bo.
Zaterdag 3 Februari 1906.
3e Jaargang
10.
Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken.
Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER".
Wees U Zelf!
Kleine middelen.
FEUILLETON.
Dolende Ridder.
Verschijnt
Wtieasdags en Zaterdags.
DE EEMLANDER.
Bureau
[Hendrik van Viandenstraat 28.
Abonnementsprijs
Per jaarf 3-00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Prijs der advertentiën
Van 1 tot 5 regels0.40
voor iederen regel meer 0.08
(Bij abonnement aanmerkelijke korting.)
„Hoe grootcr en krachtiger eone per-
ooDÜjkheid, hoe kleiner en lager de
|niddclen waarmede men haar bestrijdt".
Bevatten deze woorden van een he
llenden Franschen schrijver waarheid,
I lan bestaat er alle aanleiding om het
I rijzinnige Kabinet-De Meester geluk te
fenschen, want zelden is een regeering
ons land bestookt met kleiner middelen,
net ondeugdelijker wapens, als in een
crlijken strijd niet zouden zijn toege-
,ton.
Als staaltje behoeven wij slechts te
ijzen op „de vergissing" vau Huisgeeir,
n Centrumnaar aanleiding van het K. B.
t aanvulling van de Staatscommissie
l oor de geineentefinanciën. Beide bladen
I telden het voor alsof nu voortaan in
I leze Commissie, buiten den heer do Waal
I ilalefijt, geen enkel rechtsstaand lid zit-
ling zal hebben. „De Katholieken zijn in
I leze commissie alleen vertegenwoordigd
I looi- een der adjunct-secretarissen, den
lieer de Vries Feijcns. Onder de leden
lellen wij geen enkelen geestverwant,'
I daagt het Centrum. „Dat is nu het op
I reden van het Verzoeningsministerie!'
dinkt hot Katholieke duo, dat bedoelt
lie gemoederen der lezers met diepe
rerontwaardiging te vervullen.
Natuurlijk, 't is een vergissing, al
het haast ongeloofelijk dat de redacties
I lier beide bladen niet zouden weten, dat
Inen niet tot een nieuwe samenstelling
licner bestaande Commissie kan overgaan.
I onder eerst de niet-herbenoemde leden
ran hun lidmaatschap te ontslaan. Een
hleine vergissing. Maar intusschen heeft
liet middel er toe bijgedragen om het
vantrouwen tegen het Kabinet nieuw
I :oedsel te geven.
Beecher Stowe schreef eens een mooi
I loekje om te waarschuwen voor de
Kleine Vossen in den Wijngaard," die
koovcel nadeel kunnen toebrengen aan
len oogst. Mr. baron Wijnbergen daar-
ntegen toonde in zijn rede gehouden
Onze drie grootste vijanden, namelijk on
deugd, gebrek en vervelingioorden door den
arbeid op de vlucht gedreven.
Voltaire.
üit het Engelsch
van
EDNA LYALL.
Zich Enrico's raad herinnerend om
I üjn geluk voor zich zeiven te houden,
lam Carlo vacantie, en bleef thuis tot
iet laatst van de week, toen hij, deels
I jedreven door de lust om het nieuws
tan Piale medetedeelen en zijn gewone
es bij den ouden maestro te nemen.
Ileels om eene verlovingsring naar zijn
smaak uit te kiezeu zijn paard liet za-
I leien en naar Napels reed.
Piale woonde boven een winkel in
lie Strada Mont Oliveto. Zijn kamers
waren met Spartaansche eenvoud ge
meubileerd, zonder de minste poging
lot gemak of versiering. Een marmeren
in de vergadering van den Nat. Bond
van R. IC. Propaganda-vereenig., het
werken dier „Kleine Vossen", in de
politiek niet te versmaden, 't Was 'n
doorloopend knagen en wroeten, teneinde
in den geest zijner jeugdige hoorders
elk gevoel van achting en eerbied voor
deze Regeering te ondermijnen. En hij
had eer van zijn werk; de voorzitter
beloofde dat het „vandaag gehoorde het
gansche land rondgedragen" zou worden.
Zoodat men zich nu kan spitsen op het
colporteeren van het nieuwe spreekwoord:
„Hij zwijgt als Borgesius"; van de be
wering, „dat het een bespotting is van
de democratie dat 24 personen zich
hebben meester gemaakt van de regee
ring," en van de „misleiding van het
nooit genoeg uitgekleede blanco-artikel".
Dat we van dit ministerie niets hebben
te verwachten als wat 't vorig Kabinet
heeft achtergelaten, konden we reeds
maandenlang uit de rechtschc pers ver
nemen en eveneens, dat er op geen
sociale wetgeving valt te rekenen, omdat
deze eerst wordt ingevoerd als er geld
voor is.
Wellicht zal later bij die jeugdige pro
pagandisten wel eens de vraag rijzen of
het niet eerlijker is geen groote beloften
te doen, welke men weet niet te kunnen
vervullen; geen millioenen eischende
wetten in te dienen, terwijl men weet
over geen cent daarvoor te beschjkken.
Wellicht zal dan door hen gedacht worden
aan „volksmisleiding"; maar intusscheu
hebben ook zij er reeds toe bijgedragen
om in ruimen kring het vertrouwen op
de eerlijkheid en de bedoelingen dezer
regeering te ondermijnen.
Kleine middelen: zal men dan nooit
uitgepraat raken over 't zwijgen van
mr. Borgesius Tot de deugden van dien
staatsman behoorde niet dat hij ten allen
tijde een wacht voor zijn lippen plaatste.
Goed dat hij dat ditmaal geleerd heeft
te doen. Want had hij gesproken, hoe
zou men er hem dan een verwijt van
hebben gemaakt, dat hij optrad als het
onverantwoordelijke orgaan der Regee
ring! 't Grenst aan lafheid, hem thans
door beleedigingen en schimpscheuten te
willen verleiden een stilzwijgen te ver
breken, dat hij zich in het algemeen
belang hoeft opgelegd en waarin hij,
naar wij hartelijk hopen, zal blijven vol
harden, hij en zijn onderstelde dubbel
ganger van de Zulfensche Ct., trots alle
spelde- en andere prikken van politieke
tegenstanders eu vermeende geestver
wanten.
Deze laatsten mogen zich ernstig afvra
gen of de hulde, hun in de laatste weken
zoo kwistig gebracht door de orgaan dei-
coalitie ook mr. van Wynborgen bracht
de heeren „hulde voor hunne oprecht
heid", niet een zeer bedenkelijke zijde
heeft.
Dat er fouten zjjn begaan, niemand
ontkent dit. Voor den heer Borgesius zal
het ontpoppen van generaal Staal in den
Minister, zooals hij zich bij zijn eerste
parlementaire vlucht vertoonde, zeker
geen aangename verrassing zijn geweest.
Het opnemen van den heer Kraus achten
wij in de bekende omstandigheden een
groote misslag.
Maar noch hei een, noch het ander
wettigt het laffe spel dat nu gespeeld
wordt, waar toch ieder die weten wil,
volkomen bekend kan zijn met alles wat
er is voorgevallen.
Deze Regeering heeft niets geheimzin
nigs, zij heeft niets te verbergenintegen
deel, met een niet gewone rondheid heeft
de woordvoerder van het Kabinet, mr.
de Meester, alles meegedeeld wat noodig
was te weten. Het regceringsantwoord
op het voorloopig verslag der Eerste
Kamer, d. d. verschenen, munt weder
uit door een klaarheid, welke onwille
keurig vertrouwen wekt.
Welnu, als naar wij vertrouwen, de
spitsroeden van mr. Van der Biesen
en enkele zijner geestgenooton slechts
gaten in de lucht hebben geslagen, laat
het dan eindelijk uit zijn met dat klein
geestig en klein gepraat en geschrijf over
vloer zonder kleed of mat, bleekgroen
geschilderde muren zonder eenig schil
derij, een groote piano in 't midden
van de kamer, een tafel bezaaid met
muziekpapier, boeken en pennen, be
nevens een paar stoelen met rechte
ruggen vormden het meubilair van dezen
muzikalen kluizenaar. Toen Carlo op
dien morgen de kamer binnentrad vond
hij den ouden man gebogen over een
partituur van een of andere opera, zijn
vaal grijs haar van zijn breed voorhoofd
teruggeslreken. De kaalheid van zijn
veelkleurige kamerjapon kwam sterk
uit iu het zonlicht, dat door de half
geopende jaloezieën binnenstroomde, Hij
keek op toen Carlo binnentrad en keek
hem uitvorschend aan, om te zien hoe
't dien morgen met hem gesteld was.
Door het gelukkig gelaat van zijn
leerling overtuigd, dat de hemel voor
als nog helder was, gromde hij hem een
norsch „Buon giorno" toe en sloeg met
weerzin zijn boek dicht.
„Gij moet mjj gelukwenschen, maes
tro", zeide Carlo snel naar hem toeko
mend.
„Niets dan een ware kinderlijke ge
hoorzaamheid en eerbied voor u heeft
mij van morgen uit het paradijs gevoerd.
Gij moet uw lof vermengen met uwe
wenschen voor ons geluk en onze ge
zondheid".
„He!" riep de oude man uit, vein
zende hem niet te begrijpen. „Ge zijt
een avvocato, geloof ik, zooals de jon
ge Ritter mij vertelde. Corpo de Bacco
Kom bij mij niet om gelukwenschen.
Gij hebt een verkeerde loopbaan geko
zen. Gij verkwist Ja! verkwist, de
edelste gave, die God u schonk"
„Maar Maestro! Bedenk eens, hoe
zou ik mijn stem kunnen benutten op
de wijze, zooals gij wilt? Zoudt gij wil
len, dat ik mijne moeder verliet? En
bovendien zijn er andere beletsels ik
ga trouwen".
„Trouwen!" De maestro wendde zich
zuchtend af. „Nu dan trek ik mijne
handen van je af. Gij zijt voor de kunst
verloren, verloren voor het edelste beroep!
Yaarwel dan al mijn hoop. Al mijn moeite
aan je is weggeworpen. Gij hadt de trots
van mijn ouderdom en het genot van
Europa kunnen worden. In plaats daar
van kiest gij het beroep van advocaat
en de liefkozingen van eene vrouw".
„Gij spreekt toornig, Maestro," her
vatte de schuldige lachend. „Ik zal
aan uwe stoute bemerkingen twee bij-
ïoegelijkc naamwoorden toevoegen
een nuttig ambt en een volmaakte
vrouw. Wel Signor! Gij, die Miss
Britton kent, moest de eerste zijn, die
mij verontschuldigt. Wat kondt gij ook
anders verwachten. Moest ik soms aan
de muze der harmonie den voorkeur
geven."
„Hoor hem eens aan!" riep Piale
wanhopig. „Lieve Hemel, en die on-
allerlei zaken van geheel ondergeschikt
belang, welke feitelijk niemand meer
interesseeren. Men lato het Kabinet de
ust waarop het aanspraak heeft en die
het behoeft om zich voor te bereiden op
de daden, welke men er van verwacht
en oordeele veroordeclc zoo noodig
eerst dan.
Baadsoverzlcht.
Het debat in den Raad van j.l. Dinsdag
stond in het teeken van het Onderwijs
De heeren Hagedoorn, Gerrit
sen cnPlomp waren het voornamelijk,
die daarover het woord voerden, en die
daarbij wel het een en ander gezegd
hebben, dat waard is om aan een nadere
beschouwing to onderwerpen.
De heer Hagedoorn opende het
debat over de 7e klasse verbonden aan
de jongensschool alhier. B. en W. in
overwegiug gevende, die maar af te
schaffen.
Laat ons even een terugblik werpen
en in hel licht stellen, met welk doel
genoemde klasse werd toegevoegd, aan
de vroeger zesklassigo school.
Naar wij vermenen heeft deze klasse
haar ontstaan te danken gehad aan zeer
gezonde en zeer loffelijke redenen.
Er zijn zoo redeneerde men
tal van ouders, die hunne kinderen naar
de II. B. S. zenden, van oordeel, dat
zij meer noodig hadden, dan wat
een zestal leerjaren hun kon geven
zonder dat by hen echter de 'bedoe
ling voorzat, hunne kinderen de H. B
S. te doen afloopen. Men stuurde ze
naar deze inrichting, omdat dit de
eenige was voor voortgezet onderwijs
hier ter stede.
Noodgedwongen dus.
Yaak liep dat op teleurstelling uit.
Yaak bleek het, dat sommigen hun
ner, soms na een of twee vruchtelooze
pogingen aangeland in do H. B. S.
dit veelcischend onderwijs niet konden
volgen en na korten tyd, in de eerste
of tweede klasse mislukten.
dankbare hebt gij begiftigd met een
stem als een Seraphyn en een dramatisch
talent als een Salvini."
„Dat Salvini mij verontschuldige,
zeide Carlo vroolijk lachend, „maar dat,
mijn waarde Maestro, is waarlijk een
mooi voorbeeld."
Zijn lach was zoo aanstekelijk dat
Piale willens of onwillens moest mee-
lachen, toen slofte hij schouder ophalend
naar de piano.
„Gij zijt onverbeterlijk! Ik trek mijne
handen van je af! Maar daar ge in
zoo'n jolige stemming verkeert, in 't
vooruitzicht van zoo'n eentonig leven
„Maestro!" viel Carlo verontwaardigd
in de rede.
„Spreek ik onberaden?" vroeg Piale
sarcastisch, „in 't geheel niet. Oh, ik
weet best hoe het zijn zal, ge zult onder
uw wijngaard of vijgeboom zitten, ge
zult do olijftakken rond uwe tafel tel
len
„Signor Piale!"
„En ge zult zeggen, zooals uw uiter
lijk dan ook zal aanwijzen, „ik moet
hard werken," gij zult de spreekbuis
van de Napolitaansche misdadigers wor
den en die goddelijke gave zult ge
gebruiken om leugens te verkondigen
en uw schoon dramatisch talent zult ge
verlagen tot een gereedschap voor
schuldigen. En nu dit alles je in zoo'n
vroolijke luim brengt, moest ge mij je
lied eens zingen uit II Barbiere."
Bovendien was hot daargegeven onder
wijs hoe goeden naam de H. B. S.
ter stede ook hebbon moge niet
ingericht voor de behoefte van die kin
deren, die op hun 15e of 16e jaar op
eenigerlei wijze de practijk in moesten.
Men meende dus en schijnbaar vol
komen terrecht dat er naast de H.
B. S. nog groote behoefte bestond aan
ander voortgezet onderwijs, niet zoo-veel
omvattend, meer gericht op do practijk
en ook minder moeielijk te volgen, dat
dit uit den aard der zaak op een Middel
bare school het geval kan zijn.
Dat was de theorie meonen wij.
En wat heeft de practijk uitgewezen?
Dat die zoogenaamde zevende klasse
een totale mislukking ge-
woest is.
Bevolkt met een aantal kinderen, in
den regel beneden de tien, sleept deze
klasse nu reeds sedert een zevental
jaren haar treurig bestaan voort en
beantwoordt in gèen enkel opzicht aan
de illusies, die men zich daarvan heeft
gemaakt. Ze kost der gemeente een
hand vol geld en werpt een zeer twijfel
achtig nut af.
Had ze aan haar doel beantwoord,
het voortgezet Onderwijs had aan do
jongensschool een veel hoogere vlucht
moeten némen, het had in dit tijdsverloop
reeds belangrijk moeten worden uitge
breid. Niets daarvan.
Met moeite zonder energie sukkelt de
weinig-levenskrachtige voort. Toch, er
waren nog een kind of zes, die van
dit onderwijs profiteerden. En we ge
voelen het, hoe gering dit getal ook
moge zijn, en hoe duur elk dezer
leerlingen de gemeente ook koste
een vriend van goed openbaar onderwijs
kon zich bezwaard achten tot opheffing
van deze inrichting mee te werken.
Want op andere wijze was daarin niet
te voorzien.
We kunnen deze en dergelijke over
wogingen begrijpen die nog eenigr-
zins pleitten voor het instandhouden
Zijn lip optrekkend begon de oude
meester het accompagnement van „Largo
al Factotum" en Carlo met zijn gevoel
voor luim en getroffen door de verge
lijking tusschen de ophemeling van het
barbiersvak en de juist gesproken
woorden, zong prachtig.
Bij 't einde heerschte er een diep
stilzwijgen. De oude meester zat in
gepeins verzonken en Carlo keek hem
glimlachend aan. Dan de kamer op
en neer loopeud, zong hij half luid het
recitatief dat volgde, een ondeugende
meening leggend in de woorden.
Oh! che bella vita! Oh! chemestieré!
„Het kon nooit beter worden ge
zongen! riep Piale met een wanhopig
gebaar. Carlo, misschien ben ik niet
goed voor je geweest. Ik heb je nooit
geprezen, nooit gezegd wat ik van je
gaven dacht, ik vreesde die bescheiden
heid te bederven, die je mij zoo lief
maakte. Maar nu is het tijd om de
zaak ernstig te beschouwen. Neen,
neen, val mij niet in de rede! Trouw
als ge wilt, en laat je vrouw de Siguora
Donati tijdens je afwezighoid gezelschap
houden, maar laat een zoo roemrijke
gaaf niet ongebruikt."
Wordt vervolgd.