No. 67. Woensdag 21 Augustus 1907. 4e Jaargang. Wees U Zelf! BERICHT. Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER". 31 AUGUSTUS. FEUILLETÖN. De Cinematograaf. Wat kinderen wenschen. Treurige feiten. DE EEMLANDER. Verschijnt Woensdags en Zaterdags. Bureau Iiortegraeht 1. Abonnementsprijs Per jaarf 3.00 Franco per post- 3.50 Per 3 maanden- 0.75 Franco per post- 0.90 Prijs der adverteutiëu Van 1 tot 5 regels0.40 vooi iederen regel meer0.08 Bij abonnement aanmerkelijke korting.) met ingang van 1 Sept. a.s. zal ons blad, zonder prijsver- lioogiug, driemaal \s weeks ver- sehljueu. Ais hoofdredacteur treedt dan op de lieer B. (J. KIJKF.SS, directeur-hoofdre dacteur van de Goesehe cou rant, vroeger redacteur van dc Oprechte Haarlemsche Cou rant. I)e bureaux zullen van al dien datum gevestigd zijn BBEFDKSTKAAf 20, naast de drukkerij van den heer S. W. .tl KI. t'II1011 (ti rui a tliehielsen) alwaar het blad voortaan gc- drnkt zal worden. Zij die zich iuet ingaug van 1 Sept. a.s. op de Eemlnniler abonneereu, ontvangen tot dien datum het blad gratis. Wij zijn heel pessimistisch gestemd omtrent de feestviering op 31 Augustus te Amersfoort. Bedriegen de teekenen ons niet, dan zal met al de goede wil en het niet geuoeg te bewonderen door zctt'rigsvermogen der Oranjevereeuiging, toeh nog niet zoo'n programma kunnen worden geboden als vorig jaar. En zon der natuurlijk iets ten nadecle te willen zeggen van de wijze waarop in 1906 den jaardag Harer Majesteit is gevierd, gclooven we toch te mogen verlangen, dat 1907 uitblinke boven 1906. Toen trad do Oranjevereeuiging voor 't eerst op, toen gold het a. h. w. een proef, die, dit zij er aanstonds bijgezegd, uit stekend voldeed. Eu zouden we dan nu tevreden mogen zijn met een wijze van I feestvieren op dien dag, die menigeen de verzuchting zou doen slaken: „Och het wordt al weer minder, vorig jaar Naar het fransch VAN IVAN STRANNIK. 1). In dien uithoek van Auteuil was de winteravond zacht en rustig, als in een oude, slaperige, door eenvoudige lieden bewoonde provinciestad. De kalmte, die deze wijk omhulde en begroef, scheen i hen, die daar woonden, te willen over tuigen, dat nooit in het gansche heelal een te scherpe toon, een brutale harts- 1 tocht, eou schelle kleur de harmonie der dingen en der uren hadden ver broken. Boomen omringden en beschut- 1 ten de huizen; zij spreidden hun knoestig net werk uit om de lichten te verbergen, de geluiden te dempen. De straatlan taarns langs de verhoogde voetpaden was het wat, nu kan het er nog mee door en volgend jaar is er niets te doen". Neen immers, dat mag niet! Wel kun nen zij, die in ieder geval feesten willen, dien dag naar omliggende plaatsen gaan naar Baarn bijv. of zooals ook al is gebeurd, tot schande voor Amersfoort, naar Scherpenzeel. Ja, tot schande voor Amersfoort! Een plaats met zoo'n groot garnizoen, met een actieven en nijvcren winkelstand moet het aanzien, dat de inwoners op een hationalcn feestdag naar buiten trekken, omdat het hier zoo'n „dooie boel" is. Ieder rechtgeaard Amersfoorter moest zich daaarvoor toch eigenlijk schamen. We hebben hier jaren achtereen 31 Augustus laten passeeren met geen of weinig noemenswaardig verschil, dan andere dagen. Dat heeft vele inwoners geërgerd en er is een ernstig streven ontstaan om de jaardagen van het Vor stelijk Huis ook voor Amersfoort tot feestdagen te maken. Dat streven heeft zich belichaamd in de Oranjevereeniging, die onder veel enthousiasme haar taak aanvaardde en voortzette. En wat deden zij, die zoo weeklaagde over het saaie Amersfoort. Och zij klaagden en klagen nog, maar steken geen hand uit om het kwaad te verhelpen. Neen, eenige moeite hebben zij er niet voor over. Maar ook dat zou nog geen afbreuk doen aan de feestviering, als er maar geld genoeg was. De bestuurders dér Oranjevereeniging willen gaarne de moeite voor hun rekening nemen, maar wauneer Ainersfoort's ingezetenen nu ook nog vertrouwen, dat die mannen ook alle kosten zullen betalen, ja dan kunnen we ons maar over een ding verwonderen, nl. hierover, dat dat Be stuur nog volhoudt en niet feestelijk voor zooveel goed vertrouwen bedankt. Het spijt ons hierbij te moeten constateeren, dat het Gemeentebestuur is voorgegaau met vooral niet meer te doen dan strikt noodig is om het fatsoen op te houden. Zelfs de muziektent verplaatsen naar waren bescheiden nachtlichtjes. In een eenvoudig vertrek van een dier stille huizen zaten twee Russen, een man en een vrouw, onbewegelijk bij het vuur; hij officier der garde; zij een kleine provinciale, eertijds men kon het haar nog aanzien frisch en zeer opgewekt. Dc later gekomen bleek heid stond haar slecht; een plotselinge schok, een te zwaar verdriet, waren over haar heengegaan. Nata was zich zelf niet meer, noch moreel, noch physiek. Zij gevoelde het en zij kon zich niet gewennen aan haar nieuwe persoonlijkheid. Zij gevoelde ook, dat Mikhail, haar man, niet meer dezelfde was. De man, dien zij vroeger had liefgehad, was verdwenen, was ver vangen door een schimNata er kende, dat zij van den man, dien zij had liefgehad, maar heel weinig wist, en van de schim wist zij in 't geheel niets. Indertijd, toen zij gelukkig waren, had zij geen behoefte gevoeld, hem te bestudeeren: zij had er ook den tijd niet voor. Thans was zij bang voor dien zieken, gedrukten, zwijgenden vreemde ling naast haar, voor dien vreemdeling die, afgetrokken en langzaam, haar hand nam, 'en die, achter haar, onmetelijke bewegende visioenen, werkelijker dan zij zelve was, scheen te onderzoeken. Op het oogenblik dat dó revolutie met al haar verschrikkelijk geweld in den Hof, daaraan viel niet te denken. Wij kunnen een dergelijk wijs voor zichtig beleid niet bewonderen. Maar daarom behoeven de Amersfooiters toch niet te trachten in schrielheid boven het stadsbestuur uit te steken? Laten zy tenminste toonen, dat zij er wel op ge steld zijn 31 Augustus op waardige wijze te vieren. Dat kunnen zij dooi de Oranjevereeniging geldelijk te steunen en door, zooveel in hun vermogen is, mede te werken een programma saam te stellen, dat de moeite van uit voering zal loonen. Wanneer dat niet gebeurt, vreezen wij dat de heele feest viering een poover effect zal maken en liever geen feest, dan een half geslaagd. Daarom doen wij nog eens een beroep op allen: Doet wat in uw vermogen is om te maken dat Amersfoort op 31 Augustus werkelijk feest zal kunneu Een leeraar te Berlijn, nieuwsgierig en belangstellend om te weten, welke wen schen kinderen zooal koesteren, liet in een klasse, waarin ook zijn elfjarig zoontje zat, alle kinderen hun lievclingswenschen opschrijven. Velen daarvan waren natuur lijk zeer alladaagsch, doch vele ook waren zoowel origineel als interessant. Niet weinigen wensc-hten zich rijkdom; mil- lionnair wilden zij zijn; zooveel geld hebben, dat zij nooit iets behoefden te doen. Eén wenschte zich een goed- loopende papierzaak. Gezondheid, geluk en een lang leven werden veelmaals ver langd. Eén kende er niets heerlijkers dau dat hij geen soldaat behoefde te worden. Het meest interessant waren die wenschen, waaruit oniniddclijk bleek, dat zij het gevolg waren van 't lezen van sprookjes en zonderlinge geschiedenissen. Wij laten er hier eenige volgen. Een jongen schreef het volgende (wij geven alles zoo getrouw mogelijk, woor delijk weer): Rusland was losgebarsten, had Nata, die voor haren man dit schouwspel en die besmetting vreesde, hem medege nomen. Zij trachtte hem te verzorgen in de vrede en de veiligheid van het verre Auteuil. De vreugde was hun vreemd gewor den. Zij wisselden slechts korte, onbe duidende woorden. Hun gesprekken had den het ernstige der woorden, die men in eene donkere kerk wisselt, of de gewilde onbeduidendheid van mondaine praatjes. Nata was bijna bevreesd voor Mikhail. In den eenvoud van hunne wederzijdsche 1 efde hadden zij verzuimd elkander h'un innerlijk te openbaren. Voortaan, Nata bemerkte het, waren zij door iets geheimzinnigs gescheiden; nu zij leefden naast elkaar, als zielen, die niet meer hopen elkaar terug te zullen vinden. In Mandsjoerije, waarheen de oorlog hem had geroepen, was Mikhail aange tast door een hersenontsteking. Wanneer hij over den oorlog sprak, verbaasde Nata zich, dat zijn verhalen zoo dof en zoo armelijk waren. Zij verdacht hem datgene voor haar te verbergen,waaraan hij altijd dacht, en bevend als eene dievegge bespiedde zij op het beminde gelaat de zonderlinge, schichtige uit drukking die er dikwijls op terugkwam. Maar zij vroeg niets; zij had een voor gevoel, dat het weten een onherstelbaar gevaar zou zijn. „Als een fee voor my zou verschijnen en mij drie wenschen zou toestaan, dan waB mijn eerste wensch een grootc detective te zijn. Mijn tweede wensch was, betooverde prinsessen te bevrijden en dan nog zou ik een tooverstaf willen bezitten, waarmee ik alle wenschen kon vervullen. Een ander wenschte: lo. een wagen met vier paarden, die niet behoeven te eten of te drinken en maar steeds voortloopen zoo lang ik het wil; 2e. een ring, waarmede lucht- en aard geesten zijn verbonden. Zoo vaak ik dien ring aan mijn vinger omdraai, moe ten zij verschijuen en mij te brengen wat ik wil. 3e. een tooverstaf, waaraan een fee moot zijn vastgebonden, die mij in het bad der wijsheid zal baden. Even phantastisch was het volgende lijstje: Ik wensch een paard dat mij dooi de lucht in vijf minuten overal kan heen rijden 2e. dat ik wist hoeveel sterren aan don hemel staan en hoe het er op een ster uitziet. Een ander verlangde een kast, waarin hij de heele lucht door kon vliegen. Weer een ander schreef: „Mijn drie liefste wenschen zijn: Ie. een weuscahoedjc, waarmee men zich overal kau heenwenschen; 2e. een geldzakje, met een wonder bare kracht, zoodat, als men er in grijpt, dc hand vol goudstukken is; 3e. honderd jongensboeken." Een der leerlingen wilde het liefst een detective worden als Sherlock Holmes, een ander wenschte onoverwinlijke kracht en groote wijsheid. Vele wenschen waren practisch en hoogst bescheiden;zoo ver langden er sommigen: Goethe's werken; sprookjes en prentenboeken; rijwielen; Schillers werken; een kleine bibliotheek, enz. De slotzin van het volgende ver langlijstje wijst er op, dat de schrijver ervan een kleine philosoof is: Op dien vochtigen en zachten Januari avond hief Nata het hoofd niet op. Zij vermeed het zien op den muur van de getrouwe, maar overdreven vergroote schaduwen hunner profielen, aan onheil spellende caricaluren gelijk. Oplettend volgde zij met de oogen Je blauwe vlammen, die flikkerden boven de onbe wegelijke houtblokken eu die schenen te huiveren. Zij keek ook naar dc handen van Mikhail, die geel en wer keloos waren; dc moeiheid van die handen, die wonderlijke bewegingen maakten, deed haar pijnlijk aan. Nata begreep uit die bewegingen, dat Mikhail zou gaan spreken. Heel zacht, met een stem die geen buigzaamheid, geen afwisselingen meer had, zeidc hij „Op juist zulk een avond heb ik, eenige jaren geleden, voor het eerst een mensch zien vermoorden." Zij schrikte op, en fluisterde zwak, gewaarschuwd door haar instinkt van ziekenverpleegster „Praat nu niet Maar met inspanning van al haar wilskracht riep zij hem luide toe: „Spreek!" Hij maakte een gebaar van ongeduld. Zijn gelaat, waarvan slechts twee groote starende oogen, de te lange neus, dc afhangende knevel te voorschijn kwa men, beefde. Het bloed klopte in de slapen van Nata. Als iemand mij zou vragen, wat ik het liefste had, dan zou ik antwoorden: le. Ik wil gaarne 'n achtenswaardige betrekking bekleeden; 2c. Zou ik gaarno de macht bezitten, ioderecn's wonschcn te vervullen; 3e. zou ik graag reizen uiaken door alle vreemde landen om de merkwaardigheden van de geheolc wereld te kunnen zien. Maar daar dit wel wenschen zullen blijven, zal ik trach ten mijn eersten wensch te bereiken. Een scholier wenschte in de eerste plaats dat hij met de aanstaande vaoantie zou moge „oprukken"; een ander, die groote zelfkennis en geen valschc schaam te bezat, wilde „niet zoo dom blijven" als hij thans was. Een jongen, die latei- zeker aan iedere vredesconferentie zal willen deelnomen, wenschte, dat er nooit meer oorlog zou worden gevoerd. Vele wenschen getuigden van innige liefde voor de bloedverwanten: van trouwe aanhankelijkheid der kinderen aan hun ouders, broers en zusters, wien zij gezondheid, geluk en een lang leven wenschten. De zoon van een ongefortunoerdon vader schreef: „Ik wensch, dat mijn vader mij naur zee zal laten gaan en dat ik dan snel bevorderd word, want dan kan ik mijn ouders, als zij oud zijn, ondersteunen." Niet zonder ontroering las ik den volgenden wensch van een jongen, die door den dood zijn moeder had verloren „Mijn liefste wensch op aarde is dat mijn goede moeder nog leefde en altijd bij mij en vader bleef." (Een aan „De Vrouw" toegezonden uitknipsel). Aan de Utrechtsche Hoogeschool pro moveerde voor eenige weken de lieer J. J. R. Moquette als doctor in do ge neeskunde. Daartoe had hij een proef schrift geschreven: onderzoekingen over volksvoeding in de gemeente Utrecht. De schrijver heeft allertreurigste ervaringen „Nu of nooit!" dacht zij. En zij zag hem gestreng aan, als om hem te hypnotiseeren. Hard, als vallend grint, kwamen één voor één Mikhaïls woorden. „Het was in den voorlaatstcn oorlog. Ik trok, als zoovele anderen, opge wekt uit oin de Chincezen te gaan be vechten. Mijn leertijd begon met een doodschieten uit de verte; ik was, voor mijn vaderland, een jager op anoniem wild. Dc kogels floten. Ik schreeuwde mijn kommando s toe, maar ik voelde er het vreeselijke niet van. Dagen, maanden gingen voorbijEr werd niet eiken dag gevochten. De zon straalde, de hemel was hard blauw- het land was geel, lichtgroen, bezaaid met zonderlinge woningen, met wezens die roode parasols droegen liet waren geen menschcn die wij doodden, maar belachelijke poppen. Op een dag werd een dorp genomen. Onze soldaatjes plunderden erg. Eon van hen, die een vroolijk gezicht had, riep mij. Ik dacht ,(a'. 'n gevaar was en liep er heen. Wij kwamen in het huis van een zeer lijken Chinees. Achter in een kamer, die, naar t mij leek, vol speelgoed was, zag ik een oud man met een geel ge zicht en een blauw kleed. Hij zat tus- schen kleine kindei en, die hij met zijn mouwen bedekte. Hij stak zijn afzich telijk hoofd naar ons toe en mauwde, met zijn mond zonder lippen, oubegrij-

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1907 | | pagina 1