No. 27.
Woensdag 3 April 1907.
4e Jaargang.
Wees U Zelf!
Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken
Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER".
Een Wijkgebouw.
FEUILLETON.
Het vacantiereisje
- - - zonder schoonmama.
Een zeer lezenswaardig stuk.
MLANDER.
Verschijnt
Woensdags en Zaterdags.
Bureau
Kortegracht 1.
Abonnementsprijs
Per jaarf 3.00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Prijs der advertentlën
Van 1 tot 5 regels0.40
voor iederen regel meer0.08
(Bij abonnement aanmerkelijke korting.)
Er zal ongetwijfeld in Amersfoort geen
tweede Tereeniging zijn aan te wijzen
die zoo aanspraak mag maken op aller
sympathie als dc vereeniging. „Het
Groene Kiuis." Uit het verslag der jaar
vergadering in ons vorig nummer hebben
de lezers kunnen zien op hoe velerlei
terrein de vereeniging tot nut en zegen
is. Veel is er reeds gedaan om zieken
en lijdenden te helpen, en toch het
Bestuur is niet tevreden. Het wil nl. zoo
gaarne nog veel meer doen en daarvoor
roept het den steun in van alle Amers-
foorters, leden en niet leden van Het
Groene Kruis. Bij het jaarverslag zijn
al eenige wenken gegeven en aan het
slot lezen we het volgende:
„De Vereeniging telt ongeveer 1300
leden; de stichting van een Wijkgebouw
is in voorbereiding; daartoe is nog van
zeer velen de hulp noodig. Brenge elk
lid dus een of meer leden aan; of late
men van zijne medewerking blijken door
invulling en opzending van bijgaand
biljet!"
Ziet ge het, leden van het Groene
Kruis! Uw plicht is het het Bestuur in
dit edel pogen te steunen, zooveel gij
kunt. Als ieder uwer één lid aanbrengt,
dan zal de penningmeester wat meer
af kuuncn zonderen voor het Wijkge
bouw. En behalve dat kunt ge ook hel
pen aan deze schoone stichting door
een bijdrage te schenken voor het Wijk
gebouw. Wanneer iedei geeft naar zijn
draagkracht, och dan wordt het zoo ge
makkelijk voor het Bestuur om het
mooie plan te volvoeren en dan zal
Amersfoort binnen korten tijd een stich
ting rijker zijn waarop met trots en
groote vreugde mag gewezen worden.
En ook niet-ledcn van het Groene
Kruis kunnen helpen. In de eerste plaats
behooren ze lid te worden. Keen wij
wenschen geen pleidooi meer te houdeu
voor deze vereeniging, maar wekken alle
Een strijdhamer is niet van fluweel,
en een hervormer is zeiden beminnelijk.
Zondags liep het echtpaar Bezemsteel
al in de vroegte in Tivoli te Utrecht om
den ballon heen, die daar als een groote
vierkante lap zeildoek, overdekt door
een netwerk, lag uitgespreid. De gas
kraan werd eraan gezet en een langzaam
maar geregeld zwellende bult vertoonde
zich. Toen om '2 uur de muziek van de
veld in het paviljoen een marsch aanhief
en de amphiteatersgewijs gebouwde
banken reeds vol kijkgrage toeschouwers
liepen, hing de Montgolfier, nog steeds
zwellend, doch toch reeds statig deinend,
in een vorm, waaruit men reeds kon
zien, dat een ballon moest groeien, boven
zijn ankers. De heer Gavault zag alles
nauwkeurig na en was nu eens bij de
niet leden op het jaarverslag eens aan
dachtig door te lezen. En laten ze dan
eens bij zichzelf te rade gaan of een
vereeniging, die zooveel goeds en nut
tigs doet ook geen recht heeft op hun
steun. Wanneer ze dat eens ernstig doen,
dan twijfelen we er niet aar., of velen
zullen zich nog aanmelden voor het lid
maatschap.
Het Wijkgebouw moet en zal er
komen! Haar grootschei4 en edeler zal
de stichting zijn, wanneer het overgroote
deel van Amcrsfoort's ingezetenen bij
gedragen heeft om den bouw mogelijk
te maken.
In de „Militaire Gids* van deze
maand onderwerpt de heer T)homson)
in een artikel [„Niemand wil hier reac
tie" de bestrijding van Minister Staal
in de Eerste Kamer aan eene scherpe,
maar steeds streng gedocumenteerde
critiek, zooals van dezen bevoegden be-
oordcelaar te verwachten was.
De heer T. herinnert er aan hoe de
redevoeringen der tegenstanders een ka
rakter gedragen hebben, waardoor
de peilschaal van gedachten-
wisseling in het „Iiooge" li
chaam naar beneden te kort
bleek om het niveau aan te ge
ve n, en hoe die tegenstanders de on
eerbiedigheid tegenover de
wet zoover hebben uitgestrekt
dat haar strekkingen bedoelen
door on ken nis van hare wor
ding geheel in valseh licht
wordt geplaatst.
Dit voorop gezet hebbende, wijst dc
schrijver er op, dat behalve enkele de
tail-uiteenzettingen dc betoogen waarop
Generaal Staal viel, van drieërlei slag
wareu, type- 't Hoofd, type-Vermeulen en
type-van Houten, en bewijst dat die be
toogen alle op reactie aanstuwden
tegen de thans vigeerende Militiewet.
gaskraan en dan weer bij den mand, die
een paar meter verder op den grond
stond. Het echtpaar Bezemsteel, de eeui-
gen die den reis zouden meemaken,
zwierf onrustig om den aeronaut heen en
overstelpte hem met vragen.
Telkens meenden zij een scheurtje te
hebben ontdekt in het talft, of informeer
den belangstellend naar het doel en de
werkwijze van allerlei interessante en
hoogst geheimzinnige instrumenten, die
aan den binnenrand van den mand be
vestigd waren.
Eindelijk, om kwart over vijven een
ballon is altijd minstens een uur te laat
werden zij geïnviteerd om plaats te
nemen. Yanaf half vier hadden zij al in
den mand gezeten, uit vrees dat hij toch
nog zonder hen zou vertrekken doch
ten slotte waren ze er weer uit gestapt
omdat ieder hen uitlachte.
Reusachtig wiegde de ballon nu boven
een mand, en deze laatste, reeds een
paar voet van de aarde, deinde zacht-
kens en aangenaam mee. De gedachte
besprong den heer Bezemsteel, dat het
toch altijd nog aangenamer was, met je
schoonmoeder desnoods op een onbe
woond eiland te zitten dan voor 't eerst
plaats te nemen in 't mandje van een
luchtballon, die zoo dadelijk het einde
loos ruim zal inzweven.
Do gelegenheid om deze gedachte ver
der uit te spinnen werd hem echter ont
nomen door den min of meer plotse-
De heer 't Hoofd deed het voorkomen
als werd door dc vermindering van het
blijvend gedeelte de Grondwet ge
schonden, zich beroepende op art. 181
alinea 1. „Tot bescherming der belan
gen van den Staat is er eene zee- en
landmacht, bestaande uit vrijwillig die
nende en uit dienstplichtigen." Uit dat
woordje i s moet dan afgeleid worden,
dat er voortdurend een blijvend gedeel
te zou moeten wezen, terwijl de Grond
wet nota bene van een blijvend gedeelte
niet afweet.
Hoe zwak dit argument is, had men
trouwens aan den kant der oppositie
reeds gevoeld, en zich daarom voor het
gemak in hot Voorloopig verslag beroe
pen op een verkeerden tekst van ge
noemd artikel, alsof er niet stond i s
er eene zee- en landmacht, maar: is ei
st oeds eene zee- en landmacht, terwijl
juist dat woordje steeds er bij de
laatste Grondwetsherziening met opzet
is uitgelaten. In een afdoend betoog be
wijst de heer Thomson dan ook de
stelling, dat uit de laatste Grondwets
herziening slechts dit blijktdat men
van de noodzaak eener georga
niseerde legermacht door
drongen was, en in de tweede plaats
datmenderegelingdiermacht
geheel aan den gewonen wet
gever wenscht over te laten
De heele zaak is, zooals de heer
Thomson zeer duidelijk aantoont, dat
de heer 't Hoofd de geest en strekking
der m i 1 i t i e w et niet vertrouwt, dat
zijne critiek daarop niet de u i t v o e-
ring, maar de wording vau die wet
geldt, en dat de critiek is zuivere
reactie.
Hetgeen de heer Thomson over de
oppositie type Vermeulen zogt, nemen
wij hier geheel over. Het zou anders
te veel verliezen. (Onze lezers zullen
zich herinneren, hoe Dr. Vermeulen in
de Eerste Kaaier zijne hoop heeft uit
gesproken, dat het Nederlandsche volk
liugen uitroep \an den man, in wiens
handen ze hun gansche wel en wee arge
loos hadden neergelegd, en die thans,
een Nederlandsche en een Fransche drie
kleur ontplooiend schreeuwde:
„Lachez tout!"
De Bezemstelen knepen hun oogen
dicht. Ze voelden zich een oogenblik
opgenomen, ontzwevend aan dc aarde.
Toen voelden ze al gauw niets meer
dan een zachtdreunend beweeg een
gevoel als in een roeibootje in 't zog
van een stoomschip. Na een poos was
de heer Bezemsteel de eerste, die de
oogen ontsloot.
„Vierhonderd meter", hoorde hij zeg
gen.
Zijn vrouw lag met stijf dichtgeknepen
oogen naast hem. De heer Gavault stand
met zijn rug naar hen toe, vol aandacht
bij een soort barometer. Na een' oogen
blik draaide hij zich om.
„Nu moet je eens over boord kijken",
zei hij tot zijn reisgenoot.
Deze, die niets dan wolken en breken
de blauwe lucht zag, doch deels nieuws
gierigen deels zich met willende aanstellen,
ofschoon hij het liefst in dezelfde houding
was blijven zitten, wankeleud opstond,
en voorzichtig, of hij bang was de rand
van den mand hem bijten zou, aan de
uitnoodiging gevolg gaf, zag schuin be
neden de stad, herkende in een torentje
de Dom, en dacht aan sommige oude
prenten yan den hemel, waar men in do
nog eenmaal genezen zou worden van
den „waan van een volksleger".)
„Dr. Vermeulen heeft een pleit ge
voerd, waarvoor de oude Frederik de
Groote zaliger, hem in zijne garde zou
hebben ingelijfd. Een schitterend plei
dooi vóór het staande leger met alle
verdorselen, waartegen de „Militaire
Gids" sedert jaren den strijd heeft aan
gebonden.
Alle militairistische heerlijkheden: de
eigen militaire eer, muziek, tradition,
uniform, vaandel, handgrepen, parade,
de werktuig-tucht, de aparte militaire
opvoeding, „vrucht der wijsheid van
vele eeuwen", al dat schoons werd daar
uitgestald.- En vermits de heer Vermeu
len tegelijkertijd de onmogelijkheid er
kent om te onzent in grooten getale
vrijwilligers te krijgen, ligt in zijn be
toog tevens de noodzakelijkheid van
drie- of meerjarigen kazernedienst bij
onze militie. Tevens ligt er in onuit
gesproken de noodzakelijkheid van
den teruggang tot hot remplacantenBtel-
sel; immers al die militaire gecsr, al
dat moois is slechts mooi vooran
deren. Zijn eigen zoon toch (ilc weet
niet of de heer Vermeulen in het ge
lukkig bezit van een zoon is) zou hij
zeker liefst niet willen onderwerpen aan
de mogelijkheid om die fraaie begrip
pen op te nemen, die hij zegt hel
onomwonden en ik ben het geheel met
hem eens ons volkskaraktei
zouden bederven, ja verjkracht
ten!
En dus: de heer Vermeulen is tegen
de maatregelen van Minister Staal, over
mits niet, deze minister geene
loyale uitvoering zou geven aan de
Militiewet 1901, maar omdat in hem
slechts dc geest huist van te willen rea
geeren tegen de wet, welke juist een
stap bedoelt te doen van het oude
staande leger af, en die helaas nog niet
meer het- volksbegrip heeft kunnen na
deren, omdat verscheidene vooruitstre
vende amendementen, o. a. van den
verte, in een bcnedenhoekje, de wereld
ziet liggen. Hij voelde zich echter een
beetje raar worden in zijn maag en wan
kelde weer naar zijn bankje. Zijn vrouw
was van angst blijkbaar in slaap go-
vallen.
Zoo deinden ze een poos zwijgend
voort. Nu en dan keek de heer Gavault
naar beneden met een verrekijker, dan
weer raadpleegde hij ernstig zijn toestel
len, tikte eens tegen 't glas van zijn
baro- of zijn chronometer. Eens maakte
hij een zak zand los en liet den inhoud
langzaam wegvloeien.
Toen eerst had de heer Bezemsteel den
moed te vragen waar ze heen dreven.
„Naar 't westen", antwoordde de lucht
reiziger.
Dat maakte hem nog niet veel wijzer,
maar daar do ander niet spraakzaam
was en al zijn aandacht scheen noodig
te hebben voor zijn toestellen, vroeg hy
niet verder.
Weer dreven ze een heele poos langs
eindelooze wolken en brekend hemel
blauw.
Opeens begon de aeronaut onrustig te
doen. Hij wierp met korte tusschenpoo-
zen alle zakken zand over boord en
opende toen haastig een kraan vau den
ballon, waardoor het gas begon uit te
stroomen.
Bezemsteel zijn keel werd bijna dicht-
geude toebereidselen met een stijgenden
angst. Eindelijk vroeg hij
heer Van Vlijmen, door het toenmalige
Tweede Kamerlid Dr. Vermeulen en de
socialisten gesteund, geene meerderheid
konden verkrijgen."
De reactie typo van Houten komt er
zeer slecht af. Des Heeren vau Houtens
verzet gold toch in hoofdzaak, dat door
de afschaffing van het blijvend gedeelte
de binnenlandscho rust niet meer ver
zekerd zou zijn, en dat het met het
oog daarop onverantwoordelijk ware, de
sterkte te doen dalen beneden het
maximum in de wet genoemd.
Do heer Thomson toont uitvoerig aan,
hoe èn de Regeering èn de Staten-Ge-
neraal bij de ontwerpen, waaruit de
tegenwoordige militiewet is gegroeid, do
handhaving der inwendige rust buiten
beschouwing lieten. De commissie van
rapporteurs over die ontwerpen bestond
uit de H.H. van Karnjebeek, Dr.
Kuyper, Tydeman, Ver hey en
van V1 ij m c n.
Het blijvend gedeelte werd dan ook
bestemd alleenlijk voor dienstbelangen
en kadervorming. En bij de totstandko
ming dor Militiewet sprak do heer Tyde
man zijne voldoening uit, „dat het blij
vend gedeelte in elk opzicht beter ge
regeld is. Beter geregeld, omdat
nu de bijzondere gevallen,
zooals rustverstoring, enz. sa
mengevat zijn en gescheiden
worden van de gewono dienst
vervulling door het b 1 ij vend
gedeelte.
En ook door Dr. Kuyper van wicn
het gevleugelde: „Ik ben tegen dat
blijvend gedeelte in absoluten zin', is
geen woord geuit bij die debatten, dat
bedoelde het blijvend gedeelte in ver
band te brengen met de handhaving der
inwendige rust.
Ook is dat by de debatten in de
Eerste Kamer niet geschied, ook daar
is de Militiewet aangenomen, zonder
dat er ook maar één woord over
ordehandhaving is gesproken.
„Wat doet u?"
„We moeten zakken. We drijven naai
de zee."
Bezemsteel zijn keel werd bijna dicht
geschroefd toch bracht hij er nog uit
„Is er gevaar?"
„Gevaar niet in 't minst. Ik heb tij
dig mijn maatregelen genomen. Over tien
minuten zij we op den vasten grond.
Nu niet spreken, wat ik heb al mijn
aaudacht noodig voor 't dalen. Kijk
maar overboord; 't is een aardig ge
zicht. Maar niet aan dezen kant.
Zij daalden met groote snelheid boven
een stad.
„Den Haag", zei de heer Gavault.
Den Haag", de stad die hy was ont
vlucht!!
Ze daalden snel. Links herkende hij
nu de zee en de gebouwen van Scheve-
ningen. Beneden oriënteerde hij zich in
de residentie. Hij herkende de Boschjcs.
de Laan van Meerdervoort; nu herkende
hij ook met schrik de Van Speijkstraat,
waar zijn schoonmoeder woonde! Ze
daalden steeds. De horizon kromp al
meer samen, de stad werd aldoor groo-
ter en duidelijker. Hij zag trams, rij
tuigen, menschen in de straten. Allen
keken omhoog naar den ballon. Ook de
tuinen der huizen liepen vol. Hij zocht
den tuin van zijn schoonmoeder en hij
zag de oude dame met haar meid op een
drafje naar buiten komen en omhoog
staren. Opeens wuifde zij met haar zak-