UIT DE PER8. Mepkwaapdige Woorden en Daden STADSNIEUWS. college, dat indertijd ingesteld is om den betrokken minister van advies te dienen in alle zaken, het Mijnwezen betreffende, staat in het nauwste ver band met het feit, dat de minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, tegen het eenparig advies van den Mijnraad in, na eerst op grond van het ongunstig advies, de te doene voordracht aan H. M. de Koningin nader in ernstige overweging te hebben genomen, ten slotte toch bevorderde, dat tegelijkertijd met het verleenen van eervol ontslag aan den in Indischen gouvernementsdienst overgeganen directeur-generaal van de Staatsmijnen in Limburg (den heer H, J. E. Wenckebach), het beheer van den Staatsmijndienst is opgedragen aan een directie van drie personen (de heeren mr. dr. W. F. J. Frowein, J. C. F. Bunge en R, de Kat). De Mijnraad achtte de instelling van een meerhoofdige directie niet in het belang van dit Staatsbedrijf. Door het hoofdbestuur van de Nederlandsche Vereeniging tot Afschaf fing van Alcoholhoudende Dranken, is mede namens Sobriëtas, den Volksbond, de Nat. Chr. Geh. Onth. Ver., de Nederl. Onderw. Prop. Club, de Geneesk. Geh. Ver., de Int. Orde van Goede Tempe lieren, de Ned. Orde van Goede Tempe lieren en den Algem. Ned. Geh. Bond een schrijven gezonden aan Zijne Ex cellentie den Minister van Binnenland- sche Zaken, waarin instemming is be tuigd met het voornemen van den Minister, neergelegd in de Memorie van Antwoord over het vijfde hoofdstuk van de Staatsbegrooting voor 1908, betreffende het indienen van een wets ontwerp inzake het verbod van absinth. Door den directeur-generaal van de Staatsspoor is thans het voorstel van de commissie van beheer van het pensioenfonds goedgekeurd, waarbij aan de ontslagenen van 1903 onder zekere voorwaarden weer recht op pensioen op 65-jarigen leeftijd wordt gegeven. Alleen zij kunnen van dat pensioen (rente wordt het door de directie ge noemd) op 65-jarigen leeftijd genieten, die op of na 1 Januari 1903 den dienst der maatschappij verlieten en vóór dat ontslag gedurende ten minste vijf jaar als lid tot het fonds hebben bijgedragen. Bij overlijden van een voormalig lid van het fonds als bovenbedoeld, hetzij vóór of na het bereiken van den 65- jarigen leeftijd, kunnen diens nagelaten betrekkingen aanspraak doen gelden op een jaarlijksche rente ten laste van het fonds. Deze regeling is met 1 Januari in werking getreden. De «Gemeentestem» behandelt de vraag of een raadslid, dat krank zinnig werd, ophoudt lid van den Raad te zijn, als hij niet onder curateele ge steld is en ook niet een bedankbrief inzendt. Het blad schrijft daarover het volgende «Op grond van art. 32 der Krank zinnigenwet, dat aan de plaatsing van een krankzinnige in een gesticht het verlies van het beheer over zijn goederen verbindt, wordt door sommigen aan genomen, dat een in een krankzinnigen gesticht opgenomen Raadslid een der vereischten, bij art. 19 gem.-wet ver meld, verloren en dus krachtens art. 25 dier wet opgehouden heeft lid van den Raad te zijn. Deze opvatting komt ons echter voor, niet met de wet in over eenstemming te zijn, daar in dit geval het beheer niet verloren wordt «bij rechterlijke uitspraak», maar door de plaatsing in het gesticht. «Wij zijn daarom van meening, dat een Raadslid in geval van krankzinnig- VAN Ministers en Kamerleden sedert het Jaar 1858. ontleend aan Kollewyn'a Geschiedenis van Nederland, 4e deel. 10. De beide afgetreden ministers werden vervangen door Van Hall en Van Heem stra, die voorstelden een aantal spoor wegen door de staat te doen aanleggen, en wegens hun bedreiging dat zij hun ontwerp zouden intrekken als het in be ginsel niet werd aangenomen, stemden veel |leden die liever koncessies hadden gegeven, vóór, in de gegronde vrees dat anders vooreerst niets zou komen van de zo hoognodige spoorwegen. De Staten-Generaal namen nu de wet aan. waarbij bepaald was dat jaarliks 10 miljoen aan de wegen verwerkt zou worden en zo ontstond de staatsspoor in 1860. Daarbij werd voorat gerekend op de Indiese baten van gemiddeld 10 miljoen per jaar. Aan Godefroi, die als minister van justicie in het derde ministerie Van Hall zitting bad, gelukte het een nieuwe rechterlike inrichting, waarop verscheide ne van zijn voorgangers gestruikeld waren, tot stand te brengen. Een duurzame ver betering is eerst later tot stand kunnen komen. heid zijn mandaat niet verliest, terwijl ook van ontslagname waartoe vrije wilsbepaling noodig is hier geen sprake kan zijn." Naar het Vad. verneemt, zal het 2e internationaal Congres van den Mid denstand in October 1908 te Weenen gehouden worden. De directeur van het Bureau voor den industrieelen eigendom te 's-Gravenhage herinnert belanghebben den, dat de kracht der inschrijving van een fabrieks- of handelsmerk, in geschreven in den loop van het jaar 1888, vervalt met denzelfden dag van het jaar 1908, tenzij de rechthebbende vóór den laatstgenoemden dag vernieuwing hebbe aangevraagd. De voor de vernieuwing te vervullen formaliteiten zijn dezelfde als voor de eerste inzending bij artikel 4 der Mer- kenwet zijn vastgesteld. Met het oog op den te verwachten toevloed van aanvragen tot vernieu wing van inschrijvingen wordt een spoedige indiening van de daarvoor noodige stukken aanbevolen, ten einde vertraging worde voorkomen en even- tueele rijzende bezwaren tegen de aangevraagde vernieuwing zoo mogelijk nog kunnen worden uit den weg ge ruimd vóór het verstrijken van den bij de wet gestelden tijd van twintig jaren. HET VERWERPEN DER OORLOGS- BEGROOTING. De Nederlander schrijft Enkelen schijnen te meenen, dat het afstemmen van een begrooting „om redenen daarbuiten gelegen," slechts kan verwelen worden aan wie in een minister een geheel Kabinet wil treffen, m. a. w. wie door hoog-politieke motieven wordt geleid. Niet aan wie door de afstemming slechts het beleid van een bepaalden minister wil treffen. Deze meening is onjuist. De begrooting bestaat uit een reeks afzonderlijke credietaanvragen. Wie tegen een of meer dier aanvragen bezwaar heeft, kan deze afstemmen en, zoo de meer derheid hem in 't ongelijk stelt en het bezwaar hem overwegend schijnt, om die reden ook de heele begrooting ver werpen. Op die wijs blijft de eindstem ming steeds verband houden met den concreten inhoud der begrooting. Wat daarentegen, naar antir. staats recht en naar de bedoeling der Grond wet, niet mag, is de bevoegdheid der Kamer tot het vaststellen der begrooting aangrijpen als middel om de Koningin te dwingen zich van den bepaalden minister te ontdoen. De Koningin benoemt en ontslaat Haar ministers. De Kamer heeft het recht over het regeeringsbeleid van een enkelen minister, te oordeelen. Zij kan, zoo zij wil, bij motie haar oordeel uitspreken. Maar zij denatureert de con- stitutioneele instellingen, wanneer zij aan een minister opzettelijk het regeeren on mogelijk maakt door hem de gelden te onthouden die noodig zijngelden waar tegen zij op zich zelf geen bezwaar heeft die zij aan een ander minister zou geven en die zij nu slechts weigert, niet om de gelden zelve, maar om de Koningin te dwingen. Wie de eindstemming over een be grooting maakt tot de stemming over een motie van vertrouwen of wantrou wen in den minister, miskent den con- stitutioneelen plicht der Kamer om de begrooting vast te stellen. Het onderscheid tusschen dezen incon- stitutioneelen weg en het voorstellen van een motie is ook praktisch vooral in het Van de vrijheid bij de wet op het lager onderwijs van 1857 verleend om zonder voorafgaande vergunning biezondeie scholen op te richten, werd spoedig ge bruik gemaakt. In 1860 werd de Ver eniging voor Christelijk Nationaal Onder wijs opgericht, met het doel om scholen te stichten" waarin bij het onbelemmerd en doeltreffend gebruik van de Heilige schrift en trouwe voorstelling van de volkshistorie, het onderwijs in nuttige kundigheden aan Christelijke opvoeding wordt dienstbaar gemaakt." De voor standers van deze scholen, die zich vroeger tevreden toonden als zij maar vrijheid hadden hun eigen scholen op eigen kosten op te richten, klaagden nu dat zij niet vrij konden konkurreren met de openbare scholen, daar deze soms kosteloos of tegen een laag schoolgeld onderwijs gaven, en deze dus geheel of grotendeels bekostigd werden uit de al gemene belastingen, terwijl de scholen met de bijbel gewoonlik een hoog school geld moesten heffen om te kunnen be staan, of onderhouden moesten worden door giften van anti-revolutionairen. Ook noemden zij het woord Christelik in de wet een valse vlag die de lading dekte, devVijl de goegemeente er door in de waan werd gebracht, dat het open baar onderwijs werkelik een christelike grondslag had. Tevens kwamen zij er tegen op, dat in plaatsen waar geen Roomse kinderen ter school kwamen de bijbel, en in geheel Roomse streken een jongste geval dadelijk aan het licht ge treden. In tweeërlei opzicht. Een motie voert vanzelf tot een openlijken, loyalen strijd, waarbij van verrassing, geen sprake kan zijn. En een motie bevat de korte samenvatting der grieven, die tot het afkeurend oordeel aanleidinggeven,zoodat de getroffene en zijn ambt-genooten weten waar men aan toe is. Twee punten, die bij de jongste verwerping te wenschen hebben overgelaten. Kunst- en Wetenschap. Bij den heer P. M. Wink, uitgever alhier, is een nieuw maandschrift ver schenen voor dames, getiteld «Nieuw Vrouwenleven.» Het staat onder redac tie van mevrouw Daisy E. A. Junius te Heelsum. Dr. Aletta Jacobs heeft in het eerste nommer een artikel geschreven over vrouwenkiesrecht en de heer A. Moll, notaris, heeft op bevattelijke wijze uit eengezet de verhouding tusschen me vrouw en dienstbode met het oog op het Arbeidscontract. Een open brief aan generaal Staal is al te oppervlakkig om een goed figuur te kunnen maken in een eerste aflevering. Maar voor het overige zullen veel dames en ook heeren vermoedelijk met veel genoegen kennis nemen van dit nieuwe tijdschrift. Wij zeiden daar, ook heeren. Want voor de heeren wordt een groote rubriek gereserveerd, waarin zooals de redactrice in het voorwoord mededeelt, alle heeren abonnés vragen kunnen stellen, over elk moge lijk onderwerp. Door bevoegde mede werkers zullen deze vragen worden be antwoord. Zelfs is voor de heeren een wedstrijd uitgeschreven; de drie duidelijkste en meest beknopte antwoorden op de vraag wat de vrouw toch eigenlijk te klagen heeft over haren maatschappelijken toe stand, zullen bekroond worden met een boekwerk. Ook voor de dames zullen later dergelijke wedstrijden, worden uitgeschreven. Zondag 19 Januari zal het hier ter stede zoo gunstig bekende vocaal kwartet «Euterpe» een uitvoering geven in de zaal van de sociëteit der Vereeni ging, met welwillende medewerking van het muziek-ensemble «Phrynis.» In ons nummer van 12 Nov. '07 namen we een en ander over uit een recensie van een uitvoering te Hilver sum, waar door de uitvoerenden een uit bundig succes werd verworven. Vooral het «Panis Angelicus» van Cesar Franck, dat ook ditmaal door den heer Bouw man zal gezongen worden, maakte een diepen indruk. Te verwachten is het dus, dat velen dien avond zullen willen bijwonen en naar wij van harte hopen zal de zaal van het Valkje overvol zijn. Vooral hopen we dit, omdat de uitvoering met een zeker doel wordt gegeven. «Euterpe» zal nl. op 9 Februari deel nemen aan een wedstrijd te Barmen. Daaraan zijn echter groote kosten ver bonden, die door deze vier zangers, zoo men weet zijn het arbeiders, niet kunnen gedragen worden. Nu zou het heel gemakkelijk zijn den een of ander daarover aan te spreken, mogelijk was dan het reisgeld spoedig bijeen. Maar dat willen deze mannen niet. Zij willen niets vragen maar geven een concert, teneinde de gelden, noodig voor de reis naar Barmen, bijeen te krijgen. Dat streven verdient zeker steun. En waar het nu meermalen reeds hier en elders gebleken is, dat «Euterpe» werkelijk iets presteert op kunstgebied, hopen we dat velen een kaart zullen crucifix in de school werd toegelaten, hetgeen in strijd was met de neutraliteit van de openbare school, en de bloei van de biezondere belemmerde. Baron van Hoëvell, die in 1S49 als Kamerlid was opgetreden, had als predi kant te Batavia en door zijn reizen op Java en Bali een kennis van Oost-Indië meegebracht, die hem in staat stelde de Kamerleden te doen gevoelen, hoe weinig zij met de toestanden aldaar bekend waren, en hen te wijzen op noodzake- like hervormingen. Van Multatuli's Max Havelaar, toen in 't licht gegeven, zeide Van Hoëvell, dat dit boek een zekere rilling door het land had doen gaan en zeker meer dan iets anders de belang stelling in Nederland had wakker ge schud voor de noden en behoeften van de bevolking van Java. Naar aanleiding van dat geschrift werd dan ook in het adres van antwoord op de troonrede, waarmede het zittingjaar 1860'61 werd geopend, niet zonder ironie gezegd: „Te vernemen dat de toestand van onze overzeese bezittingen bevredigend is„ heeft onze verwachtingen overtroffen." De beginselen van het ministerie op binnenlands en koloniaal gebied waren in de Tweede Kamer herhaaldelik afge keurd, en daarbij had Van Hall zich wegens het doordrijven van de spoor wegwet veel vijanden gemaakt. Bij de behandeling van de begroting in 't na jaar van 1860 werd hij door de oppositie hevig aangevallen. Thorbecke voerde nemen, èn om goede vocale en instru mentale muziek te hooren, èn om mede te helpen dit Amersfoortsche kwartet in de gelegenheid te stellen, deel te nemen aan een buitenlandschen wed strijd. Van de Boek- en Kunstdrukkerij van den heer S. W. Melcbior alhier, ontvangen wij een keurige maandkalender, artistiek ontworpen en keurig uitgevoerd, die een proef levert van wat men op die druk kerij kan. Hel „Algemeen Militair Weekblad," van „Ons Belang" is een nieuwe phase ingetreden. Het wordt thans gedrukt op de stoom drukkerij van den heer Eymann alhier. In een inleidend woord, zet de Redactie nog eens de strekking van het blad uit een. Zij zegt o.a. „Reeds lang bestond er behoefte aan een blad, dat geheel los staande van partij- en andere invloeden, zich in neu trale richting kon bewegen en welks bewerkers over voldoende practische ervaring konden beschikken om uitslui tend de belangen van het leger te dienen. Hoewel dit blad ten deele zal worden gebezigd als Orgaan van verschillende militaire vereenigingen, zal het zich toch in hoofdzaak ten dienste stellen van zaken van algemeen militair nut. Onze mede werkers zijn alle mannen van ervaring en mochten we voor en na de theoretici in de gelegenheid stellen hun stem te doen hooren, dan zullen we niet nalaten daarnaast te stellen, wat de praetijk ons daarvan leerde." We herinneren er aan dat Vrij dagavond in Amicitia de heer Eduard Verkade Shakespeare 's Hamlet zal voordragen. Donderdagavond in Amicitia den derden kunstavond van de Concert- Directie, «De Algemeene Muziekhan del» met Germaine Schnitzer, pianiste en J. Mossel, cellist. De heer Mossel hebben we in Amersfoort al meer gehoord. Ook van Germaine Schnitzer gaat een ongewonen roep uit, zoodat ongetwijfeld ook deze avond voor kunstliefhebbers een groot genot zal zijn. De ie luit. K. H. Bolt, van het 1 e reg. inf., leerling der hoogere krijgs school, zal van af Mei de practische oefeningen van het ie reg. veld-artill. te Amersfoort volgen. Met ingang van 1 Februari as. is de tweede-luitenant-kwartiermeester P. H. Roukens overgeplaatst naar Gorinchem. We herinneren aan de vergade ring hedenavond kwart over S in het Valkje te houden, waar besproken zullen worden, de maatregelen, die te treffen zijn, teneinde den oogenblikke- lijken nood, ontstaan door de heer- schende werkloosheid, te lenigen. Donderdag, 16 Jan. a.s. herdenkt de Heer J. van der Linde, kantoorknecht bij de Posterijen alhier, den dag waarop hij 25 jaar geleden in dienst trad. Deze dag zal voor den jubilaris wel niet onopgemerkt voorbij gaan. HET NUT. Tegenstanders van sport beweren wel eens, dat de voordeelen er van over troffen worden door de nadeelen. „Het lichaam wordt er door gebaat, de geest geschaad, de zin voor kunst gedood." Zoo zeggen zij. Moge dit ge- hem te gemoet„Wanneer ik mij be vind tegenover een politiek, die niet op de goede eigenschappen, maar op de zedelike zwakheid en karakterloosheid van de mensen bouwt, een politiek die zich met alle elementen en stelsels, hoe ongelijksoortig, verenigt, even bereid om dienares te zijn van de reactie, als, wanneer de omstandigheden het mede brengen, of de berekening van een ver- moedelik sukces het vordert, dienares van vooruitgang wanneer ik mij be vind tegenover zulk een politiek, hetzij in mijn kamp, hetzij in dat van mijn tegenstanders, die politiek stem ik af." De begroting van Van Hall werd intussen met 42 tegen 29 stemmen aangenomen. Het bestrijden van Van Hall had in 't land heel wat beweging veroorzaakt, maar veel algemener en dieper indruk maakten de rampen waarmede het jaar 1861 begon, Op 21 December van 1860 viel een sterke vorst in, die een buiten gewone ijsgang veroorzaakte, zodat de ijsschollen zich zelfs over de uiterwaarden van dijk tot dijk uitstrekten. Op de Merwede ging het ijs 1 Januari voor Gorinchem zitten, en daarna ontstond bij Loevestein een ijsdam, terwijl het water voortdurend bleef wassen. Te Brakel bezweek de dijk en drong het water de Bommeler waard binnen. Het fel stromende water en de ijsschotsen vernielden een menigte huizen, waarvan echter de bewoners het geluk hadden Op zolders en daken van andere woningen heel of gedeeltelijk waar zijn we willen daarover thans niet oordeelen de meest zwartgallige sportverfoeier zal ons moeten toegeven, dat althans de Tennis club S. P. E. S. een bewijs is voor het tegendeel. Als deze club even goed tennist als tooneelspeelt en musiceert dan zal in menigen wedstrijd zeker door haar de overwinning worden behaald. Deze club heeft nl. Zondag in een Volksavond en Maandag voor de leden van het Nut aan velen een hoogst aan- genamen en genotvollen avond verschaft. Op het programma stonden twee tooneel- stukjes en een viertal muzieknummers. „De Huwelijksadvertentie" en „Mijn heer de Leur komt" zijn twee aller aardigste niemendalletjes, die door flot, luchtig spel en vroolijk snaaksche wijze van doen een uitbundig succes ver wierven. Dat het reeds een genot is als spelers goed rolvast zijn, zoodat men in de zaal niet de flauwste notie heeft van de aanwezigheid van den soufleur, bleek beide avonden overduidelijk. En neemt men nu in aanmerking dat daarbij nog kwam beschaafd, goed af spel, dan is het zeker heel begrijpelijk dat het publiek zich uitstekend amu seerde. En dat het dat Zondag en Maandag deed, bewees het herhaald gelach en het hartelijk applaus. Vooral Zondag avond was de belangstelling en dank baarheid zeer, zeer groot, grooter on getwijfeld, dat deze club ooit bij hare evolutiën op het tennisveld, heeft ondervonden. Ook het muzikale gedeelte van den avond was goed verzorgd. Ofschoon we geen namen willea noemen waar zouden we moeten beginnen? meenen we een uitzondering te mogen maken voor de gasten, de heeren K. (viool) en P. R. (cello), twee Delftsche studenten, die vooral van de Serenade en het Keizer-quartet van Haydn een goed deel van het succes mogen opeischen. Het S. P. E. S. lied werd eveneens op hoogst verdienstelijke wijze uitgevoerd, een woord van hulde aan den schepper van dit clublied. Volgens de gewoonte werden de dames Zondagavond door het Nutsbe- stuur „bebloemd", waarvan het publiek echter weinig heeft bemerkt. Waarom geeft het Nutsbestuur de bloemen toch niet op het tooneel, dan heeft het publiek gelegenheid, de hulde van het testuur kracht bij te zetten. We zeiden zooeven geen namen te willen noemen, want allen verdienen zeker evenveel hulde en dank voor het geen ze ons hebben doen genieten. Gisteren ontvingen we het vol gende Zaterdag nog strenge vorst, Zondag reeds kentering, heden sterke dooi met af en toe een stortbuitje. De ijsbaan De Maat, waar gisteren nog uitbundige vreugde heerschte, bood heden een troosteloozen aanblik. Waar zich gis teren nog een opeengepakte menigte van schaatsenrijders bewoog, thans een uitgebreide eenzame vlakte, reeds glim mend van het water met hier en daar een groepje echte liefhebbers van deze in- hollandsche sport, die trachtten hun genot nog zoo lang mogelijk te rekken. Of 't nog een genot was? Wij be twijfelen het. Voor den wind af ging't nog, doch tegen wind in was 't hard werken en zoodra iemand een buiteling maakte en met het ijs in aanraking kwam was de pret geheel uit. In de tent zat het fantarecorps het aange kondigde programma nog af te wer ken, doch ook dit kon de rechte stem ming niet meer opwekken. Morgen f het leven te redden, maar nu te lijden V- hadden van de felle kou en gebrek aan voldoende voedsel. Op 21 Januarie viel de dooi in, en zeven dagen later begon het ijs in Duitschland te kruien. Nabij Emmerik had een doorbraak plaats, die een deel van de spoorbaan wegspoelde. Het lage gedeelte van Nijmegen werd 31 Januarie door het bezwijken van een kisting onder water gezet, en 1 Februarie brak de dijk 1 beneden Leeuwen door, zodat water en ijs het land van Maas en Waal binnen drongen. De ramp begon 's morgens om 5 uur. Het was nog donker. De be woners vluchtten op de daken van hun 1 huizen en deden hun jammerkreten uit- klinken boven het geraas van het klot- c sende water en van het krakende ijs dat de woningen omverrammeide. Ondanks de hulp die men elkaar zocht te ver lenen, vonden 34 menven de dood in de golven. De Koning en zijn broeder Prins Hendrik bezochten per schietschouw Brakel en de andere overstroomde «treken, en bij koninklik besluit werd door 't ganse land voor hen die door de over stroming zoveel geleden hadden een kollekte gehouden, die ruim acht en een halve ton opbracht. In sommige dorpen stonden de kerken op opgehoogde grond, die bij overstromingen tot vluchtoord 4 kon dienen voor mensen en vee; op enkele gevaarlike plaatsen werden nu vluchtheuvels opgeworpen. (Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1908 | | pagina 2