No. 28.
Zaterdag 6 April' 11907.
4e Jaargang.
Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken
Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER".
Wees U
De Vliering.
Raadsoverzicht.
FEUILLETON.
MISHANDELING.
Verschijnt
Woensdags en Zaterdags.
DE EEMLANDER.
Bnrean
Kortcgracht 1.
Abonnementsprijs
Per jaarf 3.00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Prijs der advertcntiën
Van 1 tot 5 regels0.40
vooi iederen regel meer0.08
(Bij abonnement aanmerkelijke korting
Als het menu schraal is, wil het in
de vergaderiug van onze vroede vaderen
nog wel eens interessant toegaan. Dat
bleek ook weer j.I. Woensdag. De agenda
vermeldde maar 10 punten, niet veel
voor Amersfoort, en daaronder was
weinig belangrijks. Maar de slappe
spijzen die opgediend waren, werden
(voorafgegaan en gevolgd door wat meer
hartige kost. Of liever: de agenda was
wel belangrijk, wat de punten zelve
v' betreft, maar niet voor onzen Raad, en
hetgeen extra werd opgediend was
j' minder belangrijk maar daarom niette-
min wel in staat een uit den aard dei-
zaak saaie vergadering wat op te
vroolijken.
Het begon bij de ingekomen stukken.
Tot recht verstand van de kwestie moe
ten we er aan herinneren dat in de
Raadsvergadering van Dinsdag 29 Jan.
ter sprake kwam het bekende adres
van de Commissie van Toezicht op het
Lager onderwijs inzake verbetering der
onderwijzerssalarissen. Toen is door den
heel- Jo rissen het volgende gezegd:
.Mijnheer de voorzitter, ik heb in|de
'commissie van toezicht op het lager
onderwijs reeds als mijne meoning doen
kennen, dat haar adres in alle opzichten
- ontijdig is. Er is pas kort geleden eene
E nieuwe salarisregeling voor de onder-
wijzers vastgesteld. De financiën van
'ju de gemeente zijn niet zoo, dat men al
ii weer daaraan kan beginnen.
De Voorzitter. Het is beter nu
B niet de zaak zelve te behandelen.
De heer Jorissen. Dat is ook mijn
j bedoeling niet, mijnheer de Voorzitter.
Ik zou willen voorstellen deze
adressen voor kennisgeving
aan te nemen. Wij behoeven niet
bang te zijn of de betrokken personen
zullen zich nog wel eens weer tot ons
wenden over deze zaak. Mochten zij
vi zelf dat verzuimen, dan zullen anderen
haar wel op nieuw hier ter sprake bren-
Hoe gelukkig zou met menigeen zijn,
indien hij zich om een andermans zaken
even weinig bekommerde als om zijn
eigen zaken.
Naar MARIE STAAL.
„Charmant! zeer elegant!" zeide de
jonge vrouw, nadat ze hare nieuwe,
grootsteedsche woning van 1S00 Mark
huur had bezichtigd. „Laat me nu ook
nog de bijkeuken zien, manlief."
„De bijkeuken?" We zijn hier immers
in de keuken!" antwoordde de jonge
echtvriend van vier weken.
„Zeker en de keuken is allerliefst, een
pronkkamertje, helaas iets te klein
Maar ik bedoel, wat daarbij behoort, de
verdere vertrekken," sprak Truitje, de
dochter van een landeigenaar.
„Ah, je bedoelt de provisiekamer!
Hier! kijk eens hoe praktisch zoo
veel schappen, benevens een stuk of wat
haken voor het ophangen, verklaarde
manlief trotsch, terwijl hij eene smalle
gen. Er gaat niets bij verloren, als wij
deze adressen voor kennisgeving aan
nemen."
Deze houding van den heer Jorissen
heeft de C. v. T. aanleiding gegeven
tot het schrijven van een brief aan het
commissielid Jorissen, die zeer scherp
gesteld was. (Zie ons verslag)
Een fout was het o. i. dezen brief in
den Raad te gaan bespreken. Men had
het bij voorlezing moeten laten daar,
zooals de heer Yan Esveld terecht op
merkte, het een zaak was tusschen den
heer Jorissen en de C. v. T. Dank zij
echter de uitstekende leiding onzer raads
vergaderingen, werd de brief besproken
en gaf aanleiding tot een discussie
waaruit de heer Jorissen niet zeer eer
vol te voorschijn kwam.
Wat toch is het geval? Het is buiten
kijf, dat de heer Jorissen wat erg los
lippig is geweest. Lid der C. v. T.
zijnde, had het opzijn zachtst genomen,
blijk gegeven van bekendheid met goede
vormen, als niet juist de. heer Jorissen
had gezegd: laten we het adres maar
aannemen voor kennisgeving, hetgeen
m. a. w. beduidt, deponeer het in den
papiermand. De C. v. T. is een officieel
lichaam, benoemd door den Raad, en
wanneer zoo'n lichaam zich wendt t o t
den Raad heeft men voorzeker bepaalde
égards in acht te nemen. Dat heeft
ieder Raadslid te doen en zooveel meer
nog een Raadslid, tevens lid van de
C. v. T. Wij vinden het dan ook in
alle opzichten begrijpelijk, dat de C. v.
T. verstoord was over de houding van
de heer Jorissen, en dat in een scherp
omlijnd schrijven, zonder veel omhaal,
den heer Jorissen aan het verstand is
gebracht, dat het geen pas geeft een
voorstel te doen, dat beleedigend is voor
de C. v. T.
De Burgemeester wilde den brief
deponeeren ter Secretarie, maar de heer
Gerritsen kwam daartegen op en drong,
evenals trouwens de heer Jorissen zelf
op voorlezing aan.
deur, toegang gevende tot eene kleine
kaslvormige ruimte opende.
Truitje ging even zitten, teneinde hare
lachlust bot te vieren.
Neen, maar manlief. Dat noemt men
hier eene provisiekamer? Het is immers
ternauwernood eene kast. Moeders wasch-
kast is nog eens zoo groot. Komaan men
moet zich behelpen, dan moeten we ons
maar met de opslagkamer vergenoegen.
Waar is die dan?"
„Opslagkamer?" vroeg manlief, die het
woord nooit gehoord had. „Hoe kun je
nu zooiels verlangen? Dat is immers in
Berlijn uiet noodig. Wat denk je wel,
hier eindigt de woning. Meer is er niet
voor achttienhonderd Hark."
Toen Truitje begrepen had, dat het
keukentje, benevens de kleiuc provisie
kast alles was, hetgeen haar aan ruimte
voor de huishouding werd aangeboden,
was ze bijna stom von ontstemming. De
eerste onweêrswolken aan den echtelijken
Meihemel kwamen opdagen.
„Waar moet ik dan met mijne mooie
spullen heen? Met mijne wasch- en voor
raadkasten, met de schammels en mau-
den? Waar moet men dan toch hier
eene groote wasch vouwen, of ander werk
verrichten dat niet in het salon behoort?"
vroeg ze zenuwachtig. „Hier kan ik niet
huishouden, of ge moet me een van de
salons als werk- en provisiekamer af
staan."
Thans was manlief oprecht verstoord.
De zelfverdediging van den heer
Jorissen nu raakte kant noch wal. De
C. v. T. zegt tot den heer J.: gij zijt
volkomen vrij te handelen zooals ge
denkt te moeten doen, gij moet stem
men zooals uw geweten U voorschrijft,
maar het getuigt niet van veel kicsch-
heid wanneer juist van U het voorstel
uitgaat een adres van ons in den doof
pot te stoppen.
Wat doet nu do heer Jorissen?
Hij begrijpt niet, dat hij de Commissie
beleedigd heeft, hij staat als lid van den
Raad vrij om te stemmen naar zijn ge
weten enz. enz. Dat alles versierd met
de noodige dikke woorden gaat langs
het adres heen, daar de C. v. T. duide
lijk genoeg heeft doen uitkomen, dat
het a 1 l]c e n gaat om de weinig consi-
deranto houding, die de heer Jorissen
heeft aangenomen.
Nu gaan we ook niet mee met den
heer Gerritsen, die de houding van den
heer J. niet fair noemde. We vinden
dat te sterk uitgedrukt, de houding van
den heer J. was niet gentlemanlike.
De heer J. mag nu uitroepen: ik
acht me te hoog om op het schrijven
van den C. v. T. in te gaan, de hope-
looze pogingen, die hij deed om toch
maar aan te toonen, dat hij zoo onschul
dig is als een lam, bewezen wel, dat hij
wel degelijk voelde iets gezegd te heb
ben, dat in dit geval niet door den
beugel kon en ruiterlijker was het dan
ook geweest, als hij volmondig had toe
gestemd, dat zoo'n voorstel niet van hem
had mogen uitgaan.
Bij de rondvraag wees de heer
Gerritsen op gevaarlijk terrein en
kwam hij zelf op gevaarlijk terrein.
Hij vestigde de aandacht op de Beuken
laan, waar automobielen woest in- en
uitrijden, zoodat ieder oogenblik onge
lukken te vreezen zijn. We hopen, dat
hierop gelet zal worden, en dat het
Beukenlaantje verboden doorgang zal
worden voor het moderne voertuig. De
„Kindlief, jo moet je hier nog veel
van jo landelijke voorstellingen afwennen.
We zijn hier in Berlijn, niet op liet dorp.
Alle achting voor je moeder, ze is een
bekwame huisvrouw maar hier draait
het leven om heele andere dingen dan om
waschkasten en potjes en pannetjes. Als
ge er te veel van hebt zet ze dan op de
dienstbodenkamer; men komt er zonder
dat alles wel. Men laat eenvoudig in de
stoomwasscherij wasschen, terwijl men
zijne dagelijksche benoodigdheden bij den
winkelier haalt!"
„Dat zijn proletarische toestanden!"
riep Truitje snikkend. „Hoe kan men
respekt voor eene huisvrou'A hebben, die
salons met parketvloer en meubelen in
empire stijl heeft, inaar niet eens eeu
hoekje, waar ze een gebruikte wasch be
waart. Yoor zoover ik weet is een huis
om er in te huishouden, hier wordt
daarentegen de gewichtigste zijde van het
familieleven, nl. de huishoudelijke vol
komen genegeerd. Zulk een keuken- en
spijskamer zijn eenvoudig belachelijk!"
Er volgde een nieuwe huilbui. Den
jeugdigen echtgenoot werd het zwaar om
het hart, hij zag wanhopig naar hulp en
troost om, voor zulk een smart. Eensklaps
verhelderde zijn gelaat.
„Neen maar Truitje, dat had ik heele-
maal vergeten! Daar is immers nog de
vlieringEene wonderbare groote ruimte,
waar ge alles kunt bergen. Kijk eens,
daar boven."
Varkensmarkt moet dan maar h e t keer
punt worden voor hen die naar den
Arnhemschenweg moeten, daar hebben
ze tevens de ruimte te draaien.
Op gevaarlijk terrein kwam de heer
Gerritsen, toen hij het optreden van
eenige leeraren der H. B. school ter
sprake bracht. In de volgende raads
vergadering komt deze zaak in behan
deling, zoodat we er dan nog wel op
terug zullen komen.
We wenschen er nu echter nadruk
kelijk op te wijzen, dat het niet aan
gaat ambtenaren in hun vrijheid te
beperken, zoolang hun optreden geen
schade doet aan de inrichting waaraan
zij werkzaam zijn.
Mogelijk zit er meer aan deze kwestie
vast, maar de heer Gerritsen wees alleen
op het schrijven in de bladen, in het
midden latende of het geschrijf juist of
onjuist is. Dat nu is ons te vaag.
De vrijheid van den ambtenaar moot
onverkort gehandhaafd blijven, ook al
geldt het ambtenaren, die minder sym
pathiek zijn, zelfs al geldt het een
ambtenaar, die door zijn absurd optre
den zich zelf in veler oogen belachelijk
heeft gemaakt.
Maar wanneer aangetoond kan wor
den, dat die ambtenaren niet op het
oog hebben een algemeen belang, wan
neer zij niet ijveren voor ideeën die zij
als de eenig ware en goede erkennen
maar integendeel persoonlijk griefjes en
belangetjes gaan opblazen om toch maar
bevrediging te erlangen van totaal mis
plaatste eerzucht, wanneer de ceuige
drijfveer van al hun handelen is iemand
anders persoonlijk onaangenaam te zijn
en zij ter bereiking van hun doel
middelen bezigen, waardoor de belan
gen der inrichting waaraan zij werken
worden benadeeld, ja dan is ingrijpen
dringend noodig, opdat niet meer 6chade
veroorzaakt worde dan is geschied.
Dan zouden wij het zelfs toejuichen
wanuecr B. en W. een duchtige repri
mande aan die ambtenaren toedienden
„Waar dan?" vroeg Truitje met inge
houden tranen, terwijl ze verwonderd
naar den zolder staarde.
„Hier buiten de deur. Ge hebt deze
ladder maar te plaatsen. Heel gemak
kelijk!"
Het gemak van de wonderbare ruimte,
deed zich heel onzeker voor.
Men moest als het ware lijnrecht tegen
den muur eene soort van brandladder
beklimmen. Geheel boven, onder de hane-
balkcn, was een deurtje; teueinde dit te
openen, moest de ladder van ter zijde
worden geplaatst. Er bleef boven dan nog
een turn-kunstuk uittcvoeren, om van
de ladder in de vliering te geraken.
Had Truitje niet thuis met de broers
om strijd geturnd en geklommen, dan zou
ze waarschijnlijk nooit boven zijn ge
komen. Toen ze goed en wel was aange
land, deed ze de eerste praktische er
varing op, waarom men enkel uitliefde
behoort te tiouwen. Had zij 't wel over
zich gekregen den opwellenden tranen
vloed te sluiten en te zeggen: „Nu ja,
men moet zien zich te behelpen!" wan
neer manlief haar niet zoo roerend, half
angstig, half smeekend en daarbij zeer
teeder had aangezien, bij deze eerste
inspectie van de griezelige vliering?
Als manlief deze oogen opzette
precies dezelfde als vroeger in den
tuin achter de hagedoorn. waar hij
haar den eersten kus had gegeven
kon ze niet tegenstribbelen dan
en bij herhaling zelfs tot strenger maat
regelen overgingen. Want hoe hoog wij
de vrijheid van den ambtenaar ook
stellen, boven die vrijheid staat het be
lang der gemeenteinstellingen. Uiterst
moeilijk zal het echter zijn ook maar
bij benadering aan te geven, waar hier
de grens moet zgn, zoodat een om
zichtige behandeling aanbcveliug ver
dient.
De heer Gerritsen zal het hiermee
wel eens zijn. Geheel zijn optreden als
raadslid heeft steeds getoond dat hij
een beslist voorstander van de door ons
bedoelde vrijheid is, maar voorzichtig
heid in uitdrukking iB ook veel waard.
Met belangstelling wachten we af
wat er van deze zaak zal worden. De
angstvalligheid van den Burgemeester
om aanstonds in geheime zitting te
willen overgaan achten wij in deze
misplaatst.
Do zaak is publiek, daarvoor hebben
de betrokken leeraren wel gezorgd.
Laat men er nu niet verder een onder
onsje van maken.
Van do agenda vermelden we nog
het succes van Mr. Heiligers, die voor
stelde de geheele onkosten die de In-
dustne- en Huishoudschool heeft moeten
maken, zijude ruim f 290, te vergoeden.
B. en W. stelden voor f 150 te geven,
maar de raad gaf met 6 tegen 5 stem
men een lesje om toch niet al te
schriel te worden.
Van tijd tot tijd jagen do couranten
ons een rilling op het lijf door een ver-
haal van een of andere bizondero wreed
heid: een levend-begraven hond, een
doodgeranseld paard, of iets dergelijks.
Maar weet ge wel, o Rillers, dat al
die op-zich-zelf staande gevallen slechts
korreltjes zijn aan den berg van wreed
heid die dag-aan-dag onder uwe oogen
verrijst, dikwijls op uw eigen last en
tot uw eigen genoegen?
Een paar maanden geleden lazen we
moest ze alles doen, wat hij wilde.
Zoo was het ook nu, ze vergaten alles
wat in eene huishouding noodzakelijk,
of niet noodzakelijk is. Het was alles
volmaakt overschillig, ze zaten op de
oude stoffige vliering, die naar spinne-
webben rook, kusten elkaar en wisten
slechts dit eene, dat ze elkander lief
hadden, en dat was de hoofdzaak.
Met deze zalige liefde in hun bin
nenste werd ook de beet in den zuur-
sten appel zoet. Truitje bracht het zoover,
dat ze hare huisvrouwtrots, benevens
ieder gevoel van eigenwaarde trachtte
te verloochenen, om zich met woning
toestanden tevreden te stellen, die ze
inwendig als onwaardig, ja als vernede
rend voor de vrouw moest veroordeelen.
Doch de katastrofe kon niet uitblijven.
Papa kwam 's Zondags over. Dat be-
teekende eene groote drukte voor de
jonge huisvrouw.
Nu kwam het er op aan te laten zien
wat men kon. Papa was een goede
pruimer, hij had bij voorbaat reeds een
gemeste kalkoen, versche eieren, heer-
lijke boter, spek, sappige worst en der
gelijke lekkernijen meer meegebracht.
„Onze zoogenaamde provisiekamer is
op het punt van te barsten,u zei Truitje
met een melancholiek glimlachje over het
gebrek aan ruimte.
Ze stuurde de beide heeren 's middags
naar den Diereutuin en Onder de Linden,
opdat ze met hare trouwe Emma onge-