No. 2. Zaterdag 6 Januari 1906. 3e Jaargang Wees 11 Zelf! Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER". 1905-1906. Engel of Duivel? FEUILLETON. Uit de Pers. Verschijnt :a Woensdags en Zaterdags. DE EEMLANDER. Bureau Hendrik van Viandenstraat 28. Abonnementsprijs Per jaarf 3.00 Franeo per post - 3.50 Per 3 maanden- 0.75 Franco per post- 0.90 Prijs der advertoiitlëu Van 1 tot 5 regels0.40 voor iederen regel meer0.08 (Bij abonnement aanmerkelijke korting.) Het is een jaar geleden, dat wij de mogelijkheid opperden van een vrijzinnig Kabinet, dat „zijn beste krachten ging inspannen om binnen te halen zooveel mogelijk socialen oogst en dan aan het einde eener vierjarige periode met een wetsontwerp kwam, dat een blanco kics- rechtartikel wenschelijk verklaarde. Wij geven schreven we toen het denkbeeld voor beter, maar laten toch de hoop niet aanstonds varen, dat een Kabinet met zulk een werkprogram steun zou vinden bij anderen nog dan vrijzin nig-democraten en Unie-liberalen." Deze hoop is in vervulling gegaan. De stembusstrijd is gestredende rechtschc coalitie is verslagen, zij boette een tien tal zetels in; het rechtsche Kabinet werd door een Ministerie der linkerzijde ver vangen, dat sociale hervorming schreef in zijn program, waarvan het slotstuk in de begeerde Grondwetsherziening bestaat; en dit Kabinet heeft steun gevonden nog bij anderen dan Unie-liberalen en vrij zinnig-democraten. Inderdaad, het jaar, dat juist gestorven is, heeft goede diensten gedaan. In Januari reeds vertoonden zich de gunstige voorteekenen. De Liberale Unie en de Vrijzinnig-Democratische Bond troffen den 21n van die maand hun Amsterdamschen zoen. Wél sloten zich hierbij niet de oud-liberalen jaan; wèl schreef hun geestverwant mr. S. Van Houten zijn felle Staatkundige Brieven, in O. Borgesium quae dicuhtia Orationes maar een oud-liberaal als prof. l)e Louter adviseerde anders, maar de over groote meerderheid van het vrijzinnig kiezerskorps bleek van de splijttactiek afkeerig, bleek 16 Juni niet te willen weten van de Btrevcrs naar isolement en bij de herstemming op 28 Juni sloot welhaast heel de linkerzijde zich aaneen. Waarlijk, dat De Standaard na 21 Januari haar spijt zoo duidelijk liet ge voelen, is verklaarbaar geweest! Waar geluk berust niet op uiterlijke bezit tingen, maar op de wijsheiddie bestaat in kennis en beoefening der deugd. Socrates. NAAR HET DUITSCH. 3. Zij gevoelde een hatelijke ijskoude opwelling in haar hart, terwijl hij deze woorden van teeder vertrouwen uitsprak. Waarom was hij volstrekt niet jaloersch? Zij was schoon, gevierd, men maakte haar het hof, en hij gaf zich niet eens de moeite om voor haar trouw te vreezen Toen zij haar kleine maar gezellige woning weder binnentrad, was het haar alsof zij zeer lang afwezig geweest en geheel veranderd teruggekeerd was, als de „bekoorlijke duivel" van vroeger, „Zie, hoe gerust de kleine slaapt!" sprak Albert. „Ja, ja," antwoordde zij verstrooid; zij had heden geen oogen voor de aan valligheid van haar kind. En thans is het nieuwe Ninisterie eenige maanden aan het werk. Het heeft in hoofdzaak vertrouwen weten te wekken bij die politieke groepen, waaraan het zich hot nauwst verwant gevoelt. Zelfs wat voorviel bij de Oorlogsbegroo- ting heeft een gelukkige keerzij. Daar bleek op een gewichtig punt verschil van inzicht tusschen twee der met de Regeering meest bevriende groepen, verschil van inzicht ook tusschen de leden van een dier groepen onderling. En dat verschil van inzicht moet ook voor een der leden van het Kabinet een ernstige teleurstel ling zijn geweest. Het bewijst intusschen en hierin mag men zich verheugen dat de vrijzinnigheid de zinnen vrij laat; van opgedrongen, ongezonde een hpid, van bepleisterde scheuren, niet weten wil. Dit waarborgt sterke individu aliteit en enkel krachtige eenlingen kun nen krachtige groepen vormen. Men denke zich in, hoe de toestand was een jaar geleden, en vrage zich af, of hij zich niet in sterke mate verbeterd heeft. Te wenschen blijft altoos, maar durfden wij op Nieuwjaar 1905 wel hopen wat thans is verwezenlijkt? Weemoedig stemt het. dat een onzer voormannen, mr. Kerdijk, aan wiens vurige trouw de vrijzinnigheid en de democratie zooveel hebben te danken, den omkeer niet heeft mogen aan schouwen. Ook reeds vorige jaren kon gewezen worden op éen verblijdend, modern- Ncderlandsch verschijnsel: de wassende eenstemmigheid in koloniale aangelegen heden, de afwezigheid althans bij kolo niale disputen van het politiek lands- krakeel. Onder even grooto instemming als drie jaar geleden de liberaal Lely, scheepte zich dit najaar de anti-revolutionair Iden- burg als gouverneur naar Surename in. Slechts het onderwijsconflict in Curacao ziet men, door den afstand misleid, soms voor een weerschijn van den vaderland- Zij kon den slaap niet vatten. Wat eensklaps zoo verlokkend en zoo ont zettend door haar zenuwen trilde, was een heimlijk brandend verlangen naar de zonde, een onbestemde, strafbare begeerte om het zekere gebouw van haar huiselijk geluk te ondermijnen, Albert op de proef te stellen, haar eigen macht over anderen te wegen, iets nieuws, iets pikants te beleven. Was zij daartoe niet geroepen? Baron Bühl had gelijk: zij was niet besiemd voor een burgerlijk huiselijk leven! Ieder schepsel heeft zijn bestemming, zijn eigenaardige natuur. En v.as de hare niet om te schitteren en bewonderd te worden? Van dezen dag af leefde de jonge vrouw in koortsachtige spanning. Zij was niet te verzadigen van bals en partijen en Albert, als immer goed en toegevend, willigde haar verlangen in. De baron ontbrak nergens waar zij zich vertoonde en het zondige spel, waarvan zij zelve gruwde, werd voortgespeeld. Een booze geest was in haar gevaren. Nog had zij haren echtgenoot lief, nog gevoelde zij dat hij niet alleen Bchooner, maar ook veel boter en beminnelijker was dau de andere. Zij wist, dat hoe goed en zachtmoedig Albert ook was, hij haar nooit zou vergeven als hij te weten kwam, dat zij do liefdesbetuigingen van baron Bühl aanhoorde. En nogthans schonk zij den verleider telkens weer schen schoolstrijd aan, maar van naderbij bekeken blijken de partijen, die daar tegenover elkander staan, ingeenen deele door het Nederlandsch verschil van rechts en links gedekt. En wat lijkt den Nederlander in de Oost en den Nederlander thuis, die werkt in Indische politiek, de staatkundige ge dceldheid van hot moederland onwezenlijk en ver-af! Er is kans, dat het moederland met deze tropische deugd zijn voordeel zal doen. Grooter eenstemmigheid dan te voren is in aantocht op het stuk der sociale quastie. Bij de belangrijke sociale vraagstukken, die het vorig jaar aan de naagsehe Groenmarkt hun locale oplos sing vonden, werd de politiek in de Raad zaal gemist. In dit en volgende jaren komen verwante problemen aan het Binnenhof om nationale oplossing vragen De hier inheemsche politieke tweespalt zal daardoor zeker niet van onze erve worden verdreven maar zij kan tijdelijk in sluimering worden gebracht. Weet hot Kabinet-De Meester met zijn sociale wetten dit te bereiken, te verhoeden tevens, dat door zijn schuld de onschoone slaapster weder worde gewekt, het zal een mooi stuk vaderlandsche historie schrijven. (Het Vaderland). Nederland en België. Mr. W. H. de Beaufort spreekt in De Gids over de beweging tot nauwer aaneensluiting tnsschcu Nederland en België. Hij is ceuigszins huiverig om over de voorstellen van den heer Baie zijn oordeel uit te spreken, want bij alle ingenomenheid voor de gedachte, die er aan tot grondslag ligt, en waar deering van de voordeelen, die er uit zouden kunnen voortvloeien, komt het hem, bij nadere ontlediug van hun aard en hun werking, toch voor, dat de bc gehoor. Zij had ontelbare Fransche romans gelezen, waarin echtbreuk als iets zeer gewoons voorkwam. Iedere schoone, jonggehuwde vrouw had in die boeken haar roman; waarom zou zij, Iduna, er geen hebben? Baron Bühl had gelijk: zij was werkelijk verheven boven die alledaagsche kleinzielige deugd zaamheid! Onder het dansen eener quadrille had hij haar op hartstochtelijken toon in het oor gefluisterd, dat morgen de vergadering der Academie van wetenschappen plaats had en zij, Iduna, dus alleen te huis zou zijn. Dat was een kostelijke ge legenheid om een uurtje samen te praten. Het bleeke, niet leelijke, maar afgeleefde gelaat van den officier, met het lichtzinnige lachje om de kleurlooze lippen, scheen haar op dat oogenblik hatelijk toe. En toch gaf zij geen weigerend antwoord. Een rendez-vous! Een gloeiend ver liefde minnaar, die aan haar voeten ligt, op wien zij al de kleine kunstgrepen harer behaagzucht beproeven kan die kunstgrepen, waarvoor Albert doof eu blind is o, zij zou het wel eens een enke'e maal willen beleven! En zij weigerde niet. Als een bliksem straal gaat haar de gedachte door het hoofd: Albert uit; de keukenmeid vrijaf geven het kamermeisje omkoopen het kindermeisje met het kind naar de grootouders zenden. En met dit geheim zwaren, die aan de verwezelijking in den weg staan, zoo menigvuldig zijn, dat het twijfelachtig is, of zelfs de beste wil in staat zal zijn die weg te ruimen. Bij een nadere beschouwing aldus zegt de schrijver van de voorgestelde militaire conventie, op een of- en defensief verbond gevestigd, treedt dadelijk de vraag op den voorgrond, welke bc- tcekenis te hechten is aan de onzijdig heidsverklaring van België door de vijf mogendheden. De Belgische regeering kan over den omvang der haar opgelegde verplichtingen zonder de medewerking dier mogendheden geen afdoende be slissing nemen, zij zal vóór het sluiten van een verdrag, dat naar het oordeel van een der mogendheden die de on zijdigheid waarborgen, bepalingen bevat met die onzijdigheid in strijd, zich met de vijf mogendheden moeten verstaan. Wel heeft men er op gewezen hoe gezaghebbende mannen op het gebied van volkenrecht een groote vrijheid van beweging aan onzijdig verklaarde landen toekennen. Een onzijdig land zoo heeft zelfs een hunner verklaard kan zonder zijne verplichtingen te schenden, verdragen sluiten in het belang van zijne verdediging eu de handhaving zijner onzijdigheid. Maar al wil ik deze verklaring gaarne onderschrijven, ik zie er geen of op zijn beBt slechts een halve oplossing in van het vraagstuk dat ons bezig houdt. Dat België bevoegd is out zich door verdrag den bijstand te verzekeren van Nederland bij eenigen aanval op zijn grond gebied, zal wel niet ontkend kunnen worden; maar wanneer Nederland wederkeerig hetzelfde van België vraagt, zal België wel gedwongen zijn te antwoorden: het op mij nemen eener dergelijke verplichting laat mijne onzijdigheid mij niet toe. Twijfel hier omtrent is naar mijne opvatting uitge sloten. Ten opzichte van de mogelijkheid eener totstandkoming van het bedoelde verdrag, zal men derhalve deze twee gevallen kunnen vaststellen, of wel Nederland zal zich moeten verbinden tegenover België zonder daartegenover eenige verbintenis van België te kunnen verkrijgen, of de vijf mogendheden zul len het verdrag moeten goedkeuren. Het is natuurlijk geheel onzeker of deze goedkeuring zal kunnen verkregen wor den, en zoo ja, onder welke voorwaarden. Aangenomen dat voor deze moeielijk- in de ziel keert zij aan den arm van haar niets vermoedenden echtgenoot naar huis terug. Zij was bijzonder lief on teeder tegen hem en hij scheen vol komen gerust te zijn. Lafhartig, naar de zonde verlangend en toch er voor terugdeinzende, maakte zij liaar lot van Albert afhankelijk. Als hij slechts een klein weinig ijverzucht betoonde, zou zij nog omkeeren; inliet andere geval was het zijn eigen schuld. Maar hij maakte zich reeds gereed om uit te gaan. Ilij had hoed eu stok reeds in de hand, en trad op haar toe, met de gewone zachtmoedige uitdrukking op zijn gelaat. Hij zag haar ern6tig en open aan en zeide: „Vrouwtje, ik laat je heden alleen gij hebt uw kindje. Ik heb van morgen wel een slecht gespeld briefje ontvangen, waarin men mij mededeelt, dat gij van middag bezoek verwacht, maar ik houd het voor laster." („Die poets heeft het kamermeisje mij gebakken, omdat ik onlangs, in een kwade luim, haar ten onrechte beschul digde dat zij mijn granaten broche had gestolen," dacht Iduna, terwijl hij sprak). „Gij zijt rein en zult het blijven, daarom durf ik ook gerust van huis te gaan. Mijn geloof aan u kan door niemand aau het wankelen worden ge bracht." Ilij zag haar nogmaals door dringend in de oegen: „Gij zijt goed en rein," hcid een bevredigende oplossing is ge vonden, en dat België en Nederland met volkomen vrijheid kunnen onderhandelen, dan zal voorzeker eenstemmigheid om trent den inhoud van het to sluiten verdrag nog niet zoo gemakkelijk ver kregen worden. Do strategische kwestie zal wel voor zeer uiteenloopende be schouwingen vatbaar blijken. Mr. De Beaufort wil aan do krijgs kundigen, die hun aandacht op dit punt gevestigd hebben, twee vragen stellen. Vooreerst indien België zijn verdedigings lijn aan de Maas en de Sambre wil behouden, zal dan indien het tot eenV gemeenschappelijk plan van verdediging komt, Nederland zijne ontmantelde vestingen aan de Maas niet weder in staat van verweer moeten brengen? Eri vervolgens indien voor NederlanI Amster dam, voor België Antwerpen als laatste bolwerk blijft aangewezen, zal dan het behoud der gemeenschap tusschen deze beide verdedigingswerken niet een dringende eisch zijn? Verder deze vraag van zeer toederen aard: zal bij oen te sluiten verdrug tusschen Nederland eu België aan het eerste of aan het tweede rijk het opperbevel bij oorlog worden toegekend? Het antwoord op die vraag zal, denkt de schrijver, in beide landen wel eenparig zijn: aan geen van beide. Het zal van de omstandigheden afhangen, of men het gemeenschappelijk leger onder één veldheer zal plaatsen dan wel aau elk zijn zelfstandigheid zal laten. Dat, zoo de omstandigheden zich voordoen, deze wel tot de laatste op lossing zullen leiden, ncht de heer De Beaufort gemakkelijk te voorzien, maar, vraagt hij, gaat zoodoende een der grootste voordeelen van een gemeen schappelijk militair optreden, eenheid van leiding, niet geheel verloren? Wat een tolverbond aangaat, do schrijver is van meening, dat er drie wegen zouden zijn te vinden om tot het beoogde doel te gerakenaansluiting op den voet van hot Belgisch tarief, aan neming in hoofdzaak van het Nederlandsch „En ik heb u lief, Albert," stamelde zij, gij hebt gelijk dat gij mij vertrouwt!" Zij verborg haar gloeiend gelaat aan zijne borst. Het Btormde in hare ziel. De booze gee6t vlood heen, als het ware uitgedreven door de hand van een heilige. Zij ademde diep, als werd zij verlost van een ontzettenden last. Zij wilde rein blijven, en boete deen voor de in gedachte bedreven zonde. Zij wilde met haar gansche ziel hem tocbehooren, wiens liefhebbende arm haar onbewust terughield van den afgrond der ver zoeking. Hij streelde haar lokken. „Gij zijt een engel; dat wist ik reeds lang!" „O neen, niet ik niet ik maar" „Ilct kind," zeide hij lichend, „ik hoop, dat zij aan u gelijk zal worden. Doch nu moet ik gaan." Ilij kuste haar nogmaals teeder en verliet het huis. staarde hem na, met door tranen ver duisterde oogen. „O! mocht ik goed en rein blijven, in waarheid zijn goede engel worden!" zoo dacht zij. En zij vloog naar haar schrijftafel en schreef den baron een briefje, waarin hem zeer duidelijk voor goed haar huis ontzegd werd. En toen begaf zij zich naar haar kind en telde de minuten, totdat Albert weer tehuis kwam.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1906 | | pagina 1