No. 31. Woensdag 17 April 1907. 4e Jaargang. Wees U Zelf! Directeur Werfihelm. Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER". Zonderlinge - - - - Menschen. I FEUILLETON. Yerschijnt Woensdags en Zaterdags. DE EEMLANDER. Bureau Kortegraelit 1. Abonnementsprijs Per jaar Franco per post Per 3 maanden Franco per post 3.00 3.50 0.75 0.90 I Prijs der advertentiëu Van 1 tot 5 regels0.40 vooi iederen regel meer0.08 (Bij abonnement aanmerkelijke korting.) In de laatste Raadsvergadering werd door den heer Gerritsen gewezen op het ichrijven van eenige leeraren der II. B. school iu de groote bladen. Ten einde onze lezers geheel op de hoogte dezer kwestie te stellen zullen we de verschillende stukjes hier onder laten volgen. We onthouden ons van eenige commentaar, de houding der heeren Thiol en Van Weezei Errens te beoordeelon laten we aan den lezer over. In de Nieuwe Rotter da msehe Courant van 20 Maart 1907 Eerste Blad A. kwam het volgende voor. (Ingezonden.) Wie dezer dagen een kijkje neemt op de H. B. school te Amersfoort, treft daar een ongewouen toestand aan. De leeraar in de gymnastiek heeft zijn gymnastiek lokaal gesloten (de leerares iu dat vak geniet zelfs al vacautie) en staat thans voor eene groep leerlingen, die onder zijn bevelen aan schriftelijk werk bezig zijn voor Duitsch, of voor wiskunde of voor Fransch; de leeraar in de aardrijks kunde leidt den schriftelijken arbeid voor de scheikunde, de docent voor de staats wetenschap dien voor natuurlijke histo rie enz. Nu is toch bezwaarlijk voor bestrijding vatbaar, dat: hetgeen per jaar gedurende zes weken geoorloofd is, ook ge durende veertig weken getolereerd moet worden; verder, dat hetgeen niet onge oorloofd moet heeten voor het middel baar onderwijs, ook voor geoorloofd moet doorgaan voor het lager onderwijs; en eindelijk, dat, hetgeen hetopenbaar ouder wijs is toegestaan, niet geweigerd raag worden tegenover het bijzonder ouderwijs. Indien dus, wat te Amersfoortgeschiedt, wettig mocht hoeten, men zie de consequenties onder het oog dan is daarmee het middel gevonden, om met een minimum aantal bevoegde leerkrach ten, een school (hetzij middelbare, hetzij lagere, óf openbare óf bijzondere) van maximum omvang iu 't leven te roepen. Want welk meerder recht bezit de onderwijzer, die voor de gymnastiek (en Het ecnig gebrekflat zeer goede boeken hebbenis dat zij gewoonlijk de oorzaak zijn van zeer vele slechte of middelmatige. Vrij naar 't Duitsch VAN MORITZ VAN REICIIENBACH. Op de veranda van het als villa ge bouwde huisje van den directeur der Arminiushüt was Ebba Wcrkholm bezig het schaakspeltafeltje op zijn plaats te tetten. Zeg, pa, hoe lang moet Karei Bellintz eigenlijk in Belgie blijven?" vroeg ze den directeur Werkholm, die iu een schommelstoel aan zijn after dinner" zat te trekken. I 1 Hij zal, denk ik, vier maanden weg blijven" was het antwoord. Ebba's gezichtje betrok. Als U in de kamer gekozen wordt, daarvoor alleen) de onderwijsbevoegdheid bezit, om zich als onderwijzer voor eene klas te plaatsen, welke zich met Duitsche leerstof bezig houdt, dan de totaal on gediplomeerde? In art. 4 der wet op het M. O., dat volmaakt dezelfde redactie heeft als art. G der wet op het L. O. t. w.: „niemand mag middelbaar lager onderwijs geven, die niet in het bezit is der bij deze wet gevorderde bewijzen van bekwaamheid en zedelijkheid", ligt hot levensbeginsel dier wet opgesloten. De uitdrukking „on- derwijsgeven" in deze artikelen is niet van zoo enge beteekenis, dat het alleen op mondelinge verrichtingen van den onderwijzer zou zion, maar omvat alles, wat op den weg van den onderwijzer ligt, alsde leerstof verklaren, over de leerstof mondeling of schriftelijk de leer- lingeu ondervragen, waken, dat deze mondelinge of schriftelijke vragen zelf standig (zonder hulp van medeleorlingen) worden beantwoord, enz. De lagere onderwijzer „geeft onderwys" op het moment, dat hij b.v. rekenkundige vraag stukken met de leerlingen mondeling behandelt, maar geeft nog onderwijs, als hij de leerlingen de leien laat nemen, om de besproken vraagstukken daarop te maken en daarbij toezicht uitoefent. Noch op het eene, nóch ook op andere tijdstip mag hij zijne plaats verlaten, om die te doen innemen door eeu onbe voegde of door (wat op hetzelfde neer komt) iemand, die voor teekenen of staatswetenschappen bevoegd is, doch voor rekenkunde de bevoegdheid uiist. Ging men aan deze opvatting tornen, dan zou men de artikelen 4 en G onzer wetten op M. O. en L. O., die grond zuilen dier wetten zijn, door afbrokkeling aan het wankelen brengen. Zou men de toepasselijkheid dier artikelen slechts aannemen, zoolang de onderwijzer oreerde, dan zou niet te over zien zijn, waarheen die interpretatie zou leiden. Men kan niet straffeloos met de ge noemde artikelen, die dragers zijn van een hechten waarborg, de hand lichten; de nadeelige gevolgen, niet alleen uiter lijke maar ook innerlijke, kunueu niet achterwege blijven. NVaot de reden van bestaan van een wetsartikel treedt vaak eerst dan naar voren, als het wordt go- schonden. Door overweging van dit een en ander, hebben een paar ingezetenen van Amers dan moeten we net weg als hij terug komt. 't Is me anders ook niet mogelijk van hier te gaan, als Rellnitz niet in mijn plaats komt" zei de directeur, „maar ik geloof dat we wel niet naar Berlijn zullen behoeven te gaan; we hebben nog geen tijd voor de politiek." Zijn donkere oogen staarden, alsof hij in gedachten was, voor zich uit. Daarop streek hij met een vlugge beweging de band over zijn voorhoofd en door zijn dikken haardos. Krijg ik mijn spelletje skaat niet op je verjaardag, Ebba," vroeg hij. Zou mijn verjaardag een vastendag voor U kunnen zijn? antwoordde zij. Nu, vooruit dan maar, mijn kleine huisvrouw." Hij schoof nader aan het tafeltje, en ter wijl volgde zijn blik met liefdvolle bewon dering de slanke, mooie gestalte van Ebba. Op een tafeltje er naast zette zij eeu kopje koffie en een glaasje cognac klaar. Ik voel me zoo heel anders dan anders zei ze ondertusschen, „ja, ja, al twintig jaar...." Twintig jaar," herhaalde hij, ter wijl een schaduw zijn gelaat scheen te verduisteren, 't Was alsof hij met een plotseling iu herinnering gebrachte be zorgdheid naar Ebba opzag. Twintig jaar; en dat moeder dezen dag niet heeft mogen beleven, zeide hij. Emma boog het hoofdje voor over bij foort eene klacht gericht tot den minister van binncnlandsche zaken, over de over tredingen van art. 4 der Wet op het M. O., zooals de Amersfoortsche H. B. S. die dezer dagen te aanschouwen geeft. De stappen, die de minister ingevolge deze klacht zal doen of niet zal doen, om de toestanden te doen eindigen of niet te doen eindigen, hebben eene zeer leerzame zijde zoowel voor het middel baar als voor het lager onderwys en wel iu gelijk mate voor het byzondor als voor het openbaar onderwijs. Een der bedoelde ingezetenen J. M. THIEL. Ilooglandsche weg 14. Amersfoort, 19 Maart 1907. Den dag daarop, 21 Maart dus, ver scheen in het Avondblad van De Tele graaf een stukje vau den Amersfoort- schen correspondent van dat blad, dat luidt als volgt. EEN GESPANNEN TOESTAND. Reeds geruimen tijd heerscht er op de H. B. S. te Amersfoort een gespau- nen toestand tU6schen den directeur en eenige leeraren. Eenige weken geleden werd daaromtrent reeds bericht, dat de directeur, de heer G. J. Buys, den waar- ncmenden directeur vau hot hulpgebouw, waarin de H. B. S. gedeeltelijk is ge vestigd, het recht van straffen had ont nomen. Een tweetal leeraren zond daarop een adres aan den Gemeenteraad, om een uitspraak uit de lokken of de direc teur daartoe wel het recht had. Die zaak is nog niet behandeld of er is al weer een nieuw conflict ontstaan. De leerlingen der II. B. S. hebben nl. de laatste weken voor de Paaschvacantie lijstwerk en nu wordt den leeraren op gedragen, bij het maken daarvan toe zicht te houden. Deze leeraren geven dus geen onderwijs, maar houden sleohts surveillance. De meer genoemde leer aren zien daarin echter iets zeer onwet tigs daar do leeraar in de gymnastiek bv. surveilleert bij het Franschc lijstwerk, terwijl hij geen bevoegdheid Fransch bezit. Zoo houdt een leeraar aardrijks kunde toezicht bij scheikunde enz. Zij zion hierin een overtreding van art. 4 der wet op het M. O., dat bepaalt, dat niemand middelbaar ouderwijs mag ge ven, die niet in het bezit is der bij de wet gevorderde bewijzen van bekwaam de herdenking van haar te jong gestor ven moeder. Werkholm voelde dat zij hem begreep ook als hij in stilte dacht aan de doode. Hij trok ze naar zich toe en gaf haar een kus op het voorhoofd. Mijn kleine hartcdief." Er lag iets droevigs in zijn aandoening; hij drukte haar tegen zich aan, alsof hij vreesde dat men hem haar zou ontrooven. Toen gingen zij tegenover elkaar aan het tafeltje zitten. De ranken van de wilde wingerd kronkelde met hun bonte bladeren om de pilaren van de veranda daar vóór sprong een fontein, en de zonnestralen vielen, voorzoover zij door de rookwolken die over den tuin hingen konden dringen, op de verspreide drop pels. Aan den anderen kant, als waar zij zaten, verhieven zich in een halven cir kel de hemelhooge 6choorstoenen. De rook trok zoo hoog over den tuin, dat men er in de veranda geen last van had en alleen de grauwe golvenmassa zich afteekende tegen de lichtblauwe Septemberhemel. De asters rond de fon tein schenen evenmin van den rook te lijden als het kort gehouden frisch groene gras. Mat" riep Ebba na eenige zetten; U kan van daag weer niet berekenen," voegde zij er plagend bij. Lachend liet hij zich iu zijn stoel terug vallen. Je weet 't, dat is altijd mijn zwakke zijde goweest." heid. Als ouders van leerlingen der II. B. S., niet als leeraren, hebben zij zich nu tot den Minister van Biunenlandsche Zaken gewend met een klacht over deze overtreding. Waar do leeraren geen onderwijs ge ven, maar slechts surveilleeren, zal het antwoord van den Minister hoogstwaar schijnlijk niet twijfelachtig zijn, vooral niet als in aanmerking wordt genomen, dat de geheele actie feitelijk het werk is van een der leeraren, die het met den directeur niet vinden kan. Mot dat al is echter een toestand ge schapen op deze II. B. S., die vrijwel onhoudbaar is, daar het korps leeraren in twee vijandelijke kampen verdeeld wordt. Het dagelijksch bestuur der ge meente heeft dan ook reeds eenige malen vergaderd ter bespreking dezer quaestie, maar tot een bevredigende oplossing is het nog niet kunnen komen. De heeren Thiel en van Weezei Errens hebben zich daarop tot de Re dactie van De Telegraaf gewend, die wederom nadere inlichtingen aan den Amersfoortschen correspondent vroeg. Het gevolg was, dat in De Telegraaf van 23 Maart, Avondblad, onderstaande verscheen. Eeu gespannen toegtaud. De heer Thiel, leeraar aan de H. B. S., te Amersfoort, seinde ons gisteren: Verzoeke beleefd opname van: „De inhoud van het stukje „gespannen toe stand" moet als verdichtstel worden op gevat. De redactie zij gewaarschuwd voor dat soort berichten." Van den heer A. van Weezei Errens, leeraar aan de H. B S. te Amersfoort, ontvangen wij onderstaand schrijven. .Een bericht in een dagblad dient m.i. aan 3 eischou te voldoen: le. de schrijver moet zijn onbevooroordeeld. 2e. het moet bewijzen dragen, dat de schrijver in het algemeen met zijn on derwerp vertrouwt is en 3e. dat hij speciaal bekend is met de zaak waar voor hij schrijft. In alle 3 opzichten is het artikel onder het opschrift: „Een gespannen toestand" beneden de maat. Zoodra uw inzender zich bekend zal hebben gemaakt, verklaar ik mij bereid dat van zijn be weringen stuk voor stuk aan te toonen. Tot zoo lang kenne de lezers aan het artikeltje niet meer waarde toe, dan Neen, daar heeft U me niet meer moe aan te komen; dat geloof ik nu uict meer." „Niet?" „Nee" verklaarde zij „ik weet nu dat 't voor den gekhouderij was, als U mijn sommen altijd verkeerd uitrekende, zoodat ik U verbeteren kou. Karl Rell nitz zegt altijd. Die alles tot stand heeft gebracht wat daar rond ons staat en rookt en werkt, die moet een groote rekenmeester zijn! Ik ben trotsch op U Papa, weet U dat wel Een weemoedig lachje spoelde om zijn lippen, 't Was zoo aardig toen je de menschen zei: Papa is zoo goed, jam mer dat hij heeleinaal niet rekonen kan." Zij streelde hem over do hand. Ja, maar toen was ik een kind U zou toch niet willen dat ik zoo bleef, hé? Nu beu ik Uw vriend, niet waar? En dat wil ik altijd nog meer worden." Ja, Ja, Dat zal je ook!" En een huishoudster nemen wij niet; wc hebben genoeg aan elkaar, niet Papa? Dat moet U me nu eens beloven op mijn verjaardag!" Maar al de kennissen zeggen toch dat we zoo iemand in huis moeten hebben!" Ach, laat ze praten, en als uw kleine vriend 't niet goed doet en U niet tevreden over hem is, dan laten we een huishoudster komen maar bovendien, wat zou ze moeten doen? het iu verband met hot bovenstaande verdient". Wij verzochten onzen correspondent te Amersfoort om opheldering, en ont vingen het volgend schrijven: „Naar aanleiding van het telegram van den heer Thiel, slechts eene korte opmerking. De heer Thiel noemt het bericht verdichtsel, maar toont dat niet aan. Daarom moet hij zich tevreden stellen hiermede, dat ik hem antwoord met deze vraag: Is het verdichtsel, dat de heeren leeraren bij hot lijstwerk surveileeren? Dat zal de heer Thiel moeilijk kunnen ontkennen en dan ver valt m.i. zijn geheele redeneering, daar surveillance moeilijk als onderwijs geven kan worden aangemerkt. Men houdt slechts toezicht, dat de leerlingen niet afkijken, zonder meer. Ook is vrijwel onmogelijk nader op het schrijven van den hoor Weezei Er rens te antwoorden. Hij beweert, maar bewijst ook al uiet. Daarom ook aan den heer Weezei Errens eenige vragen. 1. Is het niet waar, dat er een ge spannen toestand bestaat tusschon de heeren Thiol en Weezei Errens aan de eene zijde en den heer Buys aan de andere zijde. 2. Is het niet waar, dat alles wordt aangegrepen om den heer Buys onaan genaam te zijn. Ten slotte verwijs ik den heer Van Weezei Errens naar het antwoord aan den heer Thiel. Acht de redactie het noodig den heer v. W E. mijn naam bekend te uiaken ik voor mij heb daar geen bezwaar tegen. Dit kan ik hem wel zeggen, dat ik mijn licht heb opgestoken bij zeer vertrouwbare personen, en dat er bij mij niet de minste kwestie van vooi- oordeel bestaat." Daarna kwam er stilte. Het leek of de historie uit was en het geschrijf ten einde was gekomen. Dat dit evenwel niet hot geval was bleek uit de Nieuwe Rotter da m- sche Courant van 3 April Tweede Blad B., waarin het volgende voorkomt. (Ingezonden.) Aan de Redactie v/d Nieuwe Rotterd. Courant, Rotterdam. Naar aanleiding van het ingezonden stuk van den heer J. M. Thiel, Iloog landsche weg 14, te Amersfoort, voor- Ze krijgt geen sleutel van me los en Karl Rellnitz zegt Maar als we gasten hebben viel hij haar in de rede. Is dan niet alles in orde? vroeg zij. Heeft er iets gemankeerd? Of heb ik mij niet naar belmoren gedragen?" Hij 'glimlachte weer. Hoor eens mijn minister van biu nenlandsche zaken en financiën tegelijk, ik zie 't al er komt niets van die huis- houdster. Ebba sprong op en gaf hem een kus. Heerlijk! Dank U wel beste Papa! En nu gaan we naar de school en naar het ziekenhuis zooals we dat altijd op moeders verjaardag deden. Ik heb voor de kinderen wat laten bakken en ook wat koekjes, voor do zieken, net als moeder. Mag ik gaan zeggen dat ze er dat alles moeten brennen? Ja?" 6 Na een kuikje, tippelde zij uit do veranda om haar orders te geven. Met een eigenaaidigen blik keek hij haar na. Toen stond hij op zijn groote, breedgeschouderde gestalte scheen nog grooter te worden, zoo met het hoofd in den nek. En met eeu onwillekeurige beweging breidde hij zijn beide armen naar den hemel boven de grauwo rook wolken en riep: O God, ik dank U dat ik haar heb en ik zal haar bij mij houden er korne wat er kome!"

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1907 | | pagina 1