Gemengd. Allerlei. Op de binnenplaats van dezelfde krijgsschool, waar ruim elf jaar geleden liet vlijmend onrecht: de degradatie, het afscheuren der oiidcrscheidingstee- kenen van de uniform van kapitein Dreyfus gebeurde, daar, ofschoon niet kieschen opzet niet precies terzelfder plaatse, is aan majoor Dreyfus 11a 't openen van den ban, de accolade van het ridderschap van do orde van het Legioen van Eer gegeven. Geen enkele orde, binnen- noch bui- tenlandsche, staat, na een eeuw van zeer eerbiedwaardig verleden, zoo hoog in het Fransch gemoed aangeslagen, als juist het Legioen van Eer, om welks bezit de strijd bij velen, bijwijlen voor het leven te kort, maar nimmer te zwaar geacht wordt. Niettegenstaande de ook hierbij voorgekomen mistastingen, 0111 niet van misstanden te spreken, staat de Napoleontische, instelling onverzwakt vooraan, waar het de officieelc erken ning geldt, zoo van burger- als van militaire deugden. Bovendien maakt het een zeer groot verschil uit, niet in schijn, doch in wezen, of de Fransche regcering een landsman, dan wel een vreemdeling decoreert. Deze laatstcn ontvangen veel eerder het Legioen van Eer, de Fransche regeering is veel guller met de toekenning daarvan aan buitcn- landsche deswaardige mannen, dan zij het is voor den eigen landzaat binnen de grenzen van het rijk en zijn koloniën. Zulk een bijzonder hoog-houden dezer decoratie, wier dragen in het openbaar de persoonlijkheid van de gedecoreerden met een ontzag en eerbied omgeeft, grooter dan in welke landen ook van Europa aan zoodauigen pleegt te worden toegekend, maakt dat 't (uitzonderingen daargelaten), als symbool geldt en ge houden wil worden vttn de bekroning van een eervol cn zeer verdienstelijk verleden. In hoe grooto mate zulks voor de Fransche burgers geldt, nog grooter is daarvan de beteekenis, wanneer het kruis den soldaten-rok siert. En in dit licht beschouwd, beduidt de toekenning van het kruis aan majoor Dreyfus de volkomen loutering van welke militaire smetten of verdenkingen ook, waaraan hij zoo ruimschoots zijn deel had. In dien zin ook, schijnt het, dat door Dreyfus-zelf zijn decoratie wordt opge vat. Want ziet, de man, die niet boog ouder het smadelijk degradeeren, maar fier en met geheven hoofde dien onver dienden hoon doorstond, die niet ver saagde te midden van het verstikkend klimaat cn de benauwende palisadeering op het terecht aldus geheeten Duivels eiland, die in Europa terug, zonder één aarzeling die eindeloos traag voortgaande worsteling naar het Einde volbracht, en geen oogenblik van gebleken zwakheid kende, diezelfde man stond, ver slagen, doodsbleek cn met de trillende hand aan het gevest van zijn herworven degen, op het oogenblik, dat zijn zege praal beklonken, zij moreele waardig heid beklijfd zou worden door zijn op name in de ridderschap van het Eere- legioen. Wie, die dezen heldhaftigen mensch om dit zwakke oogenblik zal kunnen hard vallen, wie, die er het diep-begrij- pelijke van omvattend, hem er minder om eeren zal, toen hij den steun van mevrouw Dreyfus, die haar man te hulp snelde, niet langer ontberen kon, wilde hij wankelend henen kunnen gaan, nu met deze eind-overwinning ook de schier bovemnenschelijke spankracht van den strijd zich voor een oogenblik had los gemaakt? Aldus was het slot van dit verbijsterend, nog zooveel duisters bevattend wereld- tooneel te verdwijnen en plaatste maken voor nieuwelingen. Het kwam van tijd tot tijd bij haar op om Carlo te schrijven en haar sympathie te betuigen in zijn smart over 't overlijden van zijne moeder, doch die brieven zijn zoo moeiclijk en zij had 't zoo druk dat er nooit iets van kwam. Zij stelde zich tevreden met naar hem te vragen in haar eersten brief aan Francesca doch Franceses was een trage briefschrijfster en toen zij twee maanden later ant woordde, schreef zij niets over Carlo. De zaken van Mr. Britton "voerden hem dikwijls naar Mardentown, bij Askborough, waar zijn kantoor was en op een kouden dag in Maart wandelde hij op 't perron te Mardeutown, wach tende op den trein, die hem naar huis zou brengen. Hij was niet alleen. Een van zijne vele kennissen had hem naar 't station gebracht en vertelde hem zijne zorgen, toen hij bemerkte, dat zijn vriend niet zoo oplettend luisterde als gewoonlijk en de richting van diens blik volgend, riep hij uit: „Oh, kijkt ge naar die Italianen. Ik meende, dat zij gisteren allen vertrok ken waren, er waren er een minigte. Het is een operagezelschap, die norsch uitziende man met zijn zwarten baard is de impresario en daar is zijne vrouw, de prima donna van den troep. Ik denk dat de minderen gisteren zijn vertrokken en dat nu de solisten heengaan drama, een epos van menschelijke be wogenheid, waaraan alle hartstochten deel hadden, waarin van groot-edelen zin tot feldotikerenden haat toe, alle schakeerin gen der menschelijke ziel blootgelegd werden, en dat nochtans mocht eindigen in zulk een zacht-ontroerend tafereel: het heeld van den moeden strijder, vra gend om steun, en van de vrouw, zijn mede-strijdster, tot het eind toe hem dien steun brengend. Met den ridderslag dien Dreyfus ont ving is, zoo zou men kunnen zeggen, het zoo lang warend Dreyfus-spook verdwenen. Voor kapitein Dreyfus treedt majoor en ridder Dreyfus in de plaats. Voor de smart van de ondergane belecdigiiigen die in den kapitein Dreyfus den republikeinen trof, treedt thans de vreugde over de behaalde overwinning En bij de ietwat kinderlijke overdrijving die het Fransche volk kenmerkt, bij de ook tijdens de schrikkelijkste dagen van de revolutie gebleken zin voor het symbool is het niet te verwonderen, dat men ecu klein beetje comedie speelt en overdrijft. De uitreiking van het kruis van liet Legioen van Eer had Zaterdag plaats op de binnenplaats van de krijgsschool te Parijs. Ilooren we hoe het toeging: Om één uur stelden de troepen zich op: twee escadrons huzaren cn twee batterijen artillerie. Ongeveer driehonderd vrienden, werkelijke belangstellenden, waren achter de troepen geplaatst. Mevrouw Alfred Dreyfus, haar kinderen, al de verwanten stonden voor de vensters van de krijgsschool, iuct Picquart, Perein, Baudouin, Anatole France, Rcinach c. a. Om 1 uur '20 komt majoor Dreyfus. Hij is zeer bleek. De wacht komt in het geweer. Alle officieren treden uit de gelederen om Dreyfus de hand te drukken. Precies twee uur rijdt generaal Gillain binnen. Zijn eerste beweging is een groet voor Dreyfus. Deze staat op zijn post rechts vóór de artillerie. Hij is nog bleeker dan straks, de sabel beeft in zijn hand. De generaal plaatst zich in het midden van de binnenplaats en roept de offi cieren, die het legioen hebben. Drie gedecoreerde kapiteins treden uit de gelederen en plaatsen zich achter den generaal, terwijl Dreyfus en majoor Targc zich vóór den generaal plaatsen. Turge is officier van 't Legioen gewor den. Onder doodelijke stilte beveelt de generaal de ban te openen. Daarna spreekt hij de bevordering van Targc uit en slaat dezen tot officier. Maar weder wordt de ban geopend. Nu is het voor Dreyfus. Mevrouw Dreyfus kan het voor het venster niet uithouden; de vreugde is haar te machtig. Zeer krachtig klinkt op de binnen plaats: „Namens den president van de repu bliek, krachtens de bevoegdheid mij toegekend bij de wet, maak ik U, Majoor Dreyfus, ridder in het Legioen van Eer." Men vreest dat Dreyfus vallen zal, doch hij verstaalt zich; even heeft hij bewogen, nu staat hij weer onbewegelijk voor den generaal, die zijn schouder aanroert met den degen, het kruis op zijn borst hecht, hem omhelst en daarna herhaaldelijk zijn hand drukt. Leve de Republiek! Leve het leger! Leve Dreyfus! „Vreemd", zeide Mr. Britton, weer naar de kleine groep kijkend, „die man gelijkt op iemand, dien ik verleden jaar te Napels ontmoette. Maar vreemdelingen lijken altijd op elkaar. Het is een knappe vent, vindt ge niet?" „Die jonge man, meent ge? Ja, maar te klein, dat is altijd 't gebrek van die Italianen. Op 't tooneel lijkt hij even wel grooter. Gisteravond heb ik hem gezien in de Martha." Hoe ter wereld heet hij ook weer Sardoni? Neen, dat was de tenor. Ik ben 't vergeton. Al die vreemde naincn dwarrelen iemand door 't hoofd. Kijk, ze sturen hem weg om couranten te gaan koopen, zij willen zonder twijfel de kritiek over hun zingen lezen." Het gesprek liep verder over andere zaken, en wandelden op en neer tot zij door de groote bel werden gewaar schuwd, dat de trein in aantocht was. „Goede 1100101!" riep Mr. Britton uit, zijn vriend bij den arm nemend. „Kijk eens! Een kind op de lijn!" Hij snelde langs 't perron, terwijl op 't zelfde oogenblik waarschuw ende kreten en de scherpe gil van eene vrouw door de lucht weerklonken. liet was alles in een paar seconden voorbij en toch was er tijd om alles in bijzonderheden waar te nemen, de schrik van de toeschouwers, de hulpe loosheid van 't kind zelf, dat verschrikt Leve Picquart! Dat hoort men in blijde verwarring, uit een ontroering die zich moet uiten, roepen. De trompetters sluiten de ban, de troepen defileeren, en nu komen al de vrienden op Dreyfus toe, Anatole France tracht iets te zeggen, doch kan niet uit de w oorden komen van ontroering cn plotseling wijken allen eerbiedig, de andere heldhaftige, mevrouw Alfred Dreyfus werpt zich in de armen van haar man Waarmee heeft Dreyfus deze eer ver diend? Hij werd onschuldig veroordeeld! hij leed veel! We zouden zeggen, dat iemand die veel geleden heeft, zooveel als het slachtoffer van de konkelende staf-officieren, wel allereerst lust heeft tot rusten en eerder kluizenaarsambitics moet koesteren dan ridderlijke' illusies zou 11a jagen. Ook daarin is de majoor Dreyfus dus een ander dan de kapitein Dreyfus was. Hij, de smartvolle, die geleerd heeft hoe ijdël de grootheid van deze wereld is, versmaadt het mooie dingske op zijn borst niet. In elk geval hoe groot het onrecht ook dat hem is geschied een bizondere onderscheiding verdiende de kapitein, wiens eenige verdienste is dat hij onschuldig is, niet. Dat moet het republikeinsche volk toch zelf ook begrijpen, en door majoor Dreyfus de coreert het republikeinsche deel van de natie feitelijk zich zelve niet omdat het geheel onschuldig is, niemand zal het beweren, doch omdat het overwon op verkiezingsdagen. De dag van Zater dag is slechts een nagalm van die an dere dagen, waarop republikeinsche Kamer- en Senaatsverkiezingen werdcu gecreëerd! We zouden daar niets tegen hebben, indien deze autodecoratie niet, zóo kort na polilieke beroeringen, een daad van onvoorzichtigheid en een ge bruik maken vau het recht van den sterkste ware. Wil Republikeinsch Frankrijk het thans, dan kan het Dreyfus tienmaal decoreeren of hem desnoods president maken. Dat zou ook symboliek zijn, maar zelfs een decoratie is een daad van deloyalen moedwil, van overdreven zelfgenoegzaamheid. Het „Leve Dreyfus" is niets anders dan een vrij vertaald „Dood aan de nationalisten"; het is een uitdaging, die niet van de hand zal worden gewezen door de nationa listische baronnen, millionairs en kerk vorsten. In de nieuwe Rerubraudt-zaal. Ge hoord Vrijdagmiddag in de nieuwe Rembrandt-zaal vóór de „Staalmeesters" Dame: Staalmeesters, wat is dat, man? Meneer: Staalmeesters? Meesters op het staal natuurlijk. Wij zeggen nu: meesters op alle wapens. (De Echo.) Gestoord kinderspel. Kleine jongens waren het, maar ze wilden doen als grooto menschen. Zij wilden lustrumpje spelen, precies zooals een Tan hen dat had gezien in een geïllustreerd blad. Natuurlijk moest hij die zoo'n spel op het touw zette Germanicus wezen. Hij die het initiatief neemt is de man. Daarin doen kinderen ook al weer de groote menschen na. Trouwens het jongetje waarover het hier gaat zou dat recht toch al hebben gehad, want hij had een bokje en een sportkar. Zooiets geeft voorrechten. Zij zouden dan wagenrennen uitvoeren. Natuurlijk was de sportkar de zegewagen en verward, de kreten hoorendc, de trein zag aankomen en nochthans te versteend was door den schrik om zich te kunnen verwijderen. Mr. Britton snelde er heen en had bijna de plek bereikt, toen een vlugge, kleine ge stalte voorbij hein snelde, hem bijna onderstboven loopend. De Italiaan week juist bij tijds links uit, sprong op do lijn en vloog als de wind om 't kind te verlossen. Er was een oogenblik dat 't hart van de toeschouwers stil stond, zou 't kind gered worden of zou 't mot zijn verlosser omkomen?Dekansenwaren bijna gelijk; alles hing af van de kracht van den man, en of 't kind weer stand zou bieden. De snelheid van den trein verminderde, toch scheen hij te naderen met eene vreesclijke snelheid. Bijna had hij 't kind bereikt, de vrouwen verborgen 't gelaat in de handen, de mannen sperden de oogen op om te zien wat er gebeuren zou. De helper uitte een kreet, op 't geluid waarvan 't kind zich omkeerde, hem een paar pas sen te gemoet liep in de sterke armen van den man gevangen werd, die het van don dood had gered. Het naaste oogenblik stonden zij op 't zes voet breedc pad tusschen de rails en snorde de trein hen voorbij. Mr. Britton haalde diep adem en nu 't gevaar van 't oogenblik voorbij was, ergerde hij zich over de lafheid van de toeschouwers. Behalve hij zelf en de van den imperator. De bespanning er van werd uitgemaakt door het bokje eu een drietal jongens. De renwagens waren de onderdeelen van kinderwagens, elk getrokken door vier kameraadjes. Germanicus was net als do echte ge harnast. Een oude trommel was zoolang getrapt, totdat hij zijn tenger lichaam er doorheen kon wringen. Trotsch zag hij er uit in ziju roodgeverfde bus, waarop ter hoogte van de linkerschouder in vergulde letters het woord „koffie" prijkte. Een afgedankte hoed van een zuster vormde zijn hoofdbedekking, ter wijl aan zijn zij het overschot van een degenstok bengelde, dat steeds weggestopt werd als er een politic-agent te zien was, Germanicus kwam, nam zijn zetel in op een hoogc blauwe stoep, zijn ge trouwen plaatsten zich op den trottoir band en de rennen begonnen. Natuurlijk ging dit met eenig lawaai gepaard, kroten van aanmoediging klonken steeds harder. Ook de imperator deed er aan mee. Totdat de eigenaar van de hoog, blauwe stoep buiten kwam, de veldheeren krijgstribuncn enz. verjoegen do imperator die in zijn blikverpakking niet zoo gauw kon wegkomen, van zijn zetel schopte. Het leek weinig op» een triumftocht toen Cajus Julius Caesar Germanicus Drusus Groningensis met spotkar en bok aan den haal ging. (N. Gr. Ct.) I11 een café was ongemerkt een hond binnengeslopen, die, toen 't café werd gesloten, niet naar buiten kon. Eenigen tijd liep het dier rond en toen hij nergens een uitweg vond, stelde hij alles in het werk 0111 de opmerkzaamheid der menschen te trekken. Ten slotte klauterde hij op de vensterbank en blafte tegen de weinigen, die op het late uur voorbij kwamen zij bekommerden zich echter geen oogenblik om het blaffende dier. Toen vond hij oen ander middel, om de opmerkzaamheid te trekken. Hij sprong op de schenktafel, die vol glazen stond, liep glazen, koppen, schotels, alle breek bare waar van de tafel af, zoodat het rinkelend op den grond viel en ver wekte hiermee natuurlijkeenhelschlawaai. Een op straat surveilleercnden politie agent kwam dit loven verdacht voor, hij verschafte zich met geweld toegang en... nauwelijks had hij de deur geopend of de hond vloog hem tusschen de beenen door en verdween op straat! Vrijdag kwam te Londen de jongste alleenreizende passagier uit Amerika aan. Het is de kleine Charles Clinton Gladwin, een baasje van '2 jaar en 8 maanden. Zijn moedor is gestorven en daarom werd hij door zijn vader ter verpleging bij zijn in Londen wonende tante aan boord gebracht. Aan het jasje van den knaap was de volgende bekendmaking gehecht: „Charles Clinton Gladwin gaat van New-York naar Londen adres mevrouw E. Barr". Aan de andere zijde stondHij is de zoon van C. C. Glad- win, meester-sneeuwschoenlooper van de Yereenigde Staten en Canada." Dat de jeugdige passagier het aan boord best had cn door de vele vrij willige moedertjes hard vertroeteld werd, is te begrijpen. Te Queenstown stond de tante haar kordaten neef op te wachten. Een gruwbare oorengeschiedenis. Op een in aanbouw zijnd huis in de Kanierunerstrasse te Berlijn gebeurde het Maandag. Wegens een halven liter jandoedel, in het Duitsch schnaps, begonnen de 33-jarige arbeider Gadovv cn de glazen- Italiaan was er niemand geweest, die hulp had geboden, hoewel vele dichters bij de plek waren geweest. „Natuurlijk dacht ik wel, dat iemand van de troep hem zou redden." hoorde hij iemand zeggen. „Men zegt dat 't Merlino's kind is, doch Merlino deed niets dan brullen en zich 't haar uit rukken. Kom er ia nog juist tijd voor een grogje. Dat mag ik wel hebben voor den schrik. De spreker snelde naar de restau ratie en Mr. Britton, ten diepste ver ontwaardigd, wendde zich af om te zien of de redder er nog was. Hij verscheen op dit oogenblik aan 't eind van 't perron, 't kind nog op de armen. Mr. Britton voegde zich bij 't groepje, dat hem spoedig omringde, doch iedereen praatte en vroeg, en daarom hield hij zich stil en luisterde, zich sterk aangetrokken voelend tot den jongen Italiaan, die zich zeiven in 't geheel niet als een held scheen te beschouwen of verwachtte dat de toe schouwer dat zouden doen. De eerste neiging van een Engelsch- man zou geweest ziju, zich voor do oogen van de toeschouwers te verber gen, de Italiaan echter beschouwde het anders en trok zich van de toeschouwers niets aan, hij was een beetje opgewon den en moe door 't kind dat zich aan hem vastklemde en niet naar zijn vader wilde. maker Herrmann elkaar onaangename dingen te vertellen. Daar ze het schijn baar op die wijze niet eens werden, gingen de heeren elkaar als kemphanen te lijf, waarbij de glazenmaker de wel voeglijkheid zoozeer uit het oog ver loor, dat hij z'n vriend en makker het linkeroor afbeet. Deze, hoogst onaangenaam getroffen door dit indelicate optreden, begon op straat uaar zijn oor te zoeken, ten einde het in een barrak voor ongelukken in de Lindower Strasse weer te doen aannaaien. Tervergeefs echter. Het oor was en bleef zoek, en daar geen hondjes in de buurt waren geweest, moest de onkie- sche glazenmaker na gedane informatie wel toegeven, dat de mogelijkheid volstrek niet buitengesloten was, dat hij in de hitte van het gevecht hot bewuste oor hij wijze van versnapering genuttigd had, zoodat de ongelukkige Gadow de hoop om z'11 gelioorschelp in onge schonden staat terug te ontvangen, wel voor altijd zal moeten opgeven. De nieuwste ziekte is de chauffeur- verlamming. Zij bestaat in verlamming van enkele ledematen en geschoktheid der zenuwen. Dr. Burroughs te Londen beschrijft het geval van een 34-jarigcn motoromuibus-koetsier. De man bevond zich in een toestand van de hoogste nerveuze opwinding en hij was niet in staat, het rechterbeen te bewegen, daar hij dan dadelijk een hevige pijn in den rechterheup voelde. De genezing duurde 3 weken. Dr. Burroughs meent, dat de ziekte een gevolg is van 's mans werk. De voortdurende sterke spanning der spieren, het .steeds nauwkeurig moeten opletten en do groote verantwoordelijkheid ver nielen het zenuwstelsel. Ook andere bestuurders van motor-omnibussen ver klaarden, dat zij het nieuwe werk vee! minder goed kunnen volhouden dan het vroegere mennen van paarden. Na korten tijd zijn zij reeds moe en ze hebben een langen rusttijd noodig 0111 weer tot den veeleischcnden dienst in staat te zijn. Parijs heeft in Pierre Adam een bnr- ger, die met alle geweld..geguillotineerd wil worden, Pierre Adam, bijgenaamd „le Frisé des Halles" is een tallooze malen veroordeelde misdadiger vau 30 jaar. Moord kroonde zijn bestaan cn de jury veroordeelde hem ter dood. De autoriteiten echter, die al in 10 jaar geen doodvonnis ten uitvoer brachten en geen openlijke gerechtsplaats meer heb ben, willen het doodvonnis graag ver anderen, maar zij ontmoeten bij Pierre den harduekkingsten tegenstand. De misdadiger verklaart toch koelbloedig: „Goed! Ge hebt mij ter dood veroordeeld, dus moet gij mij doodmaken. Sinds 10 jaar hebben de Parijzenaars geen te rechtstelling meer gezien. Ik wil hun dit schouwspel gratis verschaffen. Ik wil geguillotineerd worden, men heeft het mij beloofd. Er is niets voor een revisie te vinden. Dat zal u afleeren menschen voor zulke bagatellen als mijn strafzaak ter dood te veroordeclen." Niettegenstaande deze weinig voor komende hardnekkigheid, zal Pierre vermoedelijk toch wel zijn nek voor de gratie moeten huigen. 't Is een overbekend feit, dal er echtgenooten zijn, die het 0 zoo gaarne willen doen voorkomen bij vrienden en „De lieve jongen," zeide Merlino zijn zoon met tranen in de oogen kussend. „Hij heeft zich toch niet bezeerd? Zijt ge er zeker van dat hij zich niet bezeerd hoeft?" „In 't geheel niet, alleen wat ver-' schrikt. Hoe ter wereld kwam hij daar?" „Hij is zijn leven aan u verschuldigd, sir," zeide de stationschef. „Ik zag nooit te voren, zoo juist op 't nip pertje." „Het scheen bijna boven op ons," zeide Carlo. Maar hoewel hij 't gevaar niet te licht telde, had hij toch geen behoefte aan een grogje. Hij keerde zich be daard om, teneinde een coupe te gaan zoeken. „Ga er in Nita," zeide hij 't portier openend, ik zal je Gigi op je schoot geven." Mr. Britton was verbluft over de be trekkelijke onverschilligheid van de moeder, hij ging in een hoekje van dezelfde waggon zitten, en gevoelde eenige verlichting toen hij zag, dat zij zijn gelaat met kussen bedekte. {Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1906 | | pagina 2