Stadsnieuws.
Allerlei.
Het was als nam de rook dan gestalte
en vorm aan en al naar gelang de rook
steeg of neersloeg, profeteerden de wijzen
in den Raad de aanstaande overwinning
of de smadelijke nederlaag. Ook als de
vrede weer onder handreiking getcc-
kend werd, was het weer de pijp, die
begeesterde en in wilde krijgs- en vreug
dezangen deed uitbarsten.
Eigenaardig is het wel, dat die pijpen
gemaakt waren uit een zeker soort klei,
terwijl anderen vervaardigd werden uit
een soort lei, welke men in de omstre
ken van den Mississipi vindt.
Ook voor men zich ter jacht begeven
wilde, werd een rookmaal gehouden.
Buffels en antilopen werden dan te
zauien gedreven in ecne engte en de
Indianen bliezen zware rookwolken over
de beesten heen, als eene soort wierook.
Zij wilden daarmede de geesten der
dieren verzekeren dat zij niet uit moed
willige boosheid hunne lichamen gingen
dooden. doch dat het was noodgedron
gen, omdat zij voedsel noodig hadden
met hunne vrouwen en kinderen. Het
was de wil van den Meester van het
Leven, van den Meester der woedende
orkanen, die de geesten der dieren in
de andere wereld het leed vergoeden
zou, dat hun thans werd aangedaan.
De pijpen, welke voor deze gelegen
heid gebruikt werden, waren gewoonlijk
besneden met een mannenfiguur in
gezelschap van een dier. Andere pijpen
dragen weer de beeltenis van Indianen
met toegeknepen handen. Dit was een
bewijs van altijddurende vriendschap,
welke alleen door den dood kon op
houden te bestaan. Gewoonlijk beteeken-
de het eene vriendschap tusschen man
nen, doch een enkele maal werd zulk
een verbond ook wel tusschen een man
en eene vrouw gesloten. Dit was eene
zuiver platonische vriendschap, welke
met het huwelijk onbestaanbaar en on-
vereenigbaar was en waarbij iedere ge
dachte aan een huwelijk dan ook was
buitengesloten, zelfs streng verboden.
Wie zal durven beweren, dat die dwaze
Indianen de menschlijke natuur en hare
gevoelens niet kenden?
Een der meest curieuse pijpen behoor
de aan een Indiaan uit den stam der
Sioux. Zij was in den vorm van een
oorlogsbijl, uit een zeer hard metaal ge
maakt. De snede daarvan was zeer
scherp, terwijl de achterkant hol was in
den vorm van een grooten pijpekop en
de steel eveneens hol was.
Vaak waren die pijpen met allerlei
grillige vormen en lijnen versierd. Gril
lig wil hier evenwel niet zeggen, dat
er geen beteekems in lag. Een intellec-
tuel onder de Indianen kon u uit die
lijnen en groepen van teekens gehcele
gedichten oplezen. Do beroemde Mistab,
de krijgsman, las uit die lijnen de ge-
heele geschiedenis van zijn stam. De
donkere wolkeu, welke voorbijdreven
aan do luchten, de woeste stroomen, de
onbegane wouden, de geheimzinnige eere-
moniën cn de onvcrwinnelijkc macht der
Indianen-priesters, de verschrikkingen
der oorlogen, de moed der krijgers,
alles werd er in bezongen. De pijp was
een machtig symbool voor den Indiaan.
Le Humeur.
Hollandsch is een moeilijke taal, vooral
voor vreemdelingen. Het gelukt dan ook
slechts enkelen, zich zoo zeer in onze
schoone moedertaal te bekwamen dat
men niet bij het eerste woord den vreem
deling herkent. Tot die enkelen behoort
voorzeker ook de Heer Frits Thauïow
een heel knap Noorsch schilder, die tot
„Ach komriep Otto opgewonden.
„Redenen redenen! Zulk een burger
man, als August Leberecht. of hoe de
eerzame waard uit de Gouden Druif
anders heet. kan ook geen andere dan
burgerlijke redenen hebben waar
schijnlijk heeft hij liet lieve Roosje
bestemd voor den eenen of andereu
bierbrouwer, met dikken buik en nog
dikker geldbuidel. Ik heb trouwens
reeds een uitstekend plan; in zulke
gevallen ben ik waarlijk een schitterend
diplomaat maar gij moogt mij uw
bijstand niet ontzeggen."
„Beste vriend, ik geloof, dat wij hier
al genoeg hebben uitgehaald wilde
ik zeggen, maar hij liet mij niet uit
spreken. Met onweerstaanbare wel
sprekendheid bewees hij mij, dat ik de
ellendigste mensch op God's aardbodem,
de onhartelijkste kameraad in het
gansche leger zou zijn, als ik zijn
kostelijk plan niet wilde goedkeuren en
daar ik zelf ook veel van grappen hield,
gaf ik ten slotte toe en beloofde mijn
medewerking.
„Ik wil u trouwens gaarne het aan
genaamste gedeelte der zaak overlaten,"
sprak Otto eindelijk.
„Het zal uwe taak zijn, Rosa aan
het verstand te brengen, dat zij oprecht
zegt hoe het met haar hart gesteld is,
als haar vader of ik haar daarnaar
vraagt. Ook zal het goed zijn als zij
het zoo weet in te richten, dat haar
voor korten tijd, hier te lande, in Over-
schie werkte. Als proeve zijner taal
kundige bekwaamheid geven we hier
een afdruk van een door hem aan zijn
vriend, den schilder Collet te Lille-
hammer in Hoorwegen geschreven brief,
zooals die in Yerdens Gang is opgenomen.
Overschie, 10 November.
Briev aan mijn Ghooter Vrient het
Schilderer Mijnheer Fr. Collett-
Dat is een heel Jammer dat 11 niet
heed zijn. Ach Holland est eene waahre
Paiadijs voor Schilderer. Y kann loopen
til Mijnheer Andvord aan het Stoombaad
Maskepij D. Lloyd. Mijnheer Andvord
ist een heel galanter Man vor den Schil
derer en hij wil heel seecher cn ghooter
Plaats finden voor Y in hijs maakelijke
Stoombaat en Mijnheer Collet is ja en
ouder Seeman.
Maar y levden wol van het sckaekliche
eelendike Krankhejt dat maan Patriotis-
mus oopkatl. Y belieft seecher naar men
niet Lillehammer en aleencste LiUeham-
mer schildert, dann ist man een eclen-
diger Oplegter en Vebrekker. Nun is
wel het Patriotism us een acute kranke-
dom en y denken aleeneste aan Konig
en Konigin. Eene kleene oonschoeldijke
Republik heel witt in Winter is lange
meer malerijsk.
Maar wij Schilderer ziiu niet praach-
tische Yolkes liyk allgemeene Koopmen
ner. Het Republik kann wel tot en
Bettelstaaf bringen maar we seyen doek:
Künste leowe!
Ijk finde das hele Vaterland vor Schil
derer is dat Land wo de Vleugelen voor
de Windmculen ghelbe en rothe coloren
has, cn Land wo het Morgendunst den
heele Tag zijne praechtige Schleyer ower
aalc Saachen schliyngen en het Natur
so blant so blant maakt.
Ja Holland is een Paradiys!
Mir hebben huuren in en buys das
„Tectuin en Uitspanning" heyst. Das
liegt oonder de water, en over us flijst
Canalen in drij Stockwerken cn wij kann
kijken op de Booten die meet braunen
Segeln voorbyloopenc. Maar de ghooten
ouden Windmculen pumpen het water
weg en so is keenc groote Gefalir von
Trinkedoodeltodenkarkhoof enden.
Hetl.ewensunderhoud is schlacht en dür
uiaar wij Schilderer kann allding vertrogen.
Onzer Spijzen is alle Tag Yleyndren
en Pannkuchcn, all is so flach in
Holland. Das allceueste Ding das hoch
oopraken zullen in de Windmeulen cn
dij aar liyklien ghroote zwaarte Yogel-
ches dat de kleene oonschuldike Huuisen
vertheidigcn.
Oonzer kleene staad Overschie is en
wonder! Het Kirchturin maakt en uyt-
merkt Ponct in het fijne Horizontlinie!
Maar alle den Y'ongen de alltyid kijken
wollen aan onzeren schilderijen hebben
allen Schnupfen en keene Taschentiicher
en alle eetcn aappelen en smasken. De
Kostymcn zijn maakcloos en dij ghrooten
Traeskoc wat de Klumpkes oopkallen
is voor Schilderer en heel vergneugen.
Alle Zaaterdags werden de Klumpken
heel witte aangestrochen en alle de
kleine Iluysee binnen en buiten gewasks
maar de mensken niet, dat alles alleenestc
lot de plazer voor de Schilderers.
Overal hebbe Y spoorwegen, distancen
zün hier niet, en u kann fahren von
Rotterdam naar den Haag en Amsterdam
so schnall als to Skarpsno en Majorstucn.
In alle Staden hebbe Y Rembrandts, Yan
der Meer en Ruysdals. Maar besser niet
daran to kijkeu,U kaan de couragiemisten.
So ghrooter Mynheer Collet, laat
Lillehammer in Vl ieden en loop tot het
wondevollc Holland.
Y ouder Vriend
Frits T h a u 1 o w.
liefste in de buurt is laat het hoe?
maar aan haar over. In zulke zaken
zijn jonge meisjes onuitputtelijk vinding
rijk. En laat ons nu gaan koffie drinken.
Vader Leberecht wacht zeker reeds, cn
men moet het ijzer smeden, zoolang
het heet is.
In den tuin wachtte ons een nieuwe
verrassing; uit de takken boven liet
prieel fladderde een wit en blauw ge
kleurde vlag. De koekoek mag weten,
waar de ijverige herbergier zoo spoedig
die vlag vandaan gehaald had; waar
schijnlijk had een blauw beddentijk
dienst moeten doen. Otto stootte mij
verwonderd aan „Wat moet dat betee
kenen?" Ik had maar even tijd om hem
toe te fluisteren „De Bcierschc kleuren
Eene lieve attentie voor Uwe Hoog
heid"! want reeds kwam vriend
Leberecht aanstappen, met de dampende
mokka. Otto maakte dadelijk een einde
aan alle ongepaste vertrouwelijkheid
met mij. Hij was weer op en top prins!
„Zeg eens, mon adjudantgij zult mij
zeer verplichten, als gij eens naar de
paarden wilt omzien."
„De rossen Uwer Hoogheid zijn goed
verzorgd!" bracht de herbergier in 't
midden. Hij vond zeker „paard" een te
geringe benaming voor de bocrenknollcn
van den prins.
Ik begreep Beieren echter en ging in
het huis, om Roosje's vertrouwen te
winnen, wat tusschen twee haakjes niet
Dat klinkt ons nog vreemder in de
ooren dan het verhaal, dat de Limb.
Koerier ous doet van een paard, dat
door den Heer Jac. H. bierbrouwer te
Maastricht, dezer dagen is gekocht.
Hij zette het op stal, doch het dier,
bezield met hooger neigingen klauterde
in de stilte van den nacht, een trap op,
welke in een hoek van zijn stal naar
den zolder voerde, en maakte 't zich
daar zoo gemakelijk mogelijk.
Gisterenmorgen vond men den klepper
daar doodkalm alsof hij er thuis hoorde.
Er af te komen zal heel wat moeilijker
gaan dan er op.
Op het oogenblik dat de L. K. dit
schrijft, is de klimmersbaas nog in hooger
sferen, naar men van uit het café van
Mecheleu op den Parrellclweg zien kan.
Er zullen natuurlijk pogingen worden
aangewend om het beestje weer gelijk
vloers te brengen en te houden.
Immers een brouwerspaard in de
hanebalken is moeilijk te gebruiken.
Toch verdient het om zijn idealistische
neigingen onzen eerbied, en we mogen
den brouwer even goed zijn naar
hooger - sferen - strevend paard
benijden, als jaloersch zijn op de Engel
sche dame, die een zoo voortreffelijken
echtgenoot bezit als de held van het
volgend verhaaltje, ons door een Engelscli
blad meegedeeld.
„Hij was I dagen aan het strand
geweest en wilde weer naar huis terug.
Plotseling herinnert hij zich dat zijn
vrouw nog nooit de zee gezien had.
Hij scharrelt een flesch op en doet er
wat zeewater in. Aan het station treft
hij een vriend aan en in het gesprek
vraagt deze: „Wat heb je daar toch in
die flesch?"
„Wel," zegt hij, „dat zitzoo: Vrouw
lief heeft nooit de zee gezien en nu heb
ik er dit op bedacht."
„Maar waarom heb je dan de flesch
niet geheel gevuld?"
„Ja, zie je, ik dacht dan kon ze
bersten, als het getij opkwam."
Zelden zal men zooveel liefde, zoo
veel voorzichtigheid en zooveel verstand
in één persoon vereenigd zien, en dan
durft men nog te zeggen„O die mannen
]>e heropening van het
Aldegoixle Gasthuis zal
niet plaats vinden.
De toedracht dezer zaak is als volgt:
Aan een voorloopig comité was het
Aldegonde Gasthuis ten geschenke aange
boden voor ziekenverpleging, onder deze
voorwaarde, dat er f 20000 bij elkaar
moest gebracht worden, om als bewijs
van belangstelling te dienen. Bovendien
moest er in de Statuten worden opge
nomen, dat bij eventuoele ontbinding,
het Aldegonde Gasthuis zou overgaan aan
de diaconie der Ned. H. Kerk.
Zonder veel moeite werden binnen
enkele dagen f25000, geheel als ge
schenk bijeengebracht, waaronder één
gift van f 10000, onder de voorwaarde
dat het voortbestaan van het Ziekenhuis
ook voor de toekomst verzekerd zou
zijn. Hot comité is er niet in geslaagd
die verzekering te krijgen, niettegen
staande het daartoe alles in het werk
heeft gesteld.
Behalve de rente van de f 25000
waren er, uitgezonderd de jaarlijksche
bijdragen, geen inkomsten.
Al werd er op gerekend, van de
gemeente ecne jaarlijksch subsidie te
kunnen krijgen, meende het comité
toch, dat men op zulke losse schroeven
het Aldegonde Ziekenhuis niet mocht
beginnen.
heel gemakkelijk ging, want de kleine
was zoo schuw als eene ree. Ik was
dus gedurende het eerste half uur niet
in den tuin tegenwoordig en geen
getuige van de gewichtige onderhande
lingen, die, volgens Beierens verhalen,
allerkluchtigst geweest waren.
De prins overstelpte eerst den heer
Lehmann met zijn beminnelijkheid. Hij
vraagde naar allerlei bijzonderheden het
stadje betreffende; of hij goede buren
had, of het hem in zijn zaken goed
ging; weet ik het ik geloof zelfs,
dat de schelm hem hoop gaf op den
titel van hofleverancier in wijnen. Toen
bood hij „zijn beminnelijkeu gastheer"
een stoel aan; „zulk een braaf man
mocht niet voor hem staan", en Leberecht
Lehmann was bij die gelegenheid bijna
op den grond te land gekomen, want
hij durfde met zijn omvangrijk lichaam
slechts op het uiterste puntje van den
stoel plaats nemen. De wakkere herber
gier nam de grofste vleierij zeer naif
voor goede munt aan; zijn vet gelaat
glom en werd hoe langer hoe ronder,
en zijn listige oogen glinsterden van
genoegen. Toen ik terug kwam bespeurde
ik dadelijk dat hij als was werd in
Beieren's handen.
(Slot volgt).
Vandaar dan ook dat het comité zijn
mandaat heeft neergelegd.
Ds. D. J. van Aalst heeft het beroep
naar Rotterdam aangenomen.
Thans circuleert alhier ook een adres
van ouders van schoolgaande kinderen
aan de school le soort (jongens) Hee
renstraat, met het verzoek aan den Ge
meenteraad, de mogelijkheid te openen,
dat aan die school volledig gymnastiek
onderwijs worde onderwezen.
Mocht de Raad hierop niet ingaan,
dan spreken adressanten de hoop uit,
dat in ieder geval aan een bevoegd
leeraar de gelegenheid zal worden ge
geven, zoodanig onderwijs voor hunne
kinderen te kunnen geven.
Naar wij vernemen zal op Zaterdag
16 December alhier een groote open
bare propaganda vergadering worden ge
houden, uitgaande van de afdeeling
Amersfoort van hetNed.rlandsch Onder
wijzers-Genootschap. Het doel dezer
vergadering is het streven van het Ned.
Ond.-Genootschap in wijder kring hekend
te maken en te trachten meer leden
voor de afdeeling te winnen.
Als sprekers zullen optreden de heer
L. C. V. Bigot uit Arnhem en K. An-
driesse uit Amsterdam, leden van het
Hoofdbestuur van het N. O. G.
De onderofficiers schermvereeniging E.
M. M. A. zal a.s. Zaterdagavond in
Araicitia een uitvoering geven.
Wij herinneren eraan dat morgenavond
in Amicitia hot Concert zal plaats heb
ben van mejuffr. Ingenegeren c. s. uit
Utrecht ten voordeele van „Liefdadig
heid." En voor de personen die zoo be
reidwillig de taak op zich namen voor
dat doel een concert te geven, èn voor
„Liefdadigheid" hopen wc dat de zaal
van Amictia uitstekend zal bezet zijn.
Onze vroegere stadgenoot, de heer
C. T. Leusden, is bij Kon. Besluit benoemd
tot militair apotheker 1ste klasse.
Bij het 5e regiment infanterie zullen
op 30 November a. s. de miliciens der
lichting 1905, niet behoorend tot het
blijvend gedeelte, met verlof vertrekken.
De viermaanders, behoorende tot de
eerste ploeg van het blijvend gedeelte,
koeren op genoemden datum van het
hun sedert 1 October verleend verlof terug.
Aan Jonkvr. A. baronesse Schimmel-
pennick van der Oye is, op haar ver
zoek, met ingang van 1 Februari door
II. M. de Koningin eervol ontslag ver
leend als hofdame.
Naar wij vernemen vergadert a.s.
Dinsdag 23 Nov. de Gemeenteraad.
Het Amcrsf. Dagblad verneemt, dat
de Gebr. Alberts, die in het begin van
dit jaar zooveel succes hadden met hun
Bioscoop-voorstellingenin Amicitia, aldaar
van 17 tot 21 December a.s. weer voor
stellingen zullen geven.
De vercischte toestemming van den
burgemeester is hiervoor reeds verkregen
Eerstdaags zal aan de miliciens van
verschillende regimenten, die bij het 5e
regiment, onder leiding van den len
luitenant R. J. Hoffmann, zijn opgeleid
tot voorganger in de gymnastiek, het
voorgeschreven examen worden afge
nomen door een commissie van officieren
van de Normaal Schietschool.
Met ingang van 1 December wordt
de heer R. Dorlas, klerk der Posterijen
en Telegrafie 2e klasse, overgeplaatst
van Zutphen naar Amersfoort.
Donderdag 23 November, des avonds
8 uur, vergadert de Kamer van Koop
handel en Fabrieken ten stadhuize.
Door den keurmeester is hedenmorgen
alhier een partij schelvisch afgekeurd.
J. 1. Donderdag werd in de zaal van
het café „de Arend", van wege het
bestuur der afdeeling Amersfoort van
„Ons Belang", een lezing gehouden voor
onderofficier. Als spreker trad op den
Heer Vrijhof uit Leiden, Adjudant-
Onderoffiercn, le Secretaris van het
Hoofdbestuur. Spreker had tot onder
werp
Doel van organisatie, in 't bijzonder
der onderofficieren en de noodzakelijk
heid dat ieder lid is.
Spreker ontwikkelde deze punten zeer
duidelijk, toonde aan dat, niettegenstaande
het conservatisme, het vereenigingsge-
voel toch meer tot ontwikkeling komt.
Hij bewees, dat zonder vcreeiiiging geen
krachtsinspanning, zonder krachtsinspan
ning geen succes mogelijk is, en slechts
eendracht macht maakt. Hij noemde het
leger zelf een sterk voorbeeld van de
kracht door vereeniging.
Verder bracht sprekerde vereeniging in
verband met art. 8 en 9 der grondwet
en art. 1690 van het burg. wetboek,
maakte daarna een vergelijking tusschen
deze en andere vakverecnigingen, waarbij
werd aangetoond dat leger en autoriteiten
er groot belang bij hebben deze ver
eeniging te steunen.
In verband met art. 2 van de statuten
van „Ons Belang", betoogde spreker,
dat moreele verheffing van den Onder
officier gaat boven materieele belangen.
Dat deze lezing, die te ruim 10 uur
eindigde en om 8 uur begonnen was,
in den smaak der talrijke vergadering
viel, bewees het langdurig aplaus bij het
einde.
Men deelt ons mede, dat in December
de heer M. W. F. Treub alhier een
politieke lezing zal houden.
Zondagmorgen wordt in de Luthersche-
Kerk een godsdienstoefening gehouden
voor den Doopsgezinden kring, waarbij
hoopt voor te gaan Ds. E. M ten Gate.
Voordracht voor de benoeming van een
onderwijzer aan de Openbare Lagere
school 3e soort, in de Koningstraat.
No. 1 G. J. A. Drechsler, te Rhenen.
2 T. Boer te Barendrecht.
3 W. H. C. van Heek.
Bij Koninklijk besluit zijn met ingang
van 1 December 1905 benoemd:
bij het personeel der militaire admini
stratie:
tot kapitein-kwartiermeester, bij het
lste regiment veld-artillerie, de eerste-
luitenaut-kwartier-meester II. L. C. Mul
der van de Graaf, van het corps rijdende
artillerie;
bij hot personeel van den geneeskun
digen dienst der landmacht:
tot dirigeerend-officier van gezondheid
der lste klasse, de dirigeerend-officier
van gezondheid der 2de klasse A. A. J.
Quanjer;
bij het wapen der infanterie:
bij het 5e regiment:
tot majoor, de kapitein F. H. Boisse-
vain, van het korps;
tot kapitein, de ecrste-luitenant W. F.
N. van Ilombracht, van het korps.
Voor de rechtbank te Utrecht stond
onder meer wegens diefstal terecht de
21-jarige Pctronella L., eene Amers-
foortsche jonge dame van do vlakte, die
nog al eens wegens voornoemd misdrijf
met de justitie heeft kennis gemaakt.
Thans had ze een onnoozeien boei en-
jongen een portemonnaie met ruim elf
gulden ontfutseld, nadat voornoemd jong-
mensch nog wel zoo "vriendelijk was
geweest haar een slokkie en een oliekoek
van vijf centen te geven. Ze had de
portemonnaie aan een harer vriendinnen
gegeven, die zoo wijs was den volgenden
dag het gestolene „per ongeluk" te
laten vallen cn het niet meer op te rapen.
Het O. M. waargenomen door mr. A.
A. baron Van derFeltz eischto
tegen bekl. 9 maanden gevangenisstraf.
De verdediger mr. G. A. F c i t s vroeg
eene lichtere straf. Ook de beklaagde
smeekte onder tranen of de rechters toch
wat door de vingers wilden zien; ze zou
voortaan beter oppassen.
Uitspraak 27 Nov. a.s.
In de zitting der arrondissements
rechtbank van Utrecht van Maandag 20
November 1905, werden de volgende
uitspraken gedaan:
J. V., 42 jaar, sjouwer te Amersfoort,
bekl. van plaatsen van fuiken in de water
leiding, de Barneveldsche of Flierbeek
(hooger beroep vonnis kantongerecht
Amersfoort van 20 Sept. 1905, veroor
deeld tot f 1 boete of 1 dag hechtenis,
met verbeurdverklaring der iu beslag
genomen fuiken of betaling van f 2,50)
vonnis bevestigd.
11. B„ 27, arbeider te Amersfoort,
beklaagd van diefstal van een konijn,
ten nadeele van G. v. R. veroordeeld
tot 6 maanden gevangenisstraf.
N. v. E. 24 jaar koopman, J. v. B.,
26 jaar, stratenmaker te Amersfoort bekl.
van erfvredebreuk en mishandeling van
J. de B. te Leusden, (verzet tegen von,
nis der rechtbank van 2 November 1905)-
ieder 5 maanden gevangenisstraf von
nis bekrachtigd.
Ontvangen voor (le Slachtoffers
der Russische gruwelen, door de
administratie van De Eemlander:
P. f2.50; V. f5.-; G. 110.— M.
f2.50; P f.2.50.
Voor de slachtoffers der Russische
gruwelen circuleeren hier thans óok
lijsten, welke worden aanbevolen door
de hoeren: jhr. J. \V. A. Barchman
Wuijtiers van Vliet, Burgemeester van
Amersfoort; A. D. Petter, Generaal-
Majoor, commandant der 4e divisie; A.
Herschel Bzn., Voorzitter van de Ned.
I8raelietischc gemeente Amersfoort; D.
J. van Aalst, Ned. Hervormd predikant;
A. M. Donner, Geref. predikant; C. J.
assert, R. K. pastoor; F. Kenninck,
O. K. pastoor; en I. Hooykaas, Rem.
predikant.