Merkwaardige Woorden en Daden
BUJLTEjNLAiNO.
BININENJLAND.
STATES7 GESERAAL.
Sr
Van deze «-Building Societies» be
staan er intusschen in Engeland een
2000 met een gezamenlijk kapitaal van
een 66 millioen pond sterling en een
aantal leden van over de 600.000. Men
mag dus zeggen, dat hier aan onzen
gezeten werkmansstand een schitterend
voorbeeld van eigen initiatief zonder
eenige hulp van Staat of Gemeente
wordt gegeven.
Maar, waar bij ons misschien eerst
langzamerhand gehoopt kan worden
op het volgen van dit voorbeeld, ver
dient vóór alles onze aandacht de in
België gevolgde wijze van verstrekken
van bouwcrediet.
Bij de wet van 9 Augustus 1899
toch is de Belgische Algemeene Spaar
en Pensioenkas (een lichaam als onze
Rijkspostspaarbank) gemachtigd ge
worden om een deel van haar fondsen
beschikbaar te stellen als voorschot
voor den bouw of den aankoop van
arbeiderswoningen, zulks natuurlijk in
den vorm van een hypothecaire geld-
leening, waarbij dan geëischt kau wor
den een gemengde verzekering op het
leven van den debiteur om de terug
betaling op een bepaald tijdstip of bij
den dood van den verzekerde te waar
borgen.
Soortgelijke bevoegdheid is destijds
o. a. door Mr. A. Kerdijk voor onze
Rijkspostspaarbank geëischt, en het
valt niet te ontkennen, dat hier kapi
talen aanwezig zijn, die voor den bouw
van arbeiderswoningen tegen lage
rente kunnen worden beschikbaar ge
steld en op deze wijze een minstens
even solide belegging kunnen vinden,
als in de pandbrieven en andere papie
ren, die daarvoor thans worden aan
gekocht. Bovendien, hier geldt het
kapitalen, die voor een goed deel door
de arbeidende klasse zelve worden
bijeengebracht en het is dus niet meer
dan billijk, dat die gelden, zoo dat
mogelijk blijkt, in de eerste plaats
worden aangewend ter verbetering van
het lot dier klasse.
Zoo dat mogelijk blijkt, zeiden we.
Welnu in België blijkt het niet alleen
mogelijk, maar ziet men er bijzonder
goede resultaten van. Het zou het bestek
van dit artikel te buiten gaan, wanneer
wij een eenigszins uitvoerig denkbeeld
wilden geven van de wijze, waarop
de Belgische Spaarbank haar daarvoor
beschikbare gelden verstrekt. Zulks
geschiedt voornamelijk, hoewel niet
uitsluitend, met behulp van al of niet
coöperatieve vereenigingen, die tot doel
hebben het verstrekken van crediet
voor den bouw van arbeiderswoningen.
De vereenigingen nemen dan door
middel van een tweede hypotheek ook
nog een deel van de bouwkosten voor
hare rekening, zoodat een Belgisch
arbeider, die een eigen woning wil
bouwen, negen tiende van de bouwsom
op hypotheek kan krijgen.
Het succes, met deze wijze van
werken in België verkregen, is opval
lend. In 1902 was door de Belgische
Spaarbank aan de hierbedoelde crediet-
vereenigingen een som van bijna 2 7,
millioen francs op hypotheek verstrekt,
en dat tegen een rente van op zijn
hoogst 3 V»
Deze cijfers, zegt het desbetreffend
rapport, zijn welsprekend, vooral wan
neer men bedenkt, dat zij slechts een
saldo van uitstaande leeningen ver
tegenwoordigen en dat dit kapitaal,
tengevolge van aflossingen en terug
betalingen, van hand tot hand gaat.
Van zulk een spaarbank nu kan men
een gemakkelijker wijze van werken
verwachten dan van het bestuur van
Rijk en Gemeente, en de in België
verkregen resultaten komen dat ver
moeden versterken. Hier zijn het geen
VAN
Ministers en Kamerleden gedurende de
jaren 1850—'58,
ontleend aan Kollewfjn's Geschiedenis
van Nederland. 4e deel.
1.
Het lezen van de verslagen var. het
verhandelde in de Tweede Kamer is
niet alleen buitengewoon tijdrovend,
zodat de overgrote meerderheid van de
ontwikkelde burgers een afschrik heeft
om er aan te beginnen maar bovendien
is het lezen ervan, enkele goede rede
voeringen uitgezonderd, ten hoogste
vervelend. Wat er één zegt, wordt door
een tweede herzegd, terwijl een derde
dit herkauwt en een vierde zich geroepen
acht de aandacht te vestigen op in zijn
oog allerbelangrijkste onbeduidendheden,
die in 't voorbijgaan even zijn aan
geroerd.
Welzeker er zijn nog welsprekende
Kamerleden maar zodra een van hen
een belangrijke redevoering uitspreekt,
worden sommige leden die niet wel
sprekend zijn, geïnspireerd hetzelfde nog-
eens op hun onbeholpen wijze over te
zeggen. Als men Kamerlid is moet men
toch zijn stem rooliveeren, al doet het
motief aan de zaak niet anders af, dan
tijd in beslag nemen.
colleges, die overal ex officio hun neus
in moeten steken, maar hier is een
verantwoordelijk directeur, aan wien
men een groote vrijheid van handelen
kan laten, wat natuurlijk het stroeve
loopen der bouwcredietmachine voor
komt, zonder dat de waarborgen er
minder om zijn.
Inderdaad, het schijnt ons dringend
noodig, dat de wetgever ook ten
onzent eens zijn bijzondere aandacht
wijdt aan de quaestie van de crediet-
verstrekking ten behoeve van den
bouw van arbeiderswoningen. Gaan wij
op den thans ingeslagen weg voort
zonder de gelegenheid tot het bekomen
van goedkoop crediet te verruimen en
te vergemakkelijken, dan zal de ver
betering van de Nederlandsche woning
toestanden den slakkengang blijven
gaan, dien onze woningwetgever heeft
bedoeld, noch voorzien. V. D.
RUSSISCHE REGEERINGS-
VERKLARING.
In antwoord op een adres van de
Doema aan den Czaar heeft de minister
Stolypin in deze vergadering een over
zicht meegedeeld van het regeerings-
programma.
Ontdaan van de officieele franje komen
de hervormingsplannen hierop neer.
De regeering wil agrarische hervor
mingen. Wat zij daaronder verstaat zegt
zij niet en het blijkt niet of zij het
middel gevonden heeft dat de arme
boeren zal beletten van honger te sterven.
Wij en de Doema zullen er wel meer
van vernemen als de ontwerpen worden
ingediend, die de heer Stolypin belooft.
Hij wil ook de plaatselijke rechtspraak
verbeteren. Hij wil trachten het finan
cieel evenwicht te herstellen, wat niet
bijzonder gemakkelijk zal gaan en des
te moeilijker omdat de regeering
credieten vraagt voor de versterking
van het leger, die gemotiveerd worden
door eene verwijzing naar den toestand
in het buitenland. De Haagsche Con
ferentie heeft wel haar best gedaan,
maar het voorstel om de militaire lasten
te verminderen kon geene meerderheid
verkrijgen en men blijft zich wapenen
aan alle kanten. De regeering verklaart
uitdrukkelijk dat zij de kerk en de or
thodoxe geestelijkheid wil steunen en
de verklaring eindigt letterlijk aldus
<De historische autocratie en de vrije
wil van den Czaar zijn het kostelijkste
goed van Rusland. Zij hebben den tegen-
woordigen maatschappelijken toestand
geschapen en zijn bestemd om Rusland
te redden van alle gevaren en het te
voeren op den weg der orde.»
De orde dat is schering en inslag
De orde moet gehandhaafd wordendan
kan men altijd nog verder zien. De
kerk moet gehandhaafd worden. De
autocratie moet gehandhaafd worden.
Met een woord alles moet zooveel
mogelijk bij het oude blijven. De heer
Stolypin bewondert, naar deze verklaring
te oordeelen, de tegenwoordige maat
schappij die door de autocratie is ge
schapen. Indien dat waar is veroordeelt
deze schepping den schepper. De tegen
woordige Russische maatschappij is
geen ding om trotsch op te zijn. Ook
heeft de meerderheid van de Doema
iu haar bekend adres, dat met veel
moeite tot stand kwam en eigenlijk
meer het adres van de Octobristen is
dan van het geheele Parlement, niet van
de autocratie willen spreken. Zij was,
of de Octobristen waren blijkbaar niet
dankbaar voor hare zegeningen. Maar
de uiterste rechterzijde en het Hof heeft
dat kwalijk genomen. Volgens berichten
uit Petersburg is er heel wat te doen
Nu staatkundige en maatschappelike
vraagstukken meer en meer in allerlei
kringen besproken worden, is het toch wel
van gewicht, bekend te zijn met hetgeen
uitstekende Ministers en Kamerleden
over die onderwerpen hebben gedacht.
En daai het lezen van de omvangrijke
Handelingen der Staten Generaal alles
behalve uitlokkend is, kan het zijn nut
hebben uit dat mengsel van belangrijks
en onbelangrijks het merkwaardigste op
te pikken en aan de lezers van de Eem-
lander, zooveel mogelik in beknopte vorm,
mede te delen.
Vóór het jaar 1850 was het met de
brieveposterij in ons land droevig gesteld.
Terwijl in Engeland reeds in 1840 op
voorstel van Rowland Hill voor alle bin-
ne .landse brieven het stuiversport met
gedwongen frankering was ingevoerd,
telde men hier te lande niet meer dan
94 postkantoren en "253 distributie-kan
toren. Het briefport bedroeg binnen het
gebied van hetzelfde postkantoor 5 ets;
daarbuiten van 10 ets voor afstanden
van minder dan 6 uur gaans, tot 40 ets.
boven de 70 uur gaans. Het was geen
gewoonte te frankeren, zodat de brieve-
besteller moest schellen aan de voordeur,
wachten tot de meid opendeed, haar de
brief overreiken en het briefport ontvan
gen, waarmee soms ook nog wat tijd
verliep. Er werden ondertussen per post
verbazend minder brieven verzonden dan
tegenwoordig. Met familieleden en vrien-
geweest over het adres. De hofpartij
vond dat Stolypin te zwak was tegen
over de Kamer en er was reeds sprake
van zijr. heengaan en zijne vervanging
door den reactionairen minister Doer-
nowo. Stolypin zou toen, gehoorzame
dienaar der machtige camarilla, het
hoofd gebogen en zijn programma in
overeenstemming gebracht hebben met
de eischen hem door het hof gesteld.
De orde en de autocratie moeten
Rusland redden. Het is bekend hoe men
de orde handhaaft. In November zijn
door de krijgsraden 204 personen ter
dood veroordeeld en 74 van dieonge-
lukkigen zijn reeds ter dood gebracht.
Wat zal er terecht komen onder deze
omstandigheden van de hervormingen
en wat van het werk dezer Doema?
Men kan moeilijk groote gevolgen ver
wachten van hetgeen Stolvpin in zijn
programma, door de hofkringen ge
wijzigd, aankondigt en belooft.
DE BOODSCHAP VAN
ROOSEVELT.
President Roosevelt heeft de jaar
lij ksche Boodschap aan het Congres
der Vereenigde Staten gericht. Het
voornaamste dat ze bevat is het vol
gende
De President begon met de zaak.
die ieder op het oogenblik het naast
aan het hart ligt: de financieele crisis.
Het oppotten van geld is volgens
hem de oorzaak der crisis; hij waar
schuwt daartegen. De crisis zal echter
zijn politiek tegen de misbruiken der
trusts niet wijzigen, want de President
herhaalt eenige passages uit zijn Bood
schap van 1905 over de noodzakelijk
heid van een toezicht op de groote
lichamen die te omvangrijke kapitalen
opeenstapelen.
Wat den strijd tegen de trusts be
treft, Roosevelt herhaalt hier wat hij
reeds in 1906 en verder nog zoo dik
wijls heeft gezegdde anti-trustwet
moet niet worden opgeheven, maar
zij moet krachtiger worden gemaakt
en meer in overeenstemming met den
werkelijken toe,tand. De trusts moe
ten verplicht worden tot publicatie
van belansen, overlegging van boeken-
en zoo meer, terwijl zulk een ver
plichting afgedwongen moet kunnen
worden, niet door processen, maar langs
administratieven weg. Daarenboven be
hoort de anti-trustwet aangevuld te
worden met bepalingen tegen het ge
bruik van bijzondere middelen om de
concurrentie tegeu te gaan, die mid
delen waardoor feitelijke monopolies
ontstaan en alle mededinging wordt
uitgesloten. De werkelijke eigenaars
van zulke lichamen moeten gedwongen
worden hun zaken onder hun eigen
naam te drijven. Ook behoort men het
gebruik tegen te gaan, dat de eene
maatschappij, die zaken doet in meer
dan één staat, aandeelen bezit in een
andere.
Als een bewijs van de gunstige
werking van het staatstoezicht wijst
Roosevelt erop, dat in de crisis die
inrichtingen, welke onder staatstoezicht
stonden, de moeilijkheden te boven zijn
gekomen, terwijl alleen zij die niet
onder dat toezicht stonden, het er bij
hebben afgelegd. In een crisis als deze
moet de regeering vrijer zijn in het
uitgeven van muntspecie.
Het bedrag der nationale inkomsten
is volgens den president bevredigend,
doch dat neemt niet weg, dat de
meening veld wint dat het hoog tijd
wordt om de belastingen te hervor
men een progressieve inkomstenbe
lasting, een hooge successiebelasting
worden door hem aanbevolen.
Ook spreekt de Boodschap over den
landbouw: zij zegt dat men moet
den, die naar een andere plaats gingen,
een brief meegeven was gebruikelik.
Van Bosse, de zeer bekwame minis-
ster van financieën in het eerste minis
terie Thorbecke, wist na het overwinnen
van een felle tegenstand in de Tweede
Kamer in April 1850 een wet op de
brieveposterij tot stand te brengen,
waarbij hel brievevervoer tot een staats
monopolie werd verklaard. Het briefport
was toen 5 ets. binnen de afstand van
30 K. M., 10 ct. voor 30 tot 100 K.M.,
en voor grotere afstanden 15 ets., alles
bij een gewicht van 15 Gr. per brief.
Aan de tegenstanders van deze wet,
die beweerd hadden dat de staat er
door tot grote uitgaven zou worden
gedwongen, kon Van Bosse met vol
doening in 1851 meedelen, dat van
Mei tot Augustus, vergeleken met de
zelfde maanden van het vorige jaar,
het brievevervoer met 105 pet. was
toegenomen. In 1852 verklaarde Van
Bosse bij de begroting, dat de meerdere
kosten door de wet veroorzaakt, door
het meerder vervoer gedekt waren. In
1853 waren de uitgaven voor de brie
veposterij f783,056 en de inkomsten
f 1,440,811.
Ook aan de toenemende eis des tijds
om sneller dan per brief, aan afwezige
personen mededelingen te doen of in
lichtingen te vragen werd voldaan.
In Maart 1852 bracht de minisler
van Binnenlandse Zaken, Tlorbecke.een
trachten den boer zijn stuk land van
middelmatige grootte te laten behou
den; het zou een ramp zijn voor het
land, wanneer deze soort van grond
bezit werd verdrongen, hetzij door
grootgrondbezit, hetzij door een ver
snippering vau den bodem.
De Amerikanen moeten meer moeite
doen om de scheepvaart op Europa
zelf in handen te krijgen; thans is zij
bijna uitsluitend in handen van Euro-
peesche maatschappijen en dat is heel
onvoordeelig voor Amerika,
Uil Stockholm wordt gemeld dat
de lichaamskrachten van koning Oskar
den laatsten tijd, tengevolge van onrus
tig slapen, zijn verminderd De genees-
heeren hebben hem derhalve aangeraden
de regeeringszaken eenigen lijd te laten
rusten. Dientengevolge is de Kroonprins
gedurende de ziekte van den Koning
tot regent benoemd.
Tweede Earner.
In gewone omstandigheden vertegen
woordigen de leden der Tweede Kamer
het Nederlandsche volk bij de behan
deling der Waterstaalsbegrooting ver
tegenwoordigen zij hun district.
Allerlei belangen en belangetjes worden
bedacht, voor elke categorie der talrijke
ambtenaren, beambten en werklieden van
den Waterstraat enz., wordt lotsverbete
ring bepleit.
Zoo ging hel Maandag en Dinsdag
ook weder.
Vier Overijselsche afgevaardigden vroe
gen een vast plan van normaliseering
van den IJsel.
De Minister beloofde overweging.
De heer Smeenge had reeds aange
drongen op Kanaliseering van de Eem
en op het Kanaal door de Geldersche
valleiten bate van de binnenscheep
vaart.
Er is in het geheele Kabinet geen enkel
zoo welwillend man als de heer Kraus.
Men kan hem letterlijk niets vragen, of
hij is bereid er over te denken, te over
wegen, te onderzoeken.
Zoo zegde hij overweging toe van het
subsidieeren van een vluchthaven te
Hoorn.
Wat de ponten te Velsen betrof, de
heer Passtoors vond den toestand ellendig,
de heer Reyne daarentegen prachtig.
Dezelfde heeren waren het ook oneens
over de verhooging der retributie voor
den vischafslag te IJrauiden. Alleen was
het oogenblik, nu er malaise heerschte,
niet gelukkig gekozen.
De Minister beloofde niets te zullen
beslissen zonder veelzijdige adviezen in
le winnen.
Uit het debat over de Rijksgebouwen
bleek, dat de plannen tot verplaatsing
der departementen van algemeen bestuur
nog niet hard opschieten.
Bij de afdeeTng spoorwegen kwamen
in behandeling wetjes tot toekenning
van rentelooze voorschotten voor de
spoorwegen HoornVenhuizenBoven-
kirspel en Ewijcksluis—Schagen.
De heer Ruys de Beerenbrouck klaagde
over stiefmoederlijke bedeeling met spoor
wegen van Limburg en drong op meer
medewerking aan.
Hij constateerde met genoegen, dat het
te Utrecht gehouden congres van spoor
wegpersoneel erkend had, dat aan dit
personeel 't stakingsrecht moet worden
ontzegd.
De heer Van Nispen keurde scherp af
de jongste, onverwachte, verhooging van
de tarieven voor goederenvervoer en
stationskosten.
wet tot stand, waarbij bepaald werd,
dat van staatswege een nel van elektro-
magnetiese telegraaflijnen zou worden
aangelegd en onderhouden tussen Den
Haag en de voornaamste plaatsen van
het rijk tot aansluiting aan België
Pruisen en het toen nog onafhankelijke
koninkrijk Hannover. Een telegram kostte
over een afstand van hoogstens 74 K.M.
voor 1 tot 20 woorden f 1,20; voor
21 tot 50 woorden f 2,40; voor 51 tot
100 woorden f 3.60. Over een afstand
van 74 tot 185 K.M. het dubbele en
voor meer dan 185 K.M. het drievoudige
tarief.
Nog steeds was de tijdelike regeling
van de armenzorg van het jaar 1818
van kracht gebleven. Deze bepaalde
dat het domicilie van onderstand ver
kregen werd door geboorte, en ver
anderde door vierjarige inwoning. Indien
dus een armlastige uit Amersfoort ver
huisde naar Utrecht en hier binnen
vier jaar om onderstand aanklopte, werd
die dooi Utrecht verleend, maar op
Amersfoort verhaald. En nu werd er
geklaagd dat hij bij het ondersteunen
van armen ten koste van een andere
gemeente, de noodzakelike zuinigheid
niet altijd in 't oog werd gehouden.
Overeenkomstig het voorschrift van de
grondwet diende Thorbecke een wets
ontwerp in tot regeling van het armbe
stuur. In de memorie van toelichting
leest men: „De vrijheid van biezondere
De heer Treub was 't daarmede eens
doch in tegenstelling met den heer Ruys
had hij met genoegen gezien, dat leden
van den Raad van Toezicht bovenbedoeld
congres bijwoonden. Daarentegen klaagde
hij over het uitblijven van bevredigende
loonregelingen bij de oude spoorweg
maatschappijen, althans wat 't lagere
personeel betrofover gebrek aan eenheid
in de, te veroordeelen, reglementen, die i
deels strijdig waren met het Arbeids-
contract. Zeer streng gispte spreker hetl
vermomde verbod in de reglementen I
der H. IJ. S. M., om lid te wezen vanl
een vakvereeniging.
LIBERALE UNIE.
KIESRECHT.
zien
bij
rang
Het hoofdbestuur der Liberale Unie inge\
heeft tot de aangesloten kiesvereeni- zou
gingen een uitvoerig schrijven gericht word
over de kiesrecht-kwestie. Het acht nu des
den tijd gekomen tot behandeling van moet
het Kiesrechtrapport, in 1903 uitgebracht H<
door de heeren de Kanter, Rink en verte
Patijn, in een algemeene vergadering Unie-
van de Liberale Unie. tijvei
In het bovengenoemd Kiesrechtrapport dient
wordt op den voorgrond gesteld, dat hel genu
stelsel van de thans bestaande Kieswet 'bedo
het attributief kiesrecht behoort groot
te worden vervangen door eene regeling, ingei
waarbij allen tot de stembus worden distr
toegelaten, die niet door de wet zijn lijk
uitgesloten. Uw Hoofdbestuur sluit zich Hi
daarbij geheel aan. Een attributief kies- gend
recht, waarbij bepaalde categorieën wor- Unie
den toegelaten met uitsluiting van alle a.s.
anderen, die niet onder een der cate- zijn
gorieën vallen, moet, zooals door de aan
Unie-commissie overtuigend is aange- bren
toond, leiden tot willekeur en tot het gege
weren van de stembus van zeer vele spro
burgers, even geschikt tot kiezen als een den
deel dergenen, die aan één of meer houi
kenteekenen van geschiktheid of welstand
voldeden.
Wie behooren dus le worden uil- k0;„
gesloten? en
Aan de hand van het meergenoemde jj0rri
rapport is het hoofdbestuur lot de vol- _n(,(
gende conclusiën gekomen
Van degenen, die Nederlander en in- 1
gezetenen zijn, behooren, om redenen disti
van algemeen belang, te worden uit- fje
geslotenU
lo. zij, die tot de blijvend bedeelden Vols
behoorenG
2o. zij, die den leeftijd van 23 jaar (anti
nog niet bereikt hebbtnV
3o. zij, die bij onherroepelijk gewor- en
den rechterlijke uitspraak de beschikking 608
of het beheer over hun goederen hebben
verlorenHL
4o. zij, die bij onherroepelijk geworden jj
rechterlijke uitspraak, ter zake van het stra
plegen van een strafbaar feit, ontoereken- Kon
baar zijn verklaard 6a(,
5o. zij, die als krankzinnigen in een
gesticht verpleegd worden
60. zij, die bij onherroepelijk geworden j
rechterlijke uitspraak tot gevangenisstraf j
van ten minste één jaar zijn veroordeeld
7 0. zij, die bij onherroepelijk geworden j
rechterlijke uitspraak veroordeeld zijn j
wegens landlooperij of bedelarij
80. zij, die bij onherroepelijk geworden
rechterlijke uitspraak zijn veroordeeld!
wegens een der overtredingen, genoemd t
in art. 426 en 453 van het Wetboek beri
van Strafrecht, bij herhaling begaan reri
(dronkenschap)pcbi
9o. zij, die bij onheiroepelijk gewor- 2
den rechterlijke uitspraak van hun van
kiesrecht zijn ontzet. op
Met betrekking tot de bedeelden j
komt het hoofdbestuur tot de slotsom, I
dat het om practische redenen voorals
nog geen andeien uitweg ziet dan i
alleen diegenen blijvend uit te sluiten, I
die in een armhuis of soortgelijke in- te
V!
qi
OU
Ik
at
personen en verenigingen tot deelneming
aan het werk van de weldadigheid is I
behouden, ja gewekt, maar zoveel moge- L_
lik op eenparige samenwerking gericht, fï
„De grondwet veroorlooft des noods
verder te gaan, en de gehele armen-
zorg als een publieke dienst te beschou- jj
wen. Maar zover te gaan schijnt tans ff
noch nodig, noch nuttig.
„Dit is echter nodig, dat de wet het 1
verband regelt, waarin de kerkelike arm-on,
besturen met de andere instellingen van j„
weldadigheid en met het burgerlik arm- Sp;
bestuur staan. Vgi
„Maar wanneer de wet de betrekking E
lussen de armen en de armbesturen in ge
dier voege regelt, dat elk behoeftige kan
weten aan welk bestuur hij zich heeft
aan te melden, dan geeft dit aan de Iw
armen daarom geen het minste recht, ke
om van het bestuur waarnaar de wet
hem verwijst, onderstand te eisen, noch jk
wordt daardoor in het minst verkorl w.
het recht van dat bestuur om op hé jq(
verzoek van ouderstand te beschikken, 0p
zoals het vermeent te behoren." ee
Het wetsontwerp werd echter in de ,je
Tweede Kamer niet afgehandeld, daar
het ministerie Thorbecke aftrad ten ge
volge van de Aprilbeweging. ni
in
'y
Wordt vervolgd. ie
■e