Stadsnieuws. Allerlei. Het was als nam de rook dan gestalte en vorm aan en al naar gelang de rook steeg of neersloeg, profeteerden de wijzen in den Raad de aanstaande overwinning of de smadelijke nederlaag. Ook als de vrede weer onder handreiking getcc- kend werd, was het weer de pijp, die begeesterde en in wilde krijgs- en vreug dezangen deed uitbarsten. Eigenaardig is het wel, dat die pijpen gemaakt waren uit een zeker soort klei, terwijl anderen vervaardigd werden uit een soort lei, welke men in de omstre ken van den Mississipi vindt. Ook voor men zich ter jacht begeven wilde, werd een rookmaal gehouden. Buffels en antilopen werden dan te zauien gedreven in ecne engte en de Indianen bliezen zware rookwolken over de beesten heen, als eene soort wierook. Zij wilden daarmede de geesten der dieren verzekeren dat zij niet uit moed willige boosheid hunne lichamen gingen dooden. doch dat het was noodgedron gen, omdat zij voedsel noodig hadden met hunne vrouwen en kinderen. Het was de wil van den Meester van het Leven, van den Meester der woedende orkanen, die de geesten der dieren in de andere wereld het leed vergoeden zou, dat hun thans werd aangedaan. De pijpen, welke voor deze gelegen heid gebruikt werden, waren gewoonlijk besneden met een mannenfiguur in gezelschap van een dier. Andere pijpen dragen weer de beeltenis van Indianen met toegeknepen handen. Dit was een bewijs van altijddurende vriendschap, welke alleen door den dood kon op houden te bestaan. Gewoonlijk beteeken- de het eene vriendschap tusschen man nen, doch een enkele maal werd zulk een verbond ook wel tusschen een man en eene vrouw gesloten. Dit was eene zuiver platonische vriendschap, welke met het huwelijk onbestaanbaar en on- vereenigbaar was en waarbij iedere ge dachte aan een huwelijk dan ook was buitengesloten, zelfs streng verboden. Wie zal durven beweren, dat die dwaze Indianen de menschlijke natuur en hare gevoelens niet kenden? Een der meest curieuse pijpen behoor de aan een Indiaan uit den stam der Sioux. Zij was in den vorm van een oorlogsbijl, uit een zeer hard metaal ge maakt. De snede daarvan was zeer scherp, terwijl de achterkant hol was in den vorm van een grooten pijpekop en de steel eveneens hol was. Vaak waren die pijpen met allerlei grillige vormen en lijnen versierd. Gril lig wil hier evenwel niet zeggen, dat er geen beteekems in lag. Een intellec- tuel onder de Indianen kon u uit die lijnen en groepen van teekens gehcele gedichten oplezen. Do beroemde Mistab, de krijgsman, las uit die lijnen de ge- heele geschiedenis van zijn stam. De donkere wolkeu, welke voorbijdreven aan do luchten, de woeste stroomen, de onbegane wouden, de geheimzinnige eere- moniën cn de onvcrwinnelijkc macht der Indianen-priesters, de verschrikkingen der oorlogen, de moed der krijgers, alles werd er in bezongen. De pijp was een machtig symbool voor den Indiaan. Le Humeur. Hollandsch is een moeilijke taal, vooral voor vreemdelingen. Het gelukt dan ook slechts enkelen, zich zoo zeer in onze schoone moedertaal te bekwamen dat men niet bij het eerste woord den vreem deling herkent. Tot die enkelen behoort voorzeker ook de Heer Frits Thauïow een heel knap Noorsch schilder, die tot „Ach komriep Otto opgewonden. „Redenen redenen! Zulk een burger man, als August Leberecht. of hoe de eerzame waard uit de Gouden Druif anders heet. kan ook geen andere dan burgerlijke redenen hebben waar schijnlijk heeft hij liet lieve Roosje bestemd voor den eenen of andereu bierbrouwer, met dikken buik en nog dikker geldbuidel. Ik heb trouwens reeds een uitstekend plan; in zulke gevallen ben ik waarlijk een schitterend diplomaat maar gij moogt mij uw bijstand niet ontzeggen." „Beste vriend, ik geloof, dat wij hier al genoeg hebben uitgehaald wilde ik zeggen, maar hij liet mij niet uit spreken. Met onweerstaanbare wel sprekendheid bewees hij mij, dat ik de ellendigste mensch op God's aardbodem, de onhartelijkste kameraad in het gansche leger zou zijn, als ik zijn kostelijk plan niet wilde goedkeuren en daar ik zelf ook veel van grappen hield, gaf ik ten slotte toe en beloofde mijn medewerking. „Ik wil u trouwens gaarne het aan genaamste gedeelte der zaak overlaten," sprak Otto eindelijk. „Het zal uwe taak zijn, Rosa aan het verstand te brengen, dat zij oprecht zegt hoe het met haar hart gesteld is, als haar vader of ik haar daarnaar vraagt. Ook zal het goed zijn als zij het zoo weet in te richten, dat haar voor korten tijd, hier te lande, in Over- schie werkte. Als proeve zijner taal kundige bekwaamheid geven we hier een afdruk van een door hem aan zijn vriend, den schilder Collet te Lille- hammer in Hoorwegen geschreven brief, zooals die in Yerdens Gang is opgenomen. Overschie, 10 November. Briev aan mijn Ghooter Vrient het Schilderer Mijnheer Fr. Collett- Dat is een heel Jammer dat 11 niet heed zijn. Ach Holland est eene waahre Paiadijs voor Schilderer. Y kann loopen til Mijnheer Andvord aan het Stoombaad Maskepij D. Lloyd. Mijnheer Andvord ist een heel galanter Man vor den Schil derer en hij wil heel seecher cn ghooter Plaats finden voor Y in hijs maakelijke Stoombaat en Mijnheer Collet is ja en ouder Seeman. Maar y levden wol van het sckaekliche eelendike Krankhejt dat maan Patriotis- mus oopkatl. Y belieft seecher naar men niet Lillehammer en aleencste LiUeham- mer schildert, dann ist man een eclen- diger Oplegter en Vebrekker. Nun is wel het Patriotism us een acute kranke- dom en y denken aleeneste aan Konig en Konigin. Eene kleene oonschoeldijke Republik heel witt in Winter is lange meer malerijsk. Maar wij Schilderer ziiu niet praach- tische Yolkes liyk allgemeene Koopmen ner. Het Republik kann wel tot en Bettelstaaf bringen maar we seyen doek: Künste leowe! Ijk finde das hele Vaterland vor Schil derer is dat Land wo de Vleugelen voor de Windmculen ghelbe en rothe coloren has, cn Land wo het Morgendunst den heele Tag zijne praechtige Schleyer ower aalc Saachen schliyngen en het Natur so blant so blant maakt. Ja Holland is een Paradiys! Mir hebben huuren in en buys das „Tectuin en Uitspanning" heyst. Das liegt oonder de water, en over us flijst Canalen in drij Stockwerken cn wij kann kijken op de Booten die meet braunen Segeln voorbyloopenc. Maar de ghooten ouden Windmculen pumpen het water weg en so is keenc groote Gefalir von Trinkedoodeltodenkarkhoof enden. Hetl.ewensunderhoud is schlacht en dür uiaar wij Schilderer kann allding vertrogen. Onzer Spijzen is alle Tag Yleyndren en Pannkuchcn, all is so flach in Holland. Das allceueste Ding das hoch oopraken zullen in de Windmeulen cn dij aar liyklien ghroote zwaarte Yogel- ches dat de kleene oonschuldike Huuisen vertheidigcn. Oonzer kleene staad Overschie is en wonder! Het Kirchturin maakt en uyt- merkt Ponct in het fijne Horizontlinie! Maar alle den Y'ongen de alltyid kijken wollen aan onzeren schilderijen hebben allen Schnupfen en keene Taschentiicher en alle eetcn aappelen en smasken. De Kostymcn zijn maakcloos en dij ghrooten Traeskoc wat de Klumpkes oopkallen is voor Schilderer en heel vergneugen. Alle Zaaterdags werden de Klumpken heel witte aangestrochen en alle de kleine Iluysee binnen en buiten gewasks maar de mensken niet, dat alles alleenestc lot de plazer voor de Schilderers. Overal hebbe Y spoorwegen, distancen zün hier niet, en u kann fahren von Rotterdam naar den Haag en Amsterdam so schnall als to Skarpsno en Majorstucn. In alle Staden hebbe Y Rembrandts, Yan der Meer en Ruysdals. Maar besser niet daran to kijkeu,U kaan de couragiemisten. So ghrooter Mynheer Collet, laat Lillehammer in Vl ieden en loop tot het wondevollc Holland. Y ouder Vriend Frits T h a u 1 o w. liefste in de buurt is laat het hoe? maar aan haar over. In zulke zaken zijn jonge meisjes onuitputtelijk vinding rijk. En laat ons nu gaan koffie drinken. Vader Leberecht wacht zeker reeds, cn men moet het ijzer smeden, zoolang het heet is. In den tuin wachtte ons een nieuwe verrassing; uit de takken boven liet prieel fladderde een wit en blauw ge kleurde vlag. De koekoek mag weten, waar de ijverige herbergier zoo spoedig die vlag vandaan gehaald had; waar schijnlijk had een blauw beddentijk dienst moeten doen. Otto stootte mij verwonderd aan „Wat moet dat betee kenen?" Ik had maar even tijd om hem toe te fluisteren „De Bcierschc kleuren Eene lieve attentie voor Uwe Hoog heid"! want reeds kwam vriend Leberecht aanstappen, met de dampende mokka. Otto maakte dadelijk een einde aan alle ongepaste vertrouwelijkheid met mij. Hij was weer op en top prins! „Zeg eens, mon adjudantgij zult mij zeer verplichten, als gij eens naar de paarden wilt omzien." „De rossen Uwer Hoogheid zijn goed verzorgd!" bracht de herbergier in 't midden. Hij vond zeker „paard" een te geringe benaming voor de bocrenknollcn van den prins. Ik begreep Beieren echter en ging in het huis, om Roosje's vertrouwen te winnen, wat tusschen twee haakjes niet Dat klinkt ons nog vreemder in de ooren dan het verhaal, dat de Limb. Koerier ous doet van een paard, dat door den Heer Jac. H. bierbrouwer te Maastricht, dezer dagen is gekocht. Hij zette het op stal, doch het dier, bezield met hooger neigingen klauterde in de stilte van den nacht, een trap op, welke in een hoek van zijn stal naar den zolder voerde, en maakte 't zich daar zoo gemakelijk mogelijk. Gisterenmorgen vond men den klepper daar doodkalm alsof hij er thuis hoorde. Er af te komen zal heel wat moeilijker gaan dan er op. Op het oogenblik dat de L. K. dit schrijft, is de klimmersbaas nog in hooger sferen, naar men van uit het café van Mecheleu op den Parrellclweg zien kan. Er zullen natuurlijk pogingen worden aangewend om het beestje weer gelijk vloers te brengen en te houden. Immers een brouwerspaard in de hanebalken is moeilijk te gebruiken. Toch verdient het om zijn idealistische neigingen onzen eerbied, en we mogen den brouwer even goed zijn naar hooger - sferen - strevend paard benijden, als jaloersch zijn op de Engel sche dame, die een zoo voortreffelijken echtgenoot bezit als de held van het volgend verhaaltje, ons door een Engelscli blad meegedeeld. „Hij was I dagen aan het strand geweest en wilde weer naar huis terug. Plotseling herinnert hij zich dat zijn vrouw nog nooit de zee gezien had. Hij scharrelt een flesch op en doet er wat zeewater in. Aan het station treft hij een vriend aan en in het gesprek vraagt deze: „Wat heb je daar toch in die flesch?" „Wel," zegt hij, „dat zitzoo: Vrouw lief heeft nooit de zee gezien en nu heb ik er dit op bedacht." „Maar waarom heb je dan de flesch niet geheel gevuld?" „Ja, zie je, ik dacht dan kon ze bersten, als het getij opkwam." Zelden zal men zooveel liefde, zoo veel voorzichtigheid en zooveel verstand in één persoon vereenigd zien, en dan durft men nog te zeggen„O die mannen ]>e heropening van het Aldegoixle Gasthuis zal niet plaats vinden. De toedracht dezer zaak is als volgt: Aan een voorloopig comité was het Aldegonde Gasthuis ten geschenke aange boden voor ziekenverpleging, onder deze voorwaarde, dat er f 20000 bij elkaar moest gebracht worden, om als bewijs van belangstelling te dienen. Bovendien moest er in de Statuten worden opge nomen, dat bij eventuoele ontbinding, het Aldegonde Gasthuis zou overgaan aan de diaconie der Ned. H. Kerk. Zonder veel moeite werden binnen enkele dagen f25000, geheel als ge schenk bijeengebracht, waaronder één gift van f 10000, onder de voorwaarde dat het voortbestaan van het Ziekenhuis ook voor de toekomst verzekerd zou zijn. Hot comité is er niet in geslaagd die verzekering te krijgen, niettegen staande het daartoe alles in het werk heeft gesteld. Behalve de rente van de f 25000 waren er, uitgezonderd de jaarlijksche bijdragen, geen inkomsten. Al werd er op gerekend, van de gemeente ecne jaarlijksch subsidie te kunnen krijgen, meende het comité toch, dat men op zulke losse schroeven het Aldegonde Ziekenhuis niet mocht beginnen. heel gemakkelijk ging, want de kleine was zoo schuw als eene ree. Ik was dus gedurende het eerste half uur niet in den tuin tegenwoordig en geen getuige van de gewichtige onderhande lingen, die, volgens Beierens verhalen, allerkluchtigst geweest waren. De prins overstelpte eerst den heer Lehmann met zijn beminnelijkheid. Hij vraagde naar allerlei bijzonderheden het stadje betreffende; of hij goede buren had, of het hem in zijn zaken goed ging; weet ik het ik geloof zelfs, dat de schelm hem hoop gaf op den titel van hofleverancier in wijnen. Toen bood hij „zijn beminnelijkeu gastheer" een stoel aan; „zulk een braaf man mocht niet voor hem staan", en Leberecht Lehmann was bij die gelegenheid bijna op den grond te land gekomen, want hij durfde met zijn omvangrijk lichaam slechts op het uiterste puntje van den stoel plaats nemen. De wakkere herber gier nam de grofste vleierij zeer naif voor goede munt aan; zijn vet gelaat glom en werd hoe langer hoe ronder, en zijn listige oogen glinsterden van genoegen. Toen ik terug kwam bespeurde ik dadelijk dat hij als was werd in Beieren's handen. (Slot volgt). Vandaar dan ook dat het comité zijn mandaat heeft neergelegd. Ds. D. J. van Aalst heeft het beroep naar Rotterdam aangenomen. Thans circuleert alhier ook een adres van ouders van schoolgaande kinderen aan de school le soort (jongens) Hee renstraat, met het verzoek aan den Ge meenteraad, de mogelijkheid te openen, dat aan die school volledig gymnastiek onderwijs worde onderwezen. Mocht de Raad hierop niet ingaan, dan spreken adressanten de hoop uit, dat in ieder geval aan een bevoegd leeraar de gelegenheid zal worden ge geven, zoodanig onderwijs voor hunne kinderen te kunnen geven. Naar wij vernemen zal op Zaterdag 16 December alhier een groote open bare propaganda vergadering worden ge houden, uitgaande van de afdeeling Amersfoort van hetNed.rlandsch Onder wijzers-Genootschap. Het doel dezer vergadering is het streven van het Ned. Ond.-Genootschap in wijder kring hekend te maken en te trachten meer leden voor de afdeeling te winnen. Als sprekers zullen optreden de heer L. C. V. Bigot uit Arnhem en K. An- driesse uit Amsterdam, leden van het Hoofdbestuur van het N. O. G. De onderofficiers schermvereeniging E. M. M. A. zal a.s. Zaterdagavond in Araicitia een uitvoering geven. Wij herinneren eraan dat morgenavond in Amicitia hot Concert zal plaats heb ben van mejuffr. Ingenegeren c. s. uit Utrecht ten voordeele van „Liefdadig heid." En voor de personen die zoo be reidwillig de taak op zich namen voor dat doel een concert te geven, èn voor „Liefdadigheid" hopen wc dat de zaal van Amictia uitstekend zal bezet zijn. Onze vroegere stadgenoot, de heer C. T. Leusden, is bij Kon. Besluit benoemd tot militair apotheker 1ste klasse. Bij het 5e regiment infanterie zullen op 30 November a. s. de miliciens der lichting 1905, niet behoorend tot het blijvend gedeelte, met verlof vertrekken. De viermaanders, behoorende tot de eerste ploeg van het blijvend gedeelte, koeren op genoemden datum van het hun sedert 1 October verleend verlof terug. Aan Jonkvr. A. baronesse Schimmel- pennick van der Oye is, op haar ver zoek, met ingang van 1 Februari door II. M. de Koningin eervol ontslag ver leend als hofdame. Naar wij vernemen vergadert a.s. Dinsdag 23 Nov. de Gemeenteraad. Het Amcrsf. Dagblad verneemt, dat de Gebr. Alberts, die in het begin van dit jaar zooveel succes hadden met hun Bioscoop-voorstellingenin Amicitia, aldaar van 17 tot 21 December a.s. weer voor stellingen zullen geven. De vercischte toestemming van den burgemeester is hiervoor reeds verkregen Eerstdaags zal aan de miliciens van verschillende regimenten, die bij het 5e regiment, onder leiding van den len luitenant R. J. Hoffmann, zijn opgeleid tot voorganger in de gymnastiek, het voorgeschreven examen worden afge nomen door een commissie van officieren van de Normaal Schietschool. Met ingang van 1 December wordt de heer R. Dorlas, klerk der Posterijen en Telegrafie 2e klasse, overgeplaatst van Zutphen naar Amersfoort. Donderdag 23 November, des avonds 8 uur, vergadert de Kamer van Koop handel en Fabrieken ten stadhuize. Door den keurmeester is hedenmorgen alhier een partij schelvisch afgekeurd. J. 1. Donderdag werd in de zaal van het café „de Arend", van wege het bestuur der afdeeling Amersfoort van „Ons Belang", een lezing gehouden voor onderofficier. Als spreker trad op den Heer Vrijhof uit Leiden, Adjudant- Onderoffiercn, le Secretaris van het Hoofdbestuur. Spreker had tot onder werp Doel van organisatie, in 't bijzonder der onderofficieren en de noodzakelijk heid dat ieder lid is. Spreker ontwikkelde deze punten zeer duidelijk, toonde aan dat, niettegenstaande het conservatisme, het vereenigingsge- voel toch meer tot ontwikkeling komt. Hij bewees, dat zonder vcreeiiiging geen krachtsinspanning, zonder krachtsinspan ning geen succes mogelijk is, en slechts eendracht macht maakt. Hij noemde het leger zelf een sterk voorbeeld van de kracht door vereeniging. Verder bracht sprekerde vereeniging in verband met art. 8 en 9 der grondwet en art. 1690 van het burg. wetboek, maakte daarna een vergelijking tusschen deze en andere vakverecnigingen, waarbij werd aangetoond dat leger en autoriteiten er groot belang bij hebben deze ver eeniging te steunen. In verband met art. 2 van de statuten van „Ons Belang", betoogde spreker, dat moreele verheffing van den Onder officier gaat boven materieele belangen. Dat deze lezing, die te ruim 10 uur eindigde en om 8 uur begonnen was, in den smaak der talrijke vergadering viel, bewees het langdurig aplaus bij het einde. Men deelt ons mede, dat in December de heer M. W. F. Treub alhier een politieke lezing zal houden. Zondagmorgen wordt in de Luthersche- Kerk een godsdienstoefening gehouden voor den Doopsgezinden kring, waarbij hoopt voor te gaan Ds. E. M ten Gate. Voordracht voor de benoeming van een onderwijzer aan de Openbare Lagere school 3e soort, in de Koningstraat. No. 1 G. J. A. Drechsler, te Rhenen. 2 T. Boer te Barendrecht. 3 W. H. C. van Heek. Bij Koninklijk besluit zijn met ingang van 1 December 1905 benoemd: bij het personeel der militaire admini stratie: tot kapitein-kwartiermeester, bij het lste regiment veld-artillerie, de eerste- luitenaut-kwartier-meester II. L. C. Mul der van de Graaf, van het corps rijdende artillerie; bij hot personeel van den geneeskun digen dienst der landmacht: tot dirigeerend-officier van gezondheid der lste klasse, de dirigeerend-officier van gezondheid der 2de klasse A. A. J. Quanjer; bij het wapen der infanterie: bij het 5e regiment: tot majoor, de kapitein F. H. Boisse- vain, van het korps; tot kapitein, de ecrste-luitenant W. F. N. van Ilombracht, van het korps. Voor de rechtbank te Utrecht stond onder meer wegens diefstal terecht de 21-jarige Pctronella L., eene Amers- foortsche jonge dame van do vlakte, die nog al eens wegens voornoemd misdrijf met de justitie heeft kennis gemaakt. Thans had ze een onnoozeien boei en- jongen een portemonnaie met ruim elf gulden ontfutseld, nadat voornoemd jong- mensch nog wel zoo "vriendelijk was geweest haar een slokkie en een oliekoek van vijf centen te geven. Ze had de portemonnaie aan een harer vriendinnen gegeven, die zoo wijs was den volgenden dag het gestolene „per ongeluk" te laten vallen cn het niet meer op te rapen. Het O. M. waargenomen door mr. A. A. baron Van derFeltz eischto tegen bekl. 9 maanden gevangenisstraf. De verdediger mr. G. A. F c i t s vroeg eene lichtere straf. Ook de beklaagde smeekte onder tranen of de rechters toch wat door de vingers wilden zien; ze zou voortaan beter oppassen. Uitspraak 27 Nov. a.s. In de zitting der arrondissements rechtbank van Utrecht van Maandag 20 November 1905, werden de volgende uitspraken gedaan: J. V., 42 jaar, sjouwer te Amersfoort, bekl. van plaatsen van fuiken in de water leiding, de Barneveldsche of Flierbeek (hooger beroep vonnis kantongerecht Amersfoort van 20 Sept. 1905, veroor deeld tot f 1 boete of 1 dag hechtenis, met verbeurdverklaring der iu beslag genomen fuiken of betaling van f 2,50) vonnis bevestigd. 11. B„ 27, arbeider te Amersfoort, beklaagd van diefstal van een konijn, ten nadeele van G. v. R. veroordeeld tot 6 maanden gevangenisstraf. N. v. E. 24 jaar koopman, J. v. B., 26 jaar, stratenmaker te Amersfoort bekl. van erfvredebreuk en mishandeling van J. de B. te Leusden, (verzet tegen von, nis der rechtbank van 2 November 1905)- ieder 5 maanden gevangenisstraf von nis bekrachtigd. Ontvangen voor (le Slachtoffers der Russische gruwelen, door de administratie van De Eemlander: P. f2.50; V. f5.-; G. 110.— M. f2.50; P f.2.50. Voor de slachtoffers der Russische gruwelen circuleeren hier thans óok lijsten, welke worden aanbevolen door de hoeren: jhr. J. \V. A. Barchman Wuijtiers van Vliet, Burgemeester van Amersfoort; A. D. Petter, Generaal- Majoor, commandant der 4e divisie; A. Herschel Bzn., Voorzitter van de Ned. I8raelietischc gemeente Amersfoort; D. J. van Aalst, Ned. Hervormd predikant; A. M. Donner, Geref. predikant; C. J. assert, R. K. pastoor; F. Kenninck, O. K. pastoor; en I. Hooykaas, Rem. predikant.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1905 | | pagina 2