No. 51.
Woensdag 27 Juni 1906.
3e Jaargang.
Wees 11 Zelf!
Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken
Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER".
f
Een milde nererdening.
FEUILLETON.
Dolende Ridder.
André's memoires.
Roode Namen.
DE EEMLANDER.
Verschijnt
IWeensdags en Zaterdags.
Bureau
Hendrik vau Viandenstraat 28
Abonnementsprijs
Per jaarf 3.00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Prijs der adverteutiëu
Van 1 tot 5 regels0.40
vooi' iederen regel meer0.08
(Bij abonnement aanmerkelijke korting.)
Donderdag komt in den Raad in be
handeling een voorstel van Burgemeester
en Wethouders tot vaststelling eoner
verordening, regelende het verlof van
het personeel bij het Lager Onderwijs.
De conceptverordening omtrent deze
materie den Raad aangeboden is in dit
blad van jl. Zaterdag een milde verorde
ning genoemd, welke benaming zeker
met het oog op in andere gemeente
getroffen regelingen, niet misplaatst mag
gonocmd worden. Toch hoop ik, dat
deze verordening niet zonder wijziging
zal worden aaugenomen, en dat de Raad,
de twee geheel ongelijksoortige zaken,
die hier in één verordening worden ge
regeld zal weten te scheiden. Deze
verordening toch tracht niet alleen een
regeling te scheppen voor verlof iu ge
val van ziekte maar ook ter vervulling
vau militaire plichten. En waar de
ziektebepalingen ongetwijfeld niet ongun
stig mogen genoemd worden, is het bepaal-
in art. 5 voor del betrokken onderwijzers
zoo ongunstig, dat alle militieplechtigen
onder hen van harte zullen hopen, dat
dit artikel uit de verordening zal worden
gelicht.
Art. 5 toch wordt voorgesteld als volgt
„Aan een onderwijzer, die ter ver
hulling van zijne militaire plichten
„zijne werkzaamheden niet kan ver
dichten, wordt een verlof verleend
„met behoud der halve jaarwedde voor
„den tijd van ten hoogste zes weken
„dezer verhindering.
„Indien de verhindering langer dan
„6 weken duurt, worden de kosten,
„die de gemeente ten behoeve van
„dit verlengde verlof moet betalen,
„van de jaarwedde van den onder
wijzer afgehouden.4
Afgezien van het nadeel hier uit voort
vloeiende voor de betrokken personen
geloof ik dat de bepaling inzake het
De liefde ie ale de besmettelijke ziekte
hoe meer men haar vreest, des te meer staat
men er aan bloot.
Uit het Engelsch
van
EDNA LYALL.
48.)
„De Dolende Ridder", voegde Sardoni
er bij, wel ziende, dat het 't best was
't gezegde van den Spanjaard voor
scherts te laten doorgaan.
En dus werd Valentino, evenals 't
door Comerio spijtig uitgedachte San
Carlo, een gewone uitdrukking onder
den troep en verloor al zijn bitterheid,
zelfs werd het een soort symbool van
de huiselijke plagerij en de schertsende
vriendelijkheid, die Carlo spoedig van
zijne medegezellen had gewonnen.
Het scheen dat Sardoni, toen hij over
Merlino's luim sprak, de zaak niet had
overdreven, want juist op dit oogenblik
kwam deze binnen, met die afschuwe-
uitkeeren van het halve salaris in strijd
is met de wet, en daarom dus reeds
verwerpelijk. Iu art. 26 der wet op het
Lager Ouderwijs wordt den onderwijzer
toch een vaste jaarwedde toegekend.
E11 waar een vaste jaarwedde er nu
een is, die vaststaat, waarop men reke
nen kan en die dus niet afhankelijk is
van toevallige omstandigheden, mag het
zeker niet in overeenstemming met de
wet worden genoemd, wanneer een ge
meentebestuur gaat toekennen, zij het
voor korter of langer tijd, een halve
jaarwedde.
Dit nu echter nog daargelaten, moet
het niet in hooge mate onbillijk worden
genoemd, wanneer iemand uit zijn werk
wordt gehaald voor herhalingsoefening
e. d., dat hij daarvoor dan gestraft wordt
met inhouding van een gedeelte van
zijn salaris. Ziek worden doet zeker
niemand voor zijn pleizier en de oorzaak
daarvan zal ook wel in den regel niet
in eigen schuld moeten worden gezocht,
maar is dat soms wol het geval bij de
vervulling van militaire plichten? De
wapenrok uiogo dan vooi het jongmaatje
een groote attractie bezitten, dit durf
ik wel te zeggen: niet één onderwijzer
vindt het prettig nog weer eens voor
cenigen tijd de kazerne in te moeten.
Maar prettig of niet: hij moet. Ook
hier, nog minder als bij ziekte, mag men
hem aansprakelijk stellen voor het ver,
vullen van een plicht die het land hem
oplegt. En waar deze plicht niet door
ieder met evenveel opgewektheid wordt
vervuld, zou het zeker te betreuren zijn,
wanneer den Raad hem daarvoor nog
ging straffen, door hem in zijn salaris
te treffen. En vooral voor gehuwde
onderwijzers moet het vreeselijk zijn den
tijd te zien naderen, dien zij zullen moeten
doorbrengen in de kazerne. De memorie
vau toelichting schijnt alleen te denken
aan ongehuwde militieplichtigen, maai
er zijn ook hier in Amersfoort eenige
gehuwde onderwijzers, die nog niet ge
heel vrij van „opkomen" zijn. Eu waar
lijke dubbele rimpel in zijne wenk
brauwen en die donkere blik in zijne
oogen, die altijd een stormachtige dag-
voorbereidden voor hen die zich bij hem
bevonden. Op zulke oogenblikken boe
zemde zijn gelaat bepaald weerzin in,
en in 't eerst had Carlo gevoeld dat hij
niet mot hem kon leven, dat de aan
blik van hem alleen reeds ondragelijk
was. Echter had hij een soort gene-
geheid voor zijn schoonbroeder gevoeld,
liij bezat do zeldzame en benijdenswaar
dige gave om de menschen te zien
zooals zij onder gelukkiger omstandig
heden zouden zijn, en de nog zeldzamere
macht 0111 ze als zoodanig te behandelen
en zoodoende was de voortdurende
tegenwoordigheid van den impressario
nog al dragelijk voor hem geworden
eigenlijk alleen ondragelijk op zeldzame
oogenblikken als zijn natuurlijk onge
duld hem overmeesterde en hem alles
wilde doen verbreken om terug te
ijlen naar 't rustige leven in zijn vader
land.
„Zoo, zijt ge eindelijk beneden",
zeidc Herlino, die 't als een persoonlijke
beleediging beschouwde als iemand
langer te bed lag, dan hij zelf.
Daar hij, ondanks laat naar bed
gaan, de lastige gewoonte had, vroeg op
te staan, vonden zijn medeleden dien
karaktertrek nog al vervelend te meer
daar 't beroep van opperzanger juist niet
tot vroeg opstaan noopt.
het salaris in onze gemeente nu verre
van schitterend is, mogen we gelust ver
klaren dat in dergelijke gevallen het
gezin van den onderwijzer beslist aan
armoede is prijsgegeven.
Voor militie-plichtige onderwijzers
zal die bepaling hoogst onaangc
name gevolgen hebben, waarom het
dan ook van harte te hopen is, dat de
Raad art. 5 zal verwerpen en den onder
wijzer, die zijn militaireplichten moet
vervullen het recht zal blijven toekennen
op zijn volle salaris.
W. C. OOSTERMAN.
Anderhalf jaar na zijn aftreden als
minister van oorlog, veroorzaakt dooi
den canailleuzen kaakslag van ridder
Syveton, publiceert generaal André zijn
gedenkschriften als hoofd van de Fransche
landsverdediging, onder de ministeries
Combes en Waldeck Rausseau.
Een verhaal in den aauvang van dit
geschrift opgenomen omtrent do wijze,
waarop Waldeck Roesseau hem bewoog
de portefeuille te aanvaarden, herinnert
ons aan de taak die Andrè daarmee op
zich nam. Waldeck liet den generaal
bij zich komen en vroeg heui of hij
wilde samenwerken met het rcpubli-
keinsche kabinet. André aarzelde, doch
Waldeck legde stukken over, waaruit
bleek, hoe het republicanisme in het
leger was gehaat en hoe officieren, die
voor hun meening uitkwamen, werden
getaquinoerd.
Toen aanvaardde André de opdracht
en zijn benoeming stond den volgenden
dag in de Staatscourant.
Zoo loeren we dan nogmaals uit deze
memoires dat do. taak van André was
het nationalisme, de zucht tot complot-
teeren, gebleken bij het Dreyfus-proces,
doch sedert geenszins verminderd, te
bestrijden.
„Ik wijd deze bladzijden aan de
„Ik hoor dat Maroui er al geweest
is," zeide Carlo. „Is er iets niet in
orde?"
„Niets is in orde," riep Merlino woest.
„In plaats van tot nu toe in uw bed te
liggen was 't beter geweest, dat gij eens
naar den schouwburg waart gegaan in
plaats vau dien stommerik."
„Goed, dan zal ik nu gaan, als er
iets kan worden gedaan," antwoordde
Carlo, niet lettend op de ruwheid en
onredelijkheid vau die laatste opmer
king.
„Insomna! Als er iets gedaan kan
worden? Dat is weer juist iets voor u,
Donati, altijd klaar 0111 geduldig en
kalm over de moeielijkheden van iemand
anders te redeneeren. Ik weet wel, dat
er een vervloekt verschil in uw toon zou
zijn als 't ruwe en niet mijne uioeie-
lijkheid was."
Sardoni was op 't punt in de rede te
vallen, doch Carlo wierp hem oen blik
toe en hij hield zich stil en een courant
opnemend scheen hij het hoofdartikel te
lezen ofschoon hij in werkelijkheid
naar zijne twee medegezellen luis
terde.
Hij herinnerde zich, niet zonder zelf
verwijt, dat Carlo den avond te voren
voor de bagage had gezorgd toen hij
reeds te bed was en waarschijnlijk was
Valentino wel 't laatst van den troep
gereed geweest om te gaan slapen.
Het spijt me, dat ik zoo laat ben",
600000 jonge soldaten van Frankrijk,"
zegt André in den aanvang van zijn
aanteekeningen en hij voegt er aan toe,
dat de ondermijning van den republi-
kcinschen geest iu het leger hem bewoog
de pen ter hand te nemen. De kort
geleden tot stand gekomen vrijspraak
van de reactionaire officieren, die bij
de inventarisatie van de kerken weiger
den hun plicht te doen, de een tegen
over de burgerlijke overheid, de ander
tegenover zijn militaire meerderen,
toonen aan dat dereactionairegeest nog
al te sterk in het leger vertegenwoor
digd is.
Zelfs zegt Andrc dat die reactionaire
geest onder zijn opvolgers weer sterker
geworden is en de oude stellingen zijn
ingenomen, vanwaar ze eenmaal werden
verdreven. Dat is een beschuldiging, die
natuurlijk direct tegen Etienne is ge
richt. Ter nadere verklaring verhaalt
André hoe Waldeck Rousseau hem twee
middelen voorsloeg het kwaad meester
te worden. De een: dadelijke reiniging van
het officierskorps van alle kwade clemen
ten niet tijdelijke schorsing van de wet
van 1834, betreffende de bevordering of
een geleidelijke vernieuwing van den
generalen staf, en overbrenging van het
recht van bevordering in handen van do
regeering zelf. Onder de gematigden,zeide
Waldeck Rausseau, zijn er velen, die van
een zoo kras middel als de opheffing van
de wet van 1834 niets zullen willen weten.
Nemen wc dus voorloopig liet tweede
middel, de geleidelijke en voorzichtige
weg; is dat niet genoeg dan kunnen we
altijd nog den andeien weg inslaan.
Merkwaardig is de mededeeling van
A ïdré dat hij bij de aanvaarding van zijn
ambt in zijn kabinet een schapulier vond
niet de woorden: Halt, het hart van
Jezus is hier! Gallifet zijn voorganger
vertoonde zich niet eens!
Getuigt het niet van zeer hooggaande
politieke zeden, dat een oud-minister 11a
t'/a jaar reeds met memoires komt, aan
den anderen kant is het opvallend, dat
zeide Carlo. „Wat heeft Haroni dan
dan niet in orde gevonden?"
„Hij zegt, dat 't orkest niet half ge
reed is en met den directeur heeft hij
twist gehad over de repetition."
„Tien tegen één, dat hij een dwaling
heeft begaan," zeide Carlo.
„De directeur spreekt waarschijnlijk
geen Italiaansch en met Maroni's verlof
zijn Engelsch is ook niet schitterend.
Eenige dagen geleden hoorde ik hem
te Gibraltar praten mot een violist en
de arme duivel kou zich ter nauwornood
goedhouden.
Bovendien is 't Maroni niet uit 't
hoofd te praten, dat een beweging door
een gewone Engclschman niet wordt
begrepen, hij verwacht dat ze die even
goed verstaan als een geboren en ge
togen Italiaan?"
Merlino glimlachte.
„Daar is wel iets van aan. Wellicht
is 't niet zoo erg als hij zegt."
„Als ge denkt, dat ik u van eenig
nut kan zijn, wil ik wel niet u mede
gaan," zeide Carlo.
„Nu, als ge wilt," bromde Merlino,
„want uw Engelsch is beter dan 't mijne.
Oh! vervloekt!
Bekommer je maar niet om 't kind!
Dat kan wel hier blijven."
„Laat mij maar meegaan papa, ik zal
zoo zoet zijn, zoo zoet," zeide Gigi, die
een poosje geleden bepaald was gaan
huilen bij zoo'n teleurstelling.
de geestverwanten van André zijn boek
met zekere koelte ontvangen.
Verlangt men 11a zooveel jaren van
strijd tegen de bedorven reactie naar
rust of zijn de feiten te bekend om nog
een breedc schare te interresseeren?
Mogelijk en misschien waarschijnlijk
gevoelt men dat men in den strijd tegen
de politieke tegenstanders eenige malen,
onwillekeurig misschien, geloof en kerk
heeft getroffen en dat dat een fout is
die slechts door jaren van meer kalme
politiek kan worden hersteld.
Is do suppositie juist, dan beleven we
thans een periode van kentering waarin
het rcpuhlikeinschc werk; van Combes
als geëindigd wordt beschouwd do
sluitsteen was do scheiding en komen
mogelijk de tijden dat men wat meer
naar onderlinge voeling gaat streven.
Een Deensch schrijver, A. M. Kohl,
een oud-officier, heeft een bundel novel
len uitgegeven, getiteld „Roode Namen",
waarin de heldhaftigheid der Japanners
in den jongsten oorlog in een reeks
Tan schetsen wordt getoond. Hier volgen
een paar er van:
Prins Bcnzaï Focsjimo was negentien
jaar. Zijn vader had voor zijn opvoeding
gezorgd. Sedert zijn achtste jaar was
zijn dagverdeeliug nauwkeurig geregeld;
eerst een uur geschiedenis, dan een uur
voetbal; op de studie van de taal en de
letterkunde van de Russen volgde op
nieuw sport en na de wiskunstige vak
ken kwam les in de gymnastiek. Toen
hij veertien jaar was, had men Bcnzaï
op een gymnasium iu Duitschland ge
daan, waar hij twee jaar bleefvan
daar ging hij één jaar naar St. Peters
burg, en vervolgens naar Londen voor
het militair onderwijs. Bij 't uitbreken
van den oorlog keerde hij terug naar
Japan.
In 't leger van Koeroki gedroeg hij
zich dapper. Maar door vermoeiende
marschen vermagerde hij op angstwek
kende wijze: zwarte trekken komen 0111
zijn oogen en zijn mond; zijn stukge-
loopeh voeten doen hem vreeselijk pijn.
Hij vergaat van dorst en op zekeren
Merlino, die veel van zijn zoon hield,
was getroffen door 't verzoek en maakte
geen verdere tegenwerpingen, en zoo
ging het vreemd uitziende trio op weg
en Sardoni, zijn courant neerwerpeudc,
ging bij 't raam staan om hen 11a te
staren met een komische trek om zijn
mondhoeken.
„Het is vermakelijk om te zien hoe
die kerel Morlino om zijn vinger dat
oude beest hem als een hond.
Ik mag opgehangen worden, als ik
begrijp hoe Valentino 't aanlegt en hoe
't mogelijk is, dat hij niet driftig wordt
want met al zijn zachtheid, is nij nog
al vurig. Wel, ik zou hem wel eens
boos willen maken, 0111 te zien wat hij
doen zou. Hij is niet één van die
water en melk heiligen of hij zou nooit
kunnen behandelen zooals hij doet."
Maar als Carlo's karakter en leven
reeds voor Sardoni, die de oplossing van
't raadsel kende, overstelpend waren,
voor de overigen van den troep waren
zij te inecr onbegrijpelijk. Eenige van
hen bewonderden hem, anderen vonden
zijne onzelfzuchtigheid gemakkelijk en
maakte er gaarne gebruik van, weer
anderen waren weer ijverzuchtig op zijn
succes en verdachten er hem van zich
in Merlino's gunst te willen dringen en
en ofschoon allen, uitgezonderd Gomez,
in zooverre met hem verzoend waren
dat zij vriendschappelijk met hem om
gingen, toch was er niemand onder hen.