Stadsnieuws. Varia. Allerlei. dat de tuberkelbacil was ondekt, terwijl men bad moeten verwachten, dat de afname eerst zou zijn begonnen, als alle lagen der bevolking zouden door trokken zijn van het ontzag voor den bacil en van het begrip der maatregelen die noodig zijn om den bacil te weren? Eenvoudig omdat het aantal slechte woningen is verminderd en het aantal personen, dat niet genoeg te eten krijgt geringer is geworden. Slaagt men erin het alcoholgebruik belangrijk te doen afnemen, dan zal men nog wel sterker vermindering der tuberculose waarnemen, zegt de heer Pinkhof. De schadelijke overdrijving wordt in 't artikel genoemd, dat de indruk ontstaat, alsof iedere lijder besmettelijk is voor ieder, die met hem in aanraking komt, t e r w ij 1 men ten hoogste kan zeggen, dat sommige per sonen in zeer bijzondere om standigheden eenigszins gevaar loopen van te worden besmet. Tuberculose-lijders vinden als gevolg van de schromelijke vrees, dikwijls geen woning, geen kamer in een hotel; zij zijn bevreesd geneeskundige hulp in te roepen, omdat hun .schande" dan moeilijk kan worden geheim gehouden. Natuurlijk blijft de wcnschelijkheid bestaan, al wat men door hoesten kwijt raakt, ergens in op te vangen. Maar voor overdrijving wordt in 't artikel zéér gewaarschuwd. Een moderne Ursus. Op Kcdong Doro, te Soerabaja, heeft zich, naar het Soer. hbl. raededeeld, een tooneeltjc afgespeeld, dat deed denken aan de door Sicnkiewicz in Quo Vadis? met zooveel kleur beschreven voorstelling van Ursus en den stier, die met Lydia op de horens de arena kwam binnen stuiven. De stier was hier niet van romeinschen, maar van madoereeschen bloede, Lydia in dit geval een zes-jarige Soerabajasche en Ursus een reus van een artillerist; de arena, als gezegd, do Kedougdorosche weg. Een pedati-8ticr, dien de voerder even los gemaakt had en een lijk maal djagoengblaren had voortgezet, kreeg om welke redeuen is niet na te gaan plotseling den kolder in den kop, rende den weg op en nam in zijn vaart een zesjarig kind op de geweldige horens. Hij „schepte" het kind als 't ware, dat zich krampachtig aan den bult vastgreep. Het beest liep door, alles wat op den weg was vluchtte de erven op of in de warongs. Eén deed het niet. Het was een stoere boerenknaap in de uniform van het zware wapen, een man, die Kobussen naar zijn hand had weten te zetten en vroeger Friesche boerenpaar den voor zijn krachtige vuist had doen sidderen. AVat zou hem dan zoo'n karresapi? Zonder zich te bedenken, liep hij dan ook recht op het beest af, dat op zijn nadering staan bleef. Kloek greep hij het dier in letterlijken zin bij de horens en riep het kind toe: „Ajo, toeron!" Nu, het doodelijk verschrikte meisje was gauw genoeg in veiligheid, maar Jau kanonnier was nog niet met zeide zij langzaam en toen met een glimlach, die John Smith hemelsch vond; „ik ben heel erg gehecht aan mijn piano u zult wel voorzichtig zijn, niet waar?" „Voorzichtig! Ik zou haar voor alles ter wereld niet willen beschadigen," antwoordde hij vurig. „Ik ben in de kamer hier naast, als u over iets mocht twijfelen, kom dan even bij mij; ik ben zelf een beetje op de hoogte van stemmen." Een geritsel van zijden rokken en zij was verdwenen. John Smith viel op den dicht bijstaanden stoel neer en veegde zijn verhit voorhoofd af. Haar woorden hadden het laatste overblijfsel van ziju toch reeds zeer geslonken moed wegge nomen en hij had heel wat willen geven, als hij met die gehate tasch had kunnen ontsnappen. Doch het denkbeeld met de mooie Elma Stanfield onder één dak te zijn, kalmeerde hem wat en hij begon, met bevende handen, de verschil lende snuisterijen van de piano te nemen; haar portret zette hij op een laag tafeltje naast hem, zoodat zij hem juist aankeek. Nu de kap er af en met iets als trotsch keek hij naar het geopende instrument en liet zachtjes de stemvork klinken. O, ja, de toonladder, dien zou hij ver geten! Zijn onderwijzer had hem gezegd, dat pianostemmers altijd, eer zij, hun zenuw-verscheurend werk, beginnen, even htm handen over de toetsen lieten glijden. het beest klaar. Hij verpakte eens even, zette zich schrap, de stier deed moeite om los te komen, een flinke schop met de modeltrappers tegen een der voor- beenen en daar lag het sterke dier op zijn rug, de artillerist met zijn knie op den hals van het machtelooze beest. Toen was ook de voerder bij de hand, paste de gebruikelijke, wreede inlandsche dwangmiddelen toe en ranselde den stier naar de kar. Ursus no. 2 stofte zijn pantalon eens af, zei zoo iets van „lamme beesten" en sjokte op echte boerenmanier met nasleepende beenen door, zonder zich van den stier en de jeugdige Lydia verder iets aan te trekken. Een ontaarde. Te Herkomer, in den staat New-York, is Woensdag uit spraak gedaan in een moordproces, dat buitengewoon veel sensatie heeft gewekt. Een jongmensch vau goede afkomst en zeer gefortuneerde familie had in de plaats zijner inwoning, Cortlandt, be trekkingen aangeknoopt met een fabrieks meisje, Grace Brown. Dit meisje ging in haar vereering voor den jongen man, Chester Gilette, zoover, dat zij zich bereid verklaarde, zijn trouwbeloften te verbreken om hem moeilijkheden en vernederingen van den kant zijner ver wanten te besparen. Grace Brown, die moeder zou worden,zag zich genood zaakt haar woonplaats te verlaten, en ging naar de Adirondacks, waarheen Gilette haar volgde. Van een roeitochtje op een meertje in de buurt keerde Gilette alleen terug. De boot zeide hij was omgeslagen, het meisje had hij niet meer kunnen redden. Maar lieden, die bij het meer woonden, had den kreten gehoord, en vonden later Gilette's tennisracket, welke geheel mot bloed bespat was. De jonge man werd in hechtenis genomen en verzwaarde de tegen liem gerezen verdenkingen door allerlei tegenstrijdigheden in zijn verkla ringen. Het lijk werd ook gevonden, en toen bleek dat de ongelukkige vrouw op wreede manier was doodgeslagen, vóór haar lichaam in hot water was geworpen. Woensdag nu deed de gezworenen rechtbank uitspraak, welke luidde: „schuldig zonder verzachtende omstan digheden." Dit beteekent, dat op Gilette de doodstraf zal worden toegepast. Het testament van een bedelaar. Eenige dagen geleden stierf te Boe dapest in een der ziekenhuizen een grijsaard, die de laatste jaren geheel van aalmoezen leefde. Zijn sober maal be stond uit kliekjes van de een of andere tafel; zijn nachtkwartier bevond zich eerst in de wachtkamer van het spoor wegstation; later verhuisde hij naar een hoekje van het telephoongcbouw. Eenige dagen voor zijn dood, liet de grijsaard een notaris komen en ver klaarde zijn testament te willen maken. Tot groote verbazing der aanwezigen, werd nu het volgende bekendDe oude bedelaar heette dr. Fransch Gerlach, was dokter in de theologie, iu de philosophie en in het kanoniek recht. Al zijn examens had hij sub auspiciÏ6 regies gedaan. Hij bleek lid van het Grauer aarts kapittel geweest te zijn en had er het jubileum van zijn gouden mis gevierd. Daarna was hij plotseling 'n kluizenaars leven gaan leiden. Uit een pakje ge bedenboekjes haalde dr. Gerlach ver scheidene spaarbankboekjes tot een gezamenlijk bedrag van 230.000 kronen, die hij aan de Roomsch-Katholieke scholen van zijn kapittel vermaakte. Zich dit herinnerende, speelde hij een vlug arbeggio, doch nog eer de laatste noot was weggestorven, voelde hij, dat hij 't er slecht afgebracht had. 't Was misschien veiliger zich maar bij de toon ladder van de hoogc C te houden, dau had hij tenminste niet met de zwarte toetsen te maken, „Ik kan mij niet herinneren, hoe die kerel ze noemde," mompelde hij, „'t Had iets te maken met „accenten," dat weet ik wel." Zich recht zettende, deed hij al zijn best op de toonladder C en verheugde zich zoo op den goeden afloop, dat hij besloot 't nog eens te spelen. Toen hij die klagende melodie voor den tweeden keer speelde, keek Mrs. Stanfield haar dochter vragend aan. „Yind je niet dat hij erg langzaam is?' „Dat komt misschien, omdat ik hem vroeg voorzichtig te zijn." Die uitlegging was heel aannemelijk, en Mrs. Stanfield wijdde zich weer aan haar bloemen. En toen begon er een opeenvolging van de meest afschuwelijke geluiden, die ooit door een mcnschelijk oor werden vernomen. (Slot volgt). Een gek in een kerk. Terwijl voor een der altaren in de Stephanuskerk te Weenen een groot aantal geloovigen verzameld waren, droug een 25-jarig net gekleed jong mensch naar voren. Deze rustverstoring verwekte nogal eenige verwarring, doch daaraan stoorde de onbekende zich niet. Hij beklom de trappen van het altaai en maakte toen een theatrale buiging. Daarna trok hij zijn schoenen uit en begon zijn kunsten als jongleur te vertoonen. Hij gooide ziju schoenen in de lucht en ving ze met hand of voet weer op, onderwijl allerlei verwarde taal uitslaande. De beide suppoosten der kerk trachten aan de vertooning een einde te maken, wat na veel moeite gelukte. Hij wilde de kerk echter niet verlaten voordat men hem zijn „tooverparapluie" had terug gegeven. Daar dit voorwerp niet te vin den was, verzekerde men hem dat hij zijn tooverparapluie bij de politie kon terughalen. Met dit leugentje liet hij zich tevreden stellen. Er zijn zoo enkele plaatsen, die een zekere vermaardheid hebben gekregen op liet gebied der onnoozele moppig heid. Wanncor men bijv. den naam Kampen uitspreekt, dan kan men er verzekerd van zijn, dat dit bij velen een glimlach op de lippen zal brengen, terwijl er niet weinig zullen zijn, die zich aanstonds iets herinneren, hetgeen wijst op de spreekwoordelijk geworden uiïgheid der Kampenaren. Toch is het glad verkeerd de Kampenaren collectief verantwoordelijk te stellen voor de wel eens verkeerd uitkomende genercuse plannen van een hunner, te meer daar het noodlot ook wel eens wrcedelijk zijn invloed doet gelden. Zoo ook nu weer. Geheel de be schaafde wereld is vol vau den held van Köpenick. Yoigt, de schoenmaker-kapi tein heeft vele tongen en pennen in beweging gebracht en in plaats van in hem een misdadiger te zien, aanbidt men hem van vele zijden als de grootste vredesapostel van dezen tijd. Zelfs doet er een gerucht de rondte, dat hij zal worden voorgedragen voor den vredes prijs van Nobel, omdat hij iu het afge- loopen jaar het meest voor het vredesidee heeft gedaan. En om nu niet geheel af te dwalen wat gebeurt er nu in Kampen. Daar gaat nou waarachtig failliet J. A. Yoigt mr. Schoenmaker. Stel je nu toch voor! Kampen, zeker, afgunstig op den held van Köpenick' wil laten zien, dat zij binnen haar muren althans een naam genoot van hem huisvest en doet dat door den man failliet te laten gaan. Daarvoor moet je nu toch in Kampen zijn. Neen dan zijn het in IJmuiden flinker kerels. Het zal den lezers wel bekend zijn dat het in de laatste dagen in den Duitschen Rijksdag heeft gestormd en dat het Yon Biilow weer was, die toonde, dat hij nog steeds een Hercules is. Welnu in IJmuiden hebben ze Fürst Bülow gearresteerdmaar dat was niet de man uit den Rijksdag maar een Duitsch schip. Dat vermindert wel eenigszins de waarde van de daad, maar het is toch niet alles om te arresteeren en dan moot je nog maar verzekerd zijn, dat je je arrestant houdt. Want dat gebeurt ook nog lang niet altijd. Hugo de Groot heeft al in zijn tijd bewezen, dat uit een gevangenis ook nog wel uit te komon is. En dezer dageu is het weer gebleken te Petersburg, waar, bepaald een naneef van Hugo de Groot, dezer dagen zijn kunsten heeft vertoond, al was het dan niet direct in een boekenkist. Uit een der gevangenissen te Peters burg is n.l. zekere Gerschuni ontvlucht, met behulp van een vat met zuurkool. Yaak werd namelijk zoo'n vat in de gevangenis gebracht; eenige van de ge- strafteu maakten het dan leeg om voor het middagmaal te zorgen en nadat voor alle zekerheid een bewaker zijn degen in het vat gestoken had, werd het weer naar buiten gebracht. De gevangenen hadden echter opgemerkt dat een be waker altijd naliet, dien zekerheidsmaat regel te bewerkstellingen. Op een dag, dat de man weer dienst had, stopten de kameraden Gerschuni in het leeggemaakte vat, bij wijze van voorzorg een ketel op zijn hoofd zettend voor het geval de bewaker toch eens met zijn degen zou steken. Het deksel werd er netjes op gedaan en Gerschuni zat tot aau zijn nek in het znurkoolnat. Zooals gebruike lijk werd het vat naar een schuur ge bracht, waar men vooraf twee planken had losgemaakt, zoodat Gerschuni ge makkelijk ontkomen kon. Buiten wachtte een slede, waarmee de vluchteling de ruimte koos. Gerschuni vertelde later, dat hij na het zuurkool- bad, er uit zag als Yenus, die uit het schuim van de zee te voorschijn komt. De directeur van de gevangenis was zoo ontsteld over deze ontvluchting, dat hij naliet de overheid er mee in kennis te stellen. Daardoor had Gerschuni volop gelegenheid te ontkomen. Hij moest ondertusschen toch nog tien uur in het vat doorbrengen en van de zuurkoollucht viel hij bijna in onmacht. Nu dat is niet te verwonderen, zoo'n grapje haal je ook niet voor je pleizier uit. Maar ik vind, dat iemand, die op zoo'n prachtige manier zijn bewakers weet te verschalken, daarvoor in ieder geval met herstel van zijn vrijheid moet worden beloond. Niet ieder heeft zulke prachtige invallen, om zich op zoo'n manier te redden, ofschoon het nog wel eens voorkomt, dat iemand een goeden inval krijgt en daarmee dan ook zijn voordeel doet. Zoo kwam dezer dagen aan de Telegraaf oen froppant staaltje ter ooren, dat toch niet zoo gek is, als het wel klinkt. De Amsterdainsche bank van lecuing doet n.l. met succes dienst als afzetge bied voor nieuwe rijwielen! Zekere heer W. A. van de Ceintuur baan, is de ingenieu8e Amsterdammer die op den inval is gekomen, op de vol gende manier een broodje een belegd broodje ook te verdienen. Hij koopt en gros op de goedkoopste wijze on- derdeelcn van rijwielen op, en weet daarvan op knappe manier karretjes te fabriceeren. Nu en dan verhuist een van de fonkelnieuwe, goed uitziende fietsen naar een der stadsbanken van leening, welke er f 40 op geven. De „en gros" handelaar verdient er ruim een tientje aan en de bank schijnt er bij haar druk bezochte publieke ver- koopingen als „détaillist" go_d af te komen. In het tegenovergestelde geval immers zou ze de beleensom vermin deren. De fietsen moeten den prijs van minstens f 40 dan ook zeer goed waard zijn. Onze „fabrikant" maakt alleen een handig gebruik van den lombard als afzetgebied. Zondagmorgen half elf zal in de Remon- strantsche kerk een godsdienstoefening worden gehouden, waarin hoopt voor te gaan Prof. Dr. F. Cannegieter, hoog leeraar te Utrecht. De Kerstvacantie begint hier ter stede voor do openbare scholen a.s. Yrijdag te vier uur en eindigt Donderdag 3 Januari 1907. Door den Minister van Oorlog is be paald, dat gedurende dezen winter weder aan miliciens van den landbouwenden stand, landbouwonderwijs zal wordeu gegeven o.a. in het garnizoen alhier, alwaar 24 deelnemers zijn. Tot onderwijzer aan den cursus alhier, is benoemd de landbouwleeraar P. Miedoma te Utrecht. Bij de korpsen der bereden artillerie en der cavalerie van het leger wordt een proef genomen met „Algora," een waschmiddel voor de paarden. De sergeant W. C. van Rossum, van het 5e Reg. Inf. alhier, die het leger met pensioen verlaat, is benoemd tot brievengaarder te De Bilt. De aartsbisschop var. Utrecht heeft benoemd tot president van het oud katholiek Seminarie te Amersfoort den heer T. van Santen, pastoor te Dordrecht, die met 1 Januari deze functie zal aanvaarden. Bij den gemeenteraad van Harmclen is ingekomen een ontwerp voor een paardentram tusschen Ilarmelen en Utrecht. De ontwerper is de heer A. J. Krieger, ingenieur te Amersfoort, die een bedrag van f 65.000 berekent voor kosten vau aanleg. Een commissie uit don Raad zal dit plan onderzoekeu. De luitenant-kolonel jhr. L A. P. Six, benoemd commandant van het 3e reg. veld-artillerie te Breda, en de majoor O. L. G. F. Aberson, werkzaam gesteld ten bureele vau den generaal-inspecteur der artillerie te 's Gravenhage, hebben hun nieuwe functien aanvaard. De volgende leerlingen van de lioogerc krijgsschool worden van 1 April tot 1 Oct. alhier gedetacheerd: a. bij het 4e escadron le reg huzaren de le luitenant J. Kooiman, van het 5e reg. infanterie; b. bij de He afd. van het le reg. veld artillerie de le luit. J. H. Hardenberg, van het regiment grenadiers en jagers. De heer II. Corver, leeraar in de Natuurkunde aan Gymnasium en H. B. S. staat op de voordracht voor leeraar aan de H. B. S. en de Middelb. Meisjesschool te Dordrecht. Men meldt ons, dat in de alg. Verg. van aand. der Amersf. Bank, welke voor eenige dagen gehouden is, met ingang van 1 Januari e.k. aan den heer Teengs op ziju verzoek eervol outslag als Direc teur verleend is, terwijl hij met ingang van genoemden datum tot Commissaris der Bank werd gekozen. Als zijn op volger is benoemd de heer VanHoesen Korndorffer, thans procuratiehouder der firma Keureuaar Co. te 's-Hage. Naar men ons meedeelt, zal de be kende R. K. priester Dr. Jan van den Brink alhier iu een openbare vergadering van de Soc. Dem. Arb. Partij als spre ker optreden op 10 Januari, met het onderwerp Socialisme en Christendom. De Oude Amersfoortsche Courant be richtende dat Zaterdagmorgen een arts zijn fiets miste toen hij een zijuer patiënten bezocht, voegt daaraan toe: „Wat zeer onaangenaam is, te meer daar nu reeds sedert vrij langen tijd het voorwiel kan worden vastgezet zoo dat een dief niet met het karretje kan wegspurten. Kosten? Een paar stuivers. Dit laatste is niet prettig voor den betrokken persoon daar er zooveel in doorschemert als eigen schuld. Maar ook niet prettig voor vele fiet sers daar deze bijvoeging niet vermeldt waarin dat heerlijke middeltje van het voorwiel vastzetten, zoodat een ander er niet mee weg kan rijdon, bestaat. En nu wordt begrijpelijke nieuwsgierigheid op gewekt, terwijl deze niet bevredigd wordt. Mogelijk krijgen we nog nadere aan duiding. Ons is wel het schroefje bekend om het voorwiel vast te zetten, maar dat kan ook weer door iedereen worden losgemaakt. We herinneren aan de vergadering van hedenavond, welke in het Valkje wordt gehouden en waarin door den heer N. van Iiinte van Rotterdam zal worden gesproken over: De noodzake lijkheid van een Werklieden-Reglement met scheidsgerecht, en is de nieuwe loonverordening voldoende? Waar deze kwesties waarschijnlijk in den Gemeenteraad zullen behandeld wor den, is het te hopen, dat de belang stelling in deze, voor de Gemeente, zoo belangrijke onderwerpen, groot zal zijn. Vrijdagavond zal er in de Keizerskroon op den Hof een debatvergadering worden gehouden tusschen de heeren van Lent, alhier, en van de Tempel uit Amsterdam. Het onderwerp zal zijn: Moderne of Chris telijke vakorganisatie. De werkloosheid moet te dezer stede verbazend groot zijn. Nam- schatting loopen er reeds ruim 700 arbeiders zonder werk rond. Zondagavond is door de recherche alhier aangehouden zekere F., afkomstig uit Montfoort. Bij nader onderzoek bleek, dat F. de persoon was, die door twee veldwach ters nit M. werd gezocht, waar hij het rijwiel van den dokter zich had toege- eigend. Rijwiel en tijdelijke eigenaar werden ten spoedigste naar M. overge bracht. Mr. W. I). Caudri, vroeger commies ter secretarie alhier, thans adjunct-inspecteur van het gevangeniswezen in algemeenen dienst, bij het departement van justitie is benoemd tot hoofdcommies bij dit departement. De Kamer van Koophandel en Fa brieken houdt Donderdagavond te 8 uur, een openbare vergadering in het gemeentehuis. Mr. B. II. Carp thans griffier bij het kantongerecht te Oostburg is benoemd tot plaatsvervangend voorzitter van de bij Kon. Besluit van 26 Nov. 1902 (No. 202) ingestelde plaatselijke com missi voor do ongevallenverzekering, welke haren zetel heeft in de gemeente Oostburg. Bij Kon. Besluit van IS dezer is benoemd, bij het wapen der infanterie, bij het 5de regiment, tot kapitein, de eerste luitenant A. P. Louman van het korps. Dinsdagavond vergaderde de Vrij zinnig Democratische Kiesvereenigiug. De heer Kruisinga gaf een overzicht van de politieke geschiedenis van de laatste vijftig jaren. Naar aanleiding van een vraag werd de wenschelijkheid erkend, dat de Eerste Kamer hervormd word op de wijze aangegeven in het voorstel tot Grond- wets-herziening, ingediend door de Vrijz. Dem. Kamerleden. Geld zou dan geen bewijs meer zijn van politiek inzicht. Een Volksavond. 37 Aanmeldingen Haar mooisten avond had de Amers foortsche Industrie- en Huishoudschool wel Dinsdag IS dezer. Tachtig vrouwen en jongedochtcre hadden gevolg gegeven

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1906 | | pagina 2