Vrijzinnig1 Orgaan voor Amersfoort en Omstreken.
Neutrale VaJivereeoigingeu.
Noi 117.
DONDERDAG 19 DECEMBER 1907.
4e JAARGANG.
Uitgave van de Naaml. Vennootsehap „DE EEMLANDEB".
Directeur B. G. RIJKENS.
VeFsehijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond.
Bureau: BREEDESTRAAT 20.
FEU1LLETON.
DE KLcEINDOGHTER.
BUITENLAND.
DE EEMLANDEB
AbonnementsprlJ s
Per jaarf 3.00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden0.75
Franco per post- 0.90
Afzonderlijke nummers-- 0.05
Telefoon Interc. 62.
Prijs der Advertöntlën
Yan 1 tot 5 regelsf 0.40
Voor iederen regel meer- 0.08
(Bij abonnement belangrijke korting.)
Zij die zich met 1
Januari a.s. op dit
blad abonneeren, ontvangen de
tot dien datum verschijnende
nummers gratis.
VT,ITVT''TT''V'T,V*VVV
Maandag is hier ter stede eene ver
gadering gehouden, waarin een paar
sprekers het goed recht van bestaan
van neutrale vakvereenigingen hebben
aangetoond en gewaarschuwd hebben
tegen versnippering van krachten door
naast deze allerlei andere vakvereeni
gingen te stichten, die zich onder
scheiden naar gelang van de kerkelijke
belijdenis van de leden.
Het is een zonderling ding met die
zoogenaamd .christelijke» vakbonden.
De noodzakelijkheid van het oprichten
dier bonden blijkt plotseling, wanneer
pogingen worden aangewend om neu
trale vereenigingen op te richten. Vóór
dien tijd schijnt daaraan geen behoefte
te bestaan. Duidelijker gesprokenlieden,
die geheel buiten de vakbeweging
moesten blijven, haasten zich dergelijke
vereenigingen te laten oprichten
want uit zichzelven denken de arbeiders
hier niet aan als ze vernomen heb
ben, dat er een neutrale vereeniging
dreigt te komen.
Vóór dien tijd hebben ze zich het lot
van den arbeider in dezen niet aan
getrokken.
Dat is een eigenaardig verschijnsel,
dat arbeiders wel tot nadenken moet
brengen.
Een tweede merkwaardige omstandig
heid is, dat we wel rondom ons allerlei
«christelijke», roomsch-katholieke, enz.
vereenigingen van arbeiders zien ver-
Door M. Böhme.
12).
«Ben je een tuinman?» vroeg ze
nieuwsgierig rondkijkend.
«Dat niet precies. Maar ik hou van
tuinen, kleine. Dus je heet Erika Man-
nebach».
«Jawel. Uit villa «Avond-rust», ver
klaarde Erika trotsch. Zij wist, hoe men
overal in het stadje eerbied had voor
de familie Mannebach.
En jij, hoe heet je?»
«Erwig Meier. Je mag ook wel oom
Erwig zeggen.»
Erika knikte. Erwig schoof zijn linker
hand onder haar spitse kin en zag na
denkend in het fijne, nu eenigzins blo
zend, vriendelijk lachend gezichtje. De
trekken van het kind herinnerden hem
aan een lang verganen, schoonen tijd
vól jeugd-droomen en dwaze, zoete hoop.
Wat doe je nu met al die bloemen
vroeg Erika.
«Ik geniet ervan. En dikwijls genieten
er ook anderen van. Je hebt zeker ook
wel'een klein tuintje voor je zelf, waarin
je bloemen plant en verzorgt
«Ik? Neen. Wij hebben immers den
grooten tuin, en twee tuinlieden. Dat
rijzen, maar nog altijd zien we te ver
geefs uit naar patroons-vereenigingen.
die met dat toevoegsel prijken. Hoe
komt dat Zijn bovengenoemde heeren,
die er als de kippen bij zijn, wanneer
arbeiders zich trachten te vereenigen,
in 't geheel niet begaan met het lot
dier arme patroons, wier zieleheil door
neutraliteit gevaar loopt Of vreezen
ze door dezen met een beleefd doch
beslist«uwe hulp wordt in deze niet
gewenscht,» te worden afgewezen
Als de arbeiders zich deze vragen
eens stellen, er rijpelijk over nadenken,
dan gelooven we niet dat het noodig is,
er nog veel over te redeneeren. waarom
het wenschelijk is, dat allen zich organi-
seeren in éene vereeniging, waarin men
voor zichzelf mag denken, en waar
niet van bovenaf gedicteerd wordt, wat
hun belangen zijn.
Het is werkelijk bedroevend, hoe er
soms gespeculeerd wordt op de minder
verstandelijke ontwikkeling van som
migen om hun te bewijzen de nood
zakelijkheid van het bestaan van «christe
lijke» vakvereenigingen.
Hebben we niet Maandagavond in
allen ernst een debater hooren beweren,
dat, wanneer er bijvoorbeeld verande
ringen aan een machine moeten worden
aangebracht, een arbeider op «godsdien-
stigen grondslag» (sic.) daarover wel
licht heel anders zal oordeelen, dan
iemand die niet met hem op eenzelfden
wortel des geloofs stoelt?
Het nut der vakvereenigingen wordt,
voor zoover wij weten, door niemand
meer ontkend. En nu zou het zeer te
betreuren zijn, als deze verhinderd wer
den tot bloei te geraken, door tusschen
de personen, die in aanmerking komen
er lid van te worden, den godsdienst
weer als een wig te drijven.
De zaal was bij gelegenheid van deze
vergadering geheel gevuld. Maar toch
missen we bij dergelijke gelegenheden
wil zeggen, tante Louise heeft een tuin
man, en wij en tante Beata hebben er
samen een.»
«Beata», herhaalde hij, in gedachten.
«Ja, mijn tante Beata, mevrouw Rel-
chenberg."
«Mevrouw Reichenberg", zei Erwig
en streek met zijn zakdoek over zijn
heet voorhoofd. «Zoo. Heb je nooit
gewenscht, een klein stukje tuingrond
geheel voor je zelf te hebben en daarop
bloemen te telen?»
«Neen. Maar ik geloof, dat ik het wel
prettig zou vinden. Waarom heb je dat
bed daar omgespit?»
«Daarin zaai ik nu dadelijk bloemen.
Een heel bijzondere, buitenlandsche
soort. Het bed wordt met glas bedekt
en over drie weken zijn er al planten.
Midden October worden ze uit den
grond gehaald en in potten geplant, en
omstreeks Kerstmis krijgen ze wonder
lijke, heerlijkgeurende bloemen, die op
rozen gelijken.»
«O, o!» zei Erika verrukt, «mag ik
dan zien? En mag ik nu bij 'tzaaien
kijken?»
«Zeker. Als je graag wilt, mag je
ook zelf een paar korreltjes inleggen».
«Graag, graag.»
Erwig lachte. Terwijl hij voorzichtig
de platte, op kleine muntjes gelijkende
zaadkorreltjes in de aarde legde, hielp
hem de kleine Erika, door het schaaltje
vast te houden, en doordat hij met haar
teveel personenuitniet-arbeiderskringen.
Het was toch wel een zaak van sociaal-
belang, die hier behandeld werd. Een
weinig meer belangstelling in hetgeen
er in de werkliedenkringen gebeurt,
kan heusch niet anders dan tot eigen
ontwikkeling strekken.
Het komt dikwijls voor, dat op zulke
bijeenkomsten minder ontwikkelden een
gemakkelijke prooi worden van welbe
spraakte personen, die niet veel moeite
hebben hun het een of ander voor te
tooveren.
Waar zijn dan de ontwikkelde, wel
bespraakte vrijzinnigen, om die leeringen
te critiseeren
Als men wat meer in die vergade
ringen kwam, zou men ook beter op
de hoogte zijn met de gevoelens, die
er in werkliedenkringen heerschen, want
men is op die bijeenkomsten niet ge
woon van zijn hart een smoorkuil te
maken.
DE OOGST VAN ÉÉN DAG IN
RUSLAND.
Over 't geheel gevoelt de conservatieve
partij in Rusland zich weer sterk en uit
de berichten blijkt, hoe zij van hare
kracht gebruik maakt. In een gematigd
Russisch blad, de „Slowo" heeft een
oud-lid van een zemstwo, die geenszins
revolutionaire neigingen bezit, een merk
waardig staaltje gegeven van de manier,
waarop de Regeering de revolutie, die
toch eigenlijk volgens de officieuze be
richten, niet meer bestaat, bestrijdt. Hij
verhaalt
«Gisteren was het Zondag en ik had
het voornemen na eene vermoeiende
week te rusten. Zoo las ik des morgens
kalm de courant. En wat vertelde dat
blad Dertig menschen zijn in zes ver
schillende en ver van elkander liggende
steden, te Warschau, te Sebastopol, te
Wladiwostok op eenen dag ter dood
veroord.eld. Elf personen zijn, weer in
verschillende steden, door de terroristen
vermoord. Eene geheele familie is uit-
handje de aarde over de zaadkorreltjes
drukte. Dan mocht ze zelf, in een hoek
van het bed, een paar korreltjes in
steken.
«Kijk, mag ik nu ook komen zien
of ze al opkomen, de mijne
«Natuurlijk, Dat wil zeggen, als je
pa en je gouvernante 't goed vinden.»
«O, ik vraag het hun niet eerst. Pa
weigert niets en de juffrouw heeft niets
over mij te zeggen. Zij gaat ook bin
nenkort weg.»
«Zoo, zoo. Ben je nu ook zonder
verlof weggeloopen, Erika
«Eigenlijk ben ik er van door. Zij
moeten mij zoeken. Zij moeten angstig
worden. Ze hebben mij ook boos ge
maakt.
«O ho, hoe kwam dat, Erika?»
«Gisteren had ik er pleizier in 'n paar
kladden op mijn schrijfboek te gooien.
Die akelige Lindeman gaf me een tik
op mijn vingers. Ik, niet lui, spuw haar
in 't gezicht. Wat had ze mij ook te
slaan? Toen werd ze brutaal, en ik
kreeg klappen, en verklikt heeft ze me
ook nog bij papa, die ouwe gans. Nu
zitten ze bij tante Louise en houden
raad, ik moet in een pension, of een
stiefmoeder krijgen. Jawel 1»
Zij stampte met de voeten.
«Ze zullen wat beleven
Erwig schudde ernstig het hoofd.
«Kijk eens, ik had heel niet gedacht
dat je zoo'n stout, klein meisje was.
geroeid. Te Moskou schonken de ambte
naren een hunner chefs een heiligen
beeld om hem geluk te wenschen met het
feit, dat hij aan een aanslag was ont
komen. Te Kiew werden zevenhonderd
studenten en vijftienhonderd hoorderes
sen bij de vrouwencolleges van de uni
versiteit verwijderd. Te Moskou werd de
universiteit door militairen bezet. Te
Koetais sloot men de middelbare scholen.
De dagbladen vreezen, dat de beweging
onder de studeerende jeugd weer sterk
zal toenemen."
Dat is de oogst van één Russischen dagl
FINLAND.
De Russische gouverneur van Finland
heeft bevel gegeven tot verwijdering
van vijfentwintig Joodsche familiën uit
Helsingfors. Politieagenten haalden de
arme menschen uit hunne woningen,
brachten hen naar het station, dwongen
hen in een wagon plaats te nemen en
verwijderden zich eerst toen de mis
dadigers, tegen wien niets wordt aan
gevoerd, vertrokken waren. De burgers
van Finland, dat zooals men weet onder
de landen der Russische kroon een
eigenaardige positie inneemt, hebben
tegen dien maatregel van den mensch-
lievenden gouverneur geprotesteerd op
grond van de door de Tsaren bezworen
rechten van Finland. Men laat hen
protesteeren en doet wat goed is in de
oogen der bureaucratie, die blijkbaar
weer goede dagen beleeft.
VEREENIGDE STATEN.
De correspondent van de „Daily Tele
graph" schrijft uit New-York
De dagen van angst en spanning, die
pas in Engeland doorleefd zijn, in ver
band met de dreigende groote staking
op de spoorwegen, hebben wij nu. Wan
neer de arbeidervereenigingen blijven
staan op al haar eischen, dan zal 't
grootste conflict ontstaan, vreezen we,
tusschen de arbeiders en de spoorwegen,
dat de wereld ooit gezien heeft.
De besturen van 65 spoorwegen hebben
besloten niet in te gaan op de verzoeken,
eenigen tijd geleden hen gedaan door de
vereenigingen van het spoorweg personeel,
uitgezonderd de Broederschap der Machi
nisten, welke steeds een onafhankelijk
standpunt heeft ingenomen in arbeids
geschillen.
Nu kan ik je waarlijk ook niet als help
ster in den tuin gebruiken.»
Waarom niet?"
«Omdat een goede tuinier een zachte,
geduldige hand moet hebben en voor
alles nooit toornig mag worden als iets
niet zoo gelukt en gebeurt, als hij het
graag zou willen en gelooft te mogen
verwachten na al zijn arbeid. Als je
hierheen, bij mij, wilt komen, moet je
het kwaad-worden afwennen, Erika. En
vooral het schelden. Mijn bloemen
schrikken en verdorren, als ze zulke
leelijke woorden hooren.»
«Hé! Planten hebben toch geen
ooren,» zei Erika, «die begrijpen toch
niets,» en beet in een meegebrachten
appel, om hem dadelijk daarop met een
ontevreden uitroep weg te smijten.
«Dat denk je maar. Weet je, wat
die appel, Erwig raapte de vrucht
op zeggen zou, als je hem verstond
Hij zou zeggen, dat je een leelijk kind
bent, en klagen. Ik ben een edele witte
winter-Calvine, zou hij zeggen, en ik
wachtte op de laatste gouden, zonnige
dagen, die mij moesten rijpen doen.
Ik was bestemd, een mensch door mijn
geur en mijn heerlijken smaak te ver
kwikken. Misschien zou een zieke mij
eten. Ik was trotsch en gelukkig met
mijn bestemming. jDaar komt een kleine,
ruwe hand, plukt me af en werpt me
in het vuil, waar ik nu blijf liggen en
ellendig onder ga. Zie je, dat zou hij
De beslissing der presidenten van de
spoorwegen zal niet officieel bekend
worden gemaakt voor 29 December.
Op dien dag wil men een samenkomst
houden in New-York van de besturen
der 65 sporen om de bijzonderheden uit
te werken van hun beslissing en om dezen
den leiders der arbeidersvereenigingen mee
te deelen. Wanneer deze hun verzoeken
aan de verschillende spoorwegen zenden,
zullen zij er bij verklaren, dat een afwij
zing hiervan gevolgd zal worden door
een algemeen verbond op alle lijnen van
't oostelijk deel van 't land.
Voor 't eerst in de geschiedenis van
de onderhandelingen tusschen de werk-
liedenvereenigingen en de besturen der
spoorwegen handelen de eerste in over
leg en overeenstemming met elkaar. De
nationale leiders van de vereeniging der
spoorwegconducteurs hadden met ver
tegenwoordigers der Broederschap der
spoorwegarbeiders op verschillende ver
gaderingen in 't laatst van October in
New-York besprekingen gehoudeneven
eens hadden opeenvolgende bijeenkomsten
plaats te Altoona in Pennsylvania, waar
de eischen werden opgesteld, die inhou
den een loonsverhooging van 10°/o-
PERZES
Nog altijd zijn de berichten uit
Perzie niet volkomen duidelijk: water
gaande is, kan men er niet met zeker
heid uit afleiden. Wel staat het vast
dat de crisis ernstig is, dat het conflict
tusschen Parlement en Sjah geleid
heeft tot een staatsgreep of iets wat
daarmee vrijwel gelijk staat
Er is zonder twijfel een zeer ern
stige politieke crisis uitgebroken en de
Sjah heeft getracht door krachtig op
treden, door gevangenneming der mi
nisters, indruk te maken, in de hoop
het daardoor van het Parlement te
winnen. Dat is hem echter niet gelukt
het Parlement is bijeen gebleven, een
groot deel van het volk heeft de partij
van het Parlement gekozen en beant
woordt nu de daden van den Sjah
met een beroep op de vreemde mogend
heden.
Volgens dat Reuterbericht zou «het
Perzische volk» zijn instemming met
het beroep betuigen; maar het is de
vraag of dat juist is, of werkelijk de
groote meerderheid van het volk daarmee
zeggen. Ik zit hier vaak 's avonds en
luister dan naar de verhalen, die de
bloemen en planten mij vertellen.»
«Ach. Welke dan bijvoorbeeld?»
«Daarover spreken we een anderen
keer, kleine als je me belooft, altijd
aardig en lief te zijn en geen leelijke
woorden te zeggen. Als je dan van je
familie moogt hier komen, behoef je
maar aan het poortje te kloppen, dan
laat ik je in. Om dezen tijd ben ik
bijna altijd in den tuin.»
«Ik zal er aan denken,» zei ze zachtjes.
Ze bleef nog een poosje bij Erwig
zitten op de bank. Het beviel haar
buitengewoon in het zonnige hoekje
tusschen de bloemen.
Deze oom Erwig was voor haar als
een goede oude kennis, op al haar
vragen kreeg ze antwoorden, die zij
begreep, en juist zegden, wat haar
belangrijk voorkwam het was eenig
prettig hier.
«Van zulke witte rozen houdt tante
Beata zoo veel,» zei ze, toen ze op oom
Erwig's raad eindelijk opstond, om weg
te gaan, terwijl ze op een struik in vol
bloei staande rozen wees.
(Wordt vervolgd