Stadsnieuws. Ingezonden. D. J. SMITS, - Arnhemschestraat 20. iToen de Konings-tragedie zich te Bel- L-ado afspeelde, woonde Peter Karageor- kewitsj als gewoon burger te Genéve. lij de ontvangst van het bericht, dat de koningstroon vau Servië hem wachtte, is-as zijn eerste regeeringsdaad, bij den (crtegenwoordiger van de Press-Argus" e Genéve te bestellen een verzameling ?an alle persuitlatingeu van de geheele wereld over de gebeurtenissen te Belgrado. Eenige maanden later trok de „Press- Vrgtis" man naar Belgrado; hij had hard jewerkt aan zijne bestelling; 35,000 uit knipsels had hij zijn voor dezen arbeid terk uitgebreid personeel uit alle denk- >are dag-, week- en maandbladen laten rerzamelen. Al deze uitknipsels waren ceurig opgeplakt en gebonden in 15 fraaie lockdeelen, waarvan elk prijkte inet het ;ekroonde wapen derKarageorgewitsjen. Te zamen was het een gewicht van 300 Te Belgrado aangekomen, maakte de knipspccialiteit zich dadelijk op naar het loninklijk paleis en werd daar dadelijk met een van zijn boekdoelen toegelaten. De Koning van Servië liet welwillend zijn blik gaan over de eerste bladzijden, doch dadelijk rimpelde zijn voorhoofd; hij sloeg het blad om en werd vuurrood nog éénmaal sloeg hij een bladzijde om... toen belde hij driftig. Het onmiddelijk gevolg daarvan was, dat de vertegen woordiger van de „Press-Argus" in minder tijd dan noodig is om dit te schrijven, met zijn „Deel I" voor het paleis op straat stond. Wat toen te beginnen? Ilij had zelf 10.000 gulden kosten ge maakt om deze uitvoerige verzameling bijeen te brengen van zijn honorarium ad f15.000 deed hij bij het onverwachte verloop der gebeurtenissen aanstands af stand. Haar het Servische hof, diep ge krenkt in den persoon van zijn Koning, 3wiens oog reeds dadelijk bij het eerste deel was gevalleu op eenige zeer oneer biedige besprekingen en karikaturen, gaf taal noch teeken. Hij kon den nieuwen Koning voor den rechter dagen; maar dat bleek in Servië ondoenlijk, althans een wanhopig ding. Bij dezen stand van zaken pakte do eigenaar der 35,000 knipsels zijn 15 deelen maar weer samen en vertrok uit Belgrado. Doch hij reisde niet naar Genéve terug maar naar Parijs om zijn bibliotheek daar aan den meestbiedende te verkoopen. Hij hoopt nu, dat er wel de een of andere Amerikaansche millionair-zonder- ling zal gevonden worden, die zich over deze eigenaardige uitgave ontfermt. Zij is zeker een bibliografisch unicum en 't is te hopen voor den verzamelaar, dat hij zijn koninklijke bestelling nog op een voordeelige wijze van de hand zal kunnen doen. Mogelijk ontvangt hij van een Ameri kaansche millionair-zonderling nog wel meer dan hij dacht te krijgen van zijne Majesteit Peter, zoodat dan tenslotte zijn verwijdering uit het paleis te Bel grado nog een buitenkansje voor hem zal zijn. En dat het niet tot de onmoge lijkheden behoort nog eens een buiten kansje te hebben ondervond dezer dagen een jongen te Beverwijk, die f 460 aan bankpapier vond, welk bedrag bleek te behooren aan zijn buurman, een pas beginnend banketbakker. De jongen kreeg ter belooning drie rijksdaalders en een amandeltaart voor moeder en mocht bovendien den volgenden dag van 's morgens vroeg tot 's avonds laat in de banketbakkerij komen, om daar zijn hart op te halen aan het lekkerste wat hij begeerde. Of die jongen ook een buitenkansje had Of dat ook gezegd kan worden van den dichter, die zijn blijkbaar wat vol gemoed van een aantal verzen had ver lost, staat nog te bezien. In de beoordeeling zijner gecstes kinderen lezen we althans het volgende: „En hot is de „Ziel" var, meneer... (den naam des beoordeelden dichters) toch zeker dat enge magere kereltje op liet omslag, en dit bock is zijn „wel- bezonkenc en tot rust gekomeuc voor werk", mijns inziens uitmuntend om hem er mee op zijn achter-werk te slaan Wel bekome het hem Zondagmorgen half elf wordt in het Logegebouw een godsdienstoefening ge houden voor den doopsgezinden kring, waarbij hoopt voor te gaan Ds. E. M. ten Cate van Apeldoorn. CJit het opgemaakt zestal van predi- kanien voor de Evang. Luthcrsche Kerk te VGraveiihage is geformeerd het vol gende drietal: A. E. T. Jnnod, Kampen J. L. F. deMeijere Joh.Czn., Amersfoort; E. F. Herbschleb, Monnikkendam; en daaruit beroepen; ds. Junod. Tot onderwijzer aan een o. 1. s. te Utrecht is benoemd de heer H. Frantsen, onderwijzer aan de o. 1. s. 3e soort, aan de Beekstraat alhier. Bij den Gemeenteraad van Utrecht is een voordracht ingekomen om den tijde- lijken leeraar aan de H. B. school met 3-jarigen cursus aldaar, den heer J. .1. Vermeulen met ingang van 1 September 1906 definitief te benoemen. Tot leeraar aan de derde Hoogere Burgerschool met vijfjarigen cursus in Den Haag is benoemd Dr. W. van Schothorst, leeraar H. B. S. alhier. Programma van het concert in Amieitia op Donderdag 7 Juni, des avonds te half negen, te geven door de stafmuziek van het 5e regim nt infanterie, directeur de heer G. Bikkers, welwillend aange boden door den heer Kolonel Regiments commandant. 1. „Drei Kaiser", mnrsch Weissenbovn. 2. Ouverture „Le cheval de bronze",Auber 3. Dalorès, Walzer Waldteutel. 4. Potpourri sus „Les Cloches de Corneville" Plunqutte. 5. Ouverture „Manschalt au Bord"Suppé. 6. „Eill Abend in Toledo Schineling. a. Sérénade. b. Tanz. 7. Grande Fantaisie sur des motifs de l'opéra „L'Etoiie du Nord" Meyerbeer. 8. Finale. De tentoonstelling werd hedenmiddag door den voorzitter met een rede, die ongeveer drie kwartier duurde geopend. Bij voldoende deelname zal de Oranjc- verceniging op Koninginnedag een Bloemencorso orgauiseeren. 58e Scilerl. I,audliiii«Ii»u<lkiiiidigCoiigi-CN. Gisterenavond te 8 uur had ten stad- huize de ontvangst plaats van de crengres- leden. Aanwezig zijn een veertig tal heeren, waaronder vele bekende agrariërs. Jhr. J. W. A. Barchman Wuy- tiers, burgemeester, roept den aan wezigen een hartelijk welkom toe en verheugt zich, dat zoovelen zijn opge komen om hier met liet gemeentebestuur kennis te maken. Hij verklaart dat liet hem een groote eer is wetenschappelijke mannen te begroeten, die onderwerpen komen bespreken welken den hartader raken van Neerland welvaart. Vergelijken wij den landbouw van heden met dien van vroeger, dan valt een enorme voor uitgang te constateeren en voor oen niet onbelangrijk deel mag dit worden toe geschreven aan den invloed van mannen, die onvermoeid voor de belangen van den landbouw opkomen, het Nederl. land- huishoudkundig congres verdient den dank van 't Nederl. volk voor alles, wat het voor de economische verbetering in het werk stelt. Ten slotte wenscht hij allen veel genoegen in Amersfoort, dat door de natuur zoo wel bedeeld is, en waar in vroeger dagen de gasten te Amersfoort door de regenten werden ontvangen met een glas warm bier en een lange pijp Amersfoortsche tabak, daar wil het gemeentebestuur het thans doen met een glas eere-wijn. Dat het congres moge slagen! Hierop nam de heer C. J. Kncp pei lt out van Ster konburg, voorzitter van het congres, het woord en dankte voor de gulle ontvangst. Ook verheugde hot hem dat de gemeentenaren door een druk gevlag hun sympathie met het congres en de landbouwfeesten betuigen. Hij hoopt dat het congres cene aange name herinnering bij Amersfoort zal achterlaten. Hedenmorgen werd in de groote zaal van Amieitia liet congres geopend. Na eenige mcdedeelingen was het woord aan Jhr. J. Hora Siccama van de Hark stede die het volgende punt inleidde: Wat kan er gedaan worden om de ontginning van's lands woeste gronden tcbcvordcrcn op g r o o t e r schaal dan tot dus verre geschiedde. Sprekers inleiding komt hier op uccr. Hun, die zich ernstig bezig houden met de beschouwing van den sociaal- economiechen toestand van Nederland onzer dagen, ontgaan niet twee merk waardige verschijnselen, elk op zichzelf, gelijk in onderling verband, heenwijzend naar een bedenkelijke verstoring van het evenwicht in zake de vraag naar en het aanbod van werkkrachten. In de groote bevolkingscentra is het aanbod veelal tijdelijk overheerschcnd, tengevolge waar van kortere of langere perioden ontstaan, die zich kenmerken door het symptoom van sociaal onwelzijn, dat men werkloos heid noemt. Ten plattelande laat zich een min of meer overeenkomstige diag nose stellen. Ook daar een surplus aan arbeidskracht, hetwelk alleen minder de algemeene aandacht trekt, omdat het zich over grooter terrein verdeelt, een verschijnsel is van meer stabiel karakter en, in de derde plaats, zich door een homoeopatische gcuczingsméthode tracht te redden: door den trek van de over bevolking naar de steden. Dit middel, dat erger is dan de kwaal, dat dan ook alleen om den schoonen schijn wordt aangegrepen, dat nimmer nalaat den armen patiënten op het allergevoeligst aan het verstand te brengen, dat zij van Scylla in Charvbdis vervielen, heeft niet alleen de schaduwzijde, dat het zich wreekt aan degenen, die liet op zicli- zelven toepassen, maar ook deze, dat het den strijd om het bestaan van de stedelingen nog vergroot. Immers dezen immigreeren op hun beurt niet. Endaar op de arbeidsmarkt in de agglomeration der steden het aanbod van werk reeds tot de hoogst denkbare intensiteit is opgevoerd, kan het niet anders, of er ontstaat een wanverhouding, die gaande weg afmetingen aanneemt van dien aard, dat zij wordt tot een sociaal gevaar. Hoe dit te voorkomen? Door het ontwikkelen, het beter exploitceren, van de arbeidsbron, die te vinden is in de 6 a 700.000 H. A. woesten grond, op welks bestaan wij zeker verkeerd zouden doen trotsch te wezen, doch waarop in zoover uiet voldoening het oog geslagen mag worden dat het wijst the way to come out. Niet in dezen zin, dat de steden haar werkvragende bevolking op dien woesten grond zouden kunnen loozen. Die de stad geroken hebben, zijn, uitzonderingen daargelaten, even zeer voor den veldarbeid, als voor het wonen in de eenzaamheid der velden ongeschikt geworden. Intusschen heeft men het middel in de hand om, door de cultivcering van het braakliggend gebied, dat den omvang van een paar provinciën heeft, én voor een lange reeks van jaren de immigratie van de plattelandsbevolking tot staan te brengen en tegelijkertijd in de, door het verloop van de laatste kwarteeuw gedecimeerde, streken het herstel van een nijveren, welvarenden arbeidersstand te bevorderen. Hiertoe is niets anders noodig dan het brengen van werk en brood, daar waar deze thans nog ontbreken. Dat de doeltreffendheid van dit middel erkend wordt, indien dit nog bewijs be hoefde, de energieke wijze, waarop hot sinds een reeks van jaren wordt toege past, zou als bewijs kunnen worden aangevoerd. Aan ontginning door be vloeiing, door den aanleg van bosschcn en visehvijvers, door verbetering van inférieure gronden, wordt meer en meer de aandacht geschonken, die zij zoowel uit een sociologisch, alsuitecn kapitalistisch oogpunt verdienen. Groote cultuur-onder- neiningen in streken, die nog slechts kort geleden terra incognita waren, zijn geen witte raven meer. Zandverstuivingen worden tot wouden, uitgestrekte moeras sen tot waardevol groenland. Alleen, niet in die mate al» noodig ware, om tegen het met de jaren toenemende bevolkingsaccres in het algemeen en de daarmede schijnbaar in strijd zijnde be volking van het platteland, een werkelijk voldoenden dam optewerpen. Terwijl de waarheid, dat goede voor beelden trekken, ook ten deze, blijkens de feiten, onomstootelijk bewezen wordt, doch anderzijds de toepassing van het middel van redres zich bepaalt tot de ontginning van minder honderdtallen hectaren, dan er duizendtallen in cultuur gebracht zouden moeten worden, om inder daad een sociaal-economischen ommekeer te kunnen bewerkstelligen, schijnt de vraag gewettigd, of er wel genoeg ver schot van grootkapitalisten is, om aan de goede beweging een werkelijk vol doend krachtigen stoot te kunnen geven. Het is niet tegen te spreken, dat in dit opzicht met kleine kapitalen betrekkelijk weinig kan worden uitgericht. Dergelijke cultuur-ondernemingen ontleenen haal kans op rentabilliteit en ook haar zeker heid van normale kapitaalvorming in de toekomst voor een zeer groot deel aan haren omvang, die, zal het goed zijn, minstens eenige honderden hectaren moet meten. Slechts dan zullen zij ant woord kunnen geven op het samenstel van eischen, dat zich laat samenvatten in dit kort begrip: economisch beheer. Maar dan zijn ook twee belangrijke factoren onmisbaar: de aanwezigheid van, de dadelijke beschikking over een groot kapitaal en de zekerheid dat hij, die dit kapitaal beschikbaar stelt, in menig geval minstons een halve eeuw- elk rentegenot ervan zal kunnen ont beren. Nu ligt het voor de hand, dat in ons, wel ie waar, w.clvarend laud, waarin nochthans de millionairs niet overdik gezaaid zijn, van het veelvuldig aan bieden van vlottend kapitaal voor dit doel wel altijd onvoldoend sprake zal kunnen zijn. Ware het anders, men mag vertrouwen, dat dit dan ook wol reeds zoude zijn gebleken, want de ont ginning van 's lands woeste gronden behoort heden ten dage tot de dingen, die ontegenzeggelijk zich in populariteit mogen verheugen. Onder deze omstandigheden rijst de vraag, of niet met succes een oplossing te zoeken ware in de richting van coö peratie van de zeer talrijke kleinkapita- listen, die ons volk telt; of derhalve niet heil te vinden ware in de oprich ting van naamlooze vennootschap of vereenigingen, in welker maatschappelijk kapitaal velen zouden willen deelnemen, die gaarne het goede doel zouden steunen en tegelijk voor hunne nakomelingen een, menschelijkcrw ijze gesproken, zekere kapitaalvorming zouden bevorderen, l'itteraad zou men moeten gewennen aan het denkbeeld van het gemeen schappelijk hebben van een spaarpot in den grond. Om niet geheel van rente verstoken te zijn, waren wellicht com binatiën te treffen van aanleg van bos- schen en van groen en bouwland. Uit de vooropbrengsten van aangelegde bosschen zouden van tijd tot tijd uit- deelingen kunnen geschieden. Maar niet op de détails, op de hoofdzaak valle hier het licht. Het Congres gelieve te overwegen, of het in het kort ontwikkeld denkbeeld een gezet onderzoek naar zijn uitvoer baarheid waard is, of het voor toepassing in het groot in aanmerking kan komen en, zoo ja, welke weg bewandeld zal moeten worden, om het tot verwezen lijking te brengen. De tweede inleider was de heer H. D. S. Hasselman over: Welk soort varkens is voor Neder la n dhetmcestge wenscht en hoe k omen wedaar aan? waar aan we hot volgende ontleenen: Tijdens het 56e. Nederlandsch Land- huishoudkundig Congres, gehouden te Assen in 1904, is door de Nedcrlandsche Kamer van Koophandel in Londen in geleid het volgende: „Teneinde blijvende verbetering te „krijgen van het Nedcrlandsche varkens- „ras, is het noodzakelijk dat het kruisen „met Engclschc soorten stelselmatig „geschiede en daaraan do hand worde „gehouden". O. m. werd toen gezegd: dat de prijs van het beste Nedcr landsche spek lager was, dan die van het Dccnsche. (Zie bl. 00 van het Verslag van genoemd Congres). dat in Denemarken door te kruisen met grootslag witte Yorkshire beeren, ook het voordeel is verkregen, dat de varkens uit die kruising afkomstig uiet slechts voor verduurzaamd, doch tevens voor versch varkensvleesch de beste resultaten opleveren, (zie bh 60 v. li. V. v. g. C.) Door het geheele land richte men fokstations op, ten einde door oordeel kundige kruising de oorspronkelijke Nedcrlandsche zeug terug te krijgen en het ras voor degeneratie te behoeden, (zie bl. 62 v. h. V. v. g. C.) In het rapport van het Landbouw- comité is er de nadruk op gelegd, dat het oude Nedcrlandsche ras, zooals dat vroeger bestond, door die kruising wordt herkregen, (zie bl. 194 v. h. V. v. g. C.) Met allen eerbied voor de goede be doelingen van de genoemde autoriteiten, meen ik te mogen betwijfelen, dat we moeten kruisen enkel met Yorkshires. Om de grootst mogelijke netto op brengst te verkrijgen in de varkensfok- kcrij, zoude ik den landbouwer aanraden, zich in de eerste plaats te voegen naai de eischen van de markt. Deze vraagt vooral naar de kwaliteit van het aan geboden varkensvleesch of spek en naai de verhouding van vet en mager. Aan het gros der varkensfokkers is het als zij maar varkens hebben, welke tegen de minste kosten de meeste voor dooien geven ook onverschillig, of die varkens Nederlandschc of Yorkshires of hoe dan ook genoemd worden. Dus nocli de markt, noch de fokker geven om den naam, op de waar komt het aan. Vroeger werd van het middelslag Engelschc witte zwijn zeer veel goeds gezegd. Later is het giootslag Engelsche witte varken meer op den voorgrond gekomen. Nu meen ik als het meest gewcnschte varken voor Nederland te mogen beschouwenhet witte Duitschc Edelzwijn. Dit slag varkens komt in Duitschland in een steeds uitgebreider wordenden kring voor. (Zie Rohde Schweinezucht, 5e druk, 1906, bl. 94). Hoe komen we aan zulk soort? Het mecrcndeel der varkensfokkers, die ik heb leeren kennen, zal het noodige vrouwelijk fokmatericel zelve willen blijven fokken; daarbij echter gaarne gebruik maken van eenen beer van beter soort. Zoolang de zoo verkregen krui- sings-producten: dus van -'e zeugen, welke de fokker als fokzeugen kiest maar die van eene vruchtbare moeder afkomstig moeten wezen met eenen volbloed beer van het witte Duitsche Edelzwijnslag; zoolang die kruisproducten, hoewel oordeelkundig gefokt zijnde, de ge wcnschte goede eigenschappen niet overbrengen op hunne jongen, moeten de mannelijke dieren daarvan nog niet voor de fokkerij gebezigd; maar steeds, met de grootst mogelijke zorg tegen familieteelt, van een volbloed wit Duitsche edelzwijnbeer gebruik gemaakt worden. Die volbloed beeren kunnen in het buitenland worden aangekocht; voor- decliger komt het mij echter voor, door oprichting van fokstations voor dat soort, ze hier te lande te fokken, om dan slechts, wanneer zulks voor bloedver- versching noodig inocht wezen, beeren uit het buitenland aan te voeren. Ter bevordering van stelselmatigheid bij de fokkerij zal het oprichten van fokvereenigingen zeker ook goede dien sten kunnen bewijzen. En als deze fok vereenigingen er vast aan houdeu, om slechts producten van vruchtbare ouders voor de fokkerij toe te laten, dan zal over onvruchtbaarheid der varkens van die vereeniging niet geklaagd worden. Daarna leidde de heer C. G. J. A. van Gendereu Stort het volgende punt in Is het w e n s c h e 1 ij k, d a t o o k de groote landbouw bonden, ver eenigingen en maatschappijen daadwerkelijkdopogingender Y. P. N. s t e u n e n. Reeds bij herhaling werd er op ge wezen, dat ons land jaarlijks vele millioenen eieren uit het buitenland moet laten komen, terwijl het veel kleinere Denemarken daarentegen voor vele millioenen guldens aan eieren op de buitenlandsehe markt brengt. Waarom zijn wij op het gebied der pluimveehouderij zou bij andere landen ten achteren? Waarom kost het vooral bij de grootere landbouw ers zooveel moeite belangstelling te wekken, ook voor dezen tak van het landbouwbedrijf? Het antwoord op deze vragen is m.i. gemakkelijk te geven. De groote laud- bouwbonden, de landbouwvereenigingen en maatschappijen doen tot nu toe niets of zeer weinig om de Y. 1». N. te maken tot één krachtige organisatie, die in staat zal zijn van de pluimveehouderij te maken een zeer winstgevenden tak van hetandbouwbedrijf? Indien de besturen dier groote ver eenigingen belangstelling voor het streven der V. P. N. weten op te wekken op hunne loden; wanneer zij de organisatie der P. N. krachtig helpen bevorderen, dan wij zijn er zeker van gaat de pluimveehouderij in Nederland, die van Rcgeeringswege reeds zoo krachtig wordt gesteund een schoone toekomst tegemoet. (Buiten verantwoordelijkheid der Red.) Geachte Redactie! Naar aanleiding van hot betoog des heeren J. G. Fontein in uw nummer van 2 dezer betreffende den dienst der gemeente-reiniging tijdons de congres dagen verzoek ik u beleefd eenige plaatsruimte. Wanneer deze regelen onder de oogen van uwe lezers komen, zijn de landbouwfeesten reeds in vollen gang en komt mijn antwoord dus als mosteid na den maaltijd doch de schuld hiervan komt op rekening van den heer F., die zijn hors d'oeuvre eerst op het allerlaatste oogenblik heeft opgediend. De heer F. schijnt de regeling van den dienst der gemeentereiniging al zeer luchtig op te vatten, schrijft aan den vooravond van twee Zondagen even een ingezonden stuk aan de plaatselijke bladen cn verwacht dat D:nsdagmorgcn de geheele dienst veranderd is en er gedurende deze week, in den volsten zin van het woord, na tien uur geen pmeer aan den knikker is. Gaarne geef ik toe dat de dienst bijv. om drie uur 's morgens zou kunnen aan vangen, men beginne dan bij den heer F. dan is ZEd. al vast geholpen; hij heeft den spijker zoo juist op den kop geslagen, het geld vloeit deze week bij stroomen in de laden der winkeliers, in alle winkel straten niets dan verheugde gezichten en de controleur van de Gemeente belastingen kan zich al vast aan den arbeid zetten om al die winkeliers voor het volgend jaar met een extra kruisje aan te teekenen. Eén conclusie wil ik uit het belang rijk opstel van den heer F. trekken: bij de eerstvolgende vacature in den Gemeenteraad werken alle partijen nu eens eendrachtig samen en met verplet terende meerderheid brenge men deu heer I'ontein in den raad. In oen omme zien is dan het vervoer der faeealiën op afdoende wijze gereorganiseerd en gelijk Amsterdam zijn Liernurstelsel, zal Amers foort nog eenmaal kunnen bogen op zijn Fonteinstelsel (in figuurlijken zin natuur lijk) en aan veler grieven is als bij tooverslag een- eind gemaakt. Aan u, geachte Redactie, mijn dank voor de plaatsing. Uw getrouwe lezer L. Batik Gordijnen Batik Kussens Batik Tafelkleeden Batik Tafelloopers Batik Piauoloopers Batik Tea-coscij's Batik Coffee-coseij's Faiënce Antique. Faiëuce «lc Gouda.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1906 | | pagina 3