V
Vrijzinnig- Qrg-aan voor Amersfoort en Omstreken.
Verzekering Tan Veirleiim.
No. 79.
ZATERDAG 21 SEPTEMBER 1907.
4e JAARGANG
Uitgave van de Naaml. Vennootsehap „DE EEMLANDER".
Vepsehijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond.
FEUILLETON.
OOM WILLY.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
DE EEMLANDER
Directeur R. G. RIJKENS.
Abonnementsprlj s
Per jaarf 3.00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Afzonderlijke nummers- 0.05
Bureau: BREEDESTRAA.T 20.
Telefoon Interc. 62.
Frljs der Advertóntiën:
Van '1 tot 5 regelsf 0.40
Voor iederen regel meer- 0.08
(By abonnement belangrijke korting.)
3..
Zij, die aan onze beschouwing over
de jongste troonrede hunne gewaar
deerde aandacht hebben geschonken,
zullen gezien hebben, dat door ons is
betreurd, dat de Regeering er blijkbaar
nog niet over denkt de veldarbeiders
in de Ongevallenwet op te nemen.
Dat door de thans vigeerende wet deze
arbeiders nog steeds worden buiten
gesloten, is iets, waarmede wij hadden
gehoopt dat dit Kabinet niet langer
genoegen zou hebben genomen.
Wie, die in een landbouwstreek woont,
is wel niet eens getuige geweest van
de groote ellende, die in de gezinnen
dier arbeiders haar intrede doet, wanneer
de kostwinner, door een ongeluk ver
hinderd wordt zijn dagelijksch brood
te verdienen; van de onvermijdelijk
komende en blijvende verarming, waar
van zulk een gezin het slachtoffer wordt,
als misschien blijvende invaliditeit of
de dood het gevolg is van het den veld-
arbeider overkomen ongeval
Die vreeselijke gevolgen zouden kun
nen worden verminderd, zooal niet op
geheven, door ook delandbouwarbeiders
te verzekeren tegen de geldelijke ge
volgen van tijdelijke of blijvende invali
diteit, tengevolge van ongelukken, bij
hun arbeid opgedaan.
Moge het ook al te bejammeren
blijven, dat niet terstond de veldar
beiders in de Ongevallenwet zijn opge
nomen, te begrijpen is het, daar de
groote omvang van de ter bewerking
gegeven stof eene splitsing wettigde
en te verklaren is het dan ook, dat
men getracht heeft bij gedeelten het werk
tot stand te brengen. Had men gepoogd
terstond alle arbeiders in de verzekerings
plicht te omvatten, dan zou de moeite
van het totstandkomen der wet nog
veel grooter zijn geweest en zou die
wet zeker veel later in het Staatsblad
Uit het Duitsch van Jassy torrund.
9)
Maar uw moeder heeft toch heel
netten omgang, Kathe. Er komen veel
meer personen bij haar, dan bij tante
Agnes kwamen.
Dat is 't 'm juist, oom Willy.
Louter personen, maar geen menschen.
Ik weet dikwijls werkelijk niet, wat ik
met hen praten zal. Als zij over de
hooge vleeschprijzen gesproken of op
de dienstmeisjes gescholden hebben,
zijn zij klaar.
En weer kwam de gedachte in hem
op dat zij op zekeren dag huwen en
een vreemden man toebehooren zou
en ditmaal veroorzaakte de bloote
voorstelling in hem een wonderlijke
kwellende pijn.
Maar waarom zou hij haar niet
huwen? Voor menigeen begon het
leven pas, wanneer hij de veertig be
reikte, daar de strijd om 't bestaan hem
geen tijd liet te denken. En hij zelf
was toch nog niet oud, hij gevoelde
rich jong, een man in den bloei en de
kracht zijns levens waarom zou
hem niet mogelijk zijn, dat te verwer-
zijn verschenen. Daarom heeft men zich
in het begin bij de gevolgde methode,
om eerst hen te verzekeren, die de
meeste gevaren loopen, en wel van de
arbeiders in de industrie, die voor haar
uitoefening kracht werktuigen gebruikt,
moeten neerleggen.
Maar nu mag de zaak niet blijven
zooals zij is. Immers in aantal valt nog
slechts een klein gedeelte van alle
arbeiders onder de wet. En een groep,
die het eerst aan de beurt diende te
komen, is zonder twijfel die der veld
arbeiders.
Voor ieder toch, die met deze cate
gorie van arbeiders in aanraking komt,
staat het vast, dat ook voor hen ver
plichte verzekering, wel verre van
overbodig, integendeel juist noodzakelijk
is. Een paar treffende ongevallen in de
laatste dagen voorgekomen, hebben dan
ook reeds enkele bladen, die deze on
gelukken vermeldden,doen vragen: <hoe
lang nog?»
Afgezien van de gevaren die deze
arbeiders loopen om door een ongeluk
te worden getroffen, wordt die nood
zakelijkheid nog vergroot, door de
meestal slechte economische verhou
dingen, juist bij die klasse van werk
lieden. Voldoende ziekenfondsen, die
den verongelukte in staat stellen de
onvermijdelijke onkosten te bestrijden,
zijn er nog niet veel. Stelt men daar
aan ook nog den eisch, dat de uit-
keering uit het fonds moet voorzien in
het onderhoud van het gezin, dan zijn
zij te eenenmale onvoldoende. De ver
ongelukte veldarbeider verkeert daar
door, en door zijn meestal geringe
verdiensten, in beslist veel ongunstiger
verhoudingen dan de fabrieksarbeider.
Daarbij komt, dat de algemeene in
voering van krachtwerktulgen bij den
Landbouw, zooals stoomdorschmachines
en stroopersen, de uitbreiding van den
verzekeringsplicht, ook tot den veld
arbeider, volkomen rechtvaardigt.
ven, wat hij geen ander gunde? Wat
stond er dan tusschen hem en haar.
Wat deed het er toe of hij twintig
jaar ouder was? Had hij haar niet
opgevoed Voor haar opgevoed, moest
hij denken. Was het dan zoo onmoge
lijk, zoo ondenkbaar. Hield zij ook
niet van hem. Tot nu toe wel is waar
als haar oom Willy, haar vaderlijken
vriend maar daarvan geloofde hij zeker
te zijn, toch meer dan alle andere
menschen op de wereld. En was het
dan zoo onmogelijk, dat deze liefde
zich wijzigde, evenals zij bij hem zich
ook gewijzigd had. Had men van der
gelijke gevallen niet honderdmaal ge
lezen en gehoord En waren zulke
huwelijken niet dikwijls de allergeluk
kigste geworden?
En dan weer verwierp hij al deze
gedachten als een groote ontrouw en
liefdeloosheid jegens Agnes, die nog
geen jaar dood was, en kwelde hij
zich met bittere zelfverwijten, hoe hij
de dierbare, de onvergetelijke zoo snel
vergeten kon. Maar de jeugd in hem
wilde haar recht en alles wat eigenlijk
zijn geheele leven lang ongebruikt in
hem gesluimerd had, drong stormachtig
naar voren. Het liet zich niet meer
bedwingen.
Er kwam nog iets anders bij.
Het was eigenaardig hoe zeer Kathe
hem nu dikwijls aan zijne vrouw her
innerde, uit den tijd, dat hij haar als
Trouwens met statistische cijfers kan
worden aangetoond de groote toene
ming in de laatste jaren van het aantal
ongevallen in het Landbouwbedrijfde
verhouding is, als wij ons niet ver
gissen thans 3 ongelukken in de Indus
trie tegen 2 in den Landbouw.
De mogelijkheid voor de veldarbei
ders om zichzelf tegen ongelukken te
verzekeren, bij een gemiddeld loon
van 6 a 8 gulden per week, is te
eenenmale uitgesloten.
Om al deze redenen spijt het ons,
dat van deze dringende quaestie in de
troonrede niet is gerept en is het
noodzakelijk dat deze zaak eens weer
ter sprake wordt gebracht.
Oostenrijk en Hongarije.
Deze twee staten van de monarchie
kunnen het weer eens niet eens worden
over de quaestie hoeveel elk zal bij
dragen tot de gemeenschappelijke uit
gaven, die voor de defensie en voor
de vertegenwoordiging in het buitenland.
De meeste menschen zijn aldus aan
gelegd, dat zij liever hun buurman een
hoogere belasting zien betalen en
Oostenrijkers noch Hongarije maken
een uitzondering op dezen regel. De
laatsten betalen thans ruim 34% van
de algemeene lasten, doch de Oosten
rijkers vinden dit onbillijk. Zij zeggen,
dat de Hongaren tegenwoordig zeer
goed in staat zijn meer te geven.
Natuurlijk beweert men aan den anderen
kant van de Leitha, dat dit geenszins
het geval is en Oostenrijk de Hongaren
wil villen. Op die wijze kan men lang
aan de praat blijven.
Nu bestaat de bepaling, dat, als de
deputaties uit beide vertegenwoordigde
lichamen het niet eens kunnen worden,
de Keizer het bedrag vaststelt van
ieders aandeel. De Keizer verordende
dan tot nu toe altijd, dat de vroeger
vastgestelde quota onveranderd moesten
blijven.
Maar er is iets veranderd in Oosten
rijk men heeft er het algemeen kies
recht gekregen en een nieuwe ver
student voor 't eerst bemind had. Hij
had dat vroeger nooit gemerkt, thans
trof het hem 't was alsof het door
de jaren der opvoeding, van het met
elkaar leven als een lijfelijk erfdeel
van de pleegmoeder op het kind was
overgegaan. En hij vroeg zich af, of
ook niet het andere Agnes teedere,
trouwe, onzelfzuchtige liefde als een
geestelijk erfdeel op haar pleegdochter
overgegaan was. Als hij maar geweten
had, hoe Kathe hierover zelf dacht.
En of zij in haar jong leven reeds aan
liefde gedacht had? Maar zijn dikwijls
uitgekomen raden harer gedachten -
liet hem hier volkomen in den steek.
Dikwijls zat hij zwijgend op de sofa
bij Mevrouw Heinzius en praatte over
de onverschilligste dingen, omdat hij
in den voortdurenden strijd tegen zijn
warm, heimelijk gevoel elk diepgaand
of persoonlijk thema zorgvuldig ver
meed. Zij vervreemdden steeds meer
en meer van elkaar. Verwonderd en
getroffen keek Kathe hem dikwijls aan
en kende hem dan niet meer. En spoe
dig genoeg vond ook zij tegen de zich
stijfterugtrekkende niet meer den ouden
toon.
Oom Willy houdt niet meer van
mij, dacht zij treurig, en haar hart
kromp ineen.
Zij kon er zich niet meer als anders
over verheugen, wanneer hij haar bloe
men of een ander geschenk meebracht.
tegenwoordiging en de nieuwe Oosten-
rijksche Kamer van Afgevaardigden
vindt dat de Oostenrijkers thans iets
minder en de Hongaren nog iets meer
dan 34% moeten bijdragen.
Zoodat het niet te verwonderen is,
dat de onderhandelingen zoo lang duren.
Er is nog een andere quaestie tus
schen Oostenrijk en Hongarije. Zij
betreft de staatsbank, die bevoegd is
tot het uitgeven en in circulatie brengen
van geldswaardig papier. Dat voorrecht
geniet tot nu toe de Oostenrijksche
Bank, doch de Hongaren willen nu een
eigen Staatsbank oprichten. Zij zouden
in elk geval de bevoegdheid van de
Oostenrijksche Bank willen beperken
en bijv. een tijdvak van tien jaren
willen vaststellen, na afloop waarvan
zij met hunne Bank denken gereed te
zijn, zoodat de Oostenrijksche dan haar
privilegie zou verliezen. Maar de
bankiers te Weenen willen daar niet
van hooren, zij stellen geen prijs op de
vernieuwing van het hun jarenlange
recht voor een zoo korten termijn.
Er bestaan nog meer quaesties tus
schen beide landen der monarchie, maar
dit zijn op het oogenblik wel de twee
voornaamste.
Omtrent den toestand in Korea,
dat tegen wil en dank onder Japansche
heerschappij is gebracht, komen beden
kelijke berichten, en volgens een tele
gram uit Tokio moet de Japansche
stadhouder, Markies Ito, hebben gezegd
dat de Japanners, met het oog op de
toenemende moeilijkheden, van houding
moeten veranderen.
Naar men zegt, zijn de opstandelin
gen van alle kanten rondom SSoel
samengestroomd, met het doel, een
aanval te doen op de hoofstad. Roovers-
benden treden op in alle deelen des
lands en de roovers vermoorden waar
zij kunnen alle Japanners, ambtenaren
en particulieren, alsook alle Koreanen
die Japanschgezind zijn. De straffend
optredende Japanners moeten reeds vele
plaatsen hebben verwoest. Aan beide
zijden schijnt men met wreedheid te
werk te gaan. Kortom, men is nog
midden in de oorlogsgruwelen in het
«Land der morgenkalmte» en de Kore
anen schikken zich niet zoo kalm als
men eerst verwachtte in de opgedron-
Met leege handen kwam hij nooit
maar de tijden, waarop zij hem om
den hals vloog en in zijn armen lachte
en weende, waren reeds lang voorbij.
Thans was het slechts een vluchtige
handdruk, een paar verlegen woorden
van dank en dikwijls, wanneer hij dacht,
den avond in gemoedelijk gebabbel met
haar door te brengen, stond zij na
korten tijd op met de woorden:
U wilt mij wel verontschuldigen
oom, maar ik moet zoo noodig werken.
En dan ging zij naar haar kamertje
en weende hartverscheurend over de
lieve oude tijden. Zij gevoelde het
instinctmatigdezelfde is hij niet meer.
O, mijn lieve oom Willy, waar ik
zooveel van hield.
Mevrouw Heinzius merkte het eerst
hoe 't met de bergraad stond. Als zij
maar gezwegen en de dingen zelf tot
rijpheid had laten komen, dan zou alles
misschien nog in orde gekomen zijn.
Maar zij was een van die vrouwen wie
het woord „o, bemoei er je niet mee,''
tevergeefs toegeroepen werd.
Als oom Willy je weer eens
rozen meebrengt, dan moet je ze da
delijk in 't water zetten. I11 de mooie
majolicavaas, die je van hem gekregen
hebt, en dan moet je hem vriendelijk
bedanken, zooals 't behoort zeide zij
bij de volgende gelegenheid.
Zij was zeer boos op Kathe, die een
ruiker heerlijke La France-rozen achte-
gen Japansche voogdij, maar doen
krachtige pogingen om het juk af te
werpen.
Alle dagen gaan er meer en
meer werklieden aan den arbeid in de
havens van Antwerpen en men mag
zeggen, dat er thans wel rond de 2
3000 stakers aan den arbeid zijn, schrijft
het «Hbld. v. Antw.» De Grain Works
werkt zoo maar met 116 ploegen; de
Trouwnatie heeft 14 ploegen meer aan
den arbeid dan Donderdag. De kool
mannen zijn bijna allen weer aan het
werk.
De stouwerswerklieden alleen blijven
nog steeds van de dokken weg en het
zijn maar enkelen, die men hier en
daar aan 't werk ziet.
Beteekenisvoller is de herneming
van het werk aan de houtbooten, dezen
voor wie de strijd, te zamen met de
graanbewerkers, begonnen is. Reeds
waren houtmannen op de kade aan 't
werk gegaan in het begin der week,
doch thans zijn ook houtmannen in
daghuur aan boord van het schip gaan
werken en op de oude voorwaarden,
nl. 5 fr. per dag.
Dit geval heeft zich voorgedaan aan
de Belgische stoomboot Schelde, van
de firma Dhaenen.
Bij Kon. besl. van 16 dezer is,
met ingang van 1 October, benoemd
tot commandant van het veldleger de
adjudant in buitengewonen dienst van
Hare Majesteit de Koningin, de luite
nant-generaal A. Kool, chef van den
generalen staf, en zulks onder eervolle
ontheffing uit zijne tegenwoordige
functie. (Stct.)
Door den Minister van Oorlog is
thans bepaald, dat de landweer-officieren
en de reserve officieren, bestemd voor
den dienst bij de landweer, wanneer
zij niet met den landweertroep op
treden, zich mogen kleeden zooals voor
de officieren van het overeenkomstige
wapen of dienstvak van het leger is
voorgeschreven, met dien verstande,
dat de schouderbedekkingen voorzien
moeten zijn van het distinctief L. W.
loos op de tafel liggen liet en op haar
kamer ging zitten werken. Paul was
er toevallig ook niet en mevrouw Hein
zius wist niet waarover zij een half
uur lang met haar zwijgzamen bezoeker
spreken zou.
Waarom is Kathe zoo ontstemd
had de bergraad plotseling, geheel
onverwachts gevraagd.
Ik weet het niet, zij heeft wel
eens hare luimen, 't Is soms moeielijk
met haar op te schieten.
Luimig was zij eigenlijk nooit
misschien werkt zij te veel, zij ziet
er bleek en vermoeid uit.
Anderen moeten hetzelfde leeren
en daarnaast nog al het mogelijke doen.
Kathe's vriendin, Martha Hobrecht,
neemt stof af, maakt de lampen schoon
en ziet op haar zusjes toe en is gezond
en steeds vroolijk.
Wellicht heeft Kathe een heime
lijk verdriet, merkte hij eenigszins ge
jaagd op.
De moeder haalde onverschillig de
schouders op.
'k Zou niet weten, wat voor een
verdriet zij zou hebben.
Hij speelde zenuwachtig met een op
de tafel liggende schaar.
Nu ik meen zij is nu toch
bijna reeds negentien dan komen
jonge meisjes op allerlei gedachien.
Misschien is zij verliefd?
Wordt vervolgd).