterfelijkheid der ziel
leert en zelfs nog verder gaat, daar
zij niet alleen een voortleven na den
dood maar ook een voorbestaan voor
de geboorte leert.
Slechts zeer in het bekopt en onvol
ledig hebben wij enkele punten der
Theosofie kunnen aanstippen en ver
melden. Het was hier toch ook niet te
doen om haar inhoud te leeren, maar
meer hoofdzakelijk om te zeggen, aan
wie het nog niet wisten dat zij bestaat
en om de aandacht op haar te vestigen.
Wie belang in deze leer stelt en zich
erin wenscht te verdiepen of haar meer
of minder uitvoerig wil gaan bestudceren,
kan inlichtingen verkrijgen over de rijke
Theosofische letterkunde bij de T h e o-
sofische Vereeniging, gevestigd
te Amsterdam, A 111 s t e 1 d ii k 76, welke
vereeniging sinds een 15 jaren deTheo-
sofische beweging in Nederland behar
tigt en bevordert.
Dr. J. W. BOLSSEVAIN.
Wallace over KusIiiikI.
"Voor meer dan 25 jaar schreef de
Schot Sir Donald Mackenzie AVallace,
die langen tij J in het Tsarenrijk had
vertoefd, een boek over de toestanden
aldaar en ook van Russische zijde wordt
erkend, dat veel van de voorspellingen,
in dat boek uitgesproken, gedurende
do sedert verloopen kwart eeuw zijn
uitgekomen.
Thans verschijnt te Louden de tweede
uitgave van dit werk. Wallace arbeidde
sedert als correspondent van de Times;
en als particulier secretaris van Lord
Dufferin, onderkoning van Indië, bege
leidde hij den tegenwoordigeu Tsaar, toen
maals grootvorst troonopvolger bij zijn
tochten door Britsch-Indië. Hij had al-
zoo alle aanleiding de tweede uitgave
van zijn belangrijk werk te voorzien
van een paar hoofdstukken over den
actueelen toestand van Rusland.
Yoor dat we van deze nieuwe hoofd
stukken een overzicht geven dient op
gemerkt dat Wallace voor 25 jaar
even als thans de lichtzijden van het
Tsarisme zooveel mogelijk tracht bloot
te leggen. Desniettemin is zijn eerste
en belangrijkste bemerking dat „niets
in Rusland zoo waarschijnlijk is als het
onverwachte.
Elk van de bezoeken, die ik achter
eenvolgens aan Rusland bracht hebben
aangetoond dat de ontevredenheid toe
genomen is, zegt hij. Zijn hoogtepunt
bereikte deze toestand onder de re
geering van Van Plehwe. De intelli-
kon vertrouwen begeleidde haar. Haar
moeder, die de vreemde gewoonten
harer dochter kende, zocht hier niets
achter. Op een avond echter gingen,
tegelijk met haar, nog andere personen,
van verdacht uiterlijk, naar boven; dat
beangstigde den koetsier en onder het
zegel der geheimhouding sprak hij er
met'een vriend over in de herberg.
Wordt vervolgd.
Ij
entie is 'S waar betrekkeüj ■-o ■-
in aantal doch groot van invloed op de
bevolking. Ze gelijkt het zuurdeeg m
ue bakkerstrog en kan onder zekeie
omstandigheden den stoot geven tot
o-i-note gebeurtenissen.
Het grootste gevaar ziet AI allace
evenwel in de agrarische beweging,
want ouder den boerenstand heeft zich
sedert de afschaffing van de lijfeigen
schap bet geloof vastgezet dat bij een
maal bezitter zal worden van den grond.
Langdurig staat Wallace bij dit aan
doenlijk goed vertrouwen van de boeren
S" Tsaar na Tsaar beeft getracht dat
creloof tc fnuiken, doch zonder eenig
resultaat. Tsaar Alexander beduidde een
aantal dorpsoudsten eens op dreigenden
toon dat ze tevreden moesten zijn met
hun grondbezit en moesten zorgen ge
regeld hun belasting te betalen. Geen
van de geheel teleurgestelde lieden kan
gelooven, dat de „generaal' die aldus
gesproken had, de Tsaar was.
Tsaar Alexander III deed kort na
zijn troonsbestijging eenzelfde poging.
Gelooft toch niet, zei hij tot de oudsten,
aan de domme leugens van vcrdcehng
van het grondbezit, die door uw vijan
den worden verspreid. Het hielp niets.
Ook Tsaar Nikolaas n herinnerde bij
zijn troonsbestijging aan deze woorden
van zijn vader.
Ondanks al deze waarschuwingen heelt
het geloof stand gehouden en hebben
herhaaldelijk onlusten plaats ten platte
lande, waarvan de ware beteekenis
deze is, dat de boeren de goederen
van de landhceren in bezit willen ne-
In verband daarmee behandelt AVal
lace de veraiming van den boerenstand
waarvan hij de oorzaak zoekt in de
afschaffing van de lijfeigenschap.
De meeste boeren hadden groote
moeiten om zich aan te passen aan den
nieuwen toestand; ze verarmden, terwijl
slechts weinigen het tot zekere wel
stand brachten. Als verdere oorzaken
noemt AVallace: drankzucht, luiheid,
slecht onderwijs, onvoldoende functio-
nceren van de gemeenteautonomie en
het gemeenschappelijk grondbezit, dat
uadecling werkt op den ondernemings
geest. Doch voor alles is het de onge
hoorde belastingdruk, die de ontwik
keling van den boereustand onmogelijk
JDclclkt. r*
ln tien jaar is deze gestegen van 27
tot 144 millioen. In de. streken van de
zwarte aarde bedroeg de belasting per
hoofd: 1882 90 kopeken, in 18f)o bOO
kop. en in 1899 2200 kop. Natuurlijk
wordt een groot deel van het belasting
geld gestoken in leger en marine, een
mider groot deel komt terecht in de
zakken van diefachtige ambtenaren.
A'ooral de protectie-politiek van \V itte
wordt verder genoemd als een van de
oorzaken der argrarisclic ellende. Witte
dacht er vooral aan om de industrie te
beschermen, met liet doel door een
nationale industrie Rusland te doen ont-
komen aan het lot, zijn geld te expor
teeren om industrieproducten te ïmpor-
teeren. Ook zijn spoorwegpolitick heelt
de arme boerenbevolking milliarden ge
kost. Deze argumenten, vooral aange
voerd door de conservatieve argranërs,
hebben o. a. AVitte's val als minister
veroorzaakt.
Interressant is AVallace's vergelijking
tusschen AVitte en zijn tegenstander
Plehwe De eerste noemt A\ allace een
auto didact in de vechtkunst die wild
om zich heen slaat. Plehwe daarentegen
is de geroutineerde schermmeester.
Belangrijke dingen schrijft AA allace
ook over de politiek der regeering
tegenover de arbeidersbeweging. De moei
ontwikkelde socialistische elementen zijn
schaarsch onder de bevolking en de
regeering heeft herhaaldelijk getracht
tegen hen de domme massa uit te spelen.
Zoo ging het mot Subatow, een oud-
revolutionair, die in Moscou een arbeideis-
vereeniging stichite, waarvan hot doe
was, de onontwikkelden aan den invloed
van de sociaal-democratie te onttrekken.
Op den duur echter kon Subatow zich
in zijn tweeslachtige positie niet hand
haven en de induatriöelen kwamen ei
over klagen, dat de politie de arbeiders
aanzette om overmatige eischen te
stellen.
Het gevolg daarvan was alweer een
grootero verwijdering tusschen Plehwe
en AVitte.
Gapon beschouwt AAhillace als een
dergelijk figuur. Ook bij genoot aan
vankelijk het volle vertrouwen van liet
hof; doch de gebeurtenissen waren hem
te sterk en de vrijheidsroes was zoo
krachtig bij de bevolking van I eters
burg dat ze feitelijk de leiders mee
sleurde tot de gebeurtenissen van Januari.
Met veel lof spreekt AVallace over de
Zcmstwo's die llians eerst een politieke
beteekenis krijgen, doch die te voren
reeds heel wat nut hebben gedaan, o. a-
in verband met de hygiène, de brand
weer en het openbaar onderwijs, en da
alles ondanks den tegenstand van de
bureaucratie.
A an he' slot van zijne beschouwingen
zegt AVallace: Er zijn twee methoden,
waardoor de toestand in Rusland weer
cczond kan worden. Do eerste is: snelle
krachtige onderdrukking, van den op
stand, en de andere: tijdige concessies aan
de volkswenschen. Tot heden toe heeft de
regeering noch het eene noch het andeie
heilmiddel toegepast. Voor alles heeft ze
daartoe een krachtige man noodig.
Twee zieke mannen zijn er. Plehwe en
AVitte. De eerste is dood, de andere
heeft echter slechts als administrateur
van liet autocratisch regime verdiensten
dan zal hem ook wel geen gelegenheid
gegeven worden een proef te nemen
want het volle vertrouwen van den staat
bezit hij niet meer".
Aldus luiden de mededeehngen van
AVallace. AVat het laatste gedeelte be
treft zij alleen opgemerkt, dat AVitte
verre van het vertrouwen verloren tc
hebben, blijkens de laatste berichten de
man van het oogenblik in Rusland is
waartoe de uitslag van de onderhande
lingen te Portsmouth, waarmee AVallace
toen hij zijn beschouwing schreef nog
niet bekend was, niet weinig heeft bij
gedragen. Misschien behoort dus do
aanstaande leiding der Russische poli
tiek in de handen van AVitte, tot het
„ouverwachttc, dat in Rusland het
waarschijnlijkst is".
Onze tijd is een tijd van humbug en
reclame; men heeft reclame-haarkammen,
reclame-veters, rcclame-portemonnaies,
reclame-zwembroeken, reclame-rijtuigen,
reclame-pijpen, reclame-dames, ja, ik
mag wel vragen, wat gebruikt men
niet als reclame. Sterker stukje, op
het gebied van brutaal-reclamc-makcn,
dan thans in den Haag wordt vertoond,
zal men echter nog nergens hebben
gezien.
Daar kan men nl. in de étalage-kast
van een barbierswinkel, op een der
vroeger zoo deftige grachten, te midden
eener stellage flacons met „wereldbe
roemd haarwater" het portret van den
„uitvinder-fabrikant", een onzer lioog-
leeraren in de faculteit der letteren
tentoongesteld zien.
Z.II.Gel., dien wij wel kennen als n
knap historicus, maar over wiens befaam-
heid als, „haarwateruitvinder" we nimmer
hoorden, zal zich door die onverwachte
promotie wel bijzonder gestreeld voelen,
te meer waar zijn portret prijkt op een
biljet, geniaal kakograpliisch en uitmun
tend door snorkende reclame.
Daaruit verklaart zich dan ook de
„welwillende toestemming" aldus liet
reclame-biljet door Z.II.Gel. tot de
expositie van zijn portret verleend.
Je moet maar durven!
Zoo'n kapper hadden ze in Ambt-
Almelo moeten hebben, waar zich sinds
eenige dagen nabij den molen in de
Zoetcnsteeg 's avonds een spook ver
toonde. Iedereen sloeg de schrik om t
lijf, als het witte monster plotseling te
voorschijn kwam.
Merkwaardig was het evenwel, dat,
zoodra de molenaar zijn geweei aan"
legde, het spook zich plat op den grond
liet vallen, en dus blijkbaar toch nog
bang was voor zijn etherisch „lichaam
Gelukkig nu, bezit Ambt-Almelo toch
één moedige inwoner, den veldwachter
Elaassen. En toen deze het Maandag
avond zag, sprong hij er onverwachts op
toe, greep het spook in „den kraag
en ontdekte, dat het dezen keer eens
een spook was van vleesch en bloed.
Het bleek nl. een zekere L. te zijn, een
vroegere knecht van den molenaar.
't Is wel een verdorven tijd, als zelfs
de spoken al niet meer „echt zijn!
AA'cl echt, en heiisch waar, moet liet
volgende bericht zijn, dat de Tijd ons
meedeelt.
„Op eene plaats in 't aartsbisdom,
waar het Kruisverbond niet noodig
wordt geacht, is bij eene feestelijke
gelegenheid, waaraan 43 huisgezinnen
deelnamen, in twee dagen opgemaakt:
400 liter jenever en
600 liter bier.
Schat men 't aantal meedrinkende
personen op 5 per gezin, dan zijn er
215 verbruikers en verbruiksters geweest,
die per dag en per hoofd hebben op
gemaakt: bijna één liter jenever en
anderhalven liter bier.
Het schijnt daar jaar op jaar zoo te
ganii.
Dat wil niet zeggen, dat er veel
„drinkers" zijn, maar, zooals dr. Ariëns
eens heeft opgemerkt, de „niet-drinkers"
maken meer op dan de „drinkers.
Ra, ra, hoe kan dat?
Dit mocht men van de week op de
Noordblaak in Rotterdam ook wel
vragen, toen men daar een wezen zag
loopen, dat veel op een mensch geleek,
maar zijn hoofd en handen had, waar
wij gewoonlijk onze voeten hebben, en
omgekeerd
Bij nader onderzoek bleek dit won
derlijk gedrocht werkelijk een mensch
te zijn, en wcl^de^beroemde Dceusche
„koplooper", Baptist Gronwell.
Er ontstond zoo'n gedrang, dat de
politie er aan te pas moest komen, die^
daar de man weigerde op gewone wijze
zijn weg verder te vervolgen, hem mee
nam naar het „berouw."
Hij beweerde dat hij een weddenschap
had aangegaan om van de Noordblaak
naar huis „op den kop" te loopen.'AArel
beleeft men vreemde dingen.
Zoo ook een lantaarnopsteker, die
's nachts om één uur, in Bréda de
rondte deed. Plotseling valt een pakje
kleeren vóór hem op straat en een
gillende stem klinkt van boven:
„Ik wil eruit. Arang me op!'
De aansteker: „'t Kan niet!"
Komt op een tweede lieer. Samen
breiden zij de armen uit. De vrouw
valtin hun armen.
Verklaring: Het was een dienstbode
die zoo verbitterd was over een scheld
woord, dat zij op staanden voet wenschtc
te vertrekken.
AA'aarom zij dat juist op deze onge
wone wijze wilde doen dat vertelt
de geschiedenis niet.
Tolstoi.
Uit Jasnaja Poljana wordt bericht dat
Leo Tolstoi te midden van zijn familie
en in den besten gezondheid zijn 78sten
geboortedag heeft gevierd. Uit alle
steden van Rusland en verschillende
plaatsen buiten de grenzen kwamen
groeten en gelukwenschen voor den
profeet.
Deze heeft zijn nieuwe werk „Het
einde van deze eeuw" beëindigd. Het
bevat zijn christelijke-sociale idealen en
zijn inzichten over de geheele wereld.
ATerder deelt hij een en ander mede
over de vormen, waarin de vrijheids
beweging in zijn vaderland zich naar
zijn oordeel moest uiten.
Een veelzijdige.
Dr. George Macdouald, Schotsch
dichter, romancier, prediker en „mys
ticus" is bijna 81 jaar oud overleden.
De man was een van de meest
populaire figuren uit de literaire wereld
van zijn vaderland. Oorspronkelijk
voorbestemd voor het herdersambt,
scheidde hij zich direct na zijn pro
motie van de Schotsche kerk af, door
zich aan te sluiten bij de Independeuten.
Als prediker van deze afgescheidenen
was hij o.a. in Aberdeen werkzaam, doch
hij verkondigde zoo moderne en mystieke
stellingen, dat hij spoedig in moeilijkheden
kwam. Hij legde in alle kalmte zijn ambt
neer en sloot zich als gewoon lidmaat
aan bij de Engelsche kerk, om met des
te meer ijver zich toe te wijden aan de
schoone letteren. In zijn romans ligt
menige herinnering aan den strijd, die hij
in de kerk gedurende zijne jeugd mee
maakte, waarin mogelijk wel de oorzaak
gelegen is van het succes dat hij bij het
Engelsche publiek verwierf. Ook als
auteur voor de jeugd is Macdonald met
vrucht werkzaam geweest. Het geluk
kigst was hij echter met zijn gedichten,
die door velen naast die van Tennysson
worden gesteld.
In elk geval was zelden een schrijver
en een mensch zoo bemind als Mac
donald. Zonder voorbehoud met algc-
meene instemming werd hem indertijd
door de Kroon een jaargeld van rOO pond
toegekend.
Behrens. f
Te Breslau is op den leeftijd van 52
jaar overleden de beeldhouwer Christian
Behrens, een man van groot genie, die
echter wegens een eigenaardige visie
en een krachtige structuur van zijn
werken nooit als zoodanig doorhetpubliek
erkend is. Zijn voornaamste arbeid is
het Keizer Wilhelm gedenkteeken in
Breslau, waaraan de Duitsche bladen
bij gelegenheid van den dood van den
moester hoogst waardeerende woorden
wijden. Zijn laatste werk is het gedenk
teeken voor den oorlog, in Dantzig, een
obelisk, van zeer goede decoratieve
werking.
Aehenbach.
Een trouw belangstellende, in Neder-
landscbe schilderijententoonstellingen, de,
nooit op een expositie van de Holland-
sche Teekenmaatschappij ontbrekende
A. Aehenbach, zal te Dusseldorff, zijn
woonplaats, liet negentigste jaar zijns
levens vieren. Helaas, de omstandigheden
werken niet erg mee. Krachtens advies
van de doctoren moest den jubilaris
elke vermoeienis worden gespaard. En
zoo kon dan geen receptie gehouden
worden en moesten de burgers van
Dusseldorf hun ontworpen fakkeloptocht
ter eere van den grijsaard in petto
houden, boch aan publieke deelname
mocht het toch niet ontbrekeu. Het
gemeentebestuur van Dusseldorf was
ten deze met de kunstvrienden homo
geen.
Besloten werd dat de Schadowstrasse,
waar Aehenbach woont, zou worden
versierd en de openbare gebouwen
zullen 's avonds worden verlicht, zoodat
de uit feestprogramma's zoo welbekende
t
„schiterende illuminatie" niet zal ontn
breken. De kunstbroeders zelf zullen
een aangrenzende straat en bovendie
hot huis van hun vereeniging, die d
wonderlijke naam van „Malkasten
draagt versieren, 's Avonds houdt deze
vereeniging, waarvan Aehenbach mede
oprichter is, een feestmaal. Verders
verrassingen blijven tot op don feestdag
Zaterdag geheim!
Behalve dan veel liefde en vereering
voor Aehenbach blijkt uit een en ander
dot de benedenrijn in kunstzinnigheid
voor Frankfurt, München en Dresden
niet wil onderdoen.
Spontane hulde.
Rudolf Baumbach, de Duitsche dich
ter, thans overleden, is in Meiningen
waar hij een groot deel van zijn leven
gewoond en gewerkt heeft, uiterst
populair. Een doorslaand bewijs daar
van werd gegeven, toen onlangs in de
concertzaal een op muziek gezet gedicht
van hem, de „Lindenwirtin," werd uit
gevoerd. Een stamgast stond op zijn
stoel, vroeg om stilte en sprak: De
dichter van den schoonen zang der
Lindenwirtin, Rudolf Baumbach, de
poeëet van de „feuchtfröhlichen" levens
vreugd, heeft de oogen voor altijd ge
sloten. Ik verzoek aan zijn nagedach
tenis een glas te wijden." Alle aanwezigen
stonden op en ledigden hun glazen.
Een oogenblik bleef alles stil. De
muziek begon 'echter weer te spelen en
de volgende wijzen van den Linden
wirtin werden door het gansche publiek
meegezongen. Daarna had nog onder
de aanwezige studenten een „rouw
salamander" plaats, alles voor Baumbach
Voor den historicus van later jaren zal
dit voorval voorzeker een merkwaardig
bewijsmateriaal leveren van de populari
teit van sommige dichters in Duitschland
AVe gunnen het hem gaarne. De
tegenwoordige mensch ziet echter in de
manifestatie een teeken dat er op de
concertavonden in Meiningen aardig wat
wordt gedronken, ook voor dat men
komt aan het eeren van afgestorvenen
X.
Ik heb al zoo menigmaal hooien
vertellen, dat het in Amersfoort een droogc
boel is, dat ik het langzamerhand ook
ben gaan gelooven. Vooral na den
laatsten jaardag onzer Koningin ben ik
er trouwens vast van overtuigd, dat zij
die Amersfoort alles toeschrijven, be
halve opgewektheid, vroolijkhcid en
meer dergelijke nuttigheden, wel gelijk
kunnen hebben.
Maar bij dat al behoefde men toch
niet te wanhopen, dat er niet eens op
een goeden dag verbetering zou komen.
Zijn er niet velen, die het met leede
oogen aanzien, dat, wanneer er overal
in de i lande feest gevierd wordt, er
in Amersfoort niets tc bespeuren is?
En steeg de verdrietigheid van vele
Keientrekkers niet ten top, toen op 31
.Augustus, menschen, belust op een
feestje, naar Schcrpenzeel trokken, omdat
daar wel wat te doen was Ja, niet
waar, dat kon zoo niet- langer duren
en daarom de hand aan den ploeg ge
slagen. Thans nu men het voelt, hoe
Amersfoort ten achter is op dit gebied,
thans moest de zaak worden aangepakt
En gelukkig, men heeft aangepakt, en
hot laat zich dan ook aanzien, dat
liet saaie, dooie en duf-vervelende uit
Amersfoort zal gebannen worden.
Of neen, ik moet zeggen, het liet
zich aanzien, want brave lezers en
vooral ook gij lieve lezeressen, ik ben ook
weer in die verwachtingen teleurgesteld,
AVat had ik me al niet voorgesteld van
de toekomst? Geen nationaal feest zou
er zijn, of ook Amersfoort zou daveren
en dreunen van de feestvreugde. Voort
aan zou alles in de weer zijn, om tc
toonen, dat er ook in Eemvoorde iets
gedaan kon worden tot algemeen ver
maak en vroolijkhcid. En in stilte had
ik al een plannetje bedacht om eei
echt stedelijk feest op touw te zeggen
Zie, dacht ik bij me zelf, op national!
feestdagen, wordt over het heele lant
feest gevierd. Nu moet er ook eens iet
uitgedacht worden om een feest voo
Amersfoort alleen te hebben. En i!
meende dat gevonden te hebben in
de Kei. De Kei waarde lezers, de Kr
heb je daar wel eens aan gedacht, wa
die een bron van vreugde kan zijn
Vreemd zult ge zeggen een kei cct
bron van vreugde. En toch is het zoo
Neem maar eens voor een oogenblil
aan, 'dat niemand weet waarom er fees
zal gevierd worden. AA'elnu dan behoef
Amersfoort volstrekt niet verlegen ti
zijn. Men vormt eenvoudig een feest
comité en de werkzaamheden daarva:
zullen zijn het weer begraven vai
de Kei. Nu wat heb ik gezegd, moete
we al wanhopen? Immers neen?
Maar daarvan komt niets. De laatst
weken hebben dat zonneklaar bewezet
Amersfoort zal wel veroordeeld zij
om eeuwig „droog" te blijven. Wan
wat drommel, dat het zoo'n drooge bot