Stadsnieuws.
Allerlei.
van genoemde klasse al deelen wij
dit niet.
Doch nu er door den heer Van der
Sluys een gelegenheid geopend wordt
voor de ouders, om 't gewenschte
ouderwijs tegen betrekkelijk weinig
hooger schoolgeld te vorkrijgen, en wat
óók gewicht in de schaal legt, zonder
dat dit onderwijs een bepaald seetarisch
karakter draagt nu vervallen dunkt
ons alle redenen, dat de gemeente eene
klasse zou hanJhaveu, die kostbaar i9 en
weinig nut afwerpt ten eerste en die
totaal overbodig geworden is ten tweede.
Kan het verwondering wekken, dat de
heer Roland us H a ge d o o r n, door
soortgelijke overwegingen geleid, aan
B. en W. in overweging gaf de zevende
klasse op te heften?
Mag men voor eene inrichting; die
zóó weinig vruchten blijkt af te werpen
belangrijke offers van de gemeentekas
vragen?
Ware dit geld niet veel en veel nut
tiger besteed, als men dit aan ander
voortgezet onderwijs besteedde, wanneer
men het aanwendde bijv. om de subsidie
te verhoog n van de Ambachtsschool,
die door het in het leven roepen
van een cursus voor voortgezet teeken-
onderwijs aan ambachtslieden, hare uit
gaven weer met een f 400 zag vermeer
deren.
De heer Gerritsen ondersteunde
den heer Hage doorn en ook de heer
Joris son, de laatste meteenige „Scha
denfreude" die hem gaarne gegund
wordt.
De beer Plomp maar neen
laten we den heer Plomp voor het laatst
bewaren. De tweede onderwijszaak, die
aan de orde kwam werd ingeleid dooi
den hoer Gerritsen.
In principe zijn we het met genoemd
Raadslid eens doch in de uitwerking
daarvan door hem, blijkens ons Ra a d s-
verslag, staan we niet aan zijn zijde.
Het gold hier zooals onzen lezers
bekend i« uit ons verslag de kwestie
of men de hooiden van scholen al of niet
het onderwijs in een vaste klasse zou
opdragen. Lag het in de bedoeling van
den heer Gerritsen elk schoolhoofd,
dat voortaan benoemd wordt, gedurende
de 26 uren, dat het lager-onderwijs duurt
aan eene vaste klasse te binden, dan
varen wij niet met hem in één schuitje.
Dat schijnt ons niet toe in het belang
van het onderwijs, niet in het belang
van een goed ineengrijpen van het on
derwijs in de verschillende klassen, in
strijd met den geregclden gang van zaken
op de lagere school. Het hoofd dient
dunkt ons op de hoogte te zijn van het
onderwijs in elke klasse, dient en
moet dit ook doen waar het noodig
is voor ieder der onderwijzers bij ont
stentenis te kunnen invallen, behoort voor
eiken klasse-onderwijzer de steun en
de hulp te zijn.
Te meer klemt dit in gi-Qote scholen
met een groot personeel. In kleine in
richtingen, waar het hoofd wordt bij
gestaan door een of twee klasse-onder
wijzers krijgt men natuurlijk een anderen
toestand.
Zijn wij het dus in zoover niet eens
met den heer Gerritsen en ook niet
met den heer Moerman wiens
flinkheid om in deze voor onderwijzers
zoo teere zaak rondweg met zijn mec-
uing voor don dag te komen wij overi
gens re8pectceren wat het princi p c
van de zaak aangaat, daaromtrent gaan
wij ton volle met den heer G e r r i t s en
mede.
Als wij tenminste als de kern van het
betoog mogen beschouwen dit: en
ook in de aangevoerde argumenten zien
wij dezen kern op don voorgrond ko
men het hoofd van de school
behoort geregeld o n d e r w ij s te ge
ven.
Dat lijkt ons de natuurlijkste zaak
van do wereld en wij kunnen ons niet
voorstellen, dat er hoofden zijn, die daar
van niet zijn doordrongen.
Wij kunnen ons niet voorstellen, dat
er hoofden zijn, die het geven van on
derwijs niet beschouwen niet alleen
als een integreerend deel maar zelfs
als het mooiste deel van hun arbeid.
Ons zijn ook hoofden bekend, ook
hier ten stede, die een dergelijke op
vatting hebben van hun taak.
Mochten er ook zijn en dit schijnt
weikolijk het geval te zijn die het
geven van onderwijs als het ware schu
wen en zooveel mogelijk vermijden,
dan wordt het toch hoog tijd dat er
ingegrepen wordt van hoogerhand.
Zulke hoofden hebben natuurlijk niet
het minste prestige onder hun personeel.
Wenschelijk is het, dat daar dan eens
een onderzoek naar worde ingesteld.
In het belang van de hoofden van
scholen in de eerste plaats.
Wij voor ons meenen, dat de beste
regeling een zoodanigo zou zijn, als
thans bestaat aan Burgerschool, en Gym.
nasium.
Zou er één rector van een gymnasium,
één direcheur van een Burgerschool in
Nederland zijn, die bijna 30 uur, dat
er gewoonlijk aan dergelijke inrichtin
gen per week les gegeven wordt, alleen
controleerend en administreerend door
brengt?
Wij gelooven dit niet.
Hier ter stede moeten die heeren vol
gens hunne instructie tenminste weke
lijks een 12 of 14 tal uren les geven.
In Amsterdam is naar wij vrij zeker
weten een dergelijke bepaling gemaakt
voor hoofden van scholen.
De hoofden hier ter stede zullen er
niets op tegen hebben, dat zij in dezen
gelijkgesteld worden met Rectoren en
Directeuren van gymnasia en H. B. S.
en dat ook hier eene instructie in
gelijken geest worde vastgesteld.
Een dergelijko regeling zouden wij
billijk achten, hen een 26 tal uren on
derwijs op te dragen zouden we afkeuren.
Wij hebben onze meening tegenover
of naast die van den heer Gerritsen
gesteld en zullen desgcwenscht aan vak
mannen gaarne gelegenheid geven de
hunne in ons blad neer te schrijven en
gaan thans van dit hoogst belangrijke
punt over tot de
derde onderwijskwestie,
n. 1. het adres der onderwijzers om ver
hooging van salaris.
We hebben reeds uiteengezet vroe
ger welke bezwaren wij er tegen
hebben.
't Komt ons voor, dat B. en W. ta
melijk gelukkig zijn geweest in hunne
beantwooiding van de argumenten iu
zoo verre die steunden op de gegevens)
door hoeren adressanten verzameld. Wij
zijn het vooral eens met de bewering
vau B. en W. dat een verhooging van
woninghuur niet billijk is, omdat die
maar een deel der betrokkenen ten
goede komt.
Maar een andere kwestie is of een
maximum van f 900 voldoende te achten
is voor een gezin. Een andere vraag
js het of de tijd 20 jaar waarna
dit maximum te bereiken is niet wat al
te groot is. Doch dit daargelaten.
"Van het standpunt van B. en W.
kunnen we ons begrijpen, dat ze hun
kracht zoeken in vergelijking met
andere gemeenten daarin trouwens
voorgegaan door adressanten zelf.
Wij zouden dezen wel eens in over
weging willen geven vergelijkingen te
makenmet desalarieering van andere cate-
goriën van ambtenaren wij denken
aan spoor en post, aan landmeters
dan komen zij er in plaatsen van de
grootte van Amersfoort zeer slecht af.
Doch, nu dat niet gebeurd is, ge
looven wij, dat het voorstel van den
heer Gerritsen: de gemeente betale
de stortingen voor het weduwen en
weezenpensioenfonds voor onderwijzers
alleszins aanbeveling verdient.
Een onderwijzer, die niet voor goed
alle huwelijksplannen heeft opgegeven,
óf die reeds gehuwd is, kan zich niet
onttrekken aan de moreele verplichting,
om in dit pensioenfonds te gaan. Doch
ze betalen reeds 2 en nu komt er
nog 5 bij, zoodat ze dan van hun
altijd toch lage salarissen van f 600 tot
f 900 een som van f 42 tot f 62 moeten
missen.
En dat is veel, zéér veel.
We hopen dan ook van harte, dat
dit voorstel sympathie mag ontmoeten
in een college, dat zoo uiterst welwil
lend is geweesttegon een andere categorie
van gemeente ambtenaren men deuke
aan het gemeentelijk pensioenfonds, aan
de mooie salaris regeling (rijksregeling)
van de heeren bjj het middelbaar en
gymnasiaal onderwijs.
Enfin, het voorstel Gerritsen ge
steund door den heer Yan Kalken,
V a n E s v e 1 d en Yan B e e k zal
in de afdeelingen een onderwerp van
bespreking uitmaken.
De onderwijzers want ook hun
adres komt opnieuw iu behandeling
hebben dan gelegenheid meteen, om
opnieuw en beter geargumenteerd voor
den dag te komen.
En thans zijn wij genaderd tot den
heer P 1 o m p.
De heer Plomp is een knap man.
De heer Plomp is een ijverig man.
De heer Plomp is een eerlijk man.
Eigenschappen, die hem zeer geschikt
zouden maken voor het. lidmaatschap
van den Raad, indien deze heer ook
waseen kalm man.
En dót is hij niet.
Eu daardoor wordt een groot deel
van zijn goede eigenschappen geneutra
liseerd.
De heer Plomp vliegt als een
woedende stier overal op los.
Niet alleen op rose lappen de heer
Plomp is heel wat verconservatiefd
maar op alles, zonder onderscheid. Zijn
gebrek aan kalmte maakt hem werkelijk
kleurenblind.
Hij onderscheidt of liever hij hoort
niet goed.
De hoer Gerritsen zegt, dat hij
de hoofden vóór de klas wil hebben.
„Wat" zegt de heer Plomp wil je
hoofdelooze scholen en hij borduurt
op dat thema voort.
De heer Gerritsen wil evenmin
als de heer Plomp hoofdelooze scholen.
In Amersfoort is geeu enkele vakor
ganisatie, geen enkele onderwijzer
men zie ook het belangrijk ingezonden
stuk in dit blad die er naar streeft
de scholen te onthoofden.
Dus de lap, waarop de heer Plomp
aanviel was u i e t rood, niet rose
bestond alléén iu zijn verbeelding.
„Orde en tucht moet er zijn in de
school". Me dunkt, dat is geheel Europa
wel niet den heer Plomp eens.
Orde en tucht moet er óók zijn in
den Raad en daar mocht de heer
Plomp ook wel eens aan denken.
Hoofdelooze scholen wil niemand.
Raadsleden, die het hoofd zal spoedig
kwijt raken moest niemand willen.
Niet ad rem was de heer Plomp in
zijne bestrijding van den heer Hage-
doorn.
Deze beweerde héél eenvoudig, dat
men aan de onderwijzers hetzelfde moest
toestaan, wat men don leeraren niet had
ontzegd, n.l. hunne meening nader en
uitvoeiiger toe te lichten.
De heer Plomp vond deze eenvoudig
rechtvaardige zaak uit den booze.
En waarom?
Omdat het adres der onderwijzers over
iets anders liep, dan dat van de
leeraren.
Dat is géén argument van iemand,
die juist hoort, wat zijn tegenstander
zegt.
De qnalitciten van den heer Plomp
stellen wij op prijs - maar een grootere
mate van kalmte en bezadigdheid zouden
daaraan pas pracftsche waarde geven.
Eu misschien zou een Hink, krachtig
leider, die de heeren, nooit-het-woord
vragende en maar-raak-pratende raads
leden, zoo zijn er, eens flink op hun
nummer zette, de beraadslagingen zeker
ten goede kome.
Stellig iu de school maar óók in
de Raadszaal moet het gezag geëer
biedigd en gehandhaafd worden.
Er is nog meer verhandeld, waarop
we later misschien terug komen.
Ons Raadsoverzicht heeft reeds een
eerbiedwaardige lengte gekregen.
In het laatste der dagen zal men
vreemde gezichten zien, vandaar dat ik
geloof, dat de wereld wel gauw op haar
eind zal loopen. En dan is Genéve onge
twijfeld eerst aan de beurt.
Daar is tenminste dezer dagen een
huwelijksplechtigheid voltrokken, die
zeker haar weergade niet heeft. Ik bedoel
het huwelijk tusschen „prinses" Anetta
en een Duitscher.
De „prinses",een 18-jarigmeisjezonder
armen en beeuen, liet zich tot dusver in
een curiositeiten-museum bekijken. Van
daar dat de impressario zich met hand
en tand tegen de teedere verbintenis
verzette, ja zelfs zoo ver ging. de prinses
op te sluiten. De aanbidder liet daarop
den impressario arresteeren en schaakte
zijn beminde. Hij droeg haar naar de
kerk en tijdens de huwelijksceremoniën
hield de bruidegom de bruid in zijn armen.
Eindelijk eens een man, die zekerlijk
zijn belofte, dat hij zijn vrouwtje op de
handen door het leven zal dragen, voor
een deel althans vervult!
Na Zwitserland komt stellig Amerika
aan de beurt, wan- „goudhoudende" en
„goudproduceerende" kuikenszijn gezien,
geslacht en opgegeten. Een boer in
Mexico n.l. slachtte onlangs een paar
kuikens, en voud in hun krop korrels
goud. Dadelijk ging bij op onderzoek
uit, en bevond, dat de grond van zijn
akker inderdaad goud bevatte. Weldra
verkocht hij zijn grond voor niet minder
dan 30 000 pond (f 360 000).
Dat noemt men boffen!
Maar, wie een slimme vrouw heeft als
de Heer X. boft ook niet weinig.
Men luistere slechts.
De heer X. en zijn vrouw zaten in
den schouwburg heel ongelukkig. Vlak
vóór hen hadden ze een potsierlijk toe
getakelde dame met een grooten hoed
op, die blijkbaar nieuw was en een
grooten vogel tusschen een volledigen
bloemtuin bevatte.
Telkens bewoog die dame hoofd en
hoed, zoodat de heer X. en zijn vrouw
niet veel vau het tooneel konden zien.
Maar mevrouw X., die niet op haar tong
was gevallen, wist er wel raad mee:
Ik heb dicnzelfden hoed gepast,
fluisterde zij goed hoorbaar tot haar man,
maar ik wou hem niet hebbenli ij kwam
me veel te goedkoop voor om chic te zijn.
Hoe wpet je dat dit dezelfde hoed is?
Wel, omdat het kaartje met deu
prijs er nog aanhangt! was het triom
fantelijk antwoord.
De glimlach op de lippen der dame
met den grooten hoed verdween en eeti
oogenblik later verliet zij ijliugs do
tooneelzaal, om naar het kaartje te
zoeken dat er niet aanhing.
Ze zal al even erg op haar neus ge
keken hebben als de Haarlemsche
sergeant, van wien het H. Dgbl. het
volgende verteld:
„Er is op het oogenblik een sergeant
van de week bij het garnizoen onzer
goede veste, die de loffelijke deugd
beoefent van zeer vroeg op te staan.
Minder vriendelijk vinden de man
schappen zijner compagnie het evenwel,
dat hij van hen eischt, dat zij vóór de
reveille reeds opstaan en zich met het
blazen van dit signaal geheel gesleed
hebben, in plaats dat dit, zooals ge
woonlijk het geval is, eerst een kwartier
na de reveille behoeft te geschieden.
Te verwonderen valt het dan ook
niet, dat de soldaatjes hun matineuzen
sergeant eens een kool wilde stooven.
't Gêbeurde gisterenmorgen.
Een half uur vóór de reveille werd
opgestaan en in alle stilte werd het
nachtleger zóó opgemaakt, dat het leek,
alsof alle mannckes nog heerlijk in
Morpheus' armen sluimerden.
Toen alles in orde was, trok men de
kamer uit.
De St. Bavo had juist vier minuten
geleden zeven uur geslagen, toen do
sergeant in quaestie de kamer kwam
opstormen.
D'r uit, luie harken! en eenige
uitroepen van dezelfde soort klonken
als even zoovele liefelijke morgengroeten
door de rustige kamerstilte.
Sabelslagen en trappen van des
sergeants model-schoeisel tegen de kan
ten der onschuldige bribben vergezelden
het geroep.
Diepe stilte!
Ongeduldig sjort de vroeg-oppe onder
officier de dekens weg van een der
kribben en ziet daar lag geen „luie
hark," maar een keurige verzameling
ransels, tasschen en andere uitrustings
stukken onder de wol.
Zoo ging het verder 't rijtje langs
Het slachtoffer van zijn dienstijver
trok af en rapporteerde bij de kazerne-
wacht, dat zijn compagnie present was.
O, zoo!
Keniiisgeviiig.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Amersfoort.
Gelet op arts 7 der DranKwet.
Brengen ter openbare kennis,
le dat bij hen is in gediend een verzoek
schrift 01 n verlof tot verkoop van alcohol-
hondenden drank, anderen dan sterken drank,
voor gebruik ter plaatse van verkoop door:
J. H. Bouland inliet beneden gedeelte van
perceel Pnntenburgerlaan no. 19 alhier.
2e dat binnen twee weken na deze bekend
making ieder tegen het verleenen van het
verlof schriftelijke bezwaren bij Burgemees
ter en Wethouders kan in brengen.
Amersfoort den 31 Januari 1906.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
De Burgemeester
WUIJTIERS
De Secretaris,
J. G. STENFERT KROESE.
Hengstenkeuringen.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS vat
Amersfoort;
brengen ter kennis van belanghebbenden
dat de in het voorjaar van 1906 te houdet
gewone Rijkskeurigvanentot dek king
bestemde hengsten van ten min8te21/,
jaar oud voor zooveel de provincie Utrecht
betreft zijn vastgesteld op 14 Februari1
a. s.
dat de regelingscommissie tot het aanne
men van inschrijvingen voor bedoelde keurin
gen zitting zal houden op Zaterdag 3 Februari
a. s. van des voorraiddags 11 tot des namid
dags 12l/2 uur in het Hotel Bellevue aan
het Vreeburg te Utrecht.
Op vrachtvrije, schriftelijke en ondertee-
kende aanvragen zullen door den Secretaris
dier commissie den heer M. L. H. Thissen
(adres landbouwbank Utrecht) aan eigena
ren en houders van hengsten inschrijvings
biljetten voor de keuringen worden ver
strekt.
Bij de aangifte zullen moeten worden
vermeld:
u. naam en woonplaats van den eigenaar
en houder.
b. naam, ouderdom, ras kleur en bijzon
dere kenteekenen van den hengst, benevens,
indien deze in het stamboek is ingeschre
ven, stamboek en stain boeknummer.
c. zoo mogelijk afstamming van den hengst,
zoowel van vaders- als van moederszijde,
en naam en woonplaats van den fokker.
De ter keuring aaugeboden hengsten zul
len opgenoemden 14 Februari des morgen*
te 9 ure aan de Stadsmanége, Achter Cla-
renburg, aanwezig moeten zijn.
Amersfoort, 30 Januari 1906.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
J. G. STENFERT KROESE.
Verlaging gasprijs.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Amersfoort,
brengen ter algemeene kennis dat met
ingang van J Januari 1906 de prijs van hét
Kookgas is bepaald op vijf en een halve
cent (öYa) per M3.
Amersfoort, 31 Januari 1906.
Bnrgemester en Wethouders van Amersfoort,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
J. G. STENFERT KROESE.
Kadaster.
De BURGEMEESTER van Amersfoort,
brengt ter algemeene kennis, dat de Staat
No. 75 der grondbelasting van 1 Februari
1906 tot 1 Maart d.a.v. ter inzage is neder-
gelegd ter Serretarie der gemeente.
Amersfoort, 1 Februari 1906.
De Burgemeester van Amersfoort,
WUIJTIERS.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Amersfoort:
Gelet op art. 27 der Drankwet.
Brengen ter oponbaro kennis:
lo. dat bij ben is ingediend een verzoek
schrift om verlof tot verkoop van alcohol
houdenden drank, anderen dan sterken drank,
voor gebruik ter plaatse van verkoop door:
Joh. And, Wilh. Bolten in drie beneden
vertrekken van perceel Krommestraat No.
50 alhier;
2o. dat binnen twee weken na den bekend-
making ieder tegen het verleenen van hot
verlof schriftelijke bezwaren bij Burgemees
ter en Wethouders kan inbrengen.
Amersfoort den 1 Februari 1906.
Burgemeester en Wethouders voornoemd:
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Seeretoris, -
J. G. STENFERT KROESE.
GEMEENTE BELASTINGEN.
Do Gemeente-ontvanger van Amersfoort
herinnert bij deze, voor zooveel noodig, aan
de spoedige voldoening der nog openstaande
posten, plaatselijke inkomsten en straat
belasting, aaugezien weldra met de vervol
ging zal worden voortgegaan.
Amersfoort 3 Februari 1906,
De Ontvanger voornoemd
K. v. d. BURG.
Den loonkiezers, die thans
van wege de Secretarie vijf
biljetten ter invulling ont
vingen, deelen wij mede, dat
bet noodzakelijk is één van
die biljetten Ingevuld véér 15
Febr. e.k. ter Secretarie iu te
leveren.
De andere biljetten liebben
meer betrekking op inkomsten
der vrouw.
Verzuimt men dit, dan komt
men niet meer voor op de
nieuwe kiezerslijst.
Onder de aandacht van de desbetref
fende autoriteiten brengen we, dat op
sommige plaatsen t. w. Qroote Spui,
Langegracht en Pepersteeg
verzakkingen in de straat plaats hebben.
Wil men ongelukken voorkomen, dan
is herstel dringend noodig.
De directeur-generaal der posterijen
en telegraphie maakt bekend, dat bij
het hoofdbestuur der posterijen en tele
grafie (Bureel der Rebuten) in de Park
straat no. 21 te 's Gravenhage, voor den
rechthebbende is te verkrijgen een pa-
rapluie welke gevonden is in de wacht
kamer van het post- en telegraafkantoor
alhier.