1 Vrijzinnig- Org-aan voor Amersfoort en Omstreken. No- 87- DONDERDAG 10 OCTOBER 1907. 4e JAARGANG Uitgave van de Naaml. Vennootsehap „DE EEMLANDER". Vepsehijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. R ffi FEUILLETON. OOM WILLY. BUITENLAND. T 88.1 Directeur R. G. BIJKEN S Abonnementsprijs Per jaarf 3.00 Franco per post- 3.50 Per 3 maanden - 0.75 Franco per post- 0.90 Afzonderlijke nummers- 0.05 Bureau: BBEEDESTBAAT 20. Telefoon Interc. 62. Prijs der Advertèntlën: Van :1 tot 5 regelsf 0.40 Voor iederen regel meer- 0.08 (By abonnement belangrijke korting.) Jtj Zooals men in ons vorig nommer heeft kunnen zien, heeft het Raadslid. de heer D. Gerritsen, een voorstel aan den Raad doen toekomen tot wijziging der salarisregeling van het personeel »rg. bij het Lager Onderwijs alhier. Volgens dit voorstel zal het aan vangssalaris bepaald blij ven op f 6oo doch zal er verandering gebracht Iworden in de periodieke verhoogingen Tot nu toe ontvangen de onder wijzers van vijfjarigen diensttijd (23 28 j.) f75 verhooging, na tienjarigen dienst tijd (28 33 j-) weer ^75. na vijftien jarigen diensttijd (33 38 j.) weer f 75, na twintigjarigen diensttijd (38 48 j.) nog eens f 75 en na dertig en vijfen dertigjarigen diensttijd telkens f 50 0] verhooging. De geheele verhooging bedraagt dus na 35 dienstjaren f 400. Volgens het voorstel van den heer Gerritsen zuilen die verhoogingen, zes in getal, om de vier jaren plaats hebben en telkens f 75 bedragen. Het verschil in de maxima die de onderwijzer behalen kan is wel niet zoo heel groot, maar het groote voordeel zit natuurlijk hierin, dat hij het volgens de voorgestelde regeling zal kunnen verkrijgen na 24 jaar, terwijl hij er nu 35 jaar op moet wachten. De eerste jaren, die op finantieel gebied voor hem meestal het meest nijpend zijn, zullen daardoor iets minder moeilijk te doorworstelen zijn. Voor de hoofdacte, waarvoor tot nu toe f125 wordt toegekend, wil de heer Gerritsen f 150 geven en de vergoeding voor vrije woning, die tegenwoordig f 50 bedraagt, wil hij gebracht zien op f 100. Hoewel de voorsteller het er niet uitdrukkelijk bij zegt, mag men ver Uit het Duitsch van Jassy Torrund. ■7) Dan zullen wij de mooie etsen in de kamer een plaatsje geven, besloot de bergraad. Dan kunnen wij beiden er van genieten. Den volgenden dag vond hij Agnes portret, dat op een ezel naast zijn werktafel stond, met een ruikertje wintergroen en witte chrysanten ge tooid. Hij ging nog eens naar de eet kamer terug. Was Kathe hier? vroeg hij snel. Neen... Hoe zoo? 'k dacht maar zoo. Hij ging naar zijn kamer en maakte het ruikertje van den vergulden lijst los. Het portret te tooien had niemand recht toe dan hij en... Kathe. O, hij hoopte nog altijd, al wilde hij het zich zelf met bekennen. Kathe werd toch met den dag ouder en verstandiger wellicht leerde zij bij al het andere! dat men thans in haar verstandig kopje pompte, ook nog dat eene, wat hem zoozeer aan het harte lag: de les, die jonge meisjes anders zoo snel en ge makkelijk begrijpen. onderstellen, dat hij den leeftijdsgrens, die voor deze vergoeding is gesteld, op 2S jaar, wil behouden. Ten slotte wordt voorgesteld het maximum voor Hoofden met f 100 te verhoogen. De voorsteller, die voorzien heeft, dat men ten opzichte van zijn plan terstond zou komen met het bezwaar van een belastingverhooging, heeft zich gehaast met de verzekering «geen quaestie van belastingverhooging.» Hij is optimistisch gezind wat betreft eene verhooging der Rijkssubsidie aan de gemeente en rekent ons voor dat de bevolking in de laatste twee jaren met 1300 zielen is toegenomen en nog gaandeweg vermeerdert, zoodat de post inkomstenbelasting die over 1906 reeds f 3000 meer bedroeg dan geraamd was veilig met f 5000 mag worden verhoogd, het bedrag dat de voorge stelde verhooging, volgens hem, per jaar zal beloopen. Bovendien blijkt, zooals hij zegt, steeds uit de begrootingen, dat de opbrengst van de ontvangsten altijd grooter zijn dan de ramingen en de uitgaven minder. Dat getuigt van voorzichtig en zuinig beheer. Het kan er wei af, zegt dus dë heer Gerritsen, en met deze geruststelling zal hij den Raadsleden, die gaarne de gemeentelijke huishouding met eene particuliere vergelijken, een hart onder den riem hebben gestoken. Wij gelooven en hopen echter, dat er ook anderen zijn, die deze gerust stelling niet noodig hebben, die de vergelijking tusschen een Gemeente bestuur en een particulier niet accep teeren. Een particulier moet aldus redeneeren: «ik heb geen geld, dus schaf ik dit of dat niet aan»maar de Gemeente zegt: «dit of dat is noodig, dus moet daar geld voor gevonden worden.» Hij zuchtte. In hoe lang had hij het kind niet meer gezien. In zijn werk kamer kwam zij thans niet meer. Slechts een enkele maal een paar minuten in de woonkamer, wanneer zij wist dat hij daar zijn koffie dronk. En altijd was juffrouw Fanny er bij. Die had zulke waakzame, opmerkzame oogen; spiedend noemde Willy Over- beck ze in stille ergernis. Sedert de geschiedenis met het ruikertje werd hij voorzichtiger, koel en terughoudend tegen Fanny Melzer en trad somwijlen hoewel het tegen zijn ridderlijke natuur streed als principaal tegenover de betaalde huis houdster op. Zij verdroeg zijn despotische houding met lijdzaamheid. Zij was ondanks alles overtuigd dat haar zevenendertig beter voor hem pasten dan Kathe's negentien. En er waren anderen, die hetzelfde dachten. Willy Overbeck was er de man niet naar, het jonge schepsel, dat hem versmaad had, uit de verte als een verliefde Seladon aan te smachten of om zich om harentwille in verdriet te verteren. Hij kende nauwkeurig het juiste geneesmiddel: de Arbeid. En het lot meende het goed met hem; want juist in dezen winter werden zijn tijd en zijn gedachten meer dan ooit door zijn betrekking in beslag genomen. Een sedert jaren in stilte gekoesterd Of, om eens een voorbeeld te noemen, een particulier zijn huis eenige jaren een onooglijk voorkomen geeft, door het niet te laten opschilderen, daarvan ondervindt de gemeenschap geen nadeel, maar als de Gemeente, uit zuinigheids oogpunt, dingen nalaat, die feitelijk behoorden te geschieden, dan lijden de de gemeentenaren indirecte schade. Dat is geen schade, die terstond in guldens en centen kan worden uitge drukt, maar die zich na verloop van tijd doet gevoelen in de resultaten van het onderwijs. Onderwijzers, die langen tijd zich moeten vergenoegen met het minimum, doen natuurlijk hun best, om zoo spoedig mogelijk naar eene plaatsjte komen, waar hun vooruitzichten beter zijn, en voort durende mutaties in het onderwijzend personeel zijn ten nadeele van het kind. Het minimum-salaris van den onder wijzer i s te gering, niet speciaal hier in Amersfoort, maar overal. Het is bittere ironie, als iemand zegt, dat daarvan iets kan worden ter zijde ge legd; een onderwijzer heeft stand op te houden en doet hij dit, dan lijdt hij fatsoenlijke armoe en valt het hem zeer moeilijk buiten schulden te blijven. Dat is waarlijk geen toestand, om met een opgewekten geest onderwijs te geven. Het Dagelijksch Bestuur heeft reeds veel voor de onderwijzers gedaan, er zijn plaatsen, waar de finantieele positie van dezen minder gunstig is en dat B. en W. nog gaarne meer voor hen zouden doen, blijkt uit de Memorie van Toelichting van de begrooting voor 1908, waarin ze zeggen, dat de gelde lijke omstandigheden, waarin degemeen- te verkeert, hen hebben weerhouden dit jaar voorstellen tot verhooging van salaris te doen. Als ze echter, zooals nu, uit den Raad nog eens aangemoedigd worden, wie weet of het voorstel ook bij hen nog niet een gunstig onthaal zal vinden. lievelingsidee zou vervuld worden. Het betrof den bouw van een nieuw pro vinciaal ziekenhuis. Het plan lag reeds lang in al zijn bijzonderheden klaar; hij had het wel honderdmaal met Agnes besproken. Thans gevoelde hij hij alle vreugde der eindelijke vervulling toch een diepe weemoed, dat zij dit niet meer beleven kon. Des te meer ver diepte hij er zich thans in. Er waren uren, ja zelfs dagen waarop hij Kathe en het leed, dat zij hem had aangedaan, geheel vergat. Hij gevoelde zich bijna gelukkig. Thuis ging alles in gewone rust en behagelijkheid zijn gang en de arbeid voerde hem op het hoogtepunt van z'n leven. Zoo kwam Paschen en Overbeck, die Kathe in de laatste weken slechts zelden gezien had, ja die hij in de drukte van zijn werk, dat dikwijls tot diep in den nacht duurde, nauwelijks miste, was verrast, toen zij op zekeren dag op een ongewoon uur bij hem kwam. Oom Willy ik ben er door I riep Kathe verheugd. Het scheelde niet veel of zij was hem even als vroeger om den hals gevlogen. Hij hield haar bij beide handen vast en keek aangedaan naar het stralende jonge gezicht. Mijn hartelijken gelukwensch, Kathe Hij ging naar zijn schrijftafel, deed Voor zaken uit. De Russische minister van Finantiën, Koltozew, vertoeft op het oogenblik in Parijs, waar hij ontvangen is door den minister-president Clemenceau. Deze had daarop eene lange confer enlie met de ministers van Binnenlandsche Zaken en van Finantiën. Men behoeft geen groot combinatie vermogen te bezitten, 0111 te begrijpen, dat de Russische minister gekomen is om eens weer eene de zooveelste leening te sluiten, want Rusland kan altijd geld gebruiken en Frankrijk is rijk. Maar de vriendschap voor de Russen is in Frankrijk in de laalste jaren aan merkelijk bekoeld en als de heer Kokozew geld wil los krijgen, zal hij goede waar borgen moeien geven. Volgens een der Parijsche bladen had hij zekere «poorweglijnen in Zuid-Rusland als waarborg aangeboden, maar dat be richt is ook al weer tegengesproken. Het heet thans, dat de Fransche Regeering wel de leeningsplannen van den Russischen minister zou willen be gunstigen, maar op voorwaarde dat de zaak onderworpen wordt aan het oordeel van de Doema. De bladen melden helaas niet welk gezichl de Rus getrokken heeft bij het vernemen van deze voorwaarde. Een Augiasstal. De Italiaansche minister van justitie is bezig met het reinigen van een Augias stal. Hij zuivert de rechtbanken van on waardige elementen. Het verdient de aandacht dat die elementen blijkbaar niet alleen in het zuiden worden gevonden, waar allerlei ongerechtigheden voorkomen, maar ook in het noorden des lands. In opdracht van den minister is een zijner ambtenaren naar Genua vertrokken en hij heeft daar zeer merkwaardige dingen ontdekt. Over die dingen heeft hij een rapport uit gebracht de bladen bespreken het rapport. Er is of er was een rechter van het hof van appèl, die zoo in de schulden slak, dat hij telkens geld moest opnemen een schuiflade open en haalde er een klein rood ledereu étui uit te voorschijn. Ondanks alles had hij aan haar en dezen dag gedacht reeds weki n lang. Een kreet van verrukking ontsnapte aan Kathes lippen. Alsof zij niet eiken keer, als zij door de straten ging voor de juwelierswinkels was blijven staan en met heimelijk verlangen dezen gouden horlogeketting met de met paarlen en saphier getooide schakeltjes bewonderd had 1 Hoe hij dat nu weer wist Geen woord had zij hem er van gezegd hoe was het toch mogelijk dat hij zoo haar geheimste wenschen ried Zij keek naar hem op, haar blauwe oogen waren bijna donker van vreugde en opwinding. Lieve oom Willy, ik dank u dui zend-, duizendmaal Ach, als zij nu de zijne geweest was. Als hij zijn met lauwren gekroond meisje in de armen had mogen sluiten! In plaats daarvan werd Kathe een dag na het feest, dat oom Willy te harer eere gegeven had, ziek de inspanning der laatste maanden was te groot voor haar geweest. De dokter wist niet goed, welk ziektegeval het eigenlijk was, en nadat de patiënte acht dagen mat en koortsachtig op bed gelegen had, verklaarde hij, dat zij onvoorwaardelijk een paar dagen naar buiten moest om op te knappen. Kathe was buiten zich zelve. Nu toch en dat bij personen, die zich geenszins mochlen verheugen in eene goede repu tatie. Daar hij ook bij ettelijke advocaten in het krijt stond was hij wel genood zaakt hen te ontzien en hij kwam onder hunnen invloed. Een ander, de rechter Gavarro, deed zoo dwaze dingen, dat het de vraag is of hij als toerekenbaar kan worden beschouwd. Hij had het altijd aan den stok met de conducteurs van de tram, omdat hij geen vracht wilde betalen hij had zich in het hoofd gezet, dat een magistraat als hij boven zulke kleinigheden als betalen verheven moest zijn. De rechter van instructie, Rizzone had de eigenaardigheid, dat hij den eenen boosdoener na den anderen lijd gaf om de vlucht te nemen men kan dat toeschrijven aan zijn warm medegevoel met diepgevallenen, maar de booze wereld schrijft het aan andere redenen toe en het schijnt, dat de minister van justitie het in dit geval met de booze wereld eens is. Ten minste hij heeft eene groote opruiming gehouden; ettelijke rechters zijn verplaatst of zonder veel omslag ontslagen. Gelukkig is de openbare meening het eens met den minister en zijn optreden. Tusschen de Spanjaarden en de Franschen schijnt het in Marokko nog maar steeds niet te gaanvoortdurend waren er al strubbelingen en nu schijnt Spanje er waarlijk ernstig over te denken zijn handen van de zaak af te Lekken. Het is de Corrcspondencia Militar die het vertelt. Tegelijk bevatten Parijsche bladen berichten dat te Casablanca de Franschen voortdurend door de Span jaarden worden lastig gevallen, zoodat de lijding van het Spaanscha blad geens zins onwaarschijnlijk is. Santa Ollala, de Spaansche bevelhebber te Casablanca, zou, zoo vertelt de Echo de Paris, den Europeanen verboden hebben de stad te verlaten zonder zijn verlof, en dat besluit aan Generaal Drude in bijna onbeleefde termen hebben medegedeeld. Dat zou aanleiding hebben gegeven tot een formeele breuk tusschen beide bevel hebbers. zou het geldverdienen beginnen; nu eindelijk wilde ze vrij zijn en op eigen beenen staan. In het geheim ging zij zoo spoedig zij uitgaan kon, naar den schoolopziener. Deze haalde de schou ders op. Er zijn er nog dertig voor u. Ik zal u noteeren, dat is het eenige wat ik doen kan. Knap eerst wat op, u ziet er afgewerkt uit, juffrouw I Moe en terneergeslagen kwam Kathe thuis en gaf nu eindelijk toe, dat haar moeder aan een jonggetrouwde nicht schreef, die Kathe reeds maanden ge leden uitgenoodigd had. Veertien dagen na Paschen reisde zij daarheen. Het leven op Bogdanin zoo in het eerste ontwaken der lente was onbe schrijfelijk schoon en alles wat Kathe zag en hoorde, beviel haar buitenge woon. Wat hielden Jenny en haar man veel van elkaar Kathe had wel afgunstig kunnen worden. Ja, die waren beide ook jong en levenslustig. En zoo behoorde het, moest het ook zijn. Niet dat de vrouw nauwelijks en de man reeds over de veertig was. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1907 | | pagina 1