Vrijzinnig- Orgaan voor Amersfoort en Omstreken.
OOM WILLY.
o. 104.
DINSDAG 19 NOVEMBER 1907.
4e JAARGANG.
Uitgave van de Naaml. Vennootsehap „DE EEMLANDER".
Versehijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond.
Contant betalen.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
DE EEMLANDEB
Directeur B» G. RIJKENS.
Abonnementsprij s:
Per jaarf 3.00
Franco per post3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Afzonderlijke nummers- 0.05
Bureau: BREEDESTRAA.T 20.
Telefoon Interc. 62.
Prijs der Advertóntlën:
Van 1 tot 5 regelsf 0.40
Voor iederen regel meer- 0.08
(Bij abonnement belangrijke korting.)
Een der oorzaken, waardoor de win-
:elstand veel nadeel lijdt, is het niet-
ontant betalen door de koopers.
Dit niet-contant betalen is zoozeer
ene gewoonte geworden, dat men,
onderling genoeg, vriendelijk bedankt
rordt bij het betalen eener nota, die
en jaar oud is. Bedankt ooit iemand
en leverancier voor het geleverde?
Cn toch staan kooper en verkooper
sitelijk gelijk.
Een goede winkelstand moet zorgen
p de hoogte te blijven van de be-
oeften van het publiek en van de juiste
narkten, doch daarvoor is het noodig,
lat hij over een behoorlijk kapitaal
:an beschikken. Doch hoe wil hij dit,
ls de kooper hem een jaar en soms
iog langer op het hem toekomende
lat wachten?
Het tegenwoordig systeem, het zoo-
[enaamde lang crediet, werkt ongunstig
a twee opzichten; in de eerste plaats
■oor het algemeen belang en in de
weede plaatst voor den winkelier.
Uit een oogpunt van algemeen be
ing, omdat het lange crediet zuinig
iverleg in menige huishouding in den
peg staat. In de wetenschap dat hij
ang crediet heeft, schaft menigeen
ich dingen aan, die hij niet strikt
loodig heeft; het betalen komt zooveel
ater, dat hij geen rekening houdt met
:ijn beurs, totdat ten slotte wel eens
dijkt, dat hij in 't geheel niet betalen
tan.
Voor den winkelier deugt het systeem
liet, omdat deze, bij korter crediet,
ijn taak naar behooren kan vervullen.
Hoe is de toestand nu
Een winkelier begint; heeft een huis
:n voorraad goederen. De verkoop
legint; zijn boek wordt dikker, naar-
nate het jaar vordert. Maar nu geraakt
iet bedrijfskapitaal op; wat nu? Op
.Jit het Duitsch van Jassy Torrund.
33)
Neen, Kathe, als je het me toe-
itaat, zou ik graag hier blijven. Je
|ude pleegvader heeft daar het recht
Joch wel toe! Je bent aan 't werk
tan ik helpen vroeg hij met een
intje van zijn vroeger glimlachje, dat
iet jstrakke gezicht als met een zon-
ïestraal verlichtte en schooner maakte
Toen werd hij ernstiger-
Ik wist heelemaal niet dat je
■eruggekomen waart, Kathe. Ik wilde
ie mama bezoeken en haar vragen
wanneer Paul en zij Qp re;s gingen.
Dm de waarheid te zeggen, ik wilde
net hen meegaan.... want Kathe.. hij
ratte haar beide handen en hield ze
/ast; Kathe zoo op armslengte van
ach afhoudend en haar diep in de
jogen blikkend: Ik heb je ook heele-
naal nog niet geluk gewenscht met
e verloving... Lief, hef kind, veel tre-
uk en zegen....
Verder kwam hij niet liet Kathe's
anden los en wendde zich af. Zoo
,ng nu had hij zich op dit oogenblik
oprbereid en geoefend en nu was
zijne vorderingen in het boek kan hij
geen voorschot krijgen. De nog aan
wezige goederen in pand geven gaat
evenmin, omdat hij ervan verkoopen
moet. Hij staat dus voor een zeer
moeilijk probleem. Wel kan hij in
relatie treden met de eene of andere
crediet-instelling, maar dan is het noodig
dat deze hem goed kent, dat hij zijn
boeken toont en dan blijkt vaak, dat
een beter systeem van boekhouden
noodig is.
Ook kan hij crediet nemen bij den
groothandelaar, bij zijn leverancier. Maar
men weet het, de korting voor a con
tant is, als rente over een geheel jaar
omgezet, zeer groot.
En dan, het wil wat zeggen, afhanke
lijk te zijn van zijn leverancier, zoodat
men niet meer kan inslaan waar men
wil. Hoe wil hij dan in de behoeften
van het publiek voorzien, als zijn eigen
leverancier bijv. eens niet met die be
hoeften op de hoogte is Neen, crediet
nemen bij dezen is tegelijk het slechtste
en duurste crediet.
Daarom zal hij moeten trachten zijn
kapitaal zoo goed mogelijk te benutten,
door een korter crediet voor zijn klanten
in te voeren.
Nooit is er een tijd geweest, waarin
de maatschappelijke ontwikkeling zoo
was als thans. De tijd, dat een koop
man een vaste clientèle had, is zoo
goed als voorbij. Daarbij heeft hij tegen
allerlei dingen te strijden. De goed-
koopere verkeersmiddelen, de verlaagde
tarieven voor transport, het organi-
seerend talent van enkele personen, om
kapitaal en werkkracht saam te voegen,
grijpen in op de geaardheid van den
handel.
Een sneller omzet van het kapitaal
is noodig voor den winkelier, wil hij
blijven bestaan. Maar daarvoor is een
eerste vereischte, dat het publiek hem
niet op het geld, dat hem toekomt, laat
wachten.
alles nog te vergeefsch.
Kathe stond roerloos aan de deur.
Haar handen hingen slap neer en
waren zoo koud als ijs. Zij gevoelde
dat op dit oogenblik te kunnen ster
ven een onbeschrijfelijke verlossing
voor haar zou zijn. Wat moest ze
zeggenwat doen Haar knieën trilde
zoo, dat zij tegen den muur leunen
moest. Nog eenmaal zei ze half onbe
wust, als in een droom
Wilt u niet binnenkomen
Hij had reeds een tweeden stoel bij
de tafel getrokken en strekte de hand
naar haar uit.
Kom hier, Kathe, en zeg mij
eens of je gelukkig bent.
Willoos trad zij naderbij en gieep
onwillekeurig naar het portret op de
schrijftafel om het weg te schuiven.
Hij glimlachte moede:
- Laat het rustig staan, kind, 't
Is lief dat je ook nog eens aan je
ouden oom denkt en zijn portret niet
heelemaal verbannen hebt. Maar laat
mij nu het anderen eens zien; het
portret van je verloofde.
Zij had wel voer hem kunnen neer
storten, zijn knie mogen omvatten en
hem verzoeken willenNeem mij weer
in je armen, aan je hart, heb mij weer
lief als vroeger jij, de eenige, dien
ik liefheb! Maar zij dacht aan Fanny
Melzer en bedwong zich met geweld.
Zij moest eerst haar sleutelring halen
Het publiek is in deze niet altijd de
schuldige. Het komt meermalen voor,
dat men eene rekening voor het ge
leverde bijna niet uit handen van den
winkelier kan krijgen en dat is even
verkeerd.
Verkeerd tegenover het publiek, dat
van goeden wil was om terstond te
betalen en nu half gedwongen wordt
tot het hebben van schuldenmaar
ook verkeerd tegenover den minder
gegoeden concurrent, wien in dit op
zicht oneerlijke concurrentie wordt aan
gedaan.
Het mankeert helaas onder den win
kelstand nog altijd te veel aan een
gevoel van solidariteit, anders zou men
er gemakkelijk toe kunnen besluiten
om alleen a contant te verkoopen.
Winkelier en publiek zouden er mee
gebaat zijn.
UIT OOSTENRIJK.
Oostenrijk heeft eene ministerieele
crisis doorleefdzij is gelukkig afge-
loopen, maar de zaak liet zich een
oogenblik slecht aanzien.
In andere landen, waar zuiverder
politieke toestanden heerschen, heeft
men eene parlementaire meerderheid,
waaruit de ministers gekozen worden.
Maar in Oostenrijk gaat dat niet zoo
gemakkelijk. Men was daar tot nu toe
niet liberaal, conservatief of clericaal,
maar men was Duitscher of Czech en
de mannen van verschillend ras, haatten
elkander.
Als een minister eens toevallig een
meerderheid had, begon de minderheid
obstructie te maken, zoodat er geen
werk van beteekenis kon worden ver
richt. Zoo behielp men zich met ge
commandeerde ministers of ambtenaars
ministeries.
De heer von Beek, als minister op
tredend, had groote plannen. Hij wilde
niets minder dan het algemeen kiesrecht
invoeren, wat voor Oostenrijk bijna
gelijkstond met een revolutie. Om zijn
plan te verwezenlijken behoefde hij den
en uit de een of andere schuiflade
tusschen brieven en andere kleinig
heden de photografie van haar ver
loofde opzoeken. Zij werd er rood bij
en haar vingers trilden zenuwachtig.
Wat moest hij er wel van denken,
dat zijn portret en niet dat van haar
verloofde op tafel stond?
Ik heb nog niet behoorlijk uit
gepakt. De schoolwerkzaamheden na
men al mijn tijd in beslag, veront
schuldigde zij zich.
Dus zoo ziet de man er uit, die
het hart van mijn pleegdochter wist
te vervoeren, sprak oom Willy,
Zij waagde het nauwelijks hem aan
te zien. Hij drukte haar zacht op haar
stoel neer.
En vertel mij nu eens wat van
je toekomstplannen, Kathe. Met Pa-
schen alzoo wil je gaan trouwen?
Nu kwam dat dus ook nog
alles opeens. De gedachten bestormden
Kathe's brein. Hoe kon, hoe zou ze
hem dat alles zeggen, hem verklaren
dat zij zijn geld, zijn hulp en zijn
goedheid niet aannam Hare gedachten
wilden niet werken; zij wilde spreken
maar kon geen woord over haar lip
pen krijgen.
Oom Willy zag haar aan en dacht:
Ziet er een gelukkige bruid nu zoo
uit? Hij geloofde de reden harer hul
peloosheid te raden.
Denk niet meer aan datgene
steun van het parlement en hij vond
er iets op.
Uit zijn ambtenaren wist hij eenige
heeren uit verschillende partijen, van
verschillende nationaliteit te bewegen
eene portefeuille te aanvaarden. Met
hen bracht hij het groote werk tot
stand. Maar de verkiezingen op den
grondslag van het algemeen kiesrecht
brachten verrassingen.
Ze maakten een einde aan den over-
heerschenden invloed van de nationali
teiten. De christelijk-socialen en de
sociaal-democraten konden in het nieuwe
parlement sterke partijen vormen. Voor-
loopig denkt een Oostenrijksch minister
er niet aan sociaal-democraten een plaats
in het Kabinet te geven, maar met de
christelijk-socialen vond de heer von
Beek het een ander geval.
Er was echter een groote moeilijk
heid. De eerste quaestie, thans aan de
orde, is de goedkeuring van het Ver
gelijk met Hongarije en de christelijk-
socialen zijn vijanden van de Hongaren.
Zij wilden liever, omdat zij voor een
deel hun populariteit danken aan hun
anti-Hongaarsche neigingen, niet toe
treden tot een ministerie, dat met Hon-
gaarsche eischen rekening moet houden
en dus het betrekkelijk recht der Hon
garen moet verdedigen bij discussies.
Het was een moeilijk geval, maar er
kwam uitkomst. De Czechen kwamen
met eischen voor den dag. Zij wilden
bij de reconstructie van het Kabinet,
die niet kon uitblijven, eenigen der
hunnen aan de groene tafel doen plaats
nemen. Dat veranderde de zaak. De
Duitschers en dus ook de christelijk-
socialen, die Duitschers zijn, begrepen,
dat zy te kort zouden komen en over
vleugeld worden, als zij te veel bezwaren
maakten, bewaarden hun wantrouwen
tegen de Hongaren tot later gelegen
heid en de heer von Beek kon met hen
onderhandelen.
Zoo ontstond het nieuwe ministerie,
waarin, zonderling genoeg, Duitschers,
Czechen, christelijk-socialen en vrijzin
nigen eendrachtelijk bijeen zitten.
Het is maar de vraag hoe lang die
eendracht zal duren. Enfin, als eerst
maar het Vergelijk gered is, zal de heer
von Beek denken.
wat geweest is, zei hij zacht en ernstig
in zijn groot verlangen haar te hulp
te kunnen komen. Dat is vergeven en
vergeten. Ik ben je oude oom en
pleegvader, wien je moet toe staan
een weinig tot je levensgeluk bij te
dragen.
En toen zij nog maar steeds zweeg,
radeloos waarmee ze beginnen zou,
zeide hij, die het verstond de gedachte
van het kind, dat hij opgevoed had,
in welks ziel hij zijn eigen gedachte
geplant had, voorzichtig en liefdevol
en zachtvoelend als geen andere, na
te gaan
En als je mij dat recht niet meer
toestaat, Kathe omdat je misschien
gelooft, dat ik 't in 'n dwaas uur voor
altijd bedorven heb, dan zult gij toch
van tante Agnes en in haar geest dat
aannemen, wat zij jou, ons dierbaar
pleegkind, eens heeft toegedacht.
Zoo wist hij haar den weg te
effenen, aan de weldaad den schijn
van aalmoes te ontnemen, het onmo-
gelijk-schijnende mogelijk en dragelijk
te maken.
Zij zei zich dat niet met woorden;
zij dacht het nauwelijks in bewuste
gedachten, maar zij voelde het diep
en warm hoe zij op dit oogenblik
eerst zoo recht de grootte van zulk
een liefde begreep, die haar met
oneindig geduld naging en haar op
zocht, zooals de goede herder zijn ver-
De vorige week zijn in Engeland
verscheiden vergaderingen, waar Brit-
sche ministers het woord voerden, in de
war gestuurd door dames, s t r ij d s t e r s
voorvrouwenkiesrecht. Zater
dagavond 1.1. is het haar gelukt een
groote bijeenkomst volledig in verwar
ring te brengen. Minister Asquith sprak
in een theater; eenige duizenden waren
gekomen om hem te hooren, maar al
heel spoedig kwamen van alle kanten
uitroepen van vrouwen, zoodat door
spreken onmogelijk was. De gewone
taktiek werd gevolgdtelkens, wanneer
een der dames door de boden uit de
zaal verwijderd was en de spreker zijn
rede hervatte, stonden er een of meer
andere op en riepen opnieuw. Dezen
avond waren de dames in zóó grooten
getale opgekomen, dat de boden een
formeele jacht op haar moesten organi-
seeren, hetgeen de verontwaardiging
opwekte van de toehoorders op de
hoogere rangen, die den dames door
mee te schreeuwen krachtdadige hulp
boden. Het was een leven als een oordeel.
Men kan zich voorstellen dat van de
redevoering niet veel terecht kwam.
Berichten uit Marokko melden
een nederlaag, door Moelei Haf id's
troepen geleden in den slag tegen het
leger van den Kaid Anfloes. Men
herinnert zich wellicht dat deze mach
tige Kaid een ietwat dubbelzinnige
rol heeft gespeeld ten opzichte van
beide Sultans en de Franschen. Sedert
hij echter heeft gezien dat de laatsten
geheel partij trokken voor Abd-el-Azis,
heeft ook hij zich trouw aan dien
heerscher betoond. Hij lag met de
zijnen in de nabijheid van Mogador
en versperde het leger van Moelei
Hafid den weg naar die stad. Eenige
weken geleden zond Abd-el-Azis op
een Fransch schip een legertje naar
Mogador; dat rukte, na een week in
Mogador getreuzeld te hebben, op, om
zich met de mannen van den Kaid
Anfloes te vereenigen. Het zal die
gezamenlijke troepenmacht zijn geweest,
die thans Hafid's mannen heeft ver
slagen.
loren schaapje opzocht en op zijn armen
naar huis droeg. Hoe dat haar ont
roerde en deed schrikken! Al had zij
Henk Dobbelin nog zoo bemind als
zij hem meende te beminnen, hoe
dankbaar had zij dan toch thans oom
Willy's groote goedheid en grootmoe
digheid kunnen aannemen, die haar
niet uit eigen beweging gaf, maar
slechts dat wat tante Agnes haar had
toegedacht I
Hoe glad en effen en zonnig was
dan haar levensweg geweest!
Dat alles schoot haar met de vlug
heid eener gedachte door de ziel; zij
zag dat oom Willy haar rustig en vol
verwachting, goedig als altijd aankeek
en begreep dat zij toch eindelijk wat
zeggen moest.
Wij.... ik heb er nog heelemaal
niet aan gedacht hoe alles zal worden,
stamelde zij eindelijk.
Hij knikte.
Dat laat zich denken, Kathe.
Zoo is het eerste jonge liefdesgeluk,
dan droomt en bemint men slechts en
denkt maar aan het gelukkige heden.
Daarom zijn er de oudjes, om ook
aan morgen te denken en 't nestje
voor de jongen op te bouwen. Maar
vertel mij toch eens kind.... Martha
zegt dat je 'n tijdelijke betrekking
hebt. Toch niet voor lang
Tot de vacantie,
[Slot volgt).