Stadsnieuws. Een verstelbaar kinverband. Allerlei. en den aanslag? en dat men ver onderstelt, dat de onbekende misdadiger zich moed trachtte in te lezen voor zijn daad Er is in de gebeurtenis met den kamerheer aanleiding, te betreuren dat de bekende Indianengeschiedenissen zoo overvuld met plechtstatige edelmoedig heid en theatraal volgen van de straf op het kwade, als jeugd lectuur ver vangen is, door altijd akelige en ten deele ook vrij onnoozele vérhalen in het genre van Conan Doyle. In de bewondering, die de verrichtingen van Holmes ook bij grooteren vei weken, ligt iets van de naïviteit van het school kind, dat opziet tegen den meester, omdat deze altijd zoo juist de uitkomst van de sommen weet en dat vergeet dat hij ze zelf maakte met die uitkomst als basis. Het is onnoozel Conan Doyle te bewonderen wegens zijn fantasie en 't ver mogen zijn verhalen spannend te inaken; en de waardeering, die zulke lectuur ten deel valt, is in hoogc mate onlit terair en voor de ware litteratuur een hoogst noodlottig verschijnsel. Meer kan de litteratuur verwachten van een jonge man, die den „edelmoodigen woudlooper" bewondert en nadoet, dan van een ander die zijn menschelijk sentiment verstikken doet in dieven-verhalcn en uitgeslepen jachten op misdadigers. De geschiedenis van Hennig een Conan Doyle-episode in werkelijkheid heeft zich in zijn noodlottige werking op fantasierijke, maar sentimentaal zeer laag staande individuen reeds geopen baard. Te Berlijn spelen honderden jongens Hennigje. Een enkele werkte daaraan mee met een revolver en schoot een voorbijgaanden knaap, die met het „spel" niets uitstaande had, dood. In het algemeen behoeft het trouwens niet aangetoond te worden dat de misdaad, wegens de avontuur lijkheid en het gruwelijke, op zeer vee) naturen een aantrekkende werking uit oefent. Alles wat met strafwet of justitie in verband staat, impressioneert de men- schelijke natuur, zoo deze niet door betere bezigheid afgeleid en door het volgen van teedere sensaties is geadeld. Het begint bij de tralies van de gevangenis, den dievenwagen en het opbrengen van een dronken man; het eindigt met de morgue en het te zamen loopen voor het huis, waar een moord is gepleegd. Faine verhaalt, dat toen hetParijsche grauw met de hoofden van zijn eerste slachtoffers door Parijs trok, denzelfden avond kinderen katten onthoofden en optochten hielden met kattenkoppen op een stok. Dat is een voorbeeld van de griezelige neiging tot het wreede en kwade, dat we in het menschelijk hart ontwaren, een uitlooper van het roman tisch gevoel, een zeer onlitteraire eigenschap dat in gebeurtenissen- romans van den ouden stempel wordt gestreeld. De moderne tijd, een Engelsch quasi- litterair individu, Conan Doyle, boeken- fabrikant zonder één betere eigenschap heeft een middel gevonden om direct en onfeilbaar te speculeeren op den nienschelijken zin voor het kwade, het moreel-afzichtelijke, waartegen vergeefs dammen van wetten zijn opgeworpen. In een samenleving, waarin het letter kundig gevoel beter ontwikkeld ware, zou iets van zulken onsocialen aard onmogelijk zijn. Waar de samenleving van letterkunde eenvoudig niets afweet en bijv. niet begrijpt dat er over de misdaad zeer deuk dat ik er een groot deel vau mijn leven zal doorbrengen.'* Francesca zuchtte. „Och eigontlijk is afstand maar verbeel ding, onze brieven zullen de Atlantischen Oceaan ook wel oversteken. Ge moet mij al uw adres veranderingen zenden, Carlino. en ik zal kleiner lccreu schrijven, want er zal nooit ruimte genoeg zijn om alles te schrijven." Toen het overige gezelschap zich bij hen voegde, waren zij gewoon geraakt aan het denkbeeld van de aanstaande verandoriug, en hadden moedig de scheiding besproken, elkander bemoedigend, en mr. Bricton vermoedde weinig, toen hij zijn nichtje vroolijk plaagde met hare onverschilligheid voor de nieuwe ontdekkingen, wat er in 't verloopen uur in den tempel van Venus was gebeurd. Fraucesea glimlachte eu liet hem alles vertellen, wat hij had gezien, terwijl hare oogen de teugere en bevallige figuur volgden, die met Sibyl de oude grijze straten doorwandelde, welke naai den uitgang van Poinpeyi geleidden. Zij dronken koffie in een kleine restauratie aan den ingang» lieten 1111*. Britton zoeken tusehen photografiën, standbeeldjec van brons en terracotta en reden in den avond huiswaarts, met een stervende gladiator van terracotta, die met de pelgrim mede naar Clare zou gaan. Mocht kapitein Britton al denken dat Carlo stiller was dan gewoonlijk, zoo schreef hij dit toe aan de tegenwoordigheid van een vreemdeling hoewel dit het laatste ding was wat hem zou gehinderd hebben. De waardige kapitein toch hield er te meer van hem om die reden en praatte met hem op zijne beschermende wijs. spottende met zijne lichtzinnige landslieden, die in hunne open rijtuigen in feestkleederen den weg versperden. „Ja ja, die Napolitanen houden maar veel schoon door Arthur Morrison geschreven is wordt zulke lectuur door ouden begeerd en den jongen niet onthouden... Een auteur die niets doet dan straat jongens sensatie verwerken, kindcr- hersens in een grijs hoofd, verwerft zich een wereldreputatie. Zijn verhaaltjes worden aan de stationskiosken voor een lagen prijs verkochteen jong man verslindt zekeert terug tot den tijd toen hij ook met andere boefjes speelde en wordt boef, wanneer hij den aanslag pleegt op den kamerheer Vod Zitzewits. In het verpleegstersorgaan „Nosokó- mos" schrijft dr. A. (letrino) over een verstelbaar kinverband" volgens het systeem van riiej. Betsy Smits uit Den Haag. Dr. A. schrijft: „Door haar vader uitgedacht en, na diens dood, door haar verbeterd, is het verstelbaar kinverband een bij uitstek geschikt instrumentje om volwassenen te gewennen en te leercn met gesloten mond te slapen er. kinderen, na bv. verwijdering van adenoïde vegeta ties, hun door hun aandoening verkregen slechte gewoonte om met open mond to slapen af te wennen. „Het instrumentje bestaat uit een ge haakt of gebreid kinkapje, dat met elastische banden is verbonden aan een kapje, dat over het achterhoofd wordt gelegd. Aan diezelfde elastische handen is ook een kapje gehecht, dat op de middenvlakte van het hoofd plaats vindt. Aehterhoofds- en middenhoofdskapje zijn door gewone linten met elkaar vcreenigd, terwijl van de elastische wangbanden, langs het middenhoofdskapje, eveneens gewone linten loopen. Bij het aanleggen brengt men het achterkapje het eerst over het hoofd naar achter en het kin kapje onder de kin. Dan worden de linten langs het middenhoofdskapje goed aangetrokken, zoodat het vast zit. Vervol gens wordt ieder deel op de juiste plaats geschoven, waarbij gezorgd moet worden, dat alles goed sluit en trekt men de verschilende linten zoodanig aan, dat de gewenschte spanning en de druk op de kin is beieikt. Hoe krachtig de linten worden aangetrokken leert dc ervaring. Blijft de mond bv. niet ge sloten, dan moeten de linten vaster worden aangesnoerd. Bij het afleggen van het verband worden alleen de bovenste linten los gemaakt. De patiënt kan niet benauwdworden, tenzij men dc banden overdreven aansnoert, omdat de elastische wangbanden altijd ver oorloven, dat de mond kan geopend worden." „Voor men tot het aanwenden van liet verstelbaar kinverband overgaat, is het noodig, dat de huisinedicus geraadpleegd wordt, omdat (zooals wij hierboven aan gaven) adenoïde vegetaties of een neusaan- doening de oorzaak er van kunnen zijn, dat de patiënt met open mont slaapt. Wanneer deze aandoeningen niet verwij derd zijn, loopt men kans den patiënt onnoodig te hinderen. „Ik vond het noodig, om op dit ver stelbaar kinverband van mej. Betsy Smits de aandacht te vestigen, ten eerste om liet practische van het instrumentje en ten tweede, omdat het een Hollandsch fabrikaat is. Er worden namelijk derge lijke instrumenten in den handel gebracht die uil het buitenland komen die óf niet zoo goed zijn, terwijl, waar zij evengoed zijn, het Hollandsch fabrikaat omdat het van een laudgenoote afkomstig is, de voorkeur verdient." van genoegen en pret," zeide hij lachend. ..Kijk nu eens aan. tien inenschen in zoo'n wagentje gepropt en de paarden allen ge tooid niet koperen versierselen en klokjes eu toch is het volk van de lagere klas, die waarschijnlijk morgen weer honger lijden." Francesca verwachtte stellig, dat de uit drukking „lagere klas" een tegenspraak van Carlo zou uitlokken, doch liet liet on gemerkt voorbij gaan en liet volgende oogenblik begreep zij waarom. Zijn oog was gevallen op een aanplak biljet op een muur in Portici. waarop mevrouw Morlino's naam met groote lettere prijkte. Carlo was uitgenoodig om dien avond op 'Casa Bella te dineeren, hij was 't nog niet met zich zeiven eens of hij kapitein Britton alles zou vertellen- dan wel of hij hom zou schrijven. Ofschoou hij 't Engelsch zeer vloeiend sprak, ging het schrijven hem minder goed af en als hij een gunstige gelegenheid vond, gaf hij aan een onder houd met den kapitein den voorkeur. Die gelegenheid kwam. 't Nagerecht was afgeloopen, Francesca had met Mr. Britton, die veel te schrijven had- de kamer ver laten. de kapitein schoof nader bij de tafel en schoof zijn gast den wijnfleseh toe. Carlo wist. dat nu het oogenblik daar was, zijn hand, waarmee hij zich inschonk, beefde een weinig, doch zijn stem was vast toen hij sprak: „Het schijnt wel wat onhartelijk van mij, dat ik blij ben. dat Mr- Britton brieven heeft te schrijven, doch ik wilde u gaarne even alleen spreken." Kapitein Britton dacht aan zijn denkbeeld om 't huwelijk te bespoedigen, en hij hoopte, dat Carlo hetzelfde had gedacht. Een vriendelijke glimlach speelde om zijn breeden mond. ,,Ik had je ook al eens vertrouwelijk Wat Henk zou worden. Ivleiue Henk ging voor het eerst Naar bewaarschool toe, Tienmaal werd hij wel gezoend Door zijn lieve moe. „Zul je goed oppassen, vent? En zoet zijn, aldoor? En moet je soms naar achteren, Dan vraag je 't netjes, hoor!" Honkje houdt zich opperbest, Huilt geen enklen keer. Ja, hij is heel braaf geweest En blij; wat wil je meer? En toen hij om twaalf uur heenging, Vroeg hem de juffrouw stil: „Klein kereltje, vertel mc,. eens, Wat jij wel worden wil?" En met een roode kleur zegt hij: „Aapjeskoetsier, juffrouw!" „Zoo", lacht de juf, „dacht jij dan soms." Dat jij dat durven zou?" Thuis vragen al de zusjes hem, Iloe hij het schooltje vond. Nou je begrijpt, daar kom wat los, En Honkje roert zijn mond! En trotsch vertelt hij ook, dat juf Bij 't uitgaan heeft gevraagd, Wat hij toch later wel wou zijn O, wat wordt llcnk geplaagd! De zusjes lachten hem wat uit: „Zoo, zoo, aapjeskoctsier!" Dat vindt Henk erg vervelend hoor, Al merken zc ook geen zier! Maar 's middags stapt hij heel parmant Recht af op de juffrouw: „Kan 't nog veranderd worden juf, Wat ik van morgen wou?" Joh. V. Dit aardige versje is ontleend aan het Zondagsblad van Hel I olk. Ofschoon „landelijke eenvoud" zoo langzamerhand tot het verledene gaat behooren en de plattelanders al zoo wat even wijs gaan worden als de steé- lui, hoort men toch zoo nu en dan nog wel eens van die verhaaltjes, waaruit duidelijk blijkt, dat in onzen hyper - mo dernen tijd het nieuwmodische toch nog niet overal bekend is. Zoo wordt o. a. uit Loppersum aan de App. Ct. het volgende geschreven: In een kachelmagazijn in de stad Gro ningen komt een dorpsbewoner uit den omtrek, om een nieuwe kachel te koo- pon. Na verscheiden exemplaren bezich tigd te hebben, toont dc eigenaar den bezoeker een, dat onzen vriend hcele- maal in verrukking brengt: een eenvou dige lucifer is voldoende, om den brand erin te steken, de lezer begrijpt, het is een gaskachel. Zoo een moet hij hebben, dat is immers zoo gemakkelijk! De koop wordt gesloten. Weldra arriveert het nieuwe meubel in de woning van den landman. "Vrouwlief, door manlief reeds min of meer op de hoogte gebracht van het wonder, zal nu getuige zijn van de gemakkelijke, doeltreffende manier van doeneen lucifer wordt aangestoken en liet brandende houtje in den kachel ge houden. Vreemd, het wil niet:Nogeens weer, nogcens, telkens te vergeefs! Tot dat eindelijk de vrouw de veronderstel ling uit, dat het misschien een gaskachel is. En zijn geheugen, nu opgefrischt, raadplegende, zegt hij„ja juist, een gaskachel, dat is het". En begrijpende, dat het onmisbare gas ontbreekt, aldus den sleutel van het geheim gevonden hebbende, vervolgt de snuggere baas: willen spreken, maar die familiefeestjes geven daartoe g-eeu gelegenheid." Carlo dacht aan den tempel vau Venus en zweeg. Kapitein Britton hernam Ik inaak mij ongerust over je. want ge ziet er in 't geheel niet goed uit. Ik wenschte dat je zuster aan de andere zijde van den Atlantischen oceaan was gebleven, want in waarheid het was een droevige dag voor ons allen toen zij terugkeerde. Wanneer verlaten zij Napels? Wanneer die schoonbroeder van je weg is. zult ge eerst weer tot je zeiven komen." „En toch zal ik hem in den eersten tijd niet kwijt raken, vrees ik-" zeide Carlo dapper op zijn duel afgaand. ,.Ik wenschte u juist te spreken over den stap. dien ik op punt sta. te doen". Wilde hij den kapitein dat huwelijks- reisje voorstellen, dat deze juist had uitge dacht? Zijn gelaat was zoo ernstig, zoo strak, doch waren de Merlinos daarvoor geen reden genoeg? „Ik weet. dat gij met dien stap niet zult ingenomen zijn.' hervatte Carlo. „Eu toch er helpt niets aan. ik moet het doen." De hoop van kapitein Britton begon te tanen en in zijne gedachten zag hij alle zaken voorbijgaan, die hij niet goedkeurde. „Wel- ge zijt toch niet van plan om weer iioomsch te worden, anders weet ik niets wat ge zoudt kunnen doen. wat ik niet goedkeur." „Het zal ons huwelijk echter vertragen, dat is onvermijdelijk, vrees ik." zeide Carlo. „Goed. goed." zeide kapitein Britton. die dacht dat hij nog verder in de rechten wilde door studeeren. „Gij zijt beide nog jong en ik heb geen haast om Francesca kwijt te zijn. Hebt ge de zaak met haar besproken?" ,,Ja. en zij is't met mij eens.dat ik gaan moot." „Dan moet de bode morgen dadelijk vijf kan gas uit de stad meenemen". Jammer dat hiermee de geschiedenis uit is. Mogelijk heeft het geval nog tot boel wat kluchtige histories geleid. Maar we kunnen ze tot onzen spijt onzen lezers niet ineedeelen, daar de schrijver ons verder in den steek laat, en we willen onze fantasie er niet bij te hulp roepen, daar we bang zijn, dat dan dc waarheid van 't gcheele verhaal in twijfel zou getrokken worden. Hoe scherp steekt bij zulke een voudige zielen af het teergeliefde vrouwtje, dat aan den secretaris der Paaschten- toonstclling te Zaandam het volgende inschrijvingsbiljet zond, waarbij al wat ingevuld moest worden uit opgeplakte drukletters bestond: Ondergeteekende, particuliere te Zaan dam, wenscht op de Paaschtentoonstel- ling ter opluistering in te zenden: haai man, onder het nummer „vette zwijnen" cn verklaart precies vier weken van dit vee eigenaresse te zijn. We weten niet of we hier te doen hebben met humor of een uiting van smart. Het wil ons echter voorkomen, dat het huwelijkscement bij dit echtpaar niet bijzonder hecht is, want al moeten we het als humor opvatten, dan vinden we het toch een veeg teeken, dat die humor zich op zulk 'n wijze uit. Het begin van April maakt anders de menschen wel vindingrijk. Zoo wordt b. v. uit Middelburg gemeld: Een oubekend grappenmaker heeft eer van zijn werk gehad. Verschillende personen waren met een behoorlijk ge drukt kaartje uitgenoodigd om Zondag a. s. (de datum 1 April stond er niet bij vermeld) des middags oin 1 ure op de Loskadc aldaar tegenwoordig tc zijn om, een proefrit mee te maken, met de nieuwe stoomtram naar Domburg. Velen hadden aan de beleefde uitnoodiging ge volg gegeven, allerminst vermoedende dat de 1 April-dag hun parten zou spelen. Die arme Middelburgers. Wat zullen ze op hun neus hebben gekeken, toen ze zich 1 April herinnerden. Gelukkig hebben ze een groote troost, n.l. dat er op dien dag meer menschen er tusschen worden genomen en dat er daarbij zijn die op oen minder eervolle manier er inloopen als de Middelburgers bewijst het volgende verhaal uit Haarlem: „Zaterdagavond bevatte een der plaat selijke bladen, de volgende advertentie: Buitengewoon concert. Zondagmiddag, tc 2 uur, zal de stafmuziek der Zwit- sersche marine, uit Genève, een open baar concert geven op het terrein der kazerne, aan den Schoterweg. Namens de directie: N. Irepool. En niettegenstaande het er aardig dik op lag en ook de ondertcekening: N. Irepool (loop er in) tc denken moest geven, zijn er nog aardig wat lui inge vlogen. legen 2 uur zag je ze vóór de kazerne staan, turend naar de deur, cn er waren er bij, die men voor wijzer zou hebben aangezien, van wie men zou hebben verwacht, dat zij wel wisten dat er geen Zwitsersche marine bestaat. Die gaven zich op het laatst toch nog een air, door te doen of liet hun voornemen was ge weest langs de Kleverlaan Bloemendaal om te loopen. Maar, er in geloopen waren zij toch. Dc reserve 2e luitenant A. II. F. Craanen, van het 11 Regiment Infan terie wordt op 15 April overgeplaatst bij het 5e regiment. „Gaan Waarheen „Bij Merlino s troep- liet is de eenige wijze waarop ik mijne moeders belofte kan houden, de eenige wijze om Anita tc besehermen." Kapitein was zoo verbluft, dat hij niet kon spreken, alleen werd zijne kleur hooger en sperde zich zijne oogen wijder open. In al zijn verdriet kon Carlo niet nalaten op to merken, dat hij zeer veel geleek op liet afbeedsel van een uilenkop met groote ronde oogen op dc lampekap. Hoe kon hij dien man Nita's toestand begrijpelijk maken en medegevoel van hem verwachten. Terwijl hij er over dacht hoe hij haar toe stand hel best kon voorbrengen zonder te veel in bijzonderheden te treden, kwam de kapitein weer op streek. „Moet ik dat opvatten, dat ge van plan zijt acteur te worden?" zeide hij met een schor gebrul. Toon en spreekwijze waren beide ondrage lijk. Carlo maakte een van zijn waardige kleine buigingen en zeide ernstig: „Merlino heeft mij een aannemelijk voor stel gedaan en Piale beeft al lang gewenscht dat ik bij het tooneel zou gaan. Had ik alleen te rade gegaan met mijn eigen wenschen, dan zou ik zeker 't beroep van zanger niet hebben gekozen, maar ik be loofde mijne moeder Anita te beschermen, en dat moet ik doen daar moet ik aan denken. „Ik zou meenen, dat ge aan uw aanstaan de vrouw denken moest, en hare wenschen moest raadplegen zeide de kapitein hoo- neud. „Francesca is 't volkomen met mij eens. zij zou mij nooit van mijn plicht afhouden." zeide Carlo. „Dan is Francesca eene dwaas. Plicht! Wel zeker! Noem het plicht om je te be geven onder een ij dele, godvergeten bende! Noem het plicht om je te richten naar den Vrijdag a. Sc wordt er in Amicitia een concert gegeven door de dames Angé- lique Collard (piano) cn Julie van Len- I nep (zang) uit Hilversum en de hecrcn W. de Boer (viool) cn M. I'cnha (cello) uit Amsterdam. In de 2e helft van Augustus zal in de omstreken van Amersfoort weer een manoeuvre worden gehouden voor speciale oefening van het personeel van den militairen geneeskundigen dienst. Bij Kon. besluit is: benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau, de ritmeester der cavalerie P. E. H. V. L. baron van Boe cop, kommandant van het eskadron ordon nansen toegekend de eere-medaille der orde van Oranje-Nassau, in zilver, aan den opperwachtmeester A. J. P. Peters, van gemeld eskadron. Maandagmorgen kwam het Koninklijk echtpaar alhier door bij H. D. doorreis naar het Loo. De Koninklijke trein hield hier 4 minuten stil. Overzicht der exploitatie van de Amers- foortsche tram over dc maanden Maart 1905 en 1906. 1905 1906 Aantal betalende passagiers 0977 6766 Opbrengst passage f551,22 f480,50 Opbrengst diversen - 25,11 - 25,34' Totaal opbrengst -576,33 f 505,84' Opbrengst per dagkilometer - 10,33 - 9,06' Het totaal aantal passagiers over het eerste kwartaal 1905 bedroeg 18951, terwijl dit getal over hetzelfde tijdsver loop in het loopende jaar 19290 bedraagt. Zooals uit dc advertentie in dit No. blijkt zal nu spoedig gelegenheid komen om van het zoo verlangde gymnastiek onderwijs te profiteeren. Wij twijfelen niet of dit onderwijs zal nu eene andere en betere richting uitgaan zoodat ook eenmaal hier een opgewekt turner leven zal ontstaan. Een rijwiel destijds ontvreemd aan de Kampstraat alhier, is door de politie in een kelder te deze stede teruggevonden. Dc vermoedelijke dader bevindt zich voor andere feiten reeds in arrest. Morgen zal er op alle scholen in on9 land, ook te dezer stede, een inzameling worden gehouden voor de slachtoffers van de overstroomingen in Zeeland. De Yolkszangschool van Toonkunst geeft haar openbare les a.s Vrijdagavond in de Arend. In het Valkje werd Zaterdag het diner gegeven ter gelegenheid van het 25 jarig bestaan van het escadron ordonnansen. De gencraal-majoor Smeding, die het voornemen te kennen had gegeven mede daaraan deel te nemen, was echter ver hinderd. Wel zat o.a. aan Z. E. de gepension- neerde luitenant-generaal Wüpperman, oud-inspecteur van het wapen, die inder tijd door woord en geschrift den krach- tigen stoot heeft gegeven tot oprichting van genoemd escadron cn die dus als de geestelijke vader daarvan mag be schouwd worden. smaak van een groep wezens en je te laten toejuichen door het schuim van de stad." Carlo slaagde er met moeite in om het toornig antwoord te bedwingen, dat hem op de lippen kwam en hij trachtte zich in de plaats van dezen puriteinsehen Engelschman te stellen. Toch wilde hij hem bedaard zijn toestand uitleggen. „liet is heel moeilijk voor mij om te be- begrijpen hoedanig gij het tooneel opvat, zoo begon hij. „Wij, Italianen, eereu en vereeren ons tooneel, het is niet zooals gij denkt, de betoovering van enkelen, doch de uiting van het geheele volk .u De kapitein viel hem in de rede. Hij was te boozer wijl Carlo zich zoo goed in be dwang had weten te houden. Een booze geest fluisterde in de hartstochten van den Italiaan aan te wakkeren. „Ja!" zeide hij smadelijk lachend. „Die nationale zwakheid is mij wel bekend-maar ik dacht, dat ge boven uwe landslieden stoiidt- Ik zie, dat ik ongelijk had en ge even grillig en genotzuchtig zijt als de rest van den troep, 't was een goed gezegde, dat een Italiaan alleen deugt voor een modol van een kunstenaar of voor 't tooneel." Carlo sprong op met vlammende blikken. „Niemand kan zijn land in koelen bloede hooren beleedigen," riep hij uit. „Die woorden zijn uwer niet waardig, mijnheer, ik ben er zeker van, dat ge ze zult terug nemen." Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1906 | | pagina 2