Merkwaardige Woorden en Daden BINNENJL \Ni>. UIT DE PERS. Kunst- en Wetenschap STADSNIEUWS. publieke bij eenkomsten ging è.i voor de uitdagende damesschaar èn voor het publiek de aardigheid er af. Nu wordt het eens geprobeerd met het zenden van duizenden brieven aan belastingbetalende dames over 't geheele land verspreid, waai in verzocht wordt voorloopig hare belastingcenten in den zak te houden. Zooals te begrijpen valt hebben velen, vooral zij die voor geen kleintje, of liever kleinigheid, vervaard zijn, daar wel ooren na. „Massa's toezeggingen hebben we reeds ontvangen" verklaarde de secretaresse der sociale en politieke vrouwenvereeni- ging. „De leden van onzen bond zullen den ontvanger meedeelen, dat ze geen belasting kunnen betalen, zoolang de vrouw verstoken blijft van het mede zeggingschap in regeeringszaken. We weten zeer goed, dat dit besluit talrijke arrestaties tengevolge zal hebben, doch dat is voor het oogenblik juist het door ons beoogde doel." Het nieuwe jaar zal in Engeland een wet in werking zien treden, die zeer belangrijke gevolgen kan hebber voor de vermindering der misdadigheid. De wet-Bérenger weldra in ver schillende landen nagevolgd bracht ons reeds de zoo humane instelling der voorwaardelijke invrijheidsstelling van den beklaagde, die voor den eersten keer gevallen is. De nieuwe Engelsche wet breidt dit Instituut nog uit en stelt een groep ambtenaren aan van beide seksen, die tot taak hebben den voor waardelijk invrijheid gestelde te bewaken, een soort moreele en materieele voogdij over hem te oefenen, ten einde hem te behoeden voor een tweeden misstap en hem zoo mogelijk weder geheel op te heffen. Hij blijft in voortdurende voeling met zijn voogd of voogdes, die Irachten moet hem weder een betrekking te be zorgen, zoo hij deze verloren mocht hebben door z'n kennismaking met de justitie, in één woord, die hem de hand moet bieden om weer.in de maatschappij een behoorlijke plaats in te nemen DUITSCHLAND. In ons vorig nummer hebben we reeds gemeld, dat tegen Harden vier maanden gevangenisstraf zijn geêischt, Het Hbl. meldt verder Na een requisitoir van anderhalf uur, een meesterstuk van welsprekendheid, logische indeeling der stof en karakteri seering der hoofdpersonen Moltke, Eulenburg, Frau von Elbe en Harden, eischte de Staatsanwalt dr. Isenbiel tegen Max Harden vier maanden gevan genisstraf wegens eenvoudige beleediging. Hij kenschetste Harden als misschien den meest onderlegden publicist van Duitschland, in zeker opzicht geniaal en een fascineerende persoonlijkheid, maar van een brutale .Rücksichtslosigkeit" die, om zijn doet te bereiken, over lijken stapt, en die zijn middelen niet goed weet te kiezen. Deze gebreken hebben hem thans ten val gebracht. Hij heeft zijn materiaal alleen van Frau von Elbe, een niet toerekenbare, en had hiervan geen gebruik mogen maken zonder de tegenpartij te hooren. Betreffende Moltke zeide het O. M. „Wir haben Schmutz weggefegl", niet een atoom vuil is gebleven aan den edelman, niet alleen van geboorte of positie, maar ook van karakter, een man, voor wien iedereen zich buigen moet. Ook Eulenburg is schoon uit den strijd te voorschijn gekomen. De Staatsanwalt is overtuigd, dat Harden gehandeld heeft met de bedoeling, het land een dienst te bewijzen hij is en blijft een man van groote distinctie VAN Ministers en Kamerleden sedert het Jaar 1858. ontleend aan Kollewyn's Geschiedenis van Nederland. 4e deel. 9- Het was bij de beraadslagingen dui- deiik aan 't licht gekomen dat Van der Brugghen de ethies-ireniese rich ting was toegedaan, die, volgens Chan- tepie de la Sausaye, wel de leer van de Dordtse vaderen aannam, maar niet de dogmatiek op de voorgrond plaatste, zooals de confessionelen deden. Bij de ethies-ireniese richting stond het gods dienstig gemoedsleven hoger dan het als onomstootbaar waar erkennen van bepaalde geloofs-artikelen. Zij kende aan de staat het recht niet toe om leerstellig onderwijs te geven en gaf daarom de voorkeur aan de biezondere school; maar wilde toch zoveel mogelik de openbare school van het zedelik christelik beginsel doordringen. Het wetsontwerp werd met 47 tegen 13 stemmen aangenomen, en onmiddellik daarop nam Groen van Prinsterer «met smart, doch uit persoonlik plichtbesef Ethies zedelik. Irenies vrede stichtend, inzonderheid tusschen kerkelike \jvisten. en van aanzien, maar hij bewees het land een zeer slechten dienst. Hij schaadde het aanzien van Duitschland in het buitenland zeer. Met het oog op deze gevolgen kan hij niet anders, niettegen staande den zwakken gezondheidsloestand van Harden, dan gevangenisstraf tegen hem eischen. De Eerste Kamer wordt weder bijeengeroepen niet tegen 6 Januari a.s. gelijk aanvankelijk het voornemen was, doch legen Dinsdagavond 7 Januari te half negen. Zulks geschiedt vooral met het oog op de behandeling in de Tweede Kamer van het wetsontwerp tot goedkeuring van de overeenkomst betreffende de suikercon ventie, dat tegen 7 Januari aan de orde is gesteld. Naar de Zw. Ct. verneemt is de heer mr. dr. E. van Ketwich Ver schuur, hoofdcommies ter provinciale griffie van Overijssel, door de Gedep. Staten aangewezen als waarnemend griffier der Provinciale Staten dier provincie. De Haagsche corresponpent van het N. v. h. N. schrijft het volgende aan zijn blad omtrent het vieren van het Kerstfeest. Het Kerstmisvieren neemt hier van jaar tot jaar toe. Ik herinner mij nog zeer goed, hoe voor een jaar of 6 het een heele historie was om een denneboom te koopen, geschikt voor het Kerstfeest. Dien kon men toen alleen krijgen bij een koopman, die een bloemenstalletje had bij de Konin klijke stallen. Thans zijn zij overal in de stad verkrijgbaar en het is niet te hoog geschat, indien ik zeg, dat honderden denneboompjes koopers en koopsters hebben gevonden. Tot dit meer en meer in zwang doen komen van het Kerstfeest, óók voor de kinderen, heeft zeker veel bijge dragen, dat aan het Hof deze dag ge regeld gevierd wordt. In de Gothische zaal pleegt elk jaar een groot kinder feest gegeven te worden voor de kinderen van het personeel der Hof houding, waarbij de Koningin en Prins Hendrik zelf de geschenken uitdeelen. Natuurlijk wekt dit voorbeeld navolging en ziet men thans op het Voorhout, vlak bij het paleis der Koningin-Moeder een heel bosch van denneboompjes, die van af f2.50 tot zelfs f5 a f 10 toe grif van de hand gaan. In onze upper ten staat het zelfs deftig geen of weinig werk meer te maken van het aloude Hollandsche St. Nicolaasfeest, dat daar voor een soort van heidensch of roomsch feest wordt gehouden. In die kringen wordt thans Kerstfeest gevierd, welke mode wel zal duren tot dat aan allerh'óchste Stelle het St. Nicolaasfeest weder in eere wordt hersteld. DE CHRISTELJJK-SOCIALE POLITIEK. Het denkbeeld, door den leider der christelijk-socialen, of anti-semieten, in Oostenrijk, den Weenschen burgemeester dr. Lueger uitgesproken, om de univer siteiten in Oostenrijk weder te maken tot wat zij oudtijds waren, om ze weder onder het gezag en den invloed der kerk te brengen, wijl liet liberalisme (och maar tot „Verrohung" leidt, heeft de Neue Freie Presse aanleiding gege- en na rijp beraad" ontslag als lid van de Tweede Kamer. De eerste Kamer verenigde zich met de wet met op één na algemene stemmen. Na de aanneming van de wet op het Lager Onderwijs scheen een groot ge deelte van de liberale partij in Neder land de tijd gekomen te achten om op de lauweren te rusten en de vruchten van de overwinning te genieten. Vol gens Mr. Van Weideren Rengers waren de mannen die de toestanden van vóór 1841 terug wensten, de oud- konservatieve partij, deels te oud om invloed te kunnen uitoefenen, deels overgegaan tot de gematigd liberale richting die tans aan 't roer was, ter wijl de voor het oogenblik verslagen anti-revolutionairen hun troost en steun zochten en vonden bij het minder ont wikkeld deel der natie, «het volk achter de kiezers.» Het ministerie bracht nu nog een wet tot stand tot afkoop van de Sonttol. De mogendheden wier schepen door de Sont voeren zouden naar het getal schepen dat er gemiddeld jaarliks gebruik van maakte een evenredig deel van de gehele afkoopsom aan Dene marken betalenhet deel van Nederland bedroeg f r,900,000. Welk voordeel dat gaf kan daaruit blijken dat in 1857 door uit- en thuisvarende Nederlandse schepen f 343,000 aan tol in de Sont was betaald, en bijna f 3,400,000 aan vracht was ontvangen. Het was een tijd dat landbouw, nijverheid, vooral ven by verschillende wetenschappelijke personen in Oostenrijk en daarbuiten te vragen, hun meening over die plannen te zeggen. Onder degenen die hun antwoord inzonden behoort ook onze landgenoot, professor dr. J. H. van 't Ho£f, te Ber lijn, lid van de Berlijnsche Academie van Wetenschappen. Prof. Van 't Hoff begint zijn zeer breedvoerig antwoord, met de opmerking, dat hetgeen hij van de Oostenrijksche gebeurtenissen hoorde en las, hem on gelooflijk voorkomt: „De vrijheid der wetenschap in ge vaar in een land, dat zooveel uitstekende vorschers heeft, dat ten allen tijde denkers van den eersten rang kon aan wijzen. Het Katholicisme zou de univer siteiten pogen te veroveren, met andere woorden: de godsdienst zou zijn hand leggen op de wetenschap. Het maakt den indruk alsof onze moderne, ver lichte tijd de middeneeuwen slechts enkele schreden vooruit was. Wij zijn de treurige scholastiek der middeneeuwen kwijt geraakt I Toen was het slechts veroorloofd ontdekkingen te doen, die in overeenstemming waren met de dogmatiek der kerk. Aan het geocen trische standpunt mocht niet worden geraakt, ondanks Keppler en Goperni- kus. De geneeskunde kon niet vooruit komen, omdat de studie der mensehe- lijke anatomie door de kerk verboden was, enz. Wilde men waarlijk tot dat standpunt terugkeeren, of was het maar overdrijving?" Prof. Van 't Hoff gaat de geschiede nis der quaestie na, van de studenten- onlusten in Weenen, Praag en Graz, tol de aanneming van het voorstel- Masaryk, waarbij do vrijheid van onder zoek werd gehandhaafd. De verschillende phasen van den strijd daarna breedvoeriger besprekend, zegt prof. Van 't Hoff: „Twisten onder studenten komen overal voor, en ken merken zich gewoonlijk, doordat zij afmetingen aannemen/ die niet in verhouding staan tot de oorzaak." Hij wijst op de studenten-onlusten in Hannover, en op de wijze waarop Althoff, met zijn goed humeur en joviali teit, die oplostteen hij deelt daarna de geschiedenis mede van den strijd aan de Polytechnische School te Delft, ont staan over een artikel in den Studenten- Almanak; een strijd, die het corps in twee groote partijen splitste en die onzalige afmetingen dreigde aan te nemen, doch die door een verstandig besluit van den Senaat van het corps werd beslecht. In Oostenrijk is zoo iets moeilijker dan elders, omdat er het rassenvraagstuk bij te pas komt. Daar toch staan de katho lieken tegenover de Joden en statis tisch hebben de tegenstanders bewezen, dat het Joodsche element overigens geheel in overeenstemming me' het be volkingscijfer door meer dan 9 °/0 vertegenwoordigd was. Het bewijs is echter niet geleverd en niet te leve ren dat dit tot misstanden moet leiden. Voor de vrijheid van het onder zoek is het slechts van belang, dat ook de Joden de wetenschap niet pogen te brengen onder den invloed van een dogma. En nu bewijst de geheele ge schiedenis, zegt prof. Van 't Hofr, dat van Joodsche zijde steeds het beste werd gedaan voor het vrije onderzoek, door persoonlijke toewijding en materieelen steun. Dit kan de hoogleeraar uit per soonlijke ondervinding, gedurende den lijd dat hij te Amsterdam werkzaam was, bevestigen. Met lof spreekt hij niet alleen over den ijver en de toewijding der niet- arische studenten aan de studie, maar ook over den materieelen steun van scheepsbouw en handel bloeiden, en de toenemende welvaart de vraag naar allerlei voortbrengselen vermeerderde. Terwijl bovendien de sedert 1S48 ont dekte goudmijnen in Californië en die van Australië voortdurend meer op leverden, daalde de waarde van het geld en steeg de prijs der waren. Menigeen kocht grote hoeveelheden op krediet, in de hoop door het stijgen van de prijzen in korte tijd grote winst te be halen maar in 1857 had er een grote omkering plaats. De grote hoeveelheden koopwaren, vooral graan en tabak, die in de Ver enigde Staten van N. Amerika opge stapeld lagen, konden niet tegen de hoge prijzen die er voor geëist werden naar Europa verscheept worden. Nu moest menig spekulant met verlies ver kopen. Van Amerika sloeg die achter uitgang op Europa over, het handels- vertrouwen werd overal geschokt, en zo werden zware verliezen geleden, niet het minst door het spekuleren in allerlei fondsen. Naar aanleiding van die handels- en geldkrisis werd door de Staten- Generaal, op voorstel van de ministers Van der Brugghen en Vrolik, minister van financiën, de woekerwet afgeschaft wegens de onmogelikheid om ontdui king te bewijzen. De woekeraar leende b.v. voor twee jaar f 800 tegen 5 pet. per jaar, maar liet de lener een schuld bekentenis teekenen van f 1000. Wel werd de bepaling behouden dat de wettelike intrest in burgerlike zaken baron Rosenthal, die hem instaatsteldeeen zeer duur toestel voor zijn laboratorium aan te koopen, over den steun van den heer Lehman voor het oprichten der aula, en over de pogingen om hem in Amsterdam te houden, door gelden bij een te brengen voor een nieuw profes soraat, waardoor Van 't Hoff zou worden ontlast van vele werkzaamheden. Ook te Berlijn deed prof. Van 't Hoff dezelfde ondervindingen op. «Maar de moeilijkste en voor de wetenschap belangrijkste vraag is wel de katholieke, zoodra het machtige clericalisme de universiteit wil veroveren. Ingrijpen in het recht van het vrije onderzoek behoort dan tenminste tot de mogelijkheden, en de hand die Har- nack in zijn rectorale toespraak, hoewel niet onvoorwaardelijk, aan de katholieke kerk toestaat is niet juist met warmte gegrepen. Wel zijn in Duitschland pogingen gedaan, om een vrijere en verzoenlijker richting in het katholicisme tot zijn recht en tot openlijken invloed te brengen, maar van Rome waait een andere wind. De pauselijke actie tegen het modernisme is begonnen, en de beteekenis die zij kan hebben voor de geheele beschaving wordt door menig een als zeer groot en bedenkelijk voor gesteld «Dit pessimisme is voorzichtig en wellicht gerechtvaardigd. Wie weet wat de toekomst brengen zal Ik sta hier ietwat sceptisch tegenover «Ik ben in tamelijk anti-katholieke kringen opgevoed, maar tot een vijand van de katholieken ben ik niet gekomen. Persoonlijke ervaringen deden zich ook hier weer gelden; en voor geen geleerde in Holland hadden de studenten meer begeestering dan voor den grooten Donders die, in Holland als uit zondering onder de professoren, katho liek was. Hoe hoog stond hij echter voor ons, boven zijn niet katholieke vijanden die hem eindelijk het leven verzuurden, zooals goede cojlega's nu en dan doen. «Maar bij die geestdrift voor den katholiek heb ik toch later als professor, niet zonder bedenking het stelselmatig voortschrijden van het katholicisme op universiteits-gebied gezien. Dat begon met de bescheiden aanvrage om aan stelling van een door de katholieken bezoldigden professor aan de Amster- damsche universiteit, en de toenmalige Senaat heeft bijna eenstemmig die aan stelling goedgekeurd, met het devies: «Vrijheid voor alle partijen in den strijd voor de waarheid 1» «Maar het ontbrak in dien tijd niet aan pessimisten. Enkelen meenden dat de Katholieke professor. De Groot, zooveel Katholieke studenten zou toe gezonden krijgen, dat een tweede pro fessor noodig zou zijn: een Katholieke faculteit was te voorzien, als de eerste stap tot de oprichting eener Katholieke hoogeschool. Ook toen werd bezorgd heid uitgesproken, dat het vrije onder zoek bedreigd zou worden. Er zijn altoos menschen, die het wereldschok kende verwachten maar wie ouder wordt, weet dat dit wereldschokkende zeer zelden komtwat meestal wel komt is het komische. «Feitelijk staat thans in Nederland de weg open voor het oprichten eener katholieke universiteit, hoewel eenigs- zins anders als boven aangegeven. «Wie iri Nederland over een bepaald, niet eens zeer groot kapitaai beschikt en een zeker, ook niet groot aantal aannemelijke professorale candidaten heeft, kan een katholieke universiteit met recht van promotie oprichten. Maar een katholieke universiteit is er nog niet gekomen wel is een staats Technische 5 pet. en in handelszaken 6 pet. zou bedragen. Nadat de Tweede Kamer een wetsvoorstel van Vrolik tot her vorming van het belastingstelsel had verworpen, namen hij en Van der Brugghen hun ontslag als minister 1858). Aan Rochussen, de gewezen goever- neur-generaal van Nederlands Indië, droeg de Koning de vorming van een nieuw ministerie op, dat aan de lang zamerhand gevoelde behoefte aan uit breiding van het spoorwegnet wenste te voldoen. Nadat de Hollandse IJzeren Spoor weg-Maatschappij, waarin Willem I voor een aanzienlike som had deelge nomen, in 1S37 begonnen was aan de spoorbaan AmsterdamHaarlem, die in 1839 voor de dienst was opengesteld, bood de Koning in de zitting 183738 aan de Tweede Kamer een wet aan tot de aanleg van de spoorweg Amster damArnhem. Dat voorstel werd ver worpen omdat men het in de toenmalige omstandigheden gevaarlik vond voor dat werk een lening aan te gaan. Hierop bepaalde de Koning bij besluit van 20 April 1838 dat de spoorweg AmsterdamUtrechtArnhem tot aan de Pruisiese grens met een zijtak UtrechtRotterdam onder het bestuur van het departement van Binnenlandse Zaken zou worden aangelegd, en dat de geldlening tegen 4 r/2 pet. rente onder persoonlike waarborg van Willem I zou worden uitgegeven. Terwijl de Belgen hun spoorwegnet Hoogeschool, vrij van elke confesslon- neele bemoeiing, door de clericale regeering in het leven geroepen. En zoo krijgt thans menigeen, die het aan de kerk waarlijk niet verdiend heeft, door indirecte zorg der clericale partij een mooi eerediploma als Dokter ingenieur.» Zóó schertst prof. Van 't Hoff over zijn benoeming tot docter honoris causa der Delftsche universiteit Aan het slot van zijn schrijven zegt prof. Van 't Hoff «Natuurlijk kan ieder dogma het vrije onderzoek belemmeren. Maar dit onderzoek is niet alleen een schoone droom of een aangename bezigheid, ook door zijn nut voor de techniek, de geneeskunde en voor alles wat verder de menschheid op materieel gebied noodig heeft, een onvermijdelijke nood zakelijkheid, die men niet ongestraft kan verwaarloozen. En op geestelijk gebied heeft het op het dogma dit voor, dat het zich laat onderzoeken, en de juistheid van zijn beweringen bewijst. Daarom alleen reeds moet men zich tegen de mogelijkheid eener beperking of belemmering verzetten, en het is de vraag of aaneensluiting der universi teiten hiertoe niet den weg kan banen. De groote academies hebben zich over de geheele wereld aaneengesloten, niet tot haar verdediging, maar voor het nakomen van een gemeenschappelijke taak, zooals bijvoorbeeld de groote meridiaan-meting. Een soortgelijke bond van universiteiten zou, evenals de katholieke partij, een wereldmacht zijn. «Doch waartoe dient al deze strijd Wie zoekt dien Niet degene die ge looft, en ook niet die onderzoekteven min in den tweeden trap bij het mede- deelen van de resultaten van het onder zoek of van den inhoud eener religieuse overtuiging. Slechts het opdringen van een meening of een overtuiging brengt het noodlottige element aan. «Moge dan de onderzoeker uit naastenliefde anderen pogen te over tuigen, opdat zij niet zoo dom blijven en de geloovige, met het zielenheil van anderen begaan, eveneens handelen. Maar de eenvoudige waarheid zal baan breken. Het zielenheil zal wel door ieder oprecht geloof worden beveiligd. Winst zou het echter zijn, zoo de geestelijke inquisitie werd gestaakt. Er zou dan minder tijd verloren gaan met spreken en schrijven ten nutte van de wetenschap.» Handelsblad.) De tweec.e uitvoering van Toon kunst in dit seizoen is bepaald op Vrijdag 28 Februari. Morgenavond krijgen we gele genheid Bouwmeester te zien en te hooren in he'. nieuwe stuk van Ötto Zeegers «Goudkoorts». We twijfelen er niet aan of, eveoals vorige jaren, zal ook thans weer een groot publiek van het spel van den grooten tooneelspeler willen genieten. Het is met groote ingenomenheid dat wij melding maken van eene op roeping van het Bestuur der vereeniging «Liefdadigheid (zie de advertentie in dit nummer) tot het bijwonen eener vergadering op 7 Januari. Men zal daaruit zien, dat men buitengewone maatregelen wil treffen, ten einde den nood van hen, dié geheel buiten hun gestadig uitbreidden en de4 Belgie.' Centraal-spoorweg-maatschappij in 1 '5 5 de lijn AntwerpenMoerdijk met c.u zijtak Rozendaal—Breda had geopend," begon men hier te vrezen dat België de doorvoerhandel van ons land tot zich zou trekken, en begreep men steeds algemener het nut van het snelle spoor wegverkeer. Het ministerie bracht wel een wet tot stand, regelende de ver plichtingen van de spoorwegmaat schappijen ten aanzien van de staat en het publiek, maar slaagde er niet in, een wetsvoorstel tot uitbreiding van de spoorwegen door de Staten-Generaal te doen aannemen. Wel begreep men dat staatshulp nodig was wegens de kostbare over bruggingen van onze grote rivieren voor de nog aan te leggen hoofd lijnen, maar men kon het er niet over eens worden of er een geheel net moest worden aangelegd, of dat men eerst zou beslissen over een enkele lijn, en dan of de spoorwegen van staats wege zouden worden aangelegd, of dat de koncessionarissen door de staat zouden worden gesteund door subsidie, door het waarborgen van rente of door het nemen van aandelen. De minister van financiën, Van Bosse, wiens ont werp tot vermindering van in- en uit voerrechten door de Eerste Kamer was afgestemd, trad nu met de minister van Binnenlandsche Zaken af. (Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1908 | | pagina 2