No. 64.
Zaterdag 11 Augustus 1906.
3e Jaargang.
Wees U Zelf!
Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken
Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER".
Invoering van een
wettelijken tijd.
FEUILLETON.
Dolende Ridder.
De Hertog de Abruzzen in Afrika.
DE EEMLANDER.
j. Verschijnt,
Woensdags en Zaterdags.
Bureau
Hendrik van Viandenstraat 28.
Abonnementsprijs
Per jaarf 3.00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Prijs der adverteiitiën
Van 1 tot 5 regels0.40
voor iedercn regel meer0.08
(Bij abonnement aanmerkelijke korting.)
Oemeeiitebelastiiigcn.
Kostelooze waarschuwing.
De Gemeente-Ontvanger van Amersfoort
herinnert ieder wien het aangaat, dat met
15 Augustus J906, de helft der verschul
digde plaatselijke belastingen naar het
inkomen, dienst 1906, is verschenen, en
verzoeke beleefd, de betaling daarvan niet
langer uit te stellen.
Amersfoort9 Augustus 1906.
De Gemeen!e-Ontvanger voornoemd,
K. v. d. BURG.
Door de Kamer van Koophandel en
Fabrieken te Haarlem is het volgend
adres gezonden aan de Tweede Kamer,
met afdrukken aan de leden en aan de
Kamers van Koophandel hier te lande:
„De Kamer van K. en F. te Haarlem
veroorlooft zich haar bedenkingen tegen
het bij uw vergadering aanhangige wets
voorstel tot invoering van een wetielijken
tijd bij dezen aan u kenbaar te maken.
Waarom hebben de voorstanders van
het behoud van den Amsterdamschen
tijd in ons land verreweg de meerder
heid? Omdat men noch vervroeging
van het leven, noch verlating daarvan
wenscht.
Het komt onze Kamer voor, dat aan
dat verlangen kan voldaan worden, ook
als de zouetijd, hetzij dan de West-
Europeesche of de Middcn-Europeesche,
tot wettelijken tijd zal worden verhoven.
Onze Kamer is zelfs van mccning, dat
invoering van een dezer tijden als wette
lijken tijd geen invloed op het maat
schappelijk verkeer mag hebben.
Dit verkeer, dus ook de daarbij in
acht genomen tijden, wordt deels be-
heerscht door wetten en verordeningen,
deels door onderlinge overeenkomsten,
regelingen of afspraken.
Voldane eigenliefde is altijd teeder
zelfs dc hoogmoed kent zjn teederheid.
Uit hot Engelscli
van
EDNA LYALL.
61.)
Toen ik hem echter ontmoette, mocht
ik hem ondanks dit toch wel lijden, ge
kunt u echter mijne verbazing voorstel
len toen ik Dinsdagsmorgens hoorde,
dat mijn broeder tuist met hem had
gehad en dat hunne vriendschap ver
broken was.
Hij had besloten tot een daad, die
de kapitein niet goedkeurde en die gij
ook niet goed zoudt keuren. De zaak
was echter een geheim van Donati en
hij eischte mijn stilzwijgen er bij voe
gend, dat ik alles spoedig van zelf te
weten zon komen en hem dan gelijk
zou geven. Ik maakte een verkeerde
gissing toen ik staatkundige zaken
Invoering op zichzelf van een wette'
lijken tijd heeft uit den aard der zaak
op het bestaande verkeer geen invloed.
Zij verkrijgt dien invloed eerst, onwille
keurig, wanneer de uurwerken naar dien
tijd geregeld worden, on, rechtens, wan
neer de wet bepaalt, dat, waar in wetten,
verordeningen, overeenkomsten, regle
menten, instructiën, enz., een bepaald
uur genoemd wordt, dat zal geacht
worden in den wettelijken tijd te zijn
gesteld.
En daartegen nu bestaat bij ons en
bij allen, die het verkeer ongehinderd
willen laten, overwegend bezwaar. Aan
genomen, dat zoodanig voorschrift in
tal van gevallen geen hinder zou ver
oorzaken, daartegenover staan duizenden
van gevallen, waarin de tijdsbepaling
geen wijziging gedoogt.
Die tijdsbepalingen zijn thans in ons
land naar verschillende tijden genomen,
loopende tusschen Amsterdamschen tijd
en West-Europeeschen tijd, hetzij vol
gens de stilzwijgende bedoeling van par
tijen, hetzij onder uitdrukkelijke ver
melding, zooals bij spoorweg-, post- en
telegraafdienst. Het wetsvoorstel maakt
geen onderscheid en schrijft voor, dat
zonder uilzondering het tijdsverloop
tusschen elf uur 's avonds en den aan
vang van het eerste etmaal volgens den
wettelijken tijd zal geacht worden een
vol uur te zijn. Daaruit volgt, dat allo
tijdsbepalingen zoo in voorschriften
van het openbaar gezag als in particu
liere reglementen en overeenkomsten
zoo in Amsterdamschen tijd als in wel
ken anderen tijd ook hetzij stilzwij
gend of uitdrukkelijk gesteld bij do
inwerkingtreding der wet geacht zullen
worden in den wettelijken tijd te zijn
gesteld.
Wij behoeven slechts te wijzen op de
boven reeds aangehaalde dienstregeling
der spoorwegen, om het onmogelijke van
een dergelijken maatregel in het licht
te stellen.
Zal de wet dan bepalen, dat het bedoel
vermoedde, doch dit is beslist de ware
reden geweest.
Ik beroep mij nu op u, miss
Claremont, als lezeres van romans, stel
n voor een aardige tooneelspcch ter met
een beest van een man en ongetwijfeld
eenige vereerders van twijfelachtige
reputatie, zouden er nu geen redenen
kunnen zijn, die haar vader of broeder
zouden bewegen alles op te offeren om
liaar te redden?"
„Zeker," zeide Clare, en Carlo Donati
is er juist de man naar om zoo te han
delen, hij had iets ridderlijks over
hem, dat men heden ten dage vergeefs
zocht.
Herinnert ge u wat Mrs. Brownings
schrijft. De mannelijke ridderlijkheid
in deze wereld is uitgestorven, doch
vrouwen zullen dolende ridders blijven
tot het einde." Ik heb altijd gedacht,
dat zij dit niet zou geschreven hebben,
als zij Carlo Donati gekend had."
„Ik geloof, dat er geen twijfel bestaat,
of hij vervult nu de rol van dolende
ridder," zeide Mr. Britton peinzend, „eu
dat 't een moeielijke tijd voor hem is.
Toch twijfel ik er aan of hij slagen zal.
De zuster leek mij een zeer onverschil
lig, harteloos vrouwtje.
Hij is een edele kerel, veel te goed
voor zoo'n leven."
Hij vertelde Clare alles, wat er dien
namiddag gebeurd was.
„Het spijt mij, dat hij op 't tooneel
do voorschrift uitsluitend betrekking heeft
op de regelingen van het openbaar gezag
uitgegaan? Dit ware in zeker opzicht
nog schadelijker, omdat dan het in elkan
der grijpen der verrichtingen in het ver
keer zou verbroken worden.
In het midden latende de vraag, of de
wet de bovenbedoelde wijziging in alle
tot nog toe vastgestelde tijdsbepalingen
zou mogen decreteeren, wijst onze Kamer
er op, dat die maatregel voorgesteld
wordt, zonder dat men zich ook maar
ccnigszins rekenschap van de gevolgen
heeft gegeven. Toch liggen voor een
ieder dc voorbeelden voor de hand, waar
bij, hetzij in verordeningen, regeleinenten
of overeenkomsten, bet tijdstip zeer be
paald in verband met den zonnestand of
met toestanden in het buitenland gesteld
is, en wijziging daarvan een niet be
doelden en voor velen ongeriefelijken of
schadelijken toestand zou teweegbrengen.
ODze Kamer vraagt daarom in het
algemeen belang, bepaaldelijk in het be
lang van handel cu nijverheid, om bij
de invoering van den wettelijken tijd
alle op dat tijdstip bestaande regelingen
te eerbiedigen, gelijk zulks steeds bij
dc invoering van wettelijke regelingen
is in acht genomen. Bepaaldelijk ver
wijzen wij op dit punt naar de wet be
treffende de maten, gewichten en weeg
werktuigen, die gecnerlei wijziging bracht
in de bij de wetten of overeenkomsten
vastgestelde hoeveelheden of gewichten,
doch alleen voorschriften voor de toe
komst bevatte.
Vrees dat op deze wijze de eenheid
van tijd niet zal worden verkregen be
hoeft niet te bestaan. In dc eerst plaats
zal de wet voorschrijven, dat tijdsbepalin
gen in stukken van openbare besturen
en autoriteiten voortaan uitgaande, zullen
geacht worden naar den wettelijken tijd
to zijn gesteld; terwijl voorts een termijn
te stellen ware, binnen welken alle be
staande regelingen van het openbaaar
gezag uitgaande met den wettelijken
tijd in overeenstemming zullen moeten
is gegaan," zeide zij. Ik had gehoopt,
dat hij - groote daden zou hebben ver
richt. Een man, zooals hij, had een
verbazenden invloed kunnen uitoefenen
in 't sociale leven, geloof ik."
„En toch is bij bewonderenswaardig
geschikt voor zijn tegenwoordig werk,"
zeide Mr. Britton. „Zijn stem is zeer
mooi on hij speelt prachtig, ik bob hem
vanavond gehoord en was er verrukt
over. Zoudt ge hem morgen willen
bezoeken? Ge moet hein wat bemoedi
gen, want hij heeft een leven als een
hond en hij scheen 't zoo heerlijk te
vinden je weer eens te ontmoeten. Ik
heb den predikant beloofd dat 't rijtuig
hem den namiddag naar Ashborough
zal brengen, hij preekt te St. Cyprian
's avonds. Zoudt ge er ook heen willen
gaan? Go kondt dan misschien een
ritje met Donati gaan maken."
„Het zou 't beste middel wezen om
hem alleen te zien", zeide Clare. „Dank
u, ik zal gaan, op Zondag zal hij
zeker wel vrij zijn.
Zoo reed Clare den volgenden dag,
na den predikant te St. Cyprian te
hebben gebracht, naar het Royal
Hotel en zond haar kaartje naar bin
nen, waarop met potlood een bood
schap geschreven stond. Terwijl zij
wachtte, gevoelde zij zich een weinig
angstig, zelfs verlegen, want het was al
verscheidene jaren geleden dat zij Carlo
gezien had. Zou de tijd een scheiding
gebracht zijn. In dien tijd zullen zeker
ook alle particuliere dienstregelingen
van spoorwegen als anderszins, fabrieks-
reglementcn, instructiën en dergelijke
met dienzclfden in overeenstemming zijn
gebracht, Naar onze inceniug zou de
wet moeten bepalen, dat ook op dat
tijdstip de openbare uurwerken naar don
wettelijken tijd waren te regelen.
Op die wijze zal de invoering van den
wettelijken tijd geschieden zonder dat"
het verkeer daarvan iets bemerkt. Het
ongerief der dubbele tijdsaanwijzing zal
nog gedurende enkele maanden blijven.
Zelfs is tc voorzien, dat gedurende dien
korten tijd het bezwaar zich iu sterker
mate zal doen gevoelen dan thaus, waar
aan intussohen gemakkelijk zal kunnen
tegemoet gekomen worden. Daartegen
over staat het allergewichtigste voordcel,
dat het verkeer zich geheel vrij naai
den wettelijken tijd zal kuuuen schikken
en het noch tot vervroeging, noch tot
verlating door dc wet gedwongen zal
worden."
(O. II. Ct.)
Een van de eorste meer volledige
berichten over den tocht van den her
tog der Abruzzen in Afrika komt tot
ons. Het is een brief van een tocht
genoot, aan diens ouders gericht, en die
een vrij geregeld verhaal van de er
varingen der reizigers geeft:
„Zooals gij weet vertrok de expeditie
den 14en Mei van Entebbe, de hoofd
plaats van Oeganda. Van Entebbe naar
Fort Portal waren wij 15 dagen onder
weg en kwamen tc dezer bestemming
den namiddag van den 29en Mei aan.
Gedurende deze reis brachten stamhoof
den bezoeken aan den hertog en boden
hem de gebruikelijke geschenken aan.
Dc expeditie trok met militaire orde
eu regelmaat op: een lange rij inboor
lingen, mannetje achter mannetje oen
hoofdman voor elke 50 bijna allen
Oegandcezen.
Van tijd tot tijd hieven deze lieden,
onder do brandende zon, in de indruk
wekkende plechtigheid van het land
schap zonderlinge klaag- en krijgszangen
aan. Ook wel liefdezangen vol heimwee
en improvisatie op den hertog, „den
bleeken prins, moediger dan do lui
paard."
Bij elke rust op den vermoeieuden
tocht ging dit gezang over in vreugde
kreten van dank.
Toen do expeditie te Fort Portal
aankwam werd zij ontvangen door de
vertegenwoordigers van het Britsche
gezag en door den koning van Torn.
Zij hield zich daar twee dagen op.
Op den morgen van den lstcn Juni
begaf de karavaan zich weer op marsch
in de richting van het dal van de
Mocboeko, een zeer snel stroomende
rivier, die op den Roensoii ontspringt.
Daar werd dc temperatuur beter, ver
derop word het zelfs koud.
Den 3dcn Juni trok de karavaan voor
het eerst over de zeer koude wateren
van den Moeboeko. Don volgenden
dag kwam zij tc Boekongo aan 011 den
15den to Nakitba, over bergruggen
bedekt met wouden.
Den 6den Juni, na zevc i uur vermoei
end marcheeren, bereikte de expeditie
ICikioetsiu, 2800 meters boven de zee.
Dit was een van de moeilijkste dagen
van den tocht, want men moest door
wouden van bamboe trekken, waar de
voet telkens uitgleed op den gladden
bodem en niet dan met de grootste moeite
een weg gebaand kon worden. Overal
lagen enorme stammen van boomen,
neergestort van ouderdom en bedekt
met een laag mos, die de dikte van 40
centimeters bereikte.
Te Kikioetsiu moesten wij doorweekt
tot op het gebeente, onze tenten opslaan
op drassig terrein. De inlandsehe dragers
kwamen eerst uren later aan.
Den 7dcn Juni rukte dc karavaan weer
op met een nieuw personeel van dragers.
De Oegandcezen bibberden van do kou
onder dubbele dekens, die zij omgeslagen
hadden. Zoo waren wij genoodzaakt berg
bewoners in dienst te nemen.
Het terrein langs onzen weg bood
steeds verrassingen aan. Nu eens waren
het uitgestrekt vlakten met viooltjes, dan
weer moerassen, die mij aan de lagunen
van bet vaderland herinnerden.
De expeditie kwam snol vooruit met
den hertog aan liet hoofd, een waudelaar
en Alpinist van belang! Maar na eenige
uren werden wij overvallen, in een nauwe
bergvallei, door eenen ijskouden mist,
tusschen hen hebben gebracht. Zou
Signor Donati, de zanger, wellicht meer
ongeuaakbaar zijn dan de vroolijke
Italiaansche jongen, die haar bijna
aangebeden had. Zoodra hij kwam
was al haar vrees verdwenen, hij na
derde op dezelfde wijze als vroeger en
baar beide banden vattend, riep bij uit:
„Hoe goed, hoe vriendelijk van u
om naar mij toe te komen. Dit is 't
grootste genoegen, dat ik |n een lan
gen tijd heb gehad. Gigi" bij I
keerde zich ooi de kleine jongen op tc
beuren, „dit is mis Claremont
Geeft ge er om Clare als ik hem
medeneem?
Zondag is zijn bizonder eigendom
geworden."
C'lare was verheugd, 't ventje te
begroeten en vroeg veel omtrent de
cdding van den vorigen dag.
„Wat een genoegen moet 't je doen
gevoelen, dat ge hem hebt gered!" zeide
zij. Ik heb mij dikwijls afgevraagd,
hoe of een redder zich wel moet ge
voelen".
„Het is een voldoening te gevoelen,
dat men geslaagd is in een zaak die
men ondernomen heeft," zeide Carlo
oenigzins droevig.
Op 't eerste gezicht had Clare hem
weinig veranderd gevonden, maar toen
zij hem opmerkzamer bezag, zag zij,
dat zijn gelaat, hoewel nog jeugdig,
sporen droeg van zorg en sprak yan
ondergane smart cti droefheid.
„Dat is een treurige wijze van op
vatting," zeido zij. „Ik meende ook,
dat ge zooveel succes hadt, Mr. Britton
deed mij zulks vermoeden."
„Weet ge," zeide hij, „elke kunste
naar leidt een dubbel leven, op dit
oogenblik dacht ik meer aan mijn
persoonlijk ik, doelt soms denk ik weer,
dat ik in beide niet zal slagen."
„Ge hebt toch zeer spoedig naam ge
maakt?"
„Meen niet, dat ik ondankbaar beu
voor de ontvangst," zeide bij. Ik weet
dat dc wereld zegt, dat ik naam heb
gemaakt en toch ben ik niet voldaan
over mij zelf en telkens als ik op 't
tooneel ga, gevoel ik, dat ik geheel zal
kunnen falen.
Het leven van een kunstenaar is een
eeuwig augst. Doch om 't weer in 't
even te brengen, hebben wc oogenblik-
ken van bezieling en die zijn alles
waard."
C'lare was verwonderd over zijn plot
selinge drift.
„Iloudt ge dan waarlijk van uw
nieuwe betrekking. Ik herinner mg,
dat ge altijd veel van muziek hield."
(Wordt vervolgd).