UIT DE PER8.
Mepkwaapdige Woorden en Daden
STADSNIEUWS.
college, dat indertijd ingesteld is om
den betrokken minister van advies te
dienen in alle zaken, het Mijnwezen
betreffende, staat in het nauwste ver
band met het feit, dat de minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel, tegen
het eenparig advies van den Mijnraad
in, na eerst op grond van het ongunstig
advies, de te doene voordracht aan
H. M. de Koningin nader in ernstige
overweging te hebben genomen, ten
slotte toch bevorderde, dat tegelijkertijd
met het verleenen van eervol ontslag aan
den in Indischen gouvernementsdienst
overgeganen directeur-generaal van de
Staatsmijnen in Limburg (den heer H,
J. E. Wenckebach), het beheer van den
Staatsmijndienst is opgedragen aan een
directie van drie personen (de heeren
mr. dr. W. F. J. Frowein, J. C. F.
Bunge en R, de Kat).
De Mijnraad achtte de instelling van
een meerhoofdige directie niet in het
belang van dit Staatsbedrijf.
Door het hoofdbestuur van de
Nederlandsche Vereeniging tot Afschaf
fing van Alcoholhoudende Dranken, is
mede namens Sobriëtas, den Volksbond,
de Nat. Chr. Geh. Onth. Ver., de Nederl.
Onderw. Prop. Club, de Geneesk. Geh.
Ver., de Int. Orde van Goede Tempe
lieren, de Ned. Orde van Goede Tempe
lieren en den Algem. Ned. Geh. Bond
een schrijven gezonden aan Zijne Ex
cellentie den Minister van Binnenland-
sche Zaken, waarin instemming is be
tuigd met het voornemen van den
Minister, neergelegd in de Memorie
van Antwoord over het vijfde hoofdstuk
van de Staatsbegrooting voor 1908,
betreffende het indienen van een wets
ontwerp inzake het verbod van absinth.
Door den directeur-generaal van
de Staatsspoor is thans het voorstel
van de commissie van beheer van het
pensioenfonds goedgekeurd, waarbij aan
de ontslagenen van 1903 onder zekere
voorwaarden weer recht op pensioen
op 65-jarigen leeftijd wordt gegeven.
Alleen zij kunnen van dat pensioen
(rente wordt het door de directie ge
noemd) op 65-jarigen leeftijd genieten,
die op of na 1 Januari 1903 den dienst
der maatschappij verlieten en vóór dat
ontslag gedurende ten minste vijf jaar
als lid tot het fonds hebben bijgedragen.
Bij overlijden van een voormalig lid
van het fonds als bovenbedoeld, hetzij
vóór of na het bereiken van den 65-
jarigen leeftijd, kunnen diens nagelaten
betrekkingen aanspraak doen gelden
op een jaarlijksche rente ten laste van
het fonds.
Deze regeling is met 1 Januari in
werking getreden.
De «Gemeentestem» behandelt
de vraag of een raadslid, dat krank
zinnig werd, ophoudt lid van den Raad
te zijn, als hij niet onder curateele ge
steld is en ook niet een bedankbrief
inzendt. Het blad schrijft daarover het
volgende
«Op grond van art. 32 der Krank
zinnigenwet, dat aan de plaatsing van
een krankzinnige in een gesticht het
verlies van het beheer over zijn goederen
verbindt, wordt door sommigen aan
genomen, dat een in een krankzinnigen
gesticht opgenomen Raadslid een der
vereischten, bij art. 19 gem.-wet ver
meld, verloren en dus krachtens art. 25
dier wet opgehouden heeft lid van den
Raad te zijn. Deze opvatting komt ons
echter voor, niet met de wet in over
eenstemming te zijn, daar in dit geval
het beheer niet verloren wordt «bij
rechterlijke uitspraak», maar door de
plaatsing in het gesticht.
«Wij zijn daarom van meening, dat
een Raadslid in geval van krankzinnig-
VAN
Ministers en Kamerleden sedert het
Jaar 1858.
ontleend aan Kollewyn'a Geschiedenis
van Nederland, 4e deel.
10.
De beide afgetreden ministers werden
vervangen door Van Hall en Van Heem
stra, die voorstelden een aantal spoor
wegen door de staat te doen aanleggen,
en wegens hun bedreiging dat zij hun
ontwerp zouden intrekken als het in be
ginsel niet werd aangenomen, stemden
veel |leden die liever koncessies hadden
gegeven, vóór, in de gegronde vrees dat
anders vooreerst niets zou komen van
de zo hoognodige spoorwegen.
De Staten-Generaal namen nu de wet
aan. waarbij bepaald was dat jaarliks
10 miljoen aan de wegen verwerkt zou
worden en zo ontstond de staatsspoor
in 1860. Daarbij werd voorat gerekend
op de Indiese baten van gemiddeld 10
miljoen per jaar.
Aan Godefroi, die als minister van
justicie in het derde ministerie Van Hall
zitting bad, gelukte het een nieuwe
rechterlike inrichting, waarop verscheide
ne van zijn voorgangers gestruikeld waren,
tot stand te brengen. Een duurzame ver
betering is eerst later tot stand kunnen
komen.
heid zijn mandaat niet verliest, terwijl
ook van ontslagname waartoe vrije
wilsbepaling noodig is hier geen
sprake kan zijn."
Naar het Vad. verneemt, zal het
2e internationaal Congres van den Mid
denstand in October 1908 te Weenen
gehouden worden.
De directeur van het Bureau
voor den industrieelen eigendom te
's-Gravenhage herinnert belanghebben
den, dat de kracht der inschrijving
van een fabrieks- of handelsmerk, in
geschreven in den loop van het jaar 1888,
vervalt met denzelfden dag van het jaar
1908, tenzij de rechthebbende vóór
den laatstgenoemden dag vernieuwing
hebbe aangevraagd.
De voor de vernieuwing te vervullen
formaliteiten zijn dezelfde als voor de
eerste inzending bij artikel 4 der Mer-
kenwet zijn vastgesteld.
Met het oog op den te verwachten
toevloed van aanvragen tot vernieu
wing van inschrijvingen wordt een
spoedige indiening van de daarvoor
noodige stukken aanbevolen, ten einde
vertraging worde voorkomen en even-
tueele rijzende bezwaren tegen de
aangevraagde vernieuwing zoo mogelijk
nog kunnen worden uit den weg ge
ruimd vóór het verstrijken van den bij
de wet gestelden tijd van twintig jaren.
HET VERWERPEN DER OORLOGS-
BEGROOTING.
De Nederlander schrijft
Enkelen schijnen te meenen, dat het
afstemmen van een begrooting „om
redenen daarbuiten gelegen," slechts kan
verwelen worden aan wie in een minister
een geheel Kabinet wil treffen, m. a. w.
wie door hoog-politieke motieven wordt
geleid. Niet aan wie door de afstemming
slechts het beleid van een bepaalden
minister wil treffen.
Deze meening is onjuist.
De begrooting bestaat uit een reeks
afzonderlijke credietaanvragen. Wie tegen
een of meer dier aanvragen bezwaar heeft,
kan deze afstemmen en, zoo de meer
derheid hem in 't ongelijk stelt en het
bezwaar hem overwegend schijnt, om
die reden ook de heele begrooting ver
werpen. Op die wijs blijft de eindstem
ming steeds verband houden met den
concreten inhoud der begrooting.
Wat daarentegen, naar antir. staats
recht en naar de bedoeling der Grond
wet, niet mag, is de bevoegdheid der
Kamer tot het vaststellen der begrooting
aangrijpen als middel om de Koningin
te dwingen zich van den bepaalden
minister te ontdoen. De Koningin benoemt
en ontslaat Haar ministers. De Kamer
heeft het recht over het regeeringsbeleid
van een enkelen minister, te oordeelen.
Zij kan, zoo zij wil, bij motie haar oordeel
uitspreken. Maar zij denatureert de con-
stitutioneele instellingen, wanneer zij aan
een minister opzettelijk het regeeren on
mogelijk maakt door hem de gelden te
onthouden die noodig zijngelden waar
tegen zij op zich zelf geen bezwaar heeft
die zij aan een ander minister zou geven
en die zij nu slechts weigert, niet om de
gelden zelve, maar om de Koningin te
dwingen.
Wie de eindstemming over een be
grooting maakt tot de stemming over
een motie van vertrouwen of wantrou
wen in den minister, miskent den con-
stitutioneelen plicht der Kamer om de
begrooting vast te stellen.
Het onderscheid tusschen dezen incon-
stitutioneelen weg en het voorstellen van
een motie is ook praktisch vooral in het
Van de vrijheid bij de wet op het lager
onderwijs van 1857 verleend om zonder
voorafgaande vergunning biezondeie
scholen op te richten, werd spoedig ge
bruik gemaakt. In 1860 werd de Ver
eniging voor Christelijk Nationaal Onder
wijs opgericht, met het doel om scholen
te stichten" waarin bij het onbelemmerd
en doeltreffend gebruik van de Heilige
schrift en trouwe voorstelling van de
volkshistorie, het onderwijs in nuttige
kundigheden aan Christelijke opvoeding
wordt dienstbaar gemaakt." De voor
standers van deze scholen, die zich
vroeger tevreden toonden als zij maar
vrijheid hadden hun eigen scholen op
eigen kosten op te richten, klaagden nu
dat zij niet vrij konden konkurreren met
de openbare scholen, daar deze soms
kosteloos of tegen een laag schoolgeld
onderwijs gaven, en deze dus geheel of
grotendeels bekostigd werden uit de al
gemene belastingen, terwijl de scholen
met de bijbel gewoonlik een hoog school
geld moesten heffen om te kunnen be
staan, of onderhouden moesten worden
door giften van anti-revolutionairen. Ook
noemden zij het woord Christelik in de
wet een valse vlag die de lading
dekte, devVijl de goegemeente er door
in de waan werd gebracht, dat het open
baar onderwijs werkelik een christelike
grondslag had. Tevens kwamen zij er
tegen op, dat in plaatsen waar geen
Roomse kinderen ter school kwamen de
bijbel, en in geheel Roomse streken een
jongste geval dadelijk aan het licht ge
treden. In tweeërlei opzicht. Een motie
voert vanzelf tot een openlijken, loyalen
strijd, waarbij van verrassing, geen sprake
kan zijn. En een motie bevat de korte
samenvatting der grieven, die tot het
afkeurend oordeel aanleidinggeven,zoodat
de getroffene en zijn ambt-genooten weten
waar men aan toe is. Twee punten, die
bij de jongste verwerping te wenschen
hebben overgelaten.
Kunst- en Wetenschap.
Bij den heer P. M. Wink, uitgever
alhier, is een nieuw maandschrift ver
schenen voor dames, getiteld «Nieuw
Vrouwenleven.» Het staat onder redac
tie van mevrouw Daisy E. A. Junius
te Heelsum.
Dr. Aletta Jacobs heeft in het eerste
nommer een artikel geschreven over
vrouwenkiesrecht en de heer A. Moll,
notaris, heeft op bevattelijke wijze uit
eengezet de verhouding tusschen me
vrouw en dienstbode met het oog op
het Arbeidscontract.
Een open brief aan generaal Staal
is al te oppervlakkig om een goed
figuur te kunnen maken in een eerste
aflevering.
Maar voor het overige zullen veel
dames en ook heeren vermoedelijk met
veel genoegen kennis nemen van dit
nieuwe tijdschrift. Wij zeiden daar, ook
heeren. Want voor de heeren wordt
een groote rubriek gereserveerd, waarin
zooals de redactrice in het voorwoord
mededeelt, alle heeren abonnés
vragen kunnen stellen, over elk moge
lijk onderwerp. Door bevoegde mede
werkers zullen deze vragen worden be
antwoord.
Zelfs is voor de heeren een wedstrijd
uitgeschreven; de drie duidelijkste en
meest beknopte antwoorden op de vraag
wat de vrouw toch eigenlijk te klagen
heeft over haren maatschappelijken toe
stand, zullen bekroond worden met een
boekwerk. Ook voor de dames zullen
later dergelijke wedstrijden, worden
uitgeschreven.
Zondag 19 Januari zal het hier ter
stede zoo gunstig bekende vocaal
kwartet «Euterpe» een uitvoering geven
in de zaal van de sociëteit der Vereeni
ging, met welwillende medewerking van
het muziek-ensemble «Phrynis.»
In ons nummer van 12 Nov. '07
namen we een en ander over uit een
recensie van een uitvoering te Hilver
sum, waar door de uitvoerenden een uit
bundig succes werd verworven. Vooral
het «Panis Angelicus» van Cesar Franck,
dat ook ditmaal door den heer Bouw
man zal gezongen worden, maakte een
diepen indruk.
Te verwachten is het dus, dat velen
dien avond zullen willen bijwonen en
naar wij van harte hopen zal de zaal
van het Valkje overvol zijn. Vooral
hopen we dit, omdat de uitvoering met
een zeker doel wordt gegeven.
«Euterpe» zal nl. op 9 Februari deel
nemen aan een wedstrijd te Barmen.
Daaraan zijn echter groote kosten ver
bonden, die door deze vier zangers,
zoo men weet zijn het arbeiders, niet
kunnen gedragen worden. Nu zou het
heel gemakkelijk zijn den een of ander
daarover aan te spreken, mogelijk was
dan het reisgeld spoedig bijeen.
Maar dat willen deze mannen niet.
Zij willen niets vragen maar geven
een concert, teneinde de gelden, noodig
voor de reis naar Barmen, bijeen te
krijgen. Dat streven verdient zeker steun.
En waar het nu meermalen reeds hier
en elders gebleken is, dat «Euterpe»
werkelijk iets presteert op kunstgebied,
hopen we dat velen een kaart zullen
crucifix in de school werd toegelaten,
hetgeen in strijd was met de neutraliteit
van de openbare school, en de bloei van
de biezondere belemmerde.
Baron van Hoëvell, die in 1S49 als
Kamerlid was opgetreden, had als predi
kant te Batavia en door zijn reizen op
Java en Bali een kennis van Oost-Indië
meegebracht, die hem in staat stelde de
Kamerleden te doen gevoelen, hoe weinig
zij met de toestanden aldaar bekend
waren, en hen te wijzen op noodzake-
like hervormingen. Van Multatuli's Max
Havelaar, toen in 't licht gegeven, zeide
Van Hoëvell, dat dit boek een zekere
rilling door het land had doen gaan en
zeker meer dan iets anders de belang
stelling in Nederland had wakker ge
schud voor de noden en behoeften van
de bevolking van Java. Naar aanleiding
van dat geschrift werd dan ook in het
adres van antwoord op de troonrede,
waarmede het zittingjaar 1860'61 werd
geopend, niet zonder ironie gezegd: „Te
vernemen dat de toestand van onze
overzeese bezittingen bevredigend is„
heeft onze verwachtingen overtroffen."
De beginselen van het ministerie op
binnenlands en koloniaal gebied waren
in de Tweede Kamer herhaaldelik afge
keurd, en daarbij had Van Hall zich
wegens het doordrijven van de spoor
wegwet veel vijanden gemaakt. Bij de
behandeling van de begroting in 't na
jaar van 1860 werd hij door de oppositie
hevig aangevallen. Thorbecke voerde
nemen, èn om goede vocale en instru
mentale muziek te hooren, èn om mede
te helpen dit Amersfoortsche kwartet
in de gelegenheid te stellen, deel te
nemen aan een buitenlandschen wed
strijd.
Van de Boek- en Kunstdrukkerij van
den heer S. W. Melcbior alhier, ontvangen
wij een keurige maandkalender, artistiek
ontworpen en keurig uitgevoerd, die een
proef levert van wat men op die druk
kerij kan.
Hel „Algemeen Militair Weekblad,"
van „Ons Belang" is een nieuwe phase
ingetreden.
Het wordt thans gedrukt op de stoom
drukkerij van den heer Eymann alhier.
In een inleidend woord, zet de
Redactie nog eens de strekking van het
blad uit een. Zij zegt o.a.
„Reeds lang bestond er behoefte aan
een blad, dat geheel los staande van
partij- en andere invloeden, zich in neu
trale richting kon bewegen en welks
bewerkers over voldoende practische
ervaring konden beschikken om uitslui
tend de belangen van het leger te
dienen.
Hoewel dit blad ten deele zal worden
gebezigd als Orgaan van verschillende
militaire vereenigingen, zal het zich toch
in hoofdzaak ten dienste stellen van zaken
van algemeen militair nut. Onze mede
werkers zijn alle mannen van ervaring
en mochten we voor en na de theoretici
in de gelegenheid stellen hun stem te
doen hooren, dan zullen we niet nalaten
daarnaast te stellen, wat de praetijk ons
daarvan leerde."
We herinneren er aan dat Vrij
dagavond in Amicitia de heer Eduard
Verkade Shakespeare 's Hamlet zal
voordragen.
Donderdagavond in Amicitia den
derden kunstavond van de Concert-
Directie, «De Algemeene Muziekhan
del» met Germaine Schnitzer, pianiste
en J. Mossel, cellist.
De heer Mossel hebben we in
Amersfoort al meer gehoord. Ook van
Germaine Schnitzer gaat een ongewonen
roep uit, zoodat ongetwijfeld ook deze
avond voor kunstliefhebbers een groot
genot zal zijn.
De ie luit. K. H. Bolt, van het 1 e
reg. inf., leerling der hoogere krijgs
school, zal van af Mei de practische
oefeningen van het ie reg. veld-artill.
te Amersfoort volgen.
Met ingang van 1 Februari as.
is de tweede-luitenant-kwartiermeester
P. H. Roukens overgeplaatst naar
Gorinchem.
We herinneren aan de vergade
ring hedenavond kwart over S in het
Valkje te houden, waar besproken
zullen worden, de maatregelen, die te
treffen zijn, teneinde den oogenblikke-
lijken nood, ontstaan door de heer-
schende werkloosheid, te lenigen.
Donderdag, 16 Jan. a.s. herdenkt
de Heer J. van der Linde, kantoorknecht
bij de Posterijen alhier, den dag waarop
hij 25 jaar geleden in dienst trad.
Deze dag zal voor den jubilaris wel
niet onopgemerkt voorbij gaan.
HET NUT.
Tegenstanders van sport beweren wel
eens, dat de voordeelen er van over
troffen worden door de nadeelen.
„Het lichaam wordt er door gebaat,
de geest geschaad, de zin voor kunst
gedood." Zoo zeggen zij. Moge dit ge-
hem te gemoet„Wanneer ik mij be
vind tegenover een politiek, die niet op
de goede eigenschappen, maar op de
zedelike zwakheid en karakterloosheid
van de mensen bouwt, een politiek die
zich met alle elementen en stelsels, hoe
ongelijksoortig, verenigt, even bereid om
dienares te zijn van de reactie, als,
wanneer de omstandigheden het mede
brengen, of de berekening van een ver-
moedelik sukces het vordert, dienares
van vooruitgang wanneer ik mij be
vind tegenover zulk een politiek, hetzij
in mijn kamp, hetzij in dat van mijn
tegenstanders, die politiek stem ik af."
De begroting van Van Hall werd intussen
met 42 tegen 29 stemmen aangenomen.
Het bestrijden van Van Hall had in
't land heel wat beweging veroorzaakt,
maar veel algemener en dieper indruk
maakten de rampen waarmede het jaar
1861 begon, Op 21 December van 1860
viel een sterke vorst in, die een buiten
gewone ijsgang veroorzaakte, zodat de
ijsschollen zich zelfs over de uiterwaarden
van dijk tot dijk uitstrekten. Op de
Merwede ging het ijs 1 Januari voor
Gorinchem zitten, en daarna ontstond
bij Loevestein een ijsdam, terwijl het
water voortdurend bleef wassen. Te
Brakel bezweek de dijk en drong het
water de Bommeler waard binnen. Het
fel stromende water en de ijsschotsen
vernielden een menigte huizen, waarvan
echter de bewoners het geluk hadden Op
zolders en daken van andere woningen
heel of gedeeltelijk waar zijn we willen
daarover thans niet oordeelen de
meest zwartgallige sportverfoeier zal ons
moeten toegeven, dat althans de Tennis
club S. P. E. S. een bewijs is voor het
tegendeel.
Als deze club even goed tennist als
tooneelspeelt en musiceert dan zal in
menigen wedstrijd zeker door haar de
overwinning worden behaald.
Deze club heeft nl. Zondag in een
Volksavond en Maandag voor de leden
van het Nut aan velen een hoogst aan-
genamen en genotvollen avond verschaft.
Op het programma stonden twee tooneel-
stukjes en een viertal muzieknummers.
„De Huwelijksadvertentie" en „Mijn
heer de Leur komt" zijn twee aller
aardigste niemendalletjes, die door flot,
luchtig spel en vroolijk snaaksche wijze
van doen een uitbundig succes ver
wierven.
Dat het reeds een genot is als spelers
goed rolvast zijn, zoodat men in de
zaal niet de flauwste notie heeft van
de aanwezigheid van den soufleur,
bleek beide avonden overduidelijk. En
neemt men nu in aanmerking dat
daarbij nog kwam beschaafd, goed af
spel, dan is het zeker heel begrijpelijk
dat het publiek zich uitstekend amu
seerde.
En dat het dat Zondag en Maandag
deed, bewees het herhaald gelach en
het hartelijk applaus. Vooral Zondag
avond was de belangstelling en dank
baarheid zeer, zeer groot, grooter on
getwijfeld, dat deze club ooit bij hare
evolutiën op het tennisveld, heeft
ondervonden.
Ook het muzikale gedeelte van den
avond was goed verzorgd. Ofschoon we
geen namen willea noemen waar
zouden we moeten beginnen? meenen
we een uitzondering te mogen maken
voor de gasten, de heeren K. (viool) en
P. R. (cello), twee Delftsche studenten,
die vooral van de Serenade en het
Keizer-quartet van Haydn een goed deel
van het succes mogen opeischen.
Het S. P. E. S. lied werd eveneens op
hoogst verdienstelijke wijze uitgevoerd,
een woord van hulde aan den schepper
van dit clublied.
Volgens de gewoonte werden de
dames Zondagavond door het Nutsbe-
stuur „bebloemd", waarvan het publiek
echter weinig heeft bemerkt.
Waarom geeft het Nutsbestuur de
bloemen toch niet op het tooneel, dan
heeft het publiek gelegenheid, de hulde
van het testuur kracht bij te zetten.
We zeiden zooeven geen namen te
willen noemen, want allen verdienen
zeker evenveel hulde en dank voor het
geen ze ons hebben doen genieten.
Gisteren ontvingen we het vol
gende
Zaterdag nog strenge vorst, Zondag
reeds kentering, heden sterke dooi met
af en toe een stortbuitje. De ijsbaan
De Maat, waar gisteren nog uitbundige
vreugde heerschte, bood heden een
troosteloozen aanblik. Waar zich gis
teren nog een opeengepakte menigte
van schaatsenrijders bewoog, thans een
uitgebreide eenzame vlakte, reeds glim
mend van het water met hier en daar een
groepje echte liefhebbers van deze in-
hollandsche sport, die trachtten hun
genot nog zoo lang mogelijk te rekken.
Of 't nog een genot was? Wij be
twijfelen het. Voor den wind af ging't
nog, doch tegen wind in was 't hard
werken en zoodra iemand een buiteling
maakte en met het ijs in aanraking
kwam was de pret geheel uit. In de
tent zat het fantarecorps het aange
kondigde programma nog af te wer
ken, doch ook dit kon de rechte stem
ming niet meer opwekken. Morgen f
het leven te redden, maar nu te lijden V-
hadden van de felle kou en gebrek aan
voldoende voedsel.
Op 21 Januarie viel de dooi in, en
zeven dagen later begon het ijs in
Duitschland te kruien. Nabij Emmerik
had een doorbraak plaats, die een deel
van de spoorbaan wegspoelde. Het lage
gedeelte van Nijmegen werd 31 Januarie
door het bezwijken van een kisting onder
water gezet, en 1 Februarie brak de dijk 1
beneden Leeuwen door, zodat water en
ijs het land van Maas en Waal binnen
drongen. De ramp begon 's morgens om
5 uur. Het was nog donker. De be
woners vluchtten op de daken van hun 1
huizen en deden hun jammerkreten uit-
klinken boven het geraas van het klot- c
sende water en van het krakende ijs dat
de woningen omverrammeide. Ondanks
de hulp die men elkaar zocht te ver
lenen, vonden 34 menven de dood in de
golven. De Koning en zijn broeder Prins
Hendrik bezochten per schietschouw
Brakel en de andere overstroomde «treken,
en bij koninklik besluit werd door 't
ganse land voor hen die door de over
stroming zoveel geleden hadden een
kollekte gehouden, die ruim acht en een
halve ton opbracht. In sommige dorpen
stonden de kerken op opgehoogde grond,
die bij overstromingen tot vluchtoord 4
kon dienen voor mensen en vee; op
enkele gevaarlike plaatsen werden nu
vluchtheuvels opgeworpen.
(Wordt vervolgd