Stadsnieuws.
Allerlei.
eenpaiig oordeelt, bij meerderheid zal
beslissen, des echter, dat het aan de
leden vrijstaat hun gevoelen, van dat
der meerderheid afwijkend, in een
afzonderlijk advies te gelijk met; dat
der commissie aan Ons te doen ken
nen;
4". te bepalen dat de commissie
hare zittingen zal houden te 's-Graven-
5°. te benoemen, tot lid en voozitter,
mr. W. H. de Beaufort, lid van de
Tweede Kamer der Stateu-Generaal, te
Leusden;
tot leden: mr. E. Fokker, voorzit
ter vau den Ceutralen Raad van Beroep,
en oud-lid van de Tweede Kamer der
Staten-Genoraal, te Utrecht;
jhr. mr. W. H. de Savornin Lohman,
lid van den Iloogen Raad der Reder-
landen, te 's-Gravenhage;
mr. J. de Louter, hoogieeraar aan de
Rijks-universiteit, te Utrecht;
mr. J. Oppenheim, hoogleeraar aan
de Rijks-universiteit, te Leiden;
jhr. mr. G. L. M. H. Ruys de Bee-
renbrouck, Staatsraad in buitengewonen
dienst en Commissaris der Koningin in
de provincie Limburg, te Maastricht;
mr. J. J. Willinge, lid van de Eerste
Kamer der Stateu-Generaal, te Assen;
6°. aan de commissie als secretaris
toe te voegen, mr. dr. H. J. Romeyn,
commies-griffier van de Eerste Kamer
der Staten-Generaal te 's-Gravenhage.
De Staatscommissie voor grondwets
herziening, in de Troonrede aangekon
digd, is dus thans benoemd.
Zij zal zicli, blijkens het Kon. besluit
dat de instelling der commissie bevat,
niet hebben in te laten met de artike
len 80, 127 en 143 der Grondwet, die
op het kiesrecht respectievelijk voor
de Tweede Kamer, de Provinciale Staten
en de Gemeenteraden betrekking heb
ben. Dat en hoe deze artikelen gewijzigd
moeten worden, staat bij de regeering
vast: zij is voornemens voorstellen te
doen, ten einde den gewonen wetgever
vrijheid te geven bij de regeling van de
kiesbevoegdheid.
De benoemde Staatscommissie zal
slechts de vraag hebben te onderzoeken,
welke andcrc wijzigingen nog in de
Grondwet moeten worden gebracht.
Zij is echter bij dat onderzoek niet
beperkt tot de v;aag, welke wijzigingen
do Grondwet zou moeten ondergaan in
verband met de door de regeering
voorgenomen wijziging vau de artikelen
80, 127 en 143. Ecne algemeene her
ziening der Grondwet, altijd behalve
de artikelen 80, 127 en 143 -voor
te bereiden is haar taak.
Wat de samenstelling der commissie
betreft, in haar hebben bekwame per
sonen van verschillende richting zitting,
die een grondig en veelzijdig onderzoek
waarborgen. Eu door de bepaling, dat
het aan de leden vrijstaat hun gevoelen,
van dat der meerderheid afwijkend, in
een afzonderlijk advies te doen kennen,
is aan elke minderheid gelegenheid ge
geven zich volledig te uiten.
N. R. Ct.
„Grau ist alle Theorie", op de prac-
tijk komt het maar aan. Zoo dacht men
er te Manchester ook over, waar men,
om de moeders zichtbaar en handtas
telijk te loeren wat de beste wijze van
kindervoeding is, onlangs een tentoon
stelling heeft gehouden van.... zuige
lingen. Naar het Tijdschr. v. Gen. mee
deelt, was er een bedrag van 25 pond
(f 300) aan prijzen uitgeloofd, voor de
dikste, zoowel als voor de gezondste
kinderen. Niet minder dan 180 babies
lieten zich (wat zit die negotiegeest er
toch vroeg in) door de kans op gewin
verlokken, hun molligheid te vertoonen.
Nog geen 20 fioschkinderen hadden zich
aan de monstering gewaagd.
De kampioen, 4 maanden oud, woog
23 Eng. ponden (dat is 20 van onze
pouden of 10 K.G.); een tweelingpaar
van S maanden woog 17 4 (E.) ponden
en vele kinderen beneden zes maanden
wogen meer dan 20 (E.) ponden.
Het Engelsche ras hoeft dus voorloopig
nog niet bang te zijn, dat het aan bloed
armoede zal uitsterven. Daar staat
echter tegenover, dat men er soms zeer
lichtvaardig mensehen ter dood brengt.
Zoo is er nu te Londen een 65-jarige
vrouw ter dood veroordeeld, zonder
schuldig te zijn aan het haar ten laste
gelegde feit. Zij en haar man, den
78-jarigen Sedben waren twaalf jaar
zeer gelukkig getrouwd, maar in den
laatstcn tijd was de mau ziekelijk, eu
werden zij door geldzorgei gekweld.
Zij hadden een koekebakkerèwinkel die
gestadig achteruitging. Eindelijk was al
het geld op, en de huur was vervallen
Toen zeide de vrouw tot haar man
nu zit er voor ons niets anders op dan
de dood of het armhuis. Zij besloten
samen te sterven. De man schreef nog
een laatsten wil en de vrouw bereidde
den gifbeker van wolfkers. Beiden namen
het gif in, de zieke oude man stierf er
aan, maar de vrouw kwam er boven op,
en nn stond zij terecht. Zij vertelde alles
zoo als het gegaan was. Zij maakte een
diep droevigen indruk en leek een ach
tenswaardig mensch. Maar de Engelsche
wet zegt, dat wanneer twee personen
afspreken om samen zelfmoord te plegen,
en een blijft in het leven, die wegens
moord gestraft wordt. De gezworenen
hadden geen kues en spraken het schuldig
over haar uit, maar bevalen met aandrang
aan, geuade te betrachten. De rechter
vroeg of zij nog iets te barer verdediging
had te zeggen. Ik heb mijn man niet
vermoord, antwoordde zij. Daarop sprak
do rechter het doodvonnis uit.
't Is toch beter zoo te sterven, dan
op de vreeselijke wijze, waarop de
concubine (wat de oudgasten een „huis
houdster" noemen) van een Mongoolsche
prins, die aan het Chinecsche hof een
gewichtige functie bekleedt, om het leven
is gebracht. De prins was goed voor
haar, maar uitte soms ruwe, maar niet
kwaad bedoelde dreigementen tegen
haar.
Maar helaas, de booze demon, die
zooveel gelukkige verbintenissen wreed
aardig verbreekt, ontbrak ook hier niet.
Hij vertoonde zich hier in den vorm
van een hofmeester, dien de prins uit
Mongolië had meegebracht en die
's prinsen bevelen met groote stiptheid
uitvoerde.
Deze hofmeester haatte de concubine,
omdat zij hem eens haar voorspraak
geweigerd had voor zijn zoon, toen deze
naar een betrekking solliciteerde.
Het duurde niet lang of de hofmeester
vond gelegenheid zijn wraak te nemen.
Op een ochtend was de prins weer aan
het dreigen en zei: Dus het blijft afge
sproken, ik zal je levend laten begraven?
Na die schertsend gesproken woorden
vertrok hij. De hofmeester, die de
woorden had gehoord, beval een vrouwe
lijke bediende de concubine te zeggen,
dat ze een bizoudere opdracht van den
prins voor haar had. De vrouw ver
moedde natuurlijk niets kwaads en ver
liet haar vertrekken. De hofmeester
liet zich op de knieën voor haar neer
en verklaarde daarna dat hij het bevel
van den prins moest volvoeren. Ver
geefs verzekerde de beangste vrouw dat
die woorden niet ernstig waren bedoeld.
Het hielp niets; de meedoogenlooze
hofmeester had een half dozijn Mongolen
besteld, die de vrouw naar den tuin
leepten, waar reeds een kuil gegraven
ras. Men wierp haar gebonden erin.
Daarna werd de kuil dichtgegooid en
de hofmeester stampte de aarde zelf
vast, waarna hij, alsof er niets gebeurd
aan zijn gewone werk ging.
Niemand had iets tot redding van de
vrouw durven doen, omdat men meende
dat hij een bevel van den prins vol
voerde. Toen deze eindelijk weer thuis
kwam en vernam wat er gebeurd was,
geraakte hij in een brieschenden toorn.
Hij het den hofmeester dadelijk half
dood gecselcn en als hij hem niet heele-
maal dood liet slaan, dan was dat alleen,
omdat hij hem nog andere kwellingen
had toebedacht. Kort daarna werd do
hofmeester op bevel van de keizerin
weduwe, die met de zaak in kennis
was gebracht, onthoofd.
Nu ook toch over ter dood veroor-
declingen, „lovend- begrafenissen" ont
hoofdingen spreek of het dagelijkschc
zaken zijn, mag ik zeker den lezer ook
in kennis brengen met een vitrioolwer-
pende vrouw, waarvan de Tel. het
volgende verhaalt:
In de Frans Halsstraat 51 zooveel hoo^
was een heftige twist ontbrand tusschen
man en vrouw die ten langen leste
zóóver liep, dat de man van zijn vrouw
een hartelijk afscheid nam, en zich
eenige dagen in de Frans Halsstraat
zien liet. Beiden leefden, ieder afzonder
lijk, nu eenige dagen in pais en vree;
de nachten waren rustig, de buren
konden slapen, géén gerinkel van
stukbrekend aardewerk klonk, géén
gebonk van stoelen en tafels dreunde
als weleer toen man en vrouw nog bij
elkander waren. Het was voor alle twee
èn voor de buren een levens-idylle, die
helaas! echter spoedig maar al te wreed
verstoord werd.
Want de man verlangde naar huis
terug; of zijn heimwee gericht was naar
zijn vrouw, of naar zijn kinderen, of
naar zijn lijfgoed, weten we niet,
doch we weten wel dat de man terug
kwam, en dat de bom nogmaals los
barstte.
Nu was het nog woester dan woest,
angstwekkend-woest, zoodat de buren
de hulp der politie inriepen. Toen
beloofde de vrede weer te komen. De
politie-agent, die een gemoedelijk, fleg
matiek man schijnt, was er eindelijk
blijkbaar in geslaagd de twee vuren te
blusschen, toen eensklaps de vrouw een
kom met vitriool greep, en den man
een deel van den inhoud in het gelaat
wierp. En niet alleen de man raakte
ze doch ook twee kinderen en den
politieagent aan zijn jas.
We kunnen mededeelen, dat de bo-
komen wonden niet ernstig zijn. De
vrouw zul zich wel voor de rechtbank
moeten verantwoorden, de man Zal
waarschijnlijk wel geheel beteren en de
kindereu en de politieagent zijn alweer
op straat.
Vergadering van den Raad der ge
meente Amersfoort, op Dinsdag 31
October 1905, des namiddags ten half
twee ure.
Punten van behandeling:
1. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders betreffende de ziekenver
pleging in verband met de sluiting van
het Aldegonde gasthuis, met de inge
komen stukken op deze zaak betrekking
hebbende (met adviezen).
2. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders betreffende de salarisrege
ling van leeraren aan de Burger
Avondschool welke niet bevoegd zijn,
(met adviezen).
3 Benoeming van leeraren aan de
Burger Avondschool.
4. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot hot doen geven van
gymnastiek onderwijs aan de meisjes
school (le soort) (met adviezen).
5. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders betreffende de verzoeken
van mejuffrouw v. d. Schroeft en den
heer Snouck tot het mogen gebruiken
van een gemeente lokaal (met adviezen).
6. Adres aan Hare Majesteit de
Koningin betreffende de gelijkstelling
d. dienstdoende Schutterij en bare
leden met ceuc rustende schutterij en
hare leden (met adviezen).
7. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot het in gebruik geven
van eenige gemeente-eigendommen aan
de „Amersfoort! che Industrie- en Huis
houdschool" (met adviezen).
8. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot otiderhandsohe ver
huring van de tuinmanswoning, met
stal, schuur en moestuin, gelegen aan
de Wolfertstraat, aan Jan van Ruiten
beek.
9. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders betreffende de huurprijzen
van huizen, waarin muntgas geleverd
wordt.
10. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders betreffende een adres van
Leenheer tot kwijtschelding van een
hem opgelegde boete, (met adviezen).
11. Voorstal van Burgemeester en
Wethouders betreffende vaststelling en
wijziging jaarwedde personeel L. O.
12. Reclames tegen aanslagen in de
plaatselijke directe belasting.
13. Goedkeuring begrooting Gezond
heidscommissie voor 1906.
11. Goedkeuring begrooting Burger
lijk Armbestuur voor 1906.
15. Goedkeuring begrooting Burgei
Weeshuis.
16. Voorloopige goedkeuring begroo
ting dienstdoende Schutterij voor 1906.
17. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders betreffende de jaarwedden
en het aantal van de ambtenaren ter
Secretarie.
18. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders betreffende jaarwedde v. d.
ambtenaar belast met de vervolging
van belastingzaken (met adviezen).
19. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot uitbreiding v. d. reini
gingsdienst (met adviezen).
20. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders betreffende het beheer en
den dienst der reiniging, en de heffing
en invordering van rechten voor diensten,
bewezen door de gemeentereiniging (mee
adviezen).
21. loorstel van Burgemeester en
Wethouders betreffende eene subsidie
aan de Amersfoortsche Tram (met
adviezen).
22. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders betreffende eene subsidie
aan de Vereeniging „Het Nederlandsch
Landhuishoudkundig Congres" (met ad
viezen).
23. Voorstel van Burgemeester eu
Wethouders betreffende eene subsidie
aan de Oudheidkundige Vereeniging
„Flehité," (met adviezen).
24. Gemeentebegrooting voor 1906
Gemeenteraad.
Dat kan a.s. Dinsdag een vergadering
van den Raad worden met een verleng
stuk. Een agenda van 24 punten,
waaronder zeer belangrijke, is zeker
niet voor de poes.
Als punt 1 prijkt op de agenda:
„Voorstel van Burgemeester en Wet
houders betreffende de ziekenverpleging,
in verband met de sluiting van het
Aldegondegasthuis.
Vorige week namen we de stukken
omtrent deze kwestie op. Thans laten
we tot goed begrip der zaak nog een
kort resumé volgen.
B. en W. zeggen o. a.:
„Voor onze Gemeente hebben wij
3 wijzen van oplossing overwogen t. w.:
A. Aankoop en exploiteeren van het
Aldegonde-gasthius
B. Stichten en exploiteeren van een
nieuw Ziekenhuis;
C. Conlractueele regeling met der
den.
Wat punt A. betreft hebben B. en
W. eerst advies ingewonnen bij de
gemeente-doctoren, omtrent de wel eens
bij geruchte vernomen gebreken. B. en
W. ontvingen op hun vraag een rapport,
waaruit blijkt, dat de gebreken, welke
weieens genoemd zijn (bijv. de lift, zij
licht in de operatie-kamer, te nauwe
gang van de operatie-kamer naar de
beneden achterzaal) óf overdreven óf met
weinig kosten te veranderen en te
verbeteren zijn.
Bovendien wijzen de geneesheeren op
groote voordeelen verbonden aan de
overname van het Aldegondegasthuis,
zoodat B. en W. het wel wenschelijk
achten tot aankoop en exploitatie over
te gaan, indien dit niet te veel van de
financieele krachten van de Gemeente
vordert. Het totaal der kosten, zal per jaar
f 12080 bedragen, vermeerderd met rente
in aflossing van de aankoopsom. Deze
cijfers worden onder bijvoeging van eene
begrooting nader toegelicht.
Uit die verdere toelichting blijkt nog,
dat die som van f 12080 verminderd
moet worden met de baten, die voort
vloeien uit de gelden die men ontvangt
van verpleegden, die zelfs de kosten
betalen en bovendien met de f 2800, die
tot nu toe voor ziekenverpleging en
voor de barak betaald zijn.
B. en W. zeggen verder:
„Tegenover de uitgave van f 12080.
plus de kosten van de rente en aflos
sing, staat dus het bedrag van f 2800.
dat de Gemeente niet meer zal behoeven
te betalen.
De jaarlijksche uitgaven zullen dus
meer bedragen f 92SÖ plus de kosten
van rente en aflossing. Op de Begroe
ting voor 1906, is evenwel deze post
van f 2800.nog niet uitgetrokken,
zoodat de uitgave der begrooting van
1906 indien tot uitvoering van plan A
besloten wordt verhoogd zullen worden
met het volle bedrag."
"Voor uitvoering van plan B. bestaan
nogal veel en groote bezwaren, terwijl
bovendien de kosten niet minder maar
eer meer zullen bedragen dan bij plan A.
Bijzondere voordeelen boven plan A
zijn niet aan plan B verbonden: eerder
nadeelen (bijv. moeilijkheid om geschikt
terrein te vinden, ontbreken gedurende
de eerste jaren van een tuin). Bovendien
vergete men niet, dat mocht de Gemeente
een nieuw Ziekenhuis bouwen en exploi
teeren, de mogelijkheid niet is uitgeslo
ten, dat het bestaande door eene ver
eeniging of corporatie (die doorgaans
goedkooper dan de Gemeente kan exploi
teeren) aangekocht en als Ziekenhuis
beheerd wordt, waardoor concurrentie
voor het Gemeenteziekenhuis zal ont
staan.
Bij de overweging van plan C is
gebleken, dat opname in de andere
hier ter stede bestaande Ziekeninrich-
ting niet mogelijk is te achten. B. en V
hebben zich daarom gewend tot het
Bestuur van het ziekenhuis aan de
Catharijnensingcl te Utrecht met de
vraag of de zieken, welke voor rekening
der Gemeente verpleegd worden, in dit
Ziekenhuis konden worden opgenomen.
Hoewel het Bestuur een bepaalde ver
plichting bij contract niet op zich kan
nemen, omdat liet wel eens voor zou
kunnen komen, dat de plaatsruimte te
klein zou zijn, deelt het mede, dat voor
opname in den regel voldoende plaats
zal zijn en er overigens tegen opname
geen bezwaar bestaat.
De kosten van dit plan zijn moeilijk
te begrooten.
Punt 2 is een voorstel van B. en W.
om de salarissen der leeraren aan de
Burgeravondschool, die niet bevoegd zijn,
te brengen van f 25 of f 30 per weke-
lijksch lesuur.
Bij punt 4: voorstel van B. en \V.
tot het geven van gymnastiekonderwijs
aan de meisjesschool, zijn verschillende
adviezen gevoegd. Aan het schrijven
van B. en W. ontleenen we het vol
gende
„Wij hebben de eer U hierbij terug
te zenden het verzoek, met bijlage, van
ouders en voogden van leerlingen der
openbare Meisjesschool tot het invoeren
van gymnastiek ouderwijs in die klassen,
waarin geen vrije- en orde oefeningen
gegeven worden, te weten de 6e, 7e,
8e, 9e en 10e klasse.
Wij hebben te dier zake de adviezen
ingewonnen van het Hoofd der school,
den districts- eu den arrondissements
schoolopziener benovens van de Com
missie van Toezicht op het Lager
onderwijs welke adviezen wij U hierbij
eveneens overleggen.
In overeenstemming met en op grond
van de uitgebrachte adviezen komt het
ons wenschelijk voor, gymnastiek-onder-
wijs op de genoemde school in te voeren
voor die klassen, waarin geen vrije- eu
orde-oefeningen worden gegeven. Met
het oog op de noodzakelijke inkrimping
der andere leBuren geven wij de voor
keur aan het 2de voorstel, dat door
mejuffrouw Tan Lessen in haar rapport
ontwikkeld is. Volgens dit plan zullen
de leerlingen der 6e tot 10e klasse in
3 groepen vereenigd worden, n.l. 6e
klasse, 7e en 8e klasse, 9e en 10e
klasse, die ieder 4 maal per week b,
uur gymnastiekles zullen ontvangen.
Blijkens het rapport van mejuffrouw
Van Lessen, die voorlichting gevraagd
heeft van mejuffrouw Van der Schroeft,
leerares aan de Iloogero Burgerschool,
is de nieuwe Gymnastiek-zaal zeer ge
schikt en kunuen de noodige toestellen
zonder bezwaar daarin geplaatst worden.
De kosten van het aanschaffen eu
plaatsen der toestellen zullen ongeveer
bedragen f 425.
De adressanten deelen in hun adreB
mede, dat zij bereid zijn, een hooger
schoolgeld van f 3.- te betalen, indien
aan hun verzoek tegemoet wordt ge
komen. Het komt ons evenwel voor,
dat deze bijdrage op f 5.gesteld moet
worden, daarbij de kosten van het
onderwijs in aanmerking nemende. Aan
de Meisjesschool is geen onderwijzeres
verbonden, welke de bevoegdheid heeft
tot het geven van dit onderwijs; dit zal
dus opgedragen moeten worden aan
eene onderwijskracht overigens niet aan
de school verbonden. Volgens de geldende
verordening is geen hoogere belooning
in een dergelijk geval mogelijk dan
f 150.onafhankelijk van het aantal
lesuren. Dit tractement komt ons voor
6 uur gymnastiek-onderwijs voor eene
onderwijzeres die geen gemeentelijke
betrekking als hoofdmiddel van bestaan
heeft, onvoldoende voor. "Wij stellen
U voor, de belooning voor dit onderwijs
te stellen op f 50.per wekelijkse!
lesuur.
Met de heeren Schoolopzieners komt
het ons wenschelijk voor, het onderwijs
eerst voorloopig in te voeren. Deze
invoering kan evenwel niet geschieden
zonder wijziging der bestaande ver
ordeningen, zoowel wat betreft het
salaris, het schoolgeld en de vermelding
der vakken, waarin onderwijs gegeven
wordt. Ook voor eene proefneming
moeten deze verordeningen gewijzigd
worden. Indien later mocht worden
besloten de lessen niet te doen voort
zetten, zal het noodig zijn de verorde
ningen wederom te wijzigen."
De verzoeken van mej. v. d. Schroef!
en den heer Snouck tot liet mogen
gebruiken van een gemeentelokaal komen
thans ook aan de orde. B. en "W.
brengen in herinnering dat de Raad 31
Jan. 1905 op het verzoek van den heer
Snouck afwijzend beschikte, en deelen
mede dat zij 13 Juli 1905 voorstelden
mej. v. d. Schroeft wel de gevraagde
vergunning te verleunen, omdat hier ter
stede geen gelegenheid bestond, aan
meisjes door een vrouwelijke onderwijs
kracht in de gymnastiek les te doen
geven. De Raad gaf 1 Augustus 1905
echter den wensch te kennen beide
adressen gelijktijdig te behandelen.
B. en W. hebben nu gewacht met
het oog op het voorstel onder punt 4,
waardoor het argument van B. en "W.
vervalt om op het verzoek van mej. v. d,
Schroeff wel de vergunning te verlecnen,
waarom zij dan ook thans voorstellen,
op beider verzoeken afwijzend te be
schikken.
Punt 9 behelst een voorstel van B.
en "W. om den maximum huurprijs der
woningen, voor welke muntgas verkrijg
baar wordt gesteld, te brengen van f2.50
op f 3. De Commissie tot bijstand in
liet behi er der Gasfabriek, acht dit
wenschelijk, omdat de toename van
het aantal gebruikers van muntgas in
den laatsten tijd gering is, zoodat het
in het belang der Gasfabriek en dus
ook van de Gemeente is om meer ge
legenheid tot het verkrijgen van muntgas
te geven.
B. en W. bevelen den Raad aan voot
bonoeming aan de Burgeravondschool:
A. Ned. Taal: Als vast leeraar
A. Veen. Als tijdelijk leeraar: 1. E. H.
Buytenhuys en E. Lindenhovius.
B. Wiskunde: 1. A. A. Verburg,
2. A. H. Aardema.
C. Natuurkunde: 1F. Faber,
2. G. F. Nijland.
D. H a n d t c e k c n i n g e n 1. H.
Mooyen, 2. A. Flcdderus.
E. Lijntcekenen: 1. C. van
Ouwerkerk. 2. A. de Jonge.
1. A. de Jonge, C. van Ouwerkerk.
De heer A. D. J. van 't Hooft, thans
te 's-Gravenhage, is benoemd tot tijdelijk
leeraar in de Franschc taal en letter
kunde aan de H. B. S. te Veendam.
Vrijdagmorgen omstreeks kwart voor
9 waren wij aan de I.angestraat getuige
van een bijzonder geval van brand. De
landbouwer M. te 11. van Scherpenzeel
geraakte vermoedelijk door eene vonk
uit zijn pijp in brand. De agent van
politie le kl. Leydekker en de poeliers
Drieënhuizen en Peters verleenden hulp-
Jas en vest verbrandden geheel.