No. 70. Zaterdag 31 Augustus 1907. 4e Jaargang. feuilleton. Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER". Wees U Zelf l t De Cigarei' in Spanje. Gemengd Ons laatste woord. Toen hij tot zich zelf kwam. DE EEMLANDER. Verschijnt Woensdags en Zaterdags. Bnrean Kortegraeht 1. Abonnementsprijs Per jaarf 3.00 Franco per post- 3.50 Per 3 maanden- 0.75 Franco per post- 0.90 Prijs der advertenti£u Van 1 tot 5 regels0.40 vooi iederen regel meer0.08 (Bij abonnement aanmerkelijke korting.) 't Is voor de laatste keer, dat de tegenwoordige Redactie het woord richt tot de abonnè's van de Eemlander om haar taak te leggen in handen van een vakman. Nu 't einde is geuaderd van onze dilettant-jou rnalistische loopbaan past het ons een woord van hartelijkcn dank te zeggen aan de velen, die met woord en daad de Eemlander gedurende zijn bijna 4-jarig bestaan hebben gesteund We zijn er ons van bewust dat wij onze taak naar ons beste weten en kunnen hebben verricht, maar dat onze krachten wel eens te kort schoten. Iloe kan 't ook anders. Alle leden der redactie hadden een drukke werkkring en van de meesten was het aantal snipperuren, die zij aan liefhebberij-werk konden besteden zéér gering. 't Verheugt ons dus ten zeerste, dat het ons eindelijk is mogen gelukken, middelen te vinden, waardoor aan ons blad grooter zorg besteed kan worden, dan tot nu toe liet geval was; 't ver heugt ons bovenal, dat het bestaan van de Eemlander thans weer voor een [reeks van jaren is verzekerd. We bevelen de Eemlander onder zijn nieuwe leiding met aandrang bij onze vrienden aan. Het aantal abonnè's moet en kan 1111 verdubbelen, do uiterst geringe prijs en het feit, dat dit blad thans driemaal per week zal verschijnen, in aanmerking genomen. We wenschcn niet vooruit te loopen op de plannen van den nieuwen Direc- 1 tcur en Hoofdredacteur den lieer Rijkens, omtrent de richting en inrichting van de Eemlander. Alleen daarvan kunnen wij de ver- Izekering geven: Nimmer zal de Eemlander ontaarden in een neutraal blad, het zal steeds in vrijzinnige richting worden geredigeerd. 's Menschen great ligt niet aan teugels. H. J. Schimmel. HEERBERT SHIPMAN. 2) Juffrouw Turner had veel te veel liefde voor de publieke zaak, om zoo'n belang rijk geval voor zich zelve te houden, cn heel Brutustown verzamelde zich in het postkantoor, om mr. Howard zijn brief te zien ontvangen. liet benam hem bijna den adem, toen hij den brief met beven .de vingers openscheurde, terwijl hij onder het lezen doodsbleek werd en het vel papier op den grond liet vallen. Niemand, zelfs in Brutustown, had den moed hem (lastig tc vallen met vragen, doch allen luisterden gretig naar eenig woord dat hem mocht ontvallen. Toen hij heen ging en met gebogen hoofd door de met olmen beplante straat, liep, hoorden Dat is in do statuten vastgelegd en dat is de cenige voorwaarde waaraan de nieuwe Redactie is gebonden, die overigens geheel onafhankelijk cn tevens geheel verantwoordelijk blijft voor den inhoud van het blad. E11 met een hartelijk woord van af scheid aan de velen, die ons steunden, een saluut aan hen die ons „openlijk" bestreden (dat waren de ergste vijanden niet) zien wij voor goed van het woord af om voor het vervolg de leiding over te geven aan den heer Rijkens. Toor den vreemdeling die niet rookt, is het in Spanje veel moeilijker voeling met het volk te krggen, dan voor den rooker, want de cigarct vervangt hiel den aanbevelingsbrief. Het eerste wat iemand doet, die in Spanje reist, en graag praat, is zoodra hij in een spoor wegcoupé of postkoets plaats heeft ge nomen, dat hij zijn cigarcttcnkoker uit den zak haalt cn die rond laat gaan. I11 het onderhavige geval is dit geen blootc vorm, men is integendeel ge- dwodgen te accepteeren als men niet onbeleefd wil zijn. Zooals bekend is, loopt de Spanjaard over van hoofsche frasen en zoodra men een woord van bewondering uit voor zijn paard, zijn wandelstok of zijn huis, biedt hij het geprezen voorwerp onmid dellijk ten geschenke aan. Zegt men tot hem: .Wat hebt u daar een mooien ring", dan trekt hij dien terstond van zijn vinger cn wil u het klcinnood ten geschenke geven. I11 werkelijkheid denkt hij natuurlijk niet aan zoo iets, maar hij weet dat men als welopgevoed man, het geschenk met vele schoone woorden zal afslaan. Maakte men werkelijk aanstalten, het aan te nemen, dan geloof ik, dat hij in staat zou zijn alle wetten der beleefd heid te vergeten en al het genoemde en aangebodene snel terug te nemen. de naaste voorbijgangers hem fluisteren: .Mijn jongen is dood mijn jongen is dood", deze woorden al maar her halende. H. Het was in het jaar O. H. April 1903. Buiten was het warm, juist voldoende om iemand niet volle teugen het blijde leven te doen genieten. Maar binnen was het anders en luite nant Huntington, die 111 de stoffige rccrutenzaal voor zijn lessenaar zat, voelde zich rusteloos en gejaagd, omdat plicht hein aan huis bond. „Binnen!" riep hij knorrig, in antwoord op liet tikken op de deur. Eeu korporaal trad binnen en salueerde. .Wel wat is er aan de hand, Riley?" „Menschen 0111 den luitenant te spreken een man en een jonge vrouw. Zal ik zeagen dat de luitenant belet geeft?" Huntington geeuwde en rekte zich eens uit. .Wel neen, laat hen binnen, Riley, laat ze maar binnen, meteen gezelschap. Het leven van een recrutecrings-offi- cicr in eeu kleine stad is gemeenlijk een tonig en vervelend. Luitenant Hunting ton bevond zich nu een maaud in deze kleine stad van Pennsylvania en hij had er vrijwel genoeg van. Hij lag achter over geleund in zijn stoel, terwijl hij zijn snippermand op zij duwde, toen hij voor de tweede maal binnen riep. De man die binnentrad was blijkens Maar bij rooken en drinken houdt lig zich niet op met deze onbeleefde be leefdheid en als een mede passagier in Spanje zijn flesch of zijn cigaretten presenteert, dan moet men toeslaan op straffe van voor een onbeleefd mcnsch door te gaan. De hoofdzaak bij het reizen in Spanje is derhalve, dat men steeds cigaretten in den zak heeft 0111 ze rond te laten gaan, om op deze wijze een gesprek te kunnen aanknoopen. Zooals bekend is, rookt geen volk ter wereld zoo veel en zoo algemeen als het Spaansche. Men kan broekjes van vijf jaar met cigaretten in den mond zien cn er zijn verstokte rookers, die zelfs onder het eten hun cigarct niet laten uitgaan. Dat dit genoegen ook aan de vrouwelijke sexe niet vreemd is, wordt algemeen beweerd, doch in hoogere kringen geschiedt het slechts in het geheim. Slechts in het Zigeunerkwartier van Triana bij Sc villa en op hot Albaicin in Granada, heb ik vrouwen, vooral de cigarrcra's, op Btraat zien rooken. Zooals men verplicht is de aangeboden cigaretten aan te nemen, zoo mag men ook bij het picsenteeren geeu der aan wezige passagiers overslaan, wil men niet^tcgen de etiquette zondigen. Hier over deelt een reiziger een eigenaardig verhaal mee, dat wel de moeite waard is door do lezers van de „Fumeur" te worden gekend. Voor meer dan vier jaar geleden, zoo verhaalt onze reiziger, reed ik van Valencia naar Madrid en nam daarvoor den weg over Utiel en Cuenca, waarvan ongeveer do helft met den trein, de andere helft met de postkoets wordt afgelegd In Minglanila, een klein gat, waar wij in eene Venta overnachtten, waar van men de nauwkeurige beschrijving kan nalezen in „Don Quijote", voegde zich de politie commissaris der provincie Cuenca met eenige Iandjagers en een geboeide gevangene bij ons en nam de postkoets in beslag. zijn lang grijs haar reeds bejaard, blijk baar op en top een Duitscher. Hij was vergezeld van een appol- blocmig, goudenharig. blauwoogig Gret- chcn, van ongovoer twintig zomers, terwijl gezondheid cn levenslust op het gelaat stonden tc lezen. Het gelaat van den ouden man, wiens uiterlijk verried, dat hij een moeiclijk, zwaar leven achter den rug had, straalde van verwachting. Hij trad langzaam de kanjer binnen, salueerde, ongetwijfeld een herinnering aan den dienst in liet vaderland een halve eeuw geleden. De ernst waarmee do oude man dit deed trof den jongen officier. „'t Komt er niet op aan," zeide dc officier vriendelijk; „wat kan ik voor u doen?" „Bittc sehr! mister Lieutenant," zeide de oude man. „Sie können nicht Deutsch preehen? Nein? Neem me niet kwalijk, mijnheer. Slechts een minuut. Ik zal u zeggen. Mijn zoon Het meisje met zich meetrekkend, kwam hij haastig naar voren en terwijl hij met eene. hand op Huntington's les senaar leunde: „Lassen sie. mieli vertel you, mister Lieutenant." Myn zoon is al sinds vijf jaar in dienst bij het leger. Voor vier jaar hebben we bericht van hem gehad ja vier jaar verder niets van ge hoord, niets. En nu, ach Gott, nu zijn Minnie cn ik zoo blij. Zij und Carl, zij De man der wet stond genadiglijk toe, dat ook de passagiers, die toch be taald hadden, althans voor zoover er nog plaatsruimte beschikbaar was, ook meereden, en ik als Ingles (zoo noemt men in Zuid-Spanjc iederen vreemde ling) genoot de hooge eer met den Senor Commandante cnden gevan gene te saiuen in dezelfde coupé te mogen zitten. Toen merkte ik eerst, hoe sterk de democratische trek in het volkskarakter der Spanjaarden is, die trek, die bijv. bewerkt, dat de Infant don bedelaar en de bedelaar den Infant met „hcr- mano" broeder) toespreekt, en dat de arme duivel zijne lompen even trotsch over de schouders werpt, als de rijke man zijne zijden mantel. De piaefekt baalde cigaretten uit den zak, bood er mij een aan, wierp een blik op den met handboeien gebonden gevangene, aarzelde een oogenblik, ont deed den man van zijn boeien en bood hem zijn cigarcttenkoker aan. En de heelc reis door, die langer duurde dan een halven dag van 10 uur 's morgens tot 8 uur 's avonds, kletsten wij niet ons drieën als oude kameraden. Slechts bij de stations, waar wij ons van vorsche paarden voorzagen, kwa men de handboeion weer voor den dag; overigens had geen voorbijganger kun nen weten, wie van ons beidon dc prefect kwam hiervoor niet in aanmer king, daar hij uniform droeg, de gevangene was. Kortom, als er in het algemeen één land op de w e r e 1 d is, dat het recht heelt het devies: Egalité cn F r a ternité te voeren, dan is dit het schiereiland der Quijotes en Panchas en ik voor mij geloof, dat voor het allerminst de sigaret er een weinig toe heeft bijgedragen zulke benijdenswaardige toestanden te scheppen. Le Fumeur. Dr. KAI'NOS. Het «Irauia van «leu toren. waren 0111 te trouwen, zoodia Carl te rug komt. Niet waar Minnie?" Hij fluisterde het meisje toe: „Geef den lieer officier den brief Wij kunnen hem niet goed lezen, daarom brengen we hein u." Zij zocht tusschen dc plooien van hare blouse en haalde een groot stuk papier te voorschijn dat ze met een buiging aan Huntington overreikte. „Misschien komt hij dezo dagen," flui sterde de oude, terwjjl hij het meisje dichter naar zich toetrok. „Stil, wir zullen 'tnu weten." Het papier dat Huntington in zijne hand had, droeg het stcmpol van liet Departement van Oorlog. Hij trok den brief uit de enveloppe en opende dien, terwijl dc oude man babbelde. Op liet eerste gezicht kon hij een uit roep niet bedwingen cn keek snel rond maar gelukkig, geen hunner had iets gemerkt; ze voelden zich nu zoo zeker, nu er een brief gekomen was! Gedurende een minuut staarde hij op dc bladzyde. Hij behoefde de zoo wel bekende zinnen niet meer te lezen hoe goed kende hij ze! toch om tijd tc winnen, las hij nog een paar maal den brief door. Dc woorden begonnen voor zijne oogen tc schemeren: „Als de naaste bloedverwant het lijk van uw zoon, Sergeant Co. G., 47ste reg. U. S. Inf. door U. S. Transport eervolle dienst Maandagavond was de zoon van den koster tc Haarlem, die wegens afwezig heid van zijn Yadcr diens funrtiën waarneemt, met een paar vrienden naai den toren gegaan. Toen ze omstreeks kwartier voor achten op den eersten omgang terug waren gekomen, zagen ze een bekende over de Grootc Markt loopen. „Hé, daar heb je Willem! Bon jour Willem!" En Willem keek naar boven cu groette weerom. Dit vestigde de aandacht van voor bijgangers van de Groote Markt op den toren. Er stonden eerst twee, toen zes, toen twintig menschen naar den omgang te turen, maar ze zagen mets, omdat het electrisch licht op dc Markt inmid dels ontstoken was. „Wat is er toch te doen?" vroeg een heer, die voorbij kwam cn een kwajongen zei: „er is brand op den toren". Brand op den toren! De menschen pakten zich op, in afwachting van het ijselijk maar schoon tafereel. Er kwam evenwel niets cn een ijverige politieman die naar de kosterswoning was gesneld, kreeg een geruststellend antwoord, want de drie torenbekliuiuicrs waren intus- schen naar den beganen grond afgedaald. Intusschcn was daarmee de wachtende menigte op de Grooto Marlet niet uit elkaar, integendeel, ze groeide voort durend aan. Dat er geen brand kon wezen, werd langzamerhand wel duide lijk, maar iets moest er toch gobeurd zijn. „Waarom", zoo vroeg zeker ieder persoonlijk zich af, „staan anders zoo veel andere menschen óók naar den toren tc kijken?" En de verbeeldingskracht ging haar gang. Er waren bezoekers op den toren achtergebleven en die konden er nu niet meer af! Hé, waarom lieten ze dit menschen er dan niet uit? Ja, wie kon dat zeggen! En met nieuwe inspanning tuurden duizenden oogen naar den geheim- zinnigen toren. „Menschen, loopt toch door", zeiden agenten van politie, „er is niets aan de hand!" Jawel, ze zoucn weggaan! Als er niets aan de hand was, waarom zouden er dan zooveel menschen staan? Lieden met bijzonder sterke phantasie zagen zelfs op den omgang menschen De oude tnan wachtte opgewonden op hetgeen hij zeggen zou. Huntington zag hom van ter zijde aan en schudde het hoofd. Ilct deed lieui pijn tc moeten spreken. „liet is niet gut? Hij komt niet thuis? Oh, Minnie, Minnie," schreide dc vader, „het is niet gut, het is niet gut, hij komt niet thuis!" De officier liet zijne officicelc waardig heid varen; zij hinderde hem. Hij droeg die tocii al ongaarne, want hij was iu zijn hart nog een knaap cn in lecftyd niet veel meer dan dat. Snel oprijzend sloeg hij zijn arm om den ouden Duit schei- en beproefde hem te troosten. „Arme, oude man," sprak hij zacht." „Het spijt me zoo, het spijt me zoo. Ik zou alles willen geven, wanneer het goed nieuws was. Maar dat is het niet; het is slecht, zoo slecht als bijna mogelijk is. Zal ik het 11 zeggen?" De oude man staarde lieni met dofte oogen aan. „God helpe ons!" fluisterde hij- Toen deelde Huntington hen de waar heid mede. De vader luisterde zonder een woord te spreken, zijne oogen bleven op een hoek van het vertrek gericht. Nu en dun trachtte hij ze met den rug van zijn hand af te drogen. Hij scheen wel jaren ouder geworden, sinds |hij binnengekomen was. Ten slotte had Huntington alles gezegd, hij kon er niets meer aan toevoegen. l)e oude man rees

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1907 | | pagina 1