BINNENLAND. STADSNIEUWS. DE CRISIS. In zake de crisis vele en velerlei ge ruchten. Het Haagsche Nieuwsblad „Vooruit" bulletineerde: „Wij vernemen, dat de crisis zal wor den opgelost door een Ministerie-Kuyper met een raad van defensie voor Oorlog en Marine." Het „Vaderland" dit bulletin bespre kend, zegt. „Deze oplossing behoort zeker niet tot de onmogelijkheden. De rechter zijde is thans, in overleg met dr. Kuyper, druk aan het confereeren en zeer waar schijnlijk zal daarbij ook wel overwogen zijn het in het Parlement besproken denkbeeld van een defensieraad. Uit goed ingelichte parlementaire kringen vernamen wij echter, dat de rechterzijde nog geen definitieve beslissing heeft ge nomen." Aan Het Volk werd uit Den Haag geseind, dat in de Tweede Kamer ver teld werd, dat de heer Heemskerk poogt een zaken-ministerie te vormen. Land en Volk hoorde van een combinatie met dr. Kuyper als minister Buitenlandsche Zaken. De N. Tilb. Ct., uitgever het Tweede Kamerlid Arts spreekt het bericht over de bijeenkomt van vijf Roomsche Kamer leden met mr. Heemskerk en Kuyper in zooverre tegen, dat zij meldt, dat er een bljeenkomsl is geweest van den voor zitter der antirevolutionaire Kamerclub, mr. Heemskerk, met een commissie uit dn katholieke Kamerclub bestaande uit de heeren mr. Kolkman, voorzitter, en de heeren mr. Loeff, mr. Van Nispen en dr. Nolens, die ten doel had de kies rechtkwestie te bespreken en dr. Kuyper was daarbij uitgenoodigd. Maar met de vorming van een nieuw ministerie stond deze bijeenkomst in geen verband hoe genaamd. De Telegraaf komt reeds met een viertal ministers, waarin onze lezers zeker geen belang zullen stellen, aangezien het wel aan iedere redactie mogelijk zal zijn desnoods een compleet stel ministers te bedenken. STATEN GENERAAL. TWEEDE KAMER. Toen de Kamer Dinsdag tegen 2 uur haar zitting hervatte, liepen de leden zoo te hoop in het midden der enceinte, dat zij wel in verwachting schenen van iets, dat komen moest en ook kwam. Nadat mededeeling was gedaan van tal van ingekomen stukken en adressen, kreeg de Minister. De Meester het woord tot het afleggen van de volgende ver klaring: Hoewel ik het als bekend mag ver onderstellen, acht ik het toch regelmatig, aan de Kamer mee te deelen, gelijk ik thans de eer heb te doen, dat de mini sters, hoofden van Ministerieele Depar tementen, naar aanleiding van het votum, door de Tweede Kamer in haar ver gadering van 21 December van het af- geloopen jaar uitgebracht omtrent het wetsontwerp tot vaststelling van het VlIIe hoofdstuk van de Staatsbegrooting voor 1908 bij brief van 24 December d. a. v. tot H. M. hebben gericht het eerbiedig verzoek van hun ambt te wor den ontheven. Is dus het ministerie demissionair toch hebben de Ministers van Buitenlandsche Zaken, van Landbouw, Nijverheid en Handel, van Koloniën en van Financiën gemeend te moeten aanwezig zijn, omdat van het wetsontwerp tot goedkeuring Merkwaardige Woorden en Daden VAN Ministers en Kamerleden sedert het jaar 1858. ontleend aan Kollewijn's Geschiedenis van Nederland, 4e deel. 11. Toen de Tweede Kamer, na het reces in Februarie weer bijeenkwam, werd de mededeling gedaan dat Van Hall en Ro- chussen ontslag hadden genomen als mini sters. Door verschillende leden werd nu beweerd, dat het gehele ministerie met Van Hall had moeten aftreden, omdat deze er het hoofd van was. Van Heemstra, de minister van Binnenlandse zaken, ont kende dat, dewijl de Koning Van Hall slechts voor één jaar tot minister president had benoemd. Onlangs was er echter in de ministerraad verschil ont staan over de wijze waarop in 't ver volg dat voorzitterschap behoorde ie worden geregeld, en daar Van Hall zich niet met de mening van zijn ambtge noten kon verenigen hij wilde voort durend president van de ministerraad blijven had hij zijn ontslag gevraagd en verkregen. Geen enkel Kamerlid nam het voor de aangebleven ministers op, die daarna hun portefeuilles ter beschik king van de Koning stelden. „Bijna geen enkel blad", zegt Van Weideren Rengers, „wijdde een woord van hulde aan Van Hall, wiens werkzaamheid en van de additioneele akte omtrent de Suikerconventie eindverslag is uitgebracht en het met het oog op den fatalen ter mijn, vastgesteld voor uittreding uit de conventie, mogelijk is, dat de Kamer er op gesteld zal zijn dit wetsontwerp als nog met deze regeering te behandelen. De Kamer ging toen aanstonds tot de behandeling van dit ontwerp over, waarbij de Suikerconventie tot 1911 wordt verlengd. Rusland, dat nog een uitvoerpremie op suiker heeft, verlangt toe te treden en Engeland, dat Russische suiker wenscht in te voeren, verlangde vrijstelling van de verplichting om een bijzonder invoerrecht (surtaxe) te heffen van suiker uit landen, die nog premiën geven voor den uitvoer. Het gevolg dat van deze overeenkomst werd gevreesd, was nadeel voor onze industrie, immers Engeland kon nu gepremieeerde suiker invoeren zoo veel het wilde, maar om dat daardoor aan zeer goedkoope suiker zou komen, kon het die ook weder uit voeren, bijvoorbeeld naar ons land, als ware het Engelsche (dus niet gepremi eerde) en dus doende den prijs drukken van de suiker onzer eigen producten, die niet beschermd werden, aangezien wij geen surtaxe heffen. Het westont- werp is in de zitting van gisteren zonder hoofdelijke stemming aangenomen en de Kamer is tot nadere bijeenroeping ge scheiden. EERSTE KAMER. In de Dinsdagavond gehouden zitting deelde de Voorzitter mede, dat decen trale sectie besloten heeft Woensdag 11 uur in de afdeelingen de Staatsbegroo ting voor het dienstjaar 1908 te onder zoeken. Spr. had zich er van vergewist, dat de Ministers hunnerzijds bereid zijn met de Kamer de Staatsbegrooting te behandelen, indien de Kamer daartoe den wensch te kennen geeft. De Regeering heeft er intusschen op ge wezen, dat het moeilijk is in de tegen woordige politieke omstandigheden in besprekingen te treden over het beleid van het Ministerie in zijn geheel of van elk der Ministers in het bijzonder, zoodat het den Ministers aangenaam zou zijn, wanneer de algemeene beschouwingen over de Staatsbegrooting en over elk der Hoofdstukken achterwege zouden kunnen blijven. Overeenkomstig het voorstel der cen trale sectie werd besloten. De vergadering werd daarna verdaagd tot vermoedelijk Vrjjdag 11 uur. Zooals men uit den oproep aan de werkloozen kan zien, heeft onze burgemeester welwillend het eere-voor- zitteischap aanvaard van het comité uit de burgerij tot het verschaffen van steun aan werkloozen. Het comité vergadert heden avond. Het Dagelijksch Bestuur uit het comité vergaderde reeds gisteren. Een voorloopig onderzoek naar den omvang der werkloosheid heeft reeds het volgende aan het licht gebracht. De drie neutrale bouwvakvereenigingen hebben samen 112 leden, daarvan zijn 65 werkloos. Samen hebben deze werk loozen 131 kinderen. Deze 65 zijn 300 weken aan één stuk werkloos geweest. Hedenavond het concert van Ger- maine Schnitzer en J. Mossel en morgen avond Ed. Verkade in zijn Hamlet ver tolking. Voor het uitgaande publiek is dus gezorgd maar ook voor het vergadering- publiek. Hedenavond nl. vergadering van het Comité inzake steun bij tijdelijke wer- energie gedurende het tijdvak van 1842 1861 voor ons vaderland van grote be tekenis is geweest, door de regeling van onze financieën en zijn spoorwegwet maar wiens politiek door Thorbecke ge schetst werd als steunende op de zede- like zwakheid en karakterloosheid in plaats van op de goede eigenschappen der mensenen daarbij te vaak de vroeger door hem beleden beginselen ter wille van het gezag verzaakte om bij zijn tijd genoten die waardering te vinden, waarop zijn grote dieDslen aan de staat hem overigens aanspraak konden geven." Baron van Zuylen, die in het eerste ministerie Thorbecke met de portefeuille van Buitenlandse zaken belast was ge weest, maar sedert van Thorbeckiaan antirevolutionair was geworden, trad nu op als samensteller van een nieuw ministerie. Op 23 April 1861 deelde hij aan de Tweede Kamer de inzichten van het Kabinet mede. Hij wees er op, dat zich in de laatste jaren een zekere on macht had geopenbaard om voort te bouwen op de grondwet van 1848, en dat de oorzaak daarvan moest gezocht worden in verschil van gevoelen over die grondwet. Sommigen achtten de konsti- tutionele regeringsvorm voor onze be hoeften ongeschikt en trachten de grond wettige rechten van het volk binnen zo eng mogelike grenzen te beperken. Anderen hadden zich te goeder trouw onderworpen aan de bestaande orde van zaken, maar hadden die niet gewenst. Eindelik waren er die de beginselen door de grondwet gewaarborgd als de enige keloosheid. Morgenavond zal de heer A. C. Bos in de Industrieschool spreken voor de Kinderherstellings- en Vacantie- kolonies, terwijl in de Remonstrantsche kerk Ds. C. E. Hooykaas uit Boskoop een lezing zal houden voor de plaatselijke afdeeling van den Protestantenbond. De maandvergadering van Handel en Nijverheid wordt a. s. Maandag in de Zwaan gehouden. Een voor een wagen gespannen paard wist zich heden morgen bij de voetbrug aan den Soesterweg los te rukken en sloeg er van door langs het Smallepad. Daar sprong het dier over een bakkerswagen, waartegen het even wel met de achterpooten schijnt ge sprongen te zijn. De wagen werd althans gedeeltelijk verbrijzeld. Aan den Koppel werd het dier tot staan gebracht. Per soonlijke ongelukken kwamen niet voor. KINDERHERSTELLINGS- EN VACANTIEKOLON1ES. Vrijdag 10 Januari, de« avonds te 8 uren, zal, zooals reeds is gemeld, in het gebouw der Industrie- en Huishoudschool in de Hendrik van Viandenstraat, eene voordracht worden gehouden door den Heer A. C. Bos uit Egmond aan Zee, over de werking van het centraal genoot schap voor kinderherstellings- en vacantie- kolonies. Als een kind uit de gegoede klasse der maatschappij zijn lol heeft betaald aan de onvermijdelijke kinderziekten en bijvoorbeeld na mazelen of kinkhoest slap en vatbaar blijft, dan kan het voor komen, dat de dokter zegtIk zou met dat kind van den zomer eens eenigen tijd aan zee gaan zitten. Of wanneer zoo'n kind van huis uit een eenigszins zwak ken aanleg vertoont en de ouders met ongerustheid den dokter vragen, wat er aan te doen is, dan wordt er wel ge raden het kind eens eenigen tijd naar de hei en de bosschen te zenden. In zulke gevallei zouden de ouders meenen in hun eersten plicht tegenover het kind tekort te schieten, wanneer zij aan dien raad geen gevolg gaven. En terecht, want ieder kent wel uit zijne omgeving kinderen, die op die wijze met het meeste succes over perioden van min of meer ernstig gevaar voor hun gezond heid zijn heengebolpen. Maar heeft de geneesheer te doen met ouders, die een verblijf voor hun kinderen aan zee of in de bosschen onmogelijk geheel of ook maar voor een gedeelte bekostigen kunnen, dan verkeert hij in hel geval, waarin hij tegenover zijn min- of onvermogende patiënten zoo vaak ver keert: hij zou een goeden raad kunnen geven, maar hij weet van te voren, dat die raad door de betrokken personen niet opgevolgd kan worden al was een verblijf in gezonde lucht en hygiënische omgeving voor de zwakke of moeilijk herstellende patiëntjes ook nog zoo on ontbeerlijk tot het verkrijgen van een volledig herstel, zulk een verblijf wordt niet voorgeschreven, want het is niet te bekostigen. Hier dient ingegrepen te worden door de vereenigingen voor Gezondheids kolonies. Men weet wat onder verpleging van kinderen in Gezondheidskolonies verstaan wordt. Voor de verpleging komen in aan merking, niet de eigenlijk gezegde zieke kinderen, maar voornamelijk de zwakke, bloedarme, klierachtige of bleekzuchtige kinderen, wier weerstandsvermogen men in vele gevallen met blijvend succes kan verhoogen, door ze voor den tijd van een week of vier, vijf te brengen onder voorwaarde beschouwden, waaronder Nederland op de duur gelukkig en voor spoedig kan zijn. Sedert 1858 was ge bleken dat een gemengd ministerie, waarin de verschillende partijen vertegen woordigd zijn, een eerste voorwaarde voor een krachtige regering mistsamen werking van de delen tot een gemeen- schappelik doel. Om die reden was bij de samenstelling van dit kabinet het beginsel van homogeniteit toegepast. De natie is het twisten moede en verlangt, dat er gehandeld wordt." Het ministerie zou in liberale geest regeren, doch niet met doktrinaire gestrengheid. Dit laatste werd gezegd met het oog op Thorbecke. De indruk van die rede beantwoordde weinig aan het doel, naraelik om de natie te doen geloven, dat men, na acht jaar van afdwalingen en stelselloosheid, tot de „ware liberaliteit" was teruggekeerd. Zelfsdoor konservatieve Kamerleden werd het beginsel van het kabinet bestreden om in Nederland liberaal, in Indië be houdend te zijn. Met dat al kon de Regering op een kleine meerderheid in de Tweede Kamer rekenen, en bracht zij enige wetsontworpen, door het mini sterie Van Hall gereed gemaakt, aan de orde. Daartoe behoorde het voorstel om bij de brieveposterij het uniform port van 5 cent in te voeren voor alle bin nenlandse brieven beneden 15 gram, en een belangrijke verlaging van port voor drukwerk en buitenlandse brieven. Voor een brief uit Java werd soms een port van f 1,25 geëist. Het ontwerp werd door zoo gunstig mogelijke hygiënische om standigheden. Met andere woorden, verpleging in een Gezondheidskolonie heeft de strekking om veel ziekte, van heele of halve in validiteit op later leeftijd te voorkomen. Gezondheidskolonies moet men dus als een voorbehoedmiddel beschouwen. Een voorbehoedmiddel, naar meer en meer aangenomen wordt, niet het minst tegen latere tuberculose. Een voorbehoedmiddel ook, dat heel wat geld kost, maar dat zijne rente op brengt in den vorm van verhoogde volkskracht. Moge een talrijk bezochte vergadering het comité blijk geven dat men ook in Amersfoort dit begrijpt. DE WERKLOOSHEID. Dinsdagavond werdj in de Sociëteit «De Vereeniging» de vergadering ge houden, uitgeschreven op initiatief der vereeniging «Liefdadigheid», waarin de maatregelen werden besproken, die kunnen genomen worden teneinde iets te doen om den nood te;lenigen"ont staan door de heerschende werkloosheid. Aanvankelijk werden de vergaderden op het tooneel geplaatst, maar al spoedig bleek dit veel te klein te zijn, waarom de groote zaal moest worden in gebruik genomeu. De vergadering werd geopend door den heer A. M. K o 11 e w ij n met de volgende woorden. Mijne Heeren. Ik weet, dat er onder CJ zijn, die de meening zijn toegedaan, dat er dezen winter niet meer werk loozen zijn, dan vorige jaren. Ik weet ook, dat er zijn van een tegengestelde meening. Maar ik zou U willen voor stellen daarover thans niet te beraad slagen. 't Is onmogelijk, genoeg juiste gegevens bijeen te brengen om daarover tot overeenstemming te komen. Nu meen ik, dat we allen overtuigd zullen zijn, dat er iets moet worden gedaan, tot verzachten van het lijden van die gezinnen, waarvan de hoofden buiten schuld werkloos zijn. 't Is noodig de maatregelen, die te nemen zijn, te bespreken, maar we komen niet tot een resultaat wanneer we die hier gaan bespreken. Dan zal nog een tweede of derde vergadering noodig zijn. Wat in de eerste plaats noodig is, dat is geld. Nu hebben al een aantal jonge dames toezegging gedaan, te willen werken met lijsten. We hebben verder een werkplan opgemaakt. Er zijn gezinnen wier hoofden werkloos zijn, die niet langer kunnen wachten, geen dag en geen nacht. Nu stellen we voor een hoofdbestuur te benoemen van 7 leden. Verder willen we de stad verdeelen in 4 sectoren, in ieder waarvan een der heeren werkzaam zal zijn met een aan te stellen commissie, om op te sporen die gezinnen, die buiten schuld werkloos zijn. Die moeten opgespoord worden, want oppassende werklieden schamen zich, uit zich zelf te komen en dat prijselijk gevoel moet worden gëeerbiedigd. Dan willen we aan de werkgevers lijsten vragen, van de werklieden, die ze door gebrek aan werk gedaan hebben moeten geven. Die lijsten wor den in handen gesteld der besturen van de sectoren. Van het hoogste belang is het, dat daaronder zijn de werkgevers, omdat die het best op de hoogte der behoeften van de werklieden zijn. De penningmeesters van die be sturen betalen het geld, dat voor de verschillende gezinnen is vastgesteld. de Tweede Kamer aangenomen, maar de Eerste verwierp het uit vrees van het geldelik nadeel dat de schatkist erdoor zou lijden. Met het oog op Engeland scheen die vrees niet ongegrond. In 1837 gaf Row land Hill, de hervormer,van het post wezen in Engeland, een vlugschrift uit om het nadeel aan te tonen van hoge briefporten, en in 1839 stelde hij aan het parlement voor, om het stui versport voor alle binnenlandse brieven in te voeren. Eerst werd zijn voorstel heftig bestreden uit vrees dat het de brieve posterij tot een schadepost op de be groting zou maken, maar in 1840 werd zijn voorstel, met gedwongen frankering, aangenomen. Aanvankelik daalden de iukomsten van het brievevervoer aan- merkelik. Men had gemeend dat bij de invoering van het uniformport (ongeveer van het vroegere port) de korrespon- dencie vijf- a zesmaal zou toenemen, doch dat had eerst 16 jaar later plaats, dus in 1855. Het Tory-ministerie dat in 1842 optrad had de porto's willen ver hogen, doch liet het na uit vrees voor de openbare mening. Nog bracht dat ministerie wetten tot stand tot regeling van doortocht en vervoer van landverhuizers, de nationale militie, het advies dat de Raad van State geeft aan de Koning bij de a d- ministratieve rechtspraak*) Een juiste bepaling van administrief recht is moeilik te geven. Het komt voor, bij geschillen tussen besturen over de toepas sing van wetten, zoals over de vrijstelling De penningmeester van het Hoofdbe stuur laat wekelijks door werkloozen het geld ophalen tegen kwitantie. Die penningmeester ontvangt elke week een opgaaf van de werkloozen en ver strekt aan elk bestuur wat kan worden afgedragen. Nu wensch ik te vragen, kan men zich daarmee vereenigen of heeft men nog verbeteringen De heer D. Gerritsen. Ik ge loof, dat het niet goed is buiten be spreking te laten of er werkloosheid is of niet. De fabel, dat er geen werk loosheid is moet wel worden besproken en desnoods moet bij motie dat worden uitgemaakt. Wij weten het zoo niet en nu hooren we van werkgevers, dat het niet zoo erg is, het is net zoo als elk jaar. Wanneer we nu de ge schiedenis nagaan, moeten we werkelijk uitspreken, dat er grooten nood is, bij hen die geen werk hebben. (Applaus.) En dat zal natuurlijk werken, bij hen die de giften geven. Want als dat sprookje niet wordt uitgemaakt, vrees ik dat we ons doel niet zullen bereiken. Niet alleen de bazen, maar ook de vakvereenigingen moeten we er echter j in kennen. De bazen kunnen niet ge heel en al den toestand beoordeelen en ik geef dan ook in overweging de vakvereenigingen er in te nemen. Applaus De voorzitter. Daar hebben we ook op gerekend. In de besturen der sectoren zullen ze benoemd worden. De heer Gerritsen. Ik kan die wijze van werken volkomen billijken, maar ik had toch iets anders verwacht, n.l. een overzicht van wat er voor nood is. Ik hoop, dat U in dat opzicht de discussie niet zult smoren, waar dat aan den dag zal komen. De voorzitter. We zijn daarop bedacht geweest, maar het is zeer moeilijk. Er zijn werkloozen, dat is ons bekend. Nu moeten de sectoren- besturen uitmaken, wie dat zijn. Niet de lui, die bedelen, maar de stille armoe hebben we op 't oog. We meenen zoo gauw mogelijk wat te moeten doen. Wanneer nu een Hoofd bestuur wordt benoemd, kan deze week nog begonnen worden. Maar wanneer hoofden van vakvereenigingen ge- gevens hebben dan bestaat er geen aanleiding er niet over te spreken. De heer Rij kens. Ik heb ge vreesd, dat over de besproken zakeD de discussie gesmoord zou worden. Om dat nu te voorkomen heb ik een motie van orde, die ik graag eerst in behandeling wil zien. Dan kunnen later de lieden, die meenen mochten, dat onmiddellijke bijstand niet noodigjis, niet zeggen, dat ze niet in de gelegenheid zijn gesteld, hun meening te verkon digen. Deze motie luidt als volgt »De vergadering, niet tredende op het gebied van die lichamen, die de voortdurende en jaarlijks terugkeerende armoe bestrijden, wil de gezinnen van die handwerkslieden voor ellende en ondergang behoeden, die de onschul dige en weerlooze slachtoffers zijn van de maatschappelijke misstanden, waar door de tijdelijke stilstand der bouw en aanverwante vakken veroorzaakt wordt. Zij wil die slachtoffers helpen om het hoofd boven water te houden, tot de ware redding in den vorm van toonenden vakarbeid weder genaderd is.» De heer v. W ij 1 a n d. Toen we de uitnoodiging ontvingen om deze vergadering bij te wonen, was er één ding dat ons zeer leek, nl. dat de steun zou verstrekt worden zoo min belee- digend mogelijk. Maar nu is de werk en de opheffing van het collatierecht,/ voor zover de staat het recht bezat om in sommige gemeenten Hervormde pre- 1 dikanten aan te stellen. Maar bij de begrotingswetten van 1862 kwam dui- delik aan 't licht dat het ministerie niet homogeen was, vooral wat de koloniale politiek betrof. Ook waren Kamer en pers ontstemd over de mededeling van de minister van financiën, Tets van Goudriaan, dat er niet te denken viel aan afschaffing van belastingen, omdat de Indiese baten 6 miljoen minder zouden opbrengen dan waarop gerekend was, wegens de mindere opbrengst van der veilingen van tin, koffie en suiker van de staat en de aanvulling van de tekorten in Indië. Het feit dat het ministerie Victor Emanuel als koning had erkend van het met delen van de Kerkelike Staat uit gebreide koninkrijk Italië, wekte de ver ontwaardiging op van de Roomsen, terwijl de liberalen die erkenning als noodzakelik erkenden. Van nu af vervreemden de Roomsen van de tot nu toe door hen gesteunde liberalen en lieten zij ook het ministerie Van Zuylen in de steek. van, of verplichting tot de krijgsdienst ontzetting van het lidmaatschap van de ge meenteraad het ontnemen van de bevoegd heid tot het geven van onderwijs j de beslis- sing van het dageliks bestuur van een gemeente omtrent het aanleggen van be graafplaatsen enz. (Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1908 | | pagina 2