Vrijzinnig: Orgaan voor Amersfoort en Omstreken.
NO; 5.
ZATERDAG 11 JANUARI 1908.
5e JAARGANG.
Uitgave van de Naaml. Vennootschap „DE EEMLANDER".
Vepsehijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zatepdagavond.
ft an de Burgerij van ftmersfoort
FEUILLETON.
DE KLEINDOCHTER.
BUITENLAND.
DE EEMLANDER
Directeur R. G. RIJKENS.
Abonnementsprlj s
Per jaarf 3.00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Afzonderlijke nummers- 0.05
Bureau: BREEDESTRAAT 20.
Telefoon Interc. 62.
Prijs der Advertöntlën:
Van .'1 tot 5 regelsf 0.40
Voor iederen regel meer- 0.08
(Bij abonnement belangrijke korting.)
De Commissie tot leniging van den
nood der werkloozen doet een beroep
op uw gemeenschapszin.
Het betreft hier geen bedeeling. Wij
wenschen alleen te steunen, degenen,
die in gewone tijden zelf in hun onder
houd kunnen voorzien, maar slacht
offers geworden zijn van de crisis, die de
geheele maatschappij thans doormaakt.
De nood is zeer hoog gestegen. Tal
van kostwinners, zijn al weken en
weken lang zonder werk. Honderden
kinderen ontberen het noodigste. Duizen
den guldens zuUen noodig zijn om allen
door den winter te helpen.
De commissie zal de volgende week,
te beginnen met Maandag 13 Jan. een
inzameling houden, en vertrouwt dat de
geheele burgerij zal meewerken door
bijdragen in eens of per week toe te
ggen, evenredig aan den heerschen-
-.n nood.
Bespaar op uitgaven die gemist kunnen
S worden, om deze noodige uitgaaf te doen I
Talrijke aanvragen om steun eischen
1 onmiddellijke voldoening. Stel niet uit,
steun dadelijk!
Bijdragen kunnen bovendien direct
gezonden worden aan ondergeteekenden.
Namens de Commissie voornoemd:
Het Comité van inzameling,
J. W. van Achterbergh.
Dr. F. A. F. Groneman.
F. J. J. baron van Heemstra.
M. van Heioma.
A. Holland.
J. N. van Hoogevest.
Dr. E. Kruisinga.
J. L. F. de Meijere J.Cz.
M. S. de Pool.
C. Ruitenberg.
A. M. Tromp van Holst.
Mr. A. van Traa.
W. H. E. Vrijdag.
Ds. G. W. C. Vunderink.
F. Wesseling.
Door M. BöHME.
2l)*
«Lieve, zoete juffrouw Jo. Ik smeek
u, wordt toch niet dadelijk zoo boos,»
fluisterde Tony Jo toe. «Ik meen het
toch niet slecht met u. Wij zijn hier
niet in Berlijn, waar natuurlijk een
fatsoenlijk meisje moet oppassen en
iederen man, die haar een beetje het
hof maakt, wantrouwen moet. Ik meen
het eerlijk. Het is mij volle ernst
ik ben beslist van plan»
«Hoe? Wat? Wat dan?» zei Jo.
De dikke Tony leek haar plotseling
zoo komisch dat haar toorn verdween
en ze in een luid lachen uitbarstte.
«Lach toch niet, juffrouw Jo», ging
Tony fluisterend voort. «Een huwe-
lijksvoorstel van een achtbaren, gezeten
man met een mooie zaak is niet iets
belachelijks».
Hij boog zoo ver, dat zijn adem
langs Jo's oor streek. Zij week ver
schrikt terug en rukte haar stoel een
Ieind op zij.
Tony glimlachte. Hij meende te be
grijpen en schoof nader. De anderen
spraken zoo luid en opgewekt, dat
schijnbaar niemand op hen lette.
Waaraan zouden we liever de eere
plaats in ons blad geven, dan aan het
beroep, dat bovengenoemde mannen
doen op den gemeenschapszin van onze
stadgenooten
«De nood is zeer hoog gestegen»
zeggen ze. Dat klinkt heel anders dan
de bijna misdadige poging van hen,
die een oogenblik de meening wilden
verspreiden, als zou het zoo erg niet zijn.
Men leze maar eens de opgaven, die
we nog in dit nommer zullen meê-
deelen.
Reeds op oudejaar hebben wij een
poging gedaan, om de ellende, die er
in sommige huisgezinnen heerschte ten
gevolge van werkloosheid, te schilderen.
Dat is ons natuurlijk niet geheel ge
lukt, daar elke poging om de honger-
ellende te malen noodwendig moet
falen.
Het strooibiljet is dan ook terecht
sober gesteld. «Honderden kinderen
ontberen het noodigste»dat zegt alles.
Dat zegt meteen, dat daar menschen
zijn, wien het ontbreekt aan voedsel
dat er menschen zijn, die wachten op
voldoende kleedingdat er bedden en
bedekking te kort komen, als de on
gelukkiger door den slaap ten minste
eenige uren hun ellende kunnen ver
geten.
Nu hebben wij van al het andere
nog niet gesprokennog niet van allerlei
dingen, waaraan ze gehecht waren en
die ze soms stuk voor stuk hebben
moeten verkoopennog niet van hun hoop
op vermeerdering van welvaart, waaraan
nu voor langen tijd den bodem is in
geslagen.
In de eerste plaats hebben zij nu
hulp noodig voor de eerste behoeften
voor hun bestaan als mensch.
En nu zal er een beroep worden
gedaan op Uw medegevoel.
O, laat thans de uitgestoken hand
niet ledig terug gaan.
«Het is volstrekt geen grap», fluis
terde Tony verder. «Ik heb alles goed
overlegd. Waarom ook niet U onder
schat u zelf, juffrouw Jo. Ik trouw
niet om geld. Uw deugd, uw schoon
heid, uw bevalligheid hebben mij be
koord. Als u het goed vindt, sein ik
morgen dadelijk aan grootmoeder Meier
en vraag om uw hand. Maar ik ben
van grootmoeders toestemming zoo
zeker, dat ik reeds vanavond gaarne
Tony sloeg zijn arm om Jo's middel.
Deze zat als versteend, sprong nu
echter met een kreet van schrik op.
«Ik geloof, dat u dronken bent,
mijnheer Stohman», zei ze luid.
Zij sidderde van opwinding en schrik
over Tony's brutaal-plompe liefdesbe
tuiging.
Weer ontstond een pijnlijke stilte.
Tony schoof zijn stoel terug bij de
tafel en knipte met de oogen, om zijn
verlegenheid te verbergen.
«Waaruit maakt u op, dat mijn zoon
dronken is, juffrouw Burgard?» vroeg
de oude mevrouw Stohman gepiqueerd.
Zij kon zoo iets toch niet ongemerkt
laten voorbij gaan.
«Ach, Juffrouw Jo schertst immers
maar,» zei Tony gemoedelijk. «Kom
weer hier, juffrouw Jo, wij willen weer
vrienden zijn. Daarom geen vijandschap
nietwaar? Ik had in 't geheel niet ge
dacht, dat Berlijnsche dames zoo
schuchter en preutsch waren.»
Geeft goud, gij die rijkelijk met
aardsche goederen zijt bedeeld.
Geeft zilver, gij die in iets minder
goeden doen zijt, maar die. door geen
rampspoed geteisterd, ongestoord kunt
arbeiden aan vermeerdering Uwer wel
vaart.
Geeft brons van uw armoede, gij
armen, die ten minste nog meer hebt
dan zij, die zonder werk zijn.
Maar geeft allen.
AMERIKA EN JAPAN.
Zooals we in ons vorig nommer
hebben gezien, maakt de wereld zich
ongerust over een naderend conflict
tusschen de Vereenigde Staten en Japan.
Sir Charles Dilke, die den naam heeft
een der beste kenners van de staat
kundige verhoudingen te zijn, heeft
voor een paar dagen als zijn gevoelen
te kennen geven, dat men niet behoefde
bezorgd te zijn in den eersten tijd voor
gevaarlijke conflicten.
De geruchten, die zouden zijn ontstaan,
zijn versterkt door den tocht van een
deel der Amerikaansche vloot om Kaap
Hoorn naar Californië. Het is een
merkwaardig geval, dat men niets hoort
van die vloot in den laatsten tijd. Men
heeft vernomen dat de voorhoede een
paar havens had aangedaanmaar er
is geen bericht van de groote schepen,
de zestien slagschepen onder het bevel
van admiraal Evans. Het is alsof de
zee ze heeft verzwolgen. Dat is zeker
niet het geval. Maar de admiraal wil
blijkbaar alle bijzonderheden omtrent
zijn tocht geheim houden.
Zijn die schepen eene bedreiging
voor Japan In het geheel niet, zegt
sir Charles Dilke en de Japansche
regeering is het met hem eens. Het
neemt niet weg, dat de quaestie van
den invoer der Japanners in de Ver
eenigde Staten en in Canada, die aan
leiding heeft gegeven tot de bekende
tooneelen en vele onderhandelingen,
nog niet uit de wereld is en dat eene
vreedzame oplossing zeer in het belang
van den vrede zou zijn.
Jo schoof haar stoel tusschen den
zwaarlijvigen stationschef en juffrouw
Herta.
Bijna scheen het, alsof leedvermaak
glansde in de zwarte oogen der win
keljuffrouw.
«Nu, dan zullen we er maar eens
op klinken.» vond Tony en vulde de
glazen. «Kan 't niet, dan maar niet.
Op dat, wat we lief hebben
De glazen klonken tegen elkaar. Jo
vermeed het Tony Stohman in 't ge
laat te zien, dat breed en warm glom,
bol om de zwemmerige, glimmende
oogjes. Een heftige, eigenlijk ongemo
tiveerde afkeer kwam in haar.
Na het kleine voorval bleef de stem
ming eenigszins gedrukt. Jo ademde
als bevrijd toen tante Lisa tegen half-
twaalf opstond.
Zij deed haar nicht heftige verwijten
wegens haar in elk geval onbedacht-
zamen uitval.
«Hoe kan iemand nu zoo iets doen
om heel de stemming te bederven
je moest toch begrijpen, dat het een
taktloos gezegde van je was. Wat had
Tony dan gezegd?»
«Hij had de onbeschaamdheid, mij
in 't volle gezelschap een huwelijks
aanzoek te doen.»
Lisa sloeg de handen ineen.
«Dat noem je een onbeschaamd
heid Jij, meisje, wat beeldt je je dan
eigenlijk in? Je bent toch geen prinses,
Nog slechts een paar dagen geleden
hadden angstige gemoederen een nieuwe
schok te verduren. Uit San Francisco
kwam een slechte tijding. De Japansche
staatsman Aoki, vroeger gezant te
Washington, zou op zijne reis van daar
naar Tokio in de Californische hoofdstad
zich op zeer eigenaardige wijze hebben
uitgelaten over de verhouding tusschen
de Unie en zijn land en het vraagstuk
der Japansche immigratie. Hij zou tot
den reporter van een dagblad hebben
gezegd, dat als de Vereenigde Staten
maatregelen namen, ten doel hebbende
den invoer van Japanners te beletten,
Japan daarin eene beleediging zou zien.
Dat was tamelijk duidelijk.
Nu zijn interviews niet altijd te ver
trouwen en die van Amerikaansche
reporters moeten met voorzichtigheid
worden gelezen.
Zijn bericht is officieel tegenspraken
maar er blijft het feit dat zekere span
ning bestaat, waarin een onvoorzichtig
woord zeer onaangename gevolgen kan
hebben. Er blijft de afkeer van de
Amerikanen en Canadeezen tegen de
Japanneezen en de Oosterlingen over
het geheel. En indien geene maatrege
len genomen worden, die men moeilijk
nemen kan zonder een conflict uit te
lokken, zal de stroom der landverhui
zing uit het oosten nog steeds toe
nemen.
In brieven uit Tokio kan men tel
kens lezen, dat de Japanners nog
ruimte genoeg in hun land hebben te
meer nu dit feitelijk is vergroot met
Korea. Er is nog een groote uitge
strektheid onbebouwde grond Maar
als de Japanners hun land verlaten, is
het niet omdat zij gebrek aan ruimte
hebben, het is omdat zij onder den
druk staan van groote en kleine mach
ten. De oude kastengeest is nog niet
gestorvende regeering beschouwt het
volk als geboren om goed en bloed
voor het vaderland en zijne grootheid
over te hebbende belastingen zijn
hoog en de politie heeft in Japan groote
macht. Naar buiten maakt de nieuwste
mogendheid heel wat vertooning, maar
de menschen die het weten kunnen
verzekeren dat de inwendige toestand
niet beantwoord aan dat schitterend
uiterlijk. Daarom verhuist de Japanner
gaarne. Ongelukkig weet hij elders zich
bezit geen millioenen, zoodat je uit
honderden te kiezen hebt. Dat is geen
onbeschaamdheid. Dat is een eer
voor je.»
«In den vorm, waarin hij zijn aan
zoek deed. was het zeker geen eer
voor mij,» zei Jo toornig. »En bovenal
werd ik kwaad om de manier, waarop
hij mij aanvatte. Het is eigenlijk
komischals ik er niet zoo kwaad om
was, moest ik lachen. Hij deed zoo,
alsof hij grootmoedig tot ons afsteeg en
scheen aan te nemen, dat ik alleen,
verbaasd over de grootheid van zijn
aanbod, het bescheiden afwees.»
«Nu, weet je, Jo, wat ik er van
denkdeze opvatting van hem was
niet zoo ongerechtvaardigd.»
Lisa was zeer opgewonden.
«Ik weet niet, wat je je inbeeldt.
Tegenwoordig is het voor een arm
meisje 't grootste geluk, als ze een aan
neembaar huwelijksaanzoek krijgt. Maar
het is juist zooals moeder altijd zegt
je bent net als je vader. Je kijkt altijd
in de wolken en onverwachts val je
over den eersten den besten steen op
je weg den neus aan bloeden. Ik had
geld, en kon ook een rechter of dokter
krijgen; maar ik heb toch een een-
voudigen zakenman genomen en heb
er geen berouw over. Voor jou is
Tony Stohman nog tienmaal te goed.»
«Dank je,» zei Jo droogjes.
«Wat zeg jij, Gerard. Is Stohman
blijkbaar niet bemind te maken en men
ducht er zijne concurrentie.
Er zal geen gevaar door dien toe
stand ontstaan, zegt sir Charles Dilke
en wij hopen het met hem. Maar de
Amerikaansche regeering neemt de
noodige maatregelen, om niet door
altijd mogelijke gebeurtenissen verrast
te worden en daaraan heeft zij gelijk.
SPANJE.
Het bezoek van den Franschen minister
Pichon aan Madrid heeft zooals we
reeds zeiden, sommige Spaansche bla
den aanleiding gegeven tot het uit
spreken van de vrees, dat de Fransche
minister met zijn Spaansche collega
de een of andere actie in Marokko
zouden voorbereiden, waardoor Spanje
in het Moorsche avontuur verder kon
worden meegesleept, dan het lief was.
Van officieuse zijde zijn nu te
Madrid mededeelingen aan de pers ge
daan, die ten doel hebben het publiek
in deze gerust te stellen. Het bezoek
van Pichon is slechts een beleefdheids
bezoek en heeft geen politieke betee-
kenis, zoo wordt in deze mededeelingen
gezegd.
Tegelijkertijd is ook te Parijs een
officieuse Havas-nota verschenen, waarin
o. a. wordt gezegd, dat het bezoek van
Pichon wel ten doel heeft om de vriend
schapsbetrekkingen tusschen Spanje en
Frankrijk te versterken, en verschil
lende aangelegenheden tusschen de beide
landen te regelen, doch dat de Fransche
regeering er niet aan denkt, om Spanje
mee te sleepen in eenige avontuurlijke
poging om Marokko binnen te dringen.
Frankrijk en Spanje zullen zich nauw
keurig houden aan de akte van Alge-
ciras.
«Ook in Duitsche regeeringskringen»
zegt deze nota verder, neemt men,
voor zoover ons bekend is, aan, dat
de heer Pichon en de Spaansche re
geering geen enkel doel vervolgen,
dat strijdig is met de overeenkomsten
te Algeciras.»
TURKIJE.
Volgens de «Humanité» vergadert
op het oogenblik te Parijs een congres,
waaraan alle Turksche oppositie-partijen
deelnemen. Men kwam overeen te
trachten de afzetting van Abdoel-Hamid
niet een partij waarnaar de voorname
burgerdochters hier smachten?»
Gerard liep met de handen op den
rug de kamer op en neer. Hij hield
niet van driftige uiteenzettingen.
«Dat is zoo,» zei hij, «maar laat Jo
toch met rust. Zij moet toch zelf 't
best weten, wat 't best voor haar is.»
«Neen, dat weet ze niet, en het is
onze plicht het meisje tot rede te
brengen,» zei Lisa. «Ik zou wel eens
willen weten, wat zij op Tony aan
te merken heeft, en op wien zij wacht.
«Tony Stohman vind ik eenvoudig
verschrikkelijk. Men kan aan zijn
mond zien, hoe goed hem 't eten smaakt.
Zijn papperig gezicht, en in alles, zijn
tegenstaand, laf-zoetelijk gedoe, o, in
een woord misselijk.»
«Kom. Inbeelding. Wacht maar tot
moeder er is, die zal je wel op je
plaats zetten, 'n Graaf haalt je bier in
Miesbach niet, dat kun je gelooven.
Ik weet zeker dat moeder de zaak
met Tony afgesproken heeft. Ze wou
je graag verzorgd zien. En gelijk
heeft ze.»
«Ik zal toch, hoop ik, in deze zaak
ook een woordje mogen meespreken»,
riep Jo, nu ook woedend.
Wordt vervolgd.)