Merkwaardige Woorden en Daden BUJLTEjNLAiNO. BININENJLAND. STATES7 GESERAAL. Sr Van deze «-Building Societies» be staan er intusschen in Engeland een 2000 met een gezamenlijk kapitaal van een 66 millioen pond sterling en een aantal leden van over de 600.000. Men mag dus zeggen, dat hier aan onzen gezeten werkmansstand een schitterend voorbeeld van eigen initiatief zonder eenige hulp van Staat of Gemeente wordt gegeven. Maar, waar bij ons misschien eerst langzamerhand gehoopt kan worden op het volgen van dit voorbeeld, ver dient vóór alles onze aandacht de in België gevolgde wijze van verstrekken van bouwcrediet. Bij de wet van 9 Augustus 1899 toch is de Belgische Algemeene Spaar en Pensioenkas (een lichaam als onze Rijkspostspaarbank) gemachtigd ge worden om een deel van haar fondsen beschikbaar te stellen als voorschot voor den bouw of den aankoop van arbeiderswoningen, zulks natuurlijk in den vorm van een hypothecaire geld- leening, waarbij dan geëischt kau wor den een gemengde verzekering op het leven van den debiteur om de terug betaling op een bepaald tijdstip of bij den dood van den verzekerde te waar borgen. Soortgelijke bevoegdheid is destijds o. a. door Mr. A. Kerdijk voor onze Rijkspostspaarbank geëischt, en het valt niet te ontkennen, dat hier kapi talen aanwezig zijn, die voor den bouw van arbeiderswoningen tegen lage rente kunnen worden beschikbaar ge steld en op deze wijze een minstens even solide belegging kunnen vinden, als in de pandbrieven en andere papie ren, die daarvoor thans worden aan gekocht. Bovendien, hier geldt het kapitalen, die voor een goed deel door de arbeidende klasse zelve worden bijeengebracht en het is dus niet meer dan billijk, dat die gelden, zoo dat mogelijk blijkt, in de eerste plaats worden aangewend ter verbetering van het lot dier klasse. Zoo dat mogelijk blijkt, zeiden we. Welnu in België blijkt het niet alleen mogelijk, maar ziet men er bijzonder goede resultaten van. Het zou het bestek van dit artikel te buiten gaan, wanneer wij een eenigszins uitvoerig denkbeeld wilden geven van de wijze, waarop de Belgische Spaarbank haar daarvoor beschikbare gelden verstrekt. Zulks geschiedt voornamelijk, hoewel niet uitsluitend, met behulp van al of niet coöperatieve vereenigingen, die tot doel hebben het verstrekken van crediet voor den bouw van arbeiderswoningen. De vereenigingen nemen dan door middel van een tweede hypotheek ook nog een deel van de bouwkosten voor hare rekening, zoodat een Belgisch arbeider, die een eigen woning wil bouwen, negen tiende van de bouwsom op hypotheek kan krijgen. Het succes, met deze wijze van werken in België verkregen, is opval lend. In 1902 was door de Belgische Spaarbank aan de hierbedoelde crediet- vereenigingen een som van bijna 2 7, millioen francs op hypotheek verstrekt, en dat tegen een rente van op zijn hoogst 3 V» Deze cijfers, zegt het desbetreffend rapport, zijn welsprekend, vooral wan neer men bedenkt, dat zij slechts een saldo van uitstaande leeningen ver tegenwoordigen en dat dit kapitaal, tengevolge van aflossingen en terug betalingen, van hand tot hand gaat. Van zulk een spaarbank nu kan men een gemakkelijker wijze van werken verwachten dan van het bestuur van Rijk en Gemeente, en de in België verkregen resultaten komen dat ver moeden versterken. Hier zijn het geen VAN Ministers en Kamerleden gedurende de jaren 1850—'58, ontleend aan Kollewfjn's Geschiedenis van Nederland. 4e deel. 1. Het lezen van de verslagen var. het verhandelde in de Tweede Kamer is niet alleen buitengewoon tijdrovend, zodat de overgrote meerderheid van de ontwikkelde burgers een afschrik heeft om er aan te beginnen maar bovendien is het lezen ervan, enkele goede rede voeringen uitgezonderd, ten hoogste vervelend. Wat er één zegt, wordt door een tweede herzegd, terwijl een derde dit herkauwt en een vierde zich geroepen acht de aandacht te vestigen op in zijn oog allerbelangrijkste onbeduidendheden, die in 't voorbijgaan even zijn aan geroerd. Welzeker er zijn nog welsprekende Kamerleden maar zodra een van hen een belangrijke redevoering uitspreekt, worden sommige leden die niet wel sprekend zijn, geïnspireerd hetzelfde nog- eens op hun onbeholpen wijze over te zeggen. Als men Kamerlid is moet men toch zijn stem rooliveeren, al doet het motief aan de zaak niet anders af, dan tijd in beslag nemen. colleges, die overal ex officio hun neus in moeten steken, maar hier is een verantwoordelijk directeur, aan wien men een groote vrijheid van handelen kan laten, wat natuurlijk het stroeve loopen der bouwcredietmachine voor komt, zonder dat de waarborgen er minder om zijn. Inderdaad, het schijnt ons dringend noodig, dat de wetgever ook ten onzent eens zijn bijzondere aandacht wijdt aan de quaestie van de crediet- verstrekking ten behoeve van den bouw van arbeiderswoningen. Gaan wij op den thans ingeslagen weg voort zonder de gelegenheid tot het bekomen van goedkoop crediet te verruimen en te vergemakkelijken, dan zal de ver betering van de Nederlandsche woning toestanden den slakkengang blijven gaan, dien onze woningwetgever heeft bedoeld, noch voorzien. V. D. RUSSISCHE REGEERINGS- VERKLARING. In antwoord op een adres van de Doema aan den Czaar heeft de minister Stolypin in deze vergadering een over zicht meegedeeld van het regeerings- programma. Ontdaan van de officieele franje komen de hervormingsplannen hierop neer. De regeering wil agrarische hervor mingen. Wat zij daaronder verstaat zegt zij niet en het blijkt niet of zij het middel gevonden heeft dat de arme boeren zal beletten van honger te sterven. Wij en de Doema zullen er wel meer van vernemen als de ontwerpen worden ingediend, die de heer Stolypin belooft. Hij wil ook de plaatselijke rechtspraak verbeteren. Hij wil trachten het finan cieel evenwicht te herstellen, wat niet bijzonder gemakkelijk zal gaan en des te moeilijker omdat de regeering credieten vraagt voor de versterking van het leger, die gemotiveerd worden door eene verwijzing naar den toestand in het buitenland. De Haagsche Con ferentie heeft wel haar best gedaan, maar het voorstel om de militaire lasten te verminderen kon geene meerderheid verkrijgen en men blijft zich wapenen aan alle kanten. De regeering verklaart uitdrukkelijk dat zij de kerk en de or thodoxe geestelijkheid wil steunen en de verklaring eindigt letterlijk aldus <De historische autocratie en de vrije wil van den Czaar zijn het kostelijkste goed van Rusland. Zij hebben den tegen- woordigen maatschappelijken toestand geschapen en zijn bestemd om Rusland te redden van alle gevaren en het te voeren op den weg der orde.» De orde dat is schering en inslag De orde moet gehandhaafd wordendan kan men altijd nog verder zien. De kerk moet gehandhaafd worden. De autocratie moet gehandhaafd worden. Met een woord alles moet zooveel mogelijk bij het oude blijven. De heer Stolypin bewondert, naar deze verklaring te oordeelen, de tegenwoordige maat schappij die door de autocratie is ge schapen. Indien dat waar is veroordeelt deze schepping den schepper. De tegen woordige Russische maatschappij is geen ding om trotsch op te zijn. Ook heeft de meerderheid van de Doema iu haar bekend adres, dat met veel moeite tot stand kwam en eigenlijk meer het adres van de Octobristen is dan van het geheele Parlement, niet van de autocratie willen spreken. Zij was, of de Octobristen waren blijkbaar niet dankbaar voor hare zegeningen. Maar de uiterste rechterzijde en het Hof heeft dat kwalijk genomen. Volgens berichten uit Petersburg is er heel wat te doen Nu staatkundige en maatschappelike vraagstukken meer en meer in allerlei kringen besproken worden, is het toch wel van gewicht, bekend te zijn met hetgeen uitstekende Ministers en Kamerleden over die onderwerpen hebben gedacht. En daai het lezen van de omvangrijke Handelingen der Staten Generaal alles behalve uitlokkend is, kan het zijn nut hebben uit dat mengsel van belangrijks en onbelangrijks het merkwaardigste op te pikken en aan de lezers van de Eem- lander, zooveel mogelik in beknopte vorm, mede te delen. Vóór het jaar 1850 was het met de brieveposterij in ons land droevig gesteld. Terwijl in Engeland reeds in 1840 op voorstel van Rowland Hill voor alle bin- ne .landse brieven het stuiversport met gedwongen frankering was ingevoerd, telde men hier te lande niet meer dan 94 postkantoren en "253 distributie-kan toren. Het briefport bedroeg binnen het gebied van hetzelfde postkantoor 5 ets; daarbuiten van 10 ets voor afstanden van minder dan 6 uur gaans, tot 40 ets. boven de 70 uur gaans. Het was geen gewoonte te frankeren, zodat de brieve- besteller moest schellen aan de voordeur, wachten tot de meid opendeed, haar de brief overreiken en het briefport ontvan gen, waarmee soms ook nog wat tijd verliep. Er werden ondertussen per post verbazend minder brieven verzonden dan tegenwoordig. Met familieleden en vrien- geweest over het adres. De hofpartij vond dat Stolypin te zwak was tegen over de Kamer en er was reeds sprake van zijr. heengaan en zijne vervanging door den reactionairen minister Doer- nowo. Stolypin zou toen, gehoorzame dienaar der machtige camarilla, het hoofd gebogen en zijn programma in overeenstemming gebracht hebben met de eischen hem door het hof gesteld. De orde en de autocratie moeten Rusland redden. Het is bekend hoe men de orde handhaaft. In November zijn door de krijgsraden 204 personen ter dood veroordeeld en 74 van dieonge- lukkigen zijn reeds ter dood gebracht. Wat zal er terecht komen onder deze omstandigheden van de hervormingen en wat van het werk dezer Doema? Men kan moeilijk groote gevolgen ver wachten van hetgeen Stolvpin in zijn programma, door de hofkringen ge wijzigd, aankondigt en belooft. DE BOODSCHAP VAN ROOSEVELT. President Roosevelt heeft de jaar lij ksche Boodschap aan het Congres der Vereenigde Staten gericht. Het voornaamste dat ze bevat is het vol gende De President begon met de zaak. die ieder op het oogenblik het naast aan het hart ligt: de financieele crisis. Het oppotten van geld is volgens hem de oorzaak der crisis; hij waar schuwt daartegen. De crisis zal echter zijn politiek tegen de misbruiken der trusts niet wijzigen, want de President herhaalt eenige passages uit zijn Bood schap van 1905 over de noodzakelijk heid van een toezicht op de groote lichamen die te omvangrijke kapitalen opeenstapelen. Wat den strijd tegen de trusts be treft, Roosevelt herhaalt hier wat hij reeds in 1906 en verder nog zoo dik wijls heeft gezegdde anti-trustwet moet niet worden opgeheven, maar zij moet krachtiger worden gemaakt en meer in overeenstemming met den werkelijken toe,tand. De trusts moe ten verplicht worden tot publicatie van belansen, overlegging van boeken- en zoo meer, terwijl zulk een ver plichting afgedwongen moet kunnen worden, niet door processen, maar langs administratieven weg. Daarenboven be hoort de anti-trustwet aangevuld te worden met bepalingen tegen het ge bruik van bijzondere middelen om de concurrentie tegeu te gaan, die mid delen waardoor feitelijke monopolies ontstaan en alle mededinging wordt uitgesloten. De werkelijke eigenaars van zulke lichamen moeten gedwongen worden hun zaken onder hun eigen naam te drijven. Ook behoort men het gebruik tegen te gaan, dat de eene maatschappij, die zaken doet in meer dan één staat, aandeelen bezit in een andere. Als een bewijs van de gunstige werking van het staatstoezicht wijst Roosevelt erop, dat in de crisis die inrichtingen, welke onder staatstoezicht stonden, de moeilijkheden te boven zijn gekomen, terwijl alleen zij die niet onder dat toezicht stonden, het er bij hebben afgelegd. In een crisis als deze moet de regeering vrijer zijn in het uitgeven van muntspecie. Het bedrag der nationale inkomsten is volgens den president bevredigend, doch dat neemt niet weg, dat de meening veld wint dat het hoog tijd wordt om de belastingen te hervor men een progressieve inkomstenbe lasting, een hooge successiebelasting worden door hem aanbevolen. Ook spreekt de Boodschap over den landbouw: zij zegt dat men moet den, die naar een andere plaats gingen, een brief meegeven was gebruikelik. Van Bosse, de zeer bekwame minis- ster van financieën in het eerste minis terie Thorbecke, wist na het overwinnen van een felle tegenstand in de Tweede Kamer in April 1850 een wet op de brieveposterij tot stand te brengen, waarbij hel brievevervoer tot een staats monopolie werd verklaard. Het briefport was toen 5 ets. binnen de afstand van 30 K. M., 10 ct. voor 30 tot 100 K.M., en voor grotere afstanden 15 ets., alles bij een gewicht van 15 Gr. per brief. Aan de tegenstanders van deze wet, die beweerd hadden dat de staat er door tot grote uitgaven zou worden gedwongen, kon Van Bosse met vol doening in 1851 meedelen, dat van Mei tot Augustus, vergeleken met de zelfde maanden van het vorige jaar, het brievevervoer met 105 pet. was toegenomen. In 1852 verklaarde Van Bosse bij de begroting, dat de meerdere kosten door de wet veroorzaakt, door het meerder vervoer gedekt waren. In 1853 waren de uitgaven voor de brie veposterij f783,056 en de inkomsten f 1,440,811. Ook aan de toenemende eis des tijds om sneller dan per brief, aan afwezige personen mededelingen te doen of in lichtingen te vragen werd voldaan. In Maart 1852 bracht de minisler van Binnenlandse Zaken, Tlorbecke.een trachten den boer zijn stuk land van middelmatige grootte te laten behou den; het zou een ramp zijn voor het land, wanneer deze soort van grond bezit werd verdrongen, hetzij door grootgrondbezit, hetzij door een ver snippering vau den bodem. De Amerikanen moeten meer moeite doen om de scheepvaart op Europa zelf in handen te krijgen; thans is zij bijna uitsluitend in handen van Euro- peesche maatschappijen en dat is heel onvoordeelig voor Amerika, Uil Stockholm wordt gemeld dat de lichaamskrachten van koning Oskar den laatsten tijd, tengevolge van onrus tig slapen, zijn verminderd De genees- heeren hebben hem derhalve aangeraden de regeeringszaken eenigen lijd te laten rusten. Dientengevolge is de Kroonprins gedurende de ziekte van den Koning tot regent benoemd. Tweede Earner. In gewone omstandigheden vertegen woordigen de leden der Tweede Kamer het Nederlandsche volk bij de behan deling der Waterstaalsbegrooting ver tegenwoordigen zij hun district. Allerlei belangen en belangetjes worden bedacht, voor elke categorie der talrijke ambtenaren, beambten en werklieden van den Waterstraat enz., wordt lotsverbete ring bepleit. Zoo ging hel Maandag en Dinsdag ook weder. Vier Overijselsche afgevaardigden vroe gen een vast plan van normaliseering van den IJsel. De Minister beloofde overweging. De heer Smeenge had reeds aange drongen op Kanaliseering van de Eem en op het Kanaal door de Geldersche valleiten bate van de binnenscheep vaart. Er is in het geheele Kabinet geen enkel zoo welwillend man als de heer Kraus. Men kan hem letterlijk niets vragen, of hij is bereid er over te denken, te over wegen, te onderzoeken. Zoo zegde hij overweging toe van het subsidieeren van een vluchthaven te Hoorn. Wat de ponten te Velsen betrof, de heer Passtoors vond den toestand ellendig, de heer Reyne daarentegen prachtig. Dezelfde heeren waren het ook oneens over de verhooging der retributie voor den vischafslag te IJrauiden. Alleen was het oogenblik, nu er malaise heerschte, niet gelukkig gekozen. De Minister beloofde niets te zullen beslissen zonder veelzijdige adviezen in le winnen. Uit het debat over de Rijksgebouwen bleek, dat de plannen tot verplaatsing der departementen van algemeen bestuur nog niet hard opschieten. Bij de afdeeTng spoorwegen kwamen in behandeling wetjes tot toekenning van rentelooze voorschotten voor de spoorwegen HoornVenhuizenBoven- kirspel en Ewijcksluis—Schagen. De heer Ruys de Beerenbrouck klaagde over stiefmoederlijke bedeeling met spoor wegen van Limburg en drong op meer medewerking aan. Hij constateerde met genoegen, dat het te Utrecht gehouden congres van spoor wegpersoneel erkend had, dat aan dit personeel 't stakingsrecht moet worden ontzegd. De heer Van Nispen keurde scherp af de jongste, onverwachte, verhooging van de tarieven voor goederenvervoer en stationskosten. wet tot stand, waarbij bepaald werd, dat van staatswege een nel van elektro- magnetiese telegraaflijnen zou worden aangelegd en onderhouden tussen Den Haag en de voornaamste plaatsen van het rijk tot aansluiting aan België Pruisen en het toen nog onafhankelijke koninkrijk Hannover. Een telegram kostte over een afstand van hoogstens 74 K.M. voor 1 tot 20 woorden f 1,20; voor 21 tot 50 woorden f 2,40; voor 51 tot 100 woorden f 3.60. Over een afstand van 74 tot 185 K.M. het dubbele en voor meer dan 185 K.M. het drievoudige tarief. Nog steeds was de tijdelike regeling van de armenzorg van het jaar 1818 van kracht gebleven. Deze bepaalde dat het domicilie van onderstand ver kregen werd door geboorte, en ver anderde door vierjarige inwoning. Indien dus een armlastige uit Amersfoort ver huisde naar Utrecht en hier binnen vier jaar om onderstand aanklopte, werd die dooi Utrecht verleend, maar op Amersfoort verhaald. En nu werd er geklaagd dat hij bij het ondersteunen van armen ten koste van een andere gemeente, de noodzakelike zuinigheid niet altijd in 't oog werd gehouden. Overeenkomstig het voorschrift van de grondwet diende Thorbecke een wets ontwerp in tot regeling van het armbe stuur. In de memorie van toelichting leest men: „De vrijheid van biezondere De heer Treub was 't daarmede eens doch in tegenstelling met den heer Ruys had hij met genoegen gezien, dat leden van den Raad van Toezicht bovenbedoeld congres bijwoonden. Daarentegen klaagde hij over het uitblijven van bevredigende loonregelingen bij de oude spoorweg maatschappijen, althans wat 't lagere personeel betrofover gebrek aan eenheid in de, te veroordeelen, reglementen, die i deels strijdig waren met het Arbeids- contract. Zeer streng gispte spreker hetl vermomde verbod in de reglementen I der H. IJ. S. M., om lid te wezen vanl een vakvereeniging. LIBERALE UNIE. KIESRECHT. zien bij rang Het hoofdbestuur der Liberale Unie inge\ heeft tot de aangesloten kiesvereeni- zou gingen een uitvoerig schrijven gericht word over de kiesrecht-kwestie. Het acht nu des den tijd gekomen tot behandeling van moet het Kiesrechtrapport, in 1903 uitgebracht H< door de heeren de Kanter, Rink en verte Patijn, in een algemeene vergadering Unie- van de Liberale Unie. tijvei In het bovengenoemd Kiesrechtrapport dient wordt op den voorgrond gesteld, dat hel genu stelsel van de thans bestaande Kieswet 'bedo het attributief kiesrecht behoort groot te worden vervangen door eene regeling, ingei waarbij allen tot de stembus worden distr toegelaten, die niet door de wet zijn lijk uitgesloten. Uw Hoofdbestuur sluit zich Hi daarbij geheel aan. Een attributief kies- gend recht, waarbij bepaalde categorieën wor- Unie den toegelaten met uitsluiting van alle a.s. anderen, die niet onder een der cate- zijn gorieën vallen, moet, zooals door de aan Unie-commissie overtuigend is aange- bren toond, leiden tot willekeur en tot het gege weren van de stembus van zeer vele spro burgers, even geschikt tot kiezen als een den deel dergenen, die aan één of meer houi kenteekenen van geschiktheid of welstand voldeden. Wie behooren dus le worden uil- k0;„ gesloten? en Aan de hand van het meergenoemde jj0rri rapport is het hoofdbestuur lot de vol- _n(,( gende conclusiën gekomen Van degenen, die Nederlander en in- 1 gezetenen zijn, behooren, om redenen disti van algemeen belang, te worden uit- fje geslotenU lo. zij, die tot de blijvend bedeelden Vols behoorenG 2o. zij, die den leeftijd van 23 jaar (anti nog niet bereikt hebbtnV 3o. zij, die bij onherroepelijk gewor- en den rechterlijke uitspraak de beschikking 608 of het beheer over hun goederen hebben verlorenHL 4o. zij, die bij onherroepelijk geworden jj rechterlijke uitspraak, ter zake van het stra plegen van een strafbaar feit, ontoereken- Kon baar zijn verklaard 6a(, 5o. zij, die als krankzinnigen in een gesticht verpleegd worden 60. zij, die bij onherroepelijk geworden j rechterlijke uitspraak tot gevangenisstraf j van ten minste één jaar zijn veroordeeld 7 0. zij, die bij onherroepelijk geworden j rechterlijke uitspraak veroordeeld zijn j wegens landlooperij of bedelarij 80. zij, die bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak zijn veroordeeld! wegens een der overtredingen, genoemd t in art. 426 en 453 van het Wetboek beri van Strafrecht, bij herhaling begaan reri (dronkenschap)pcbi 9o. zij, die bij onheiroepelijk gewor- 2 den rechterlijke uitspraak van hun van kiesrecht zijn ontzet. op Met betrekking tot de bedeelden j komt het hoofdbestuur tot de slotsom, I dat het om practische redenen voorals nog geen andeien uitweg ziet dan i alleen diegenen blijvend uit te sluiten, I die in een armhuis of soortgelijke in- te V! qi OU Ik at personen en verenigingen tot deelneming aan het werk van de weldadigheid is I behouden, ja gewekt, maar zoveel moge- L_ lik op eenparige samenwerking gericht, fï „De grondwet veroorlooft des noods verder te gaan, en de gehele armen- zorg als een publieke dienst te beschou- jj wen. Maar zover te gaan schijnt tans ff noch nodig, noch nuttig. „Dit is echter nodig, dat de wet het 1 verband regelt, waarin de kerkelike arm-on, besturen met de andere instellingen van j„ weldadigheid en met het burgerlik arm- Sp; bestuur staan. Vgi „Maar wanneer de wet de betrekking E lussen de armen en de armbesturen in ge dier voege regelt, dat elk behoeftige kan weten aan welk bestuur hij zich heeft aan te melden, dan geeft dit aan de Iw armen daarom geen het minste recht, ke om van het bestuur waarnaar de wet hem verwijst, onderstand te eisen, noch jk wordt daardoor in het minst verkorl w. het recht van dat bestuur om op hé jq( verzoek van ouderstand te beschikken, 0p zoals het vermeent te behoren." ee Het wetsontwerp werd echter in de ,je Tweede Kamer niet afgehandeld, daar het ministerie Thorbecke aftrad ten ge volge van de Aprilbeweging. ni in 'y Wordt vervolgd. ie ■e

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1907 | | pagina 2