Stadsnieuws.
Ingezonden.
D. J. SMITS,
- Arnhemschestraat 20.
iToen de Konings-tragedie zich te Bel-
L-ado afspeelde, woonde Peter Karageor-
kewitsj als gewoon burger te Genéve.
lij de ontvangst van het bericht, dat de
koningstroon vau Servië hem wachtte,
is-as zijn eerste regeeringsdaad, bij den
(crtegenwoordiger van de Press-Argus"
e Genéve te bestellen een verzameling
?an alle persuitlatingeu van de geheele
wereld over de gebeurtenissen te Belgrado.
Eenige maanden later trok de „Press-
Vrgtis" man naar Belgrado; hij had hard
jewerkt aan zijne bestelling; 35,000 uit
knipsels had hij zijn voor dezen arbeid
terk uitgebreid personeel uit alle denk-
>are dag-, week- en maandbladen laten
rerzamelen. Al deze uitknipsels waren
ceurig opgeplakt en gebonden in 15 fraaie
lockdeelen, waarvan elk prijkte inet het
;ekroonde wapen derKarageorgewitsjen.
Te zamen was het een gewicht van 300
Te Belgrado aangekomen, maakte de
knipspccialiteit zich dadelijk op naar het
loninklijk paleis en werd daar dadelijk
met een van zijn boekdoelen toegelaten.
De Koning van Servië liet welwillend
zijn blik gaan over de eerste bladzijden,
doch dadelijk rimpelde zijn voorhoofd;
hij sloeg het blad om en werd vuurrood
nog éénmaal sloeg hij een bladzijde om...
toen belde hij driftig. Het onmiddelijk
gevolg daarvan was, dat de vertegen
woordiger van de „Press-Argus" in minder
tijd dan noodig is om dit te schrijven,
met zijn „Deel I" voor het paleis op
straat stond.
Wat toen te beginnen?
Ilij had zelf 10.000 gulden kosten ge
maakt om deze uitvoerige verzameling
bijeen te brengen van zijn honorarium
ad f15.000 deed hij bij het onverwachte
verloop der gebeurtenissen aanstands af
stand. Haar het Servische hof, diep ge
krenkt in den persoon van zijn Koning,
3wiens oog reeds dadelijk bij het eerste
deel was gevalleu op eenige zeer oneer
biedige besprekingen en karikaturen, gaf
taal noch teeken.
Hij kon den nieuwen Koning voor den
rechter dagen; maar dat bleek in Servië
ondoenlijk, althans een wanhopig ding.
Bij dezen stand van zaken pakte do
eigenaar der 35,000 knipsels zijn 15 deelen
maar weer samen en vertrok uit Belgrado.
Doch hij reisde niet naar Genéve terug
maar naar Parijs om zijn bibliotheek daar
aan den meestbiedende te verkoopen.
Hij hoopt nu, dat er wel de een of
andere Amerikaansche millionair-zonder-
ling zal gevonden worden, die zich over
deze eigenaardige uitgave ontfermt. Zij
is zeker een bibliografisch unicum en
't is te hopen voor den verzamelaar,
dat hij zijn koninklijke bestelling nog
op een voordeelige wijze van de hand
zal kunnen doen.
Mogelijk ontvangt hij van een Ameri
kaansche millionair-zonderling nog wel
meer dan hij dacht te krijgen van zijne
Majesteit Peter, zoodat dan tenslotte
zijn verwijdering uit het paleis te Bel
grado nog een buitenkansje voor hem
zal zijn. En dat het niet tot de onmoge
lijkheden behoort nog eens een buiten
kansje te hebben ondervond dezer dagen
een jongen te Beverwijk, die f 460 aan
bankpapier vond, welk bedrag bleek te
behooren aan zijn buurman, een pas
beginnend banketbakker. De jongen
kreeg ter belooning drie rijksdaalders
en een amandeltaart voor moeder en
mocht bovendien den volgenden dag van
's morgens vroeg tot 's avonds laat in
de banketbakkerij komen, om daar zijn
hart op te halen aan het lekkerste wat
hij begeerde.
Of die jongen ook een buitenkansje had
Of dat ook gezegd kan worden van
den dichter, die zijn blijkbaar wat vol
gemoed van een aantal verzen had ver
lost, staat nog te bezien.
In de beoordeeling zijner gecstes
kinderen lezen we althans het volgende:
„En hot is de „Ziel" var, meneer...
(den naam des beoordeelden dichters)
toch zeker dat enge magere kereltje
op liet omslag, en dit bock is zijn „wel-
bezonkenc en tot rust gekomeuc voor
werk", mijns inziens uitmuntend om
hem er mee op zijn achter-werk te
slaan
Wel bekome het hem
Zondagmorgen half elf wordt in het
Logegebouw een godsdienstoefening ge
houden voor den doopsgezinden kring,
waarbij hoopt voor te gaan Ds. E. M.
ten Cate van Apeldoorn.
CJit het opgemaakt zestal van predi-
kanien voor de Evang. Luthcrsche Kerk
te VGraveiihage is geformeerd het vol
gende drietal: A. E. T. Jnnod, Kampen
J. L. F. deMeijere Joh.Czn., Amersfoort;
E. F. Herbschleb, Monnikkendam; en
daaruit beroepen; ds. Junod.
Tot onderwijzer aan een o. 1. s. te
Utrecht is benoemd de heer H. Frantsen,
onderwijzer aan de o. 1. s. 3e soort, aan
de Beekstraat alhier.
Bij den Gemeenteraad van Utrecht is
een voordracht ingekomen om den tijde-
lijken leeraar aan de H. B. school met
3-jarigen cursus aldaar, den heer J. .1.
Vermeulen met ingang van 1 September
1906 definitief te benoemen.
Tot leeraar aan de derde Hoogere
Burgerschool met vijfjarigen cursus in
Den Haag is benoemd Dr. W. van
Schothorst, leeraar H. B. S. alhier.
Programma van het concert in Amieitia
op Donderdag 7 Juni, des avonds te
half negen, te geven door de stafmuziek
van het 5e regim nt infanterie, directeur
de heer G. Bikkers, welwillend aange
boden door den heer Kolonel Regiments
commandant.
1. „Drei Kaiser", mnrsch Weissenbovn.
2. Ouverture „Le cheval de
bronze",Auber
3. Dalorès, Walzer Waldteutel.
4. Potpourri sus „Les Cloches
de Corneville" Plunqutte.
5. Ouverture „Manschalt au
Bord"Suppé.
6. „Eill Abend in Toledo Schineling.
a. Sérénade.
b. Tanz.
7. Grande Fantaisie sur des
motifs de l'opéra „L'Etoiie
du Nord" Meyerbeer.
8. Finale.
De tentoonstelling werd hedenmiddag
door den voorzitter met een rede, die
ongeveer drie kwartier duurde geopend.
Bij voldoende deelname zal de Oranjc-
verceniging op Koninginnedag een
Bloemencorso orgauiseeren.
58e Scilerl.
I,audliiii«Ii»u<lkiiiidigCoiigi-CN.
Gisterenavond te 8 uur had ten stad-
huize de ontvangst plaats van de crengres-
leden. Aanwezig zijn een veertig tal
heeren, waaronder vele bekende agrariërs.
Jhr. J. W. A. Barchman Wuy-
tiers, burgemeester, roept den aan
wezigen een hartelijk welkom toe en
verheugt zich, dat zoovelen zijn opge
komen om hier met liet gemeentebestuur
kennis te maken. Hij verklaart dat liet
hem een groote eer is wetenschappelijke
mannen te begroeten, die onderwerpen
komen bespreken welken den hartader
raken van Neerland welvaart. Vergelijken
wij den landbouw van heden met dien
van vroeger, dan valt een enorme voor
uitgang te constateeren en voor oen niet
onbelangrijk deel mag dit worden toe
geschreven aan den invloed van mannen,
die onvermoeid voor de belangen van den
landbouw opkomen, het Nederl. land-
huishoudkundig congres verdient den
dank van 't Nederl. volk voor alles, wat
het voor de economische verbetering in
het werk stelt. Ten slotte wenscht hij
allen veel genoegen in Amersfoort, dat
door de natuur zoo wel bedeeld is, en
waar in vroeger dagen de gasten te
Amersfoort door de regenten werden
ontvangen met een glas warm bier en
een lange pijp Amersfoortsche tabak,
daar wil het gemeentebestuur het thans
doen met een glas eere-wijn. Dat het
congres moge slagen!
Hierop nam de heer C. J. Kncp pei
lt out van Ster konburg, voorzitter
van het congres, het woord en dankte
voor de gulle ontvangst. Ook verheugde
hot hem dat de gemeentenaren door
een druk gevlag hun sympathie met het
congres en de landbouwfeesten betuigen.
Hij hoopt dat het congres cene aange
name herinnering bij Amersfoort zal
achterlaten.
Hedenmorgen werd in de groote zaal
van Amieitia liet congres geopend. Na
eenige mcdedeelingen was het woord
aan Jhr. J. Hora Siccama van de Hark
stede die het volgende punt inleidde:
Wat kan er gedaan worden
om de ontginning van's lands
woeste gronden tcbcvordcrcn
op g r o o t e r schaal dan tot dus
verre geschiedde.
Sprekers inleiding komt hier op uccr.
Hun, die zich ernstig bezig houden
met de beschouwing van den sociaal-
economiechen toestand van Nederland
onzer dagen, ontgaan niet twee merk
waardige verschijnselen, elk op zichzelf,
gelijk in onderling verband, heenwijzend
naar een bedenkelijke verstoring van het
evenwicht in zake de vraag naar en het
aanbod van werkkrachten. In de groote
bevolkingscentra is het aanbod veelal
tijdelijk overheerschcnd, tengevolge waar
van kortere of langere perioden ontstaan,
die zich kenmerken door het symptoom
van sociaal onwelzijn, dat men werkloos
heid noemt. Ten plattelande laat zich
een min of meer overeenkomstige diag
nose stellen. Ook daar een surplus aan
arbeidskracht, hetwelk alleen minder de
algemeene aandacht trekt, omdat het
zich over grooter terrein verdeelt, een
verschijnsel is van meer stabiel karakter
en, in de derde plaats, zich door een
homoeopatische gcuczingsméthode tracht
te redden: door den trek van de over
bevolking naar de steden. Dit middel,
dat erger is dan de kwaal, dat dan ook
alleen om den schoonen schijn wordt
aangegrepen, dat nimmer nalaat den
armen patiënten op het allergevoeligst
aan het verstand te brengen, dat zij van
Scylla in Charvbdis vervielen, heeft niet
alleen de schaduwzijde, dat het zich
wreekt aan degenen, die liet op zicli-
zelven toepassen, maar ook deze, dat
het den strijd om het bestaan van de
stedelingen nog vergroot. Immers dezen
immigreeren op hun beurt niet. Endaar
op de arbeidsmarkt in de agglomeration
der steden het aanbod van werk reeds
tot de hoogst denkbare intensiteit is
opgevoerd, kan het niet anders, of er
ontstaat een wanverhouding, die gaande
weg afmetingen aanneemt van dien aard,
dat zij wordt tot een sociaal gevaar.
Hoe dit te voorkomen? Door het
ontwikkelen, het beter exploitceren, van
de arbeidsbron, die te vinden is in de
6 a 700.000 H. A. woesten grond, op
welks bestaan wij zeker verkeerd zouden
doen trotsch te wezen, doch waarop in
zoover uiet voldoening het oog geslagen
mag worden dat het wijst the way to
come out. Niet in dezen zin, dat de
steden haar werkvragende bevolking op
dien woesten grond zouden kunnen
loozen. Die de stad geroken hebben,
zijn, uitzonderingen daargelaten, even
zeer voor den veldarbeid, als voor het
wonen in de eenzaamheid der velden
ongeschikt geworden. Intusschen heeft
men het middel in de hand om, door
de cultivcering van het braakliggend
gebied, dat den omvang van een paar
provinciën heeft, én voor een lange
reeks van jaren de immigratie van de
plattelandsbevolking tot staan te brengen
en tegelijkertijd in de, door het verloop
van de laatste kwarteeuw gedecimeerde,
streken het herstel van een nijveren,
welvarenden arbeidersstand te bevorderen.
Hiertoe is niets anders noodig dan het
brengen van werk en brood, daar waar
deze thans nog ontbreken.
Dat de doeltreffendheid van dit middel
erkend wordt, indien dit nog bewijs be
hoefde, de energieke wijze, waarop hot
sinds een reeks van jaren wordt toege
past, zou als bewijs kunnen worden
aangevoerd. Aan ontginning door be
vloeiing, door den aanleg van bosschcn
en visehvijvers, door verbetering van
inférieure gronden, wordt meer en meer
de aandacht geschonken, die zij zoowel
uit een sociologisch, alsuitecn kapitalistisch
oogpunt verdienen. Groote cultuur-onder-
neiningen in streken, die nog slechts
kort geleden terra incognita waren, zijn
geen witte raven meer. Zandverstuivingen
worden tot wouden, uitgestrekte moeras
sen tot waardevol groenland. Alleen,
niet in die mate al» noodig ware, om
tegen het met de jaren toenemende
bevolkingsaccres in het algemeen en de
daarmede schijnbaar in strijd zijnde be
volking van het platteland, een werkelijk
voldoenden dam optewerpen.
Terwijl de waarheid, dat goede voor
beelden trekken, ook ten deze, blijkens
de feiten, onomstootelijk bewezen wordt,
doch anderzijds de toepassing van het
middel van redres zich bepaalt tot de
ontginning van minder honderdtallen
hectaren, dan er duizendtallen in cultuur
gebracht zouden moeten worden, om inder
daad een sociaal-economischen ommekeer
te kunnen bewerkstelligen, schijnt de
vraag gewettigd, of er wel genoeg ver
schot van grootkapitalisten is, om aan
de goede beweging een werkelijk vol
doend krachtigen stoot te kunnen geven.
Het is niet tegen te spreken, dat in dit
opzicht met kleine kapitalen betrekkelijk
weinig kan worden uitgericht. Dergelijke
cultuur-ondernemingen ontleenen haal
kans op rentabilliteit en ook haar zeker
heid van normale kapitaalvorming in de
toekomst voor een zeer groot deel aan
haren omvang, die, zal het goed zijn,
minstens eenige honderden hectaren
moet meten. Slechts dan zullen zij ant
woord kunnen geven op het samenstel
van eischen, dat zich laat samenvatten
in dit kort begrip: economisch beheer.
Maar dan zijn ook twee belangrijke
factoren onmisbaar: de aanwezigheid
van, de dadelijke beschikking over een
groot kapitaal en de zekerheid dat hij,
die dit kapitaal beschikbaar stelt, in
menig geval minstons een halve eeuw-
elk rentegenot ervan zal kunnen ont
beren.
Nu ligt het voor de hand, dat in ons,
wel ie waar, w.clvarend laud, waarin
nochthans de millionairs niet overdik
gezaaid zijn, van het veelvuldig aan
bieden van vlottend kapitaal voor dit
doel wel altijd onvoldoend sprake zal
kunnen zijn. Ware het anders, men
mag vertrouwen, dat dit dan ook wol
reeds zoude zijn gebleken, want de ont
ginning van 's lands woeste gronden
behoort heden ten dage tot de dingen,
die ontegenzeggelijk zich in populariteit
mogen verheugen.
Onder deze omstandigheden rijst de
vraag, of niet met succes een oplossing
te zoeken ware in de richting van coö
peratie van de zeer talrijke kleinkapita-
listen, die ons volk telt; of derhalve
niet heil te vinden ware in de oprich
ting van naamlooze vennootschap of
vereenigingen, in welker maatschappelijk
kapitaal velen zouden willen deelnemen,
die gaarne het goede doel zouden steunen
en tegelijk voor hunne nakomelingen
een, menschelijkcrw ijze gesproken, zekere
kapitaalvorming zouden bevorderen,
l'itteraad zou men moeten gewennen
aan het denkbeeld van het gemeen
schappelijk hebben van een spaarpot in
den grond. Om niet geheel van rente
verstoken te zijn, waren wellicht com
binatiën te treffen van aanleg van bos-
schen en van groen en bouwland. Uit
de vooropbrengsten van aangelegde
bosschen zouden van tijd tot tijd uit-
deelingen kunnen geschieden. Maar niet
op de détails, op de hoofdzaak valle
hier het licht.
Het Congres gelieve te overwegen,
of het in het kort ontwikkeld denkbeeld
een gezet onderzoek naar zijn uitvoer
baarheid waard is, of het voor toepassing
in het groot in aanmerking kan komen
en, zoo ja, welke weg bewandeld zal
moeten worden, om het tot verwezen
lijking te brengen.
De tweede inleider was de heer H.
D. S. Hasselman over:
Welk soort varkens is voor
Neder la n dhetmcestge wenscht
en hoe k omen wedaar aan? waar
aan we hot volgende ontleenen:
Tijdens het 56e. Nederlandsch Land-
huishoudkundig Congres, gehouden te
Assen in 1904, is door de Nedcrlandsche
Kamer van Koophandel in Londen in
geleid het volgende:
„Teneinde blijvende verbetering te
„krijgen van het Nedcrlandsche varkens-
„ras, is het noodzakelijk dat het kruisen
„met Engclschc soorten stelselmatig
„geschiede en daaraan do hand worde
„gehouden".
O. m. werd toen gezegd:
dat de prijs van het beste Nedcr
landsche spek lager was, dan die van
het Dccnsche. (Zie bl. 00 van het
Verslag van genoemd Congres).
dat in Denemarken door te kruisen
met grootslag witte Yorkshire beeren,
ook het voordeel is verkregen, dat de
varkens uit die kruising afkomstig uiet
slechts voor verduurzaamd, doch tevens
voor versch varkensvleesch de beste
resultaten opleveren, (zie bh 60 v. li.
V. v. g. C.)
Door het geheele land richte men
fokstations op, ten einde door oordeel
kundige kruising de oorspronkelijke
Nedcrlandsche zeug terug te krijgen en
het ras voor degeneratie te behoeden,
(zie bl. 62 v. h. V. v. g. C.)
In het rapport van het Landbouw-
comité is er de nadruk op gelegd, dat
het oude Nedcrlandsche ras, zooals dat
vroeger bestond, door die kruising wordt
herkregen, (zie bl. 194 v. h. V. v. g. C.)
Met allen eerbied voor de goede be
doelingen van de genoemde autoriteiten,
meen ik te mogen betwijfelen, dat we
moeten kruisen enkel met Yorkshires.
Om de grootst mogelijke netto op
brengst te verkrijgen in de varkensfok-
kcrij, zoude ik den landbouwer aanraden,
zich in de eerste plaats te voegen naai
de eischen van de markt. Deze vraagt
vooral naar de kwaliteit van het aan
geboden varkensvleesch of spek en naai
de verhouding van vet en mager. Aan
het gros der varkensfokkers is het
als zij maar varkens hebben, welke
tegen de minste kosten de meeste voor
dooien geven ook onverschillig, of
die varkens Nederlandschc of Yorkshires
of hoe dan ook genoemd worden. Dus
nocli de markt, noch de fokker geven
om den naam, op de waar komt het aan.
Vroeger werd van het middelslag
Engelschc witte zwijn zeer veel goeds
gezegd. Later is het giootslag Engelsche
witte varken meer op den voorgrond
gekomen. Nu meen ik als het meest
gewcnschte varken voor Nederland te
mogen beschouwenhet witte Duitschc
Edelzwijn.
Dit slag varkens komt in Duitschland
in een steeds uitgebreider wordenden
kring voor. (Zie Rohde Schweinezucht,
5e druk, 1906, bl. 94).
Hoe komen we aan zulk soort?
Het mecrcndeel der varkensfokkers,
die ik heb leeren kennen, zal het noodige
vrouwelijk fokmatericel zelve willen
blijven fokken; daarbij echter gaarne
gebruik maken van eenen beer van beter
soort. Zoolang de zoo verkregen krui-
sings-producten:
dus van -'e zeugen, welke de fokker
als fokzeugen kiest maar die van
eene vruchtbare moeder afkomstig moeten
wezen met eenen volbloed beer van
het witte Duitsche Edelzwijnslag;
zoolang die kruisproducten, hoewel
oordeelkundig gefokt zijnde, de ge
wcnschte goede eigenschappen niet
overbrengen op hunne jongen, moeten
de mannelijke dieren daarvan nog niet
voor de fokkerij gebezigd; maar steeds,
met de grootst mogelijke zorg tegen
familieteelt, van een volbloed wit Duitsche
edelzwijnbeer gebruik gemaakt worden.
Die volbloed beeren kunnen in het
buitenland worden aangekocht; voor-
decliger komt het mij echter voor, door
oprichting van fokstations voor dat soort,
ze hier te lande te fokken, om dan
slechts, wanneer zulks voor bloedver-
versching noodig inocht wezen, beeren
uit het buitenland aan te voeren.
Ter bevordering van stelselmatigheid
bij de fokkerij zal het oprichten van
fokvereenigingen zeker ook goede dien
sten kunnen bewijzen. En als deze fok
vereenigingen er vast aan houdeu, om
slechts producten van vruchtbare ouders
voor de fokkerij toe te laten, dan zal
over onvruchtbaarheid der varkens van
die vereeniging niet geklaagd worden.
Daarna leidde de heer C. G. J. A.
van Gendereu Stort het volgende punt in
Is het w e n s c h e 1 ij k, d a t o o k
de groote landbouw bonden, ver
eenigingen en maatschappijen
daadwerkelijkdopogingender
Y. P. N. s t e u n e n.
Reeds bij herhaling werd er op ge
wezen, dat ons land jaarlijks vele
millioenen eieren uit het buitenland
moet laten komen, terwijl het veel
kleinere Denemarken daarentegen voor
vele millioenen guldens aan eieren op
de buitenlandsehe markt brengt.
Waarom zijn wij op het gebied der
pluimveehouderij zou bij andere landen
ten achteren?
Waarom kost het vooral bij de
grootere landbouw ers zooveel moeite
belangstelling te wekken, ook voor
dezen tak van het landbouwbedrijf?
Het antwoord op deze vragen is m.i.
gemakkelijk te geven. De groote laud-
bouwbonden, de landbouwvereenigingen
en maatschappijen doen tot nu toe niets
of zeer weinig om de Y. 1». N. te
maken tot één krachtige organisatie, die
in staat zal zijn van de pluimveehouderij
te maken een zeer winstgevenden tak
van hetandbouwbedrijf?
Indien de besturen dier groote ver
eenigingen belangstelling voor het streven
der V. P. N. weten op te wekken op
hunne loden; wanneer zij de organisatie
der P. N. krachtig helpen bevorderen,
dan wij zijn er zeker van gaat
de pluimveehouderij in Nederland, die
van Rcgeeringswege reeds zoo krachtig
wordt gesteund een schoone toekomst
tegemoet.
(Buiten verantwoordelijkheid der Red.)
Geachte Redactie!
Naar aanleiding van hot betoog des
heeren J. G. Fontein in uw nummer
van 2 dezer betreffende den dienst der
gemeente-reiniging tijdons de congres
dagen verzoek ik u beleefd eenige
plaatsruimte. Wanneer deze regelen
onder de oogen van uwe lezers komen,
zijn de landbouwfeesten reeds in vollen
gang en komt mijn antwoord dus als
mosteid na den maaltijd doch de schuld
hiervan komt op rekening van den heer
F., die zijn hors d'oeuvre eerst op het
allerlaatste oogenblik heeft opgediend.
De heer F. schijnt de regeling van
den dienst der gemeentereiniging al zeer
luchtig op te vatten, schrijft aan den
vooravond van twee Zondagen even een
ingezonden stuk aan de plaatselijke
bladen cn verwacht dat D:nsdagmorgcn
de geheele dienst veranderd is en er
gedurende deze week, in den volsten
zin van het woord, na tien uur geen
pmeer aan den knikker is.
Gaarne geef ik toe dat de dienst bijv.
om drie uur 's morgens zou kunnen aan
vangen, men beginne dan bij den heer F.
dan is ZEd. al vast geholpen; hij heeft
den spijker zoo juist op den kop geslagen,
het geld vloeit deze week bij stroomen
in de laden der winkeliers, in alle winkel
straten niets dan verheugde gezichten
en de controleur van de Gemeente
belastingen kan zich al vast aan den
arbeid zetten om al die winkeliers voor
het volgend jaar met een extra kruisje
aan te teekenen.
Eén conclusie wil ik uit het belang
rijk opstel van den heer F. trekken:
bij de eerstvolgende vacature in den
Gemeenteraad werken alle partijen nu
eens eendrachtig samen en met verplet
terende meerderheid brenge men deu
heer I'ontein in den raad. In oen omme
zien is dan het vervoer der faeealiën op
afdoende wijze gereorganiseerd en gelijk
Amsterdam zijn Liernurstelsel, zal Amers
foort nog eenmaal kunnen bogen op zijn
Fonteinstelsel (in figuurlijken zin natuur
lijk) en aan veler grieven is als bij
tooverslag een- eind gemaakt.
Aan u, geachte Redactie, mijn dank
voor de plaatsing.
Uw getrouwe lezer L.
Batik Gordijnen
Batik Kussens
Batik Tafelkleeden
Batik Tafelloopers
Batik Piauoloopers
Batik Tea-coscij's
Batik Coffee-coseij's
Faiënce Antique.
Faiëuce «lc Gouda.