Vrijzinnig Orgaan voor Amersfoort en Omstreken.
No'; 6.
DINSDAG 14 JANUARI 1908.
5e JAARGANG.
Uitgave van de Naaml. Vennootsehap „DE EEMLANDER".
Vepsehijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond.
Gemeente-financiën.
FEUILLETON.
DE KLEINDOCHTER.
BUITENLAND.
DE EEMLANDER
Directeur B,. G. RIJKENS.
Abonnementsprlj s
Per jaarf 3.00
Franco per post3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
A.fzonderljjke nummers- 0.05
Bureau: BREEDESTRAA.T 20.
Telefoon Interc. 62.
Prijs der Advertentlën
Van'1 tot 5 regelsf 0.40
Voor iederen regel meer-J0.08
(Bjj abonnement belangrijke korting.)
Het rapport van de Staatscommissie
in zake de gemeente-financiën is einde
lijk verschenen.
Men weet, dat deze commissie in 1903
voor een zeer omvangrijke taak is ge
plaatst. Als resultaat van de eerste
werkzaamheid hebben wij een uitge
breid onderzoek naar den geldelijken
toestand van meer dan 300 gemeenten.
In 1906 is de commissie eenigszins
gereorganiseerd en heeft zij, op haar
verzoek, de meer beperkte opdracht
gekregen om te onderzoeken of wijzi
ging der wettelijke bepalingen, die be
trekking hebben op de financiën der
gemeenten, noodig is en, zoo ja, hoe
die wijziging zou moeten luiden.
Zooals men weet, zijn in Mei 1897
de Rijksbijdragen voor de gemeenten
verhoogd. Dat daardoor de plaatselijke
directe belastingen toch niet hebben
opgehouden te stijgen, blijkt o.a. hieruit,
dat zij van 1897 tot 1905 met 40 °/o
zijn toegenomen, terwijl derijks-bedrijfs-
en vermogenbelastingen in dien tijd met
26 °/0 zijn aangegroeid.
Tot een nieuw voorstel betreffende
de verhouding tusschen rijks-financiën
en gemeentefinanciën resp. gemeente
belastingen, is de commissie niet kunnen
komen. Alleen heeft zij de wenschelijk-
heid betoogd, om de gemeentebegroo-
tingen over het geheele land en niet
telkens over één provincie, zooals nu
te doen maken naar éen model, bij
algemeenen maatregel van bestuur vast
te stellen.
Als een eerste stap op den weg van
betere, vergelijkende studie der ge
meentefinanciën, is deze maatregelzeer
zeker te begroeten.
Verder wil de commissie het rijk de
kosten van vervoer en verpleging van
arme krankzinnigen doen dragen en
het rijk tot de helft doen bijdragen in
Door M. BöHME.
24).
«Als je je onverstandig als een klein
kind gedraagt, zal 't je niet gevraagd
j worden, daarvoor ken ik moeder te
J goed!»
«Zoo? Dat was nog mooier. We
zullen zien. Goeden nacht», riep Jo,
en sloeg de deur achter zich dicht.
Nog sidderend van opwinding wilde
zij de trap opgaan naar haar kamertje,
toen Erwig op de eerste verdieping
1 een deur opende.
«Wel Jo, wat is er?» vroeg hij ver
wonderd. «Pret gehad op 't feestje?»
Jo wendde zich om.
«Mag ik nog even bij u blijven
zitten, oom vroeg ze.
«Graag, Jo».
Jo trad door de open deur in Erwigs
kamer, die de studeerkamer van een
geleerde geleek. Op de groote schrijf
tafel brandde een lamp, en wierp haar
zacht schijnsel op de volle boekenkas
ten aan de wanden en de naturaliën-
verzamelingen en Herbaria op tafels
eu tafeltjes. De opgezette vogels, die
overal stonden, kregen iets levendigs,
door het gloeien van hun oogen. Naast
de salarissen van burgemeesters en
secretarissen.
Overigens heeft de conclusie, waartoe
de commissie komt, betrekking op het ge
meentebelasting gebied, dat verruimd
wordt.
Ten eerste worden de onjuiste aan
giften strafbaar gesteld met ten hoogste
3 maanden gevangenisstraf of f 300
boete. Dan zullen zekere gemeente
ambtenaren inzage kunnen krijgen van
de rijksregisters van aanslagen in de
vermogens- en bedrijfsbelasting.
En eindelijk wordt voorgesteld, be
halve voor de oude belastigen en die
krachtens bijzondere wetten, de moge
lijkheid open te zetten voor
ie. gewijzigde oude belastingen,
2e. een nieuwe regeling van de in
komstenbelasting naar Pruisisch model
3e. nieuwe belastingen.
Wij zullen later nog wel eens ge
legenheid hebben deze drie punten uit
te werken. Het zij voorloopig genoeg
het rapport eerst in grove trekken te
hebben geschetst.
Wij zijn er iets verder mee gekomen,
dat valt niet te ontkennen, maar als
men nu meent, dat de geheele zaak
weldra haar beslag zal kunnen krijgen,
heeft men het o.i. mis.
Want, en dit is een droevig ver
schijnsel, geen enkel voorstel tot voor
ziening in den nood der gemeenten
heeft, hoewel geen enkel lid der com
missie het bestaan van dien nood heeft
ontkend, in de commissie zelf een
meerderheid kunnen krijgen.
En omdat de gemeenten nu in hun
eigen nood zullen hebben te voorzien,
heeft de commissie verruiming van het
belastinggebied der gemeenten en een
nieuwe regeling van de inkomsten
belasting voorgesteld.
Maar ook hiervan zal voorloopig wel
niet veel komen, want een deel van de
commissieleden heeft hiertegen zwaar-
de schrijftafel stond op 'n standaard
een bloempot, waarin, uit dicht, don
kergroene blaren een enkele sprookjes
achtige, sneeuwwitte bloem oprees.
Een of andere vreemde leliesoort van
buitengewone grootte en vorm, wier
sterke, aan Meiklokjes en narcissen
herinnerende geur de geheele kamer
doorstroomde.
«O, hoe gezellig is het hier bij u,
oom Erwig», zei Jo diep-ademend, en
vergat voor eeD oogenbük haar boos
heid. «Hebt u al die boeken gelezen?»
«Zeker, Jo. Anders zou ik ze niet
hebben. Ik schaf me alleen dat aan,
waarin ik pleizier heb».
Jo knikte. Zij herinnerde zich gehoord
te hebben, dat oom Erwig eigenlijk
natuurvorscher had willen worden, en
dat hij artikelen voor tijdschriften
schreef.
«Moeder meende, dat u zeker een
beroemd man geworden waart, als
grootmoeder u uw zin had laten vol
gen», zei ze. «Voelt u uzelf daardoor
niet vreeselijk ongelukkig in uw tegen
woordig leven?»
Erwig antwoordde niet dadelijk. Een
glimlach gleed bijna onmerkbaar over
zijn gelaat.
«Neen» zei hij dan. «Zie je die
bloem daar, in den hoek? Ze is in
haar soort een buitengewone plant.
Daar, waar zij thuis is, in Zuid-Amerika
en op den vrijen, steenachtigen bodem
wegende bezwaren van eenigszins poli-
tieken aard geopperd.
Zij zijn namelijk van meening, dat
deze verruiming van belastinggebied
eventueele sociaal-democratische meer
derheden in Gemeenteraden er toe
brengen zal den grondeigendom buiten
gewoon zwaar te belasten. Zij wenschen
bepalingen in dit wetsontwerp, welke
gemeenteraadsbesluiten, als door hen
gevreesd worden, onmogelijk maken.
Daarbij komt nog, dat andere com
missieleden verlangen dat de staat de
gemeenten krachtiger en billijker finan-
tieel steune, dan tot nu toe geschiedt.
Neemt men nu in aanmerking, dat
ons vermoedelijk een ministerie te
wachten staat, dat niet anders zal kun
nen arbeiden, dan aan werken die in
de neutrale zone vallen, dan is het
duidelijk, dat we, in de eerste anderhalf
jaar althans, op dit gebied niet veel
verder zullen komen.
Wat zeer te betreuren is.
MAROKKO.
De lijdensgeschiedenis van Marokko is
weer een nieuwe phase ingetreden. Zater
dag werd Europa in eens verbaasd met
de tijding dat te Fez de broer des Sultans,
Moulai Hafid, tot Sultan was uitgeroepen.
Mag men een telegram van de Daily
News gelooven, dan is een krijgsoverste,
Ben Kadour geheeten, die door Abdul
Aziz met een sterke krijgsmacht tegen
Moulai Hafid was uitgezonden, met zijn
troepen en drie kanonnen, naar dezen
overgeloopen.
Belangrijk is dit bericht zeker. Dat
ziet ook de Times in, die over dit feit
een hoofdartikel schrijft.
Dit blad schrijft o.a.
Moulai Hafid is te Fez tot sultan
geproclameerd Het spreekt vanzelf, dat
deze gebeurtenis er wel het hare toe zal
bijdragen, om de anarchie en de wan
orde te vergrooten, die in het land
heerschen buiten de streken, die in de
onmiddellijke nabijheid zijn gelegen van
groeit, zijn de planten wel grooter,
één kan wel twaalf en meer bloemen
hebben, maar een zoo volkomen ont
wikkelde, heerlijk geurende bloem als
deze zal ze in vrijheid nooit voort
brengen. Dikwijls als ik hier alleen
zit te denken, overpeins ik de vele
paralellen tusschen natuur en menschen.
Ook daarin wijkt deze bloem van de
andere harer soort af, dat ze licht en
zon ontberen kan. Slechts in schaduw
behoudt ze haar kostelijke melkwitte
kleur, voor 't venster zou ze spoedig
verwelken en vaal worden. Ja, zie je,
zoo denk ik dikwijls dat het ook met
veel menschen is als met deze bloem.
Ik heb mijzelf gevonden en met mijn
wenschen afgedaan. Hier in mijn kluis
voel ik mij zoo wel, dat ik bijna zeggen
zou: ik ben gelukkig, als het niet ver
metelheid was, van menschelijk geluk
te spreken. Maar ik geloof dat je me
iets vertellen wou, Jo».
Jo zuchtte en vertelde wat er in den
avond gebeurd was. Erwig raadde
haar de zaak verder niet zoo ernstig
te nemen. Het was geheel uitgesloten,
dat men haar tot iets zou dwingen.
«Maar als grootmoeder?» zei Jo
aarzelend.
«Ook grootmoeder zal je niet dwin
gen een man te trouwen, die je afkeer
inboezemt. Je kent je grootmoeder
nog niet goed, Jo. Zij is een flinke,
goede vrouw, die het hart op de rechte
de belangrijkste havens, waar de invloed
der vreemde schepen en kanonnen zich
doet gevoelen.
Het staat nog te bezien of dit voorval
nu een eind zal maken aan den lang-
durigen strijd tusschen de beide tegen
standers.
De proclamatie zal in elk geval in
Europa onrust verwekken over het lot
in Marokko en de herstelling der erde
en rust in het ongelukkige land nog
meer belemmeren en toch is deze binnen-
landsche vrede zoo onmisbaar voor het
behoud van den vrede in Europa.
Het is te vreezen, dat deze nieuwe
complicatie een groote teleurstelling zal
zijn voor de Fransche regeering en voor
Pichon, wiens bezoek aan Madrid juist
bedoeld scheen te zijn om een meer
normalen toestand in de kustplaatsen te
verkrijgen.
Men kan nu nauwelijks verwachten,
dat de Franschen binnenkort zullen be
sluiten hun maritime en militaire macht
van Casa-Blanca terug te trekken en dit
gebied over te laten aan de troepen en
de vloot van Abdel-Aziz, nu hem door
zijn opstandigen broeder zulk een slag
is toegebracht in zijn prestige en in zijn
macht van wettig heerscher.
PRUISEN.
Zooals men weet is het Pruisische
kiesrecht al bijzonder slecht geregeld.
Niemand minder dan Bismarck heeft er
over geklaagd. Maar zoo hij, die dan
toch ook Pruisisch minister was, de
kieswet niet heeft veranderd, kan men
daaruit opmaken, dat de invloedrijke
partij, die tot nu loe in Pruisen het
meeste gewicht in de schaal werpt,
er niet van wilde weten. Nu echter heeft
een zoo conservatieve staat als Oosten
rijk het algemeen kiesrecht ingevoerd.
Velen in Pruisen zien niet in dat hun
land moet ontberen wat het Rijk bezit
en nu zelfs Oostenrijk. Op wijziging ten
minste van de thans bestaande regeling
is met kracht aangedrongen. Men ver
moedde dat de troonrede er in elk
geval iets van zeggen zou. Maar men
heeft zich vergist. De regeering deed
alsof er geene beweging ten gunste der
wijziging van de veroordeelde kieswet
bestond, alsof zij ten minste daarvan
nooit iets gehoord had. Zij zweeg. En
toen zwijgen eindelijk niet langer moge
plaats heeft, al schijnen haar harde
eigenaardigheden vaak haar hart te
verloochenen. Zij houdt veel van je
en wil je ongeluk niet.»
«Dat wil zij niet, maar't is de vraag
of van haar standpunt een huwelijk
met Tony Stohman een ongeluk is.
Tante Lisa vindt dat het een geluk is.
«Kom, maak je er voorloopig maar
niet ongerust over, Jo. In geval van
nood ben ik er ook nog. Ga nu maar
liever slapen, dat is beter, je zult ook
wel moe zijn.»
Jo wenschte oom Erwig goeden
nacht en ging naar haar kamertje.
Maar ze kon zoo gauw den slaap
niet vatten, Oom Erwig had gelijk:
het was dwaas zich over zooiets boos
te maken. Dat Tony haar in zijn wijn
stemming en op zijn onbeholpen
manier een aanzoek gedaan had, was
geen ongeluk en ook geen beleediging.
Aan een herhaling zou hij, na haar
ondubbelzinnig antwoord, wel niet
denken. Gelukkig dat haar vader
spoedig kwam, dan had ze aan hem
krachtigen steun.
Terwijl ze zachtjesaan insluimerde,
dacht ze weer aan Frederik Mannebach.
De schoone, voorname verschijning
van den Westfaalschen fabrieksheer
volgde haar in haar droomen.
Het scheen, dat de mooie dagen
dit jaar voorbij waren. Een paar
stormachtige dagen en nachten ont-
lijk bleek, heeft zij gesproken. Dat was
j.l. Vrijdag. Maar zij gaf eene verklaring,
die niemand bevredigde. Zij wilde geea
Rijksdagkiesrecht, zij wilde geen open
bare stemming, geen verandering in de
kiesdistricten. En toch erkent zij, dat het
kiesrecht gewijzigd moet worden.
Dat begon het volk te verdrieten en
men heeft manifestaties gehouden te
Berlijn. Dat was Zondag.
De bedoeling was „Unter der Linden"
en voor het paleis een massabetooging
te houden. Van alle kanten voerden de
Irams reeds om één uur in den middag
kleine groepen menschen naar de Linden
en eenige uren later trachtten langs de
groote verkeerswegen groepen van duizen
den menschen naar het paleis te komen.
Volgens den Berlijnschen correspondent
van de Kölnische Zeitung was het klaar
blijkelijk de bedoeling om, zoo ergens
de politie een straat afsloot, toch door
het cordon heen te breken en verder
voort le gaan. Op die wijze zou het stel
lig tot ernstige botsingen zijn gekomen,
wanneer niet op zoowat alle punten de
gewapende macht zoo sterk was, dat de
manifestanten er toch een beetje tegen
opzagen, het er op te laten aankomen.
Op eenige verder gelegen punten was
het echter niet mogelijk geweest den
weg geheel af le zetten en zoo kwam
het, dat op vijf of zes plaatsen de politie
lot het gebruik van wapens haar toe
vlucht nam, toen zij door een overmacht
dreigde te worden verdrongen.
Nabij het paleis, van de brug van de
Spree, werd een charge uitgevoerd en
werd geschoten. Daarbij werden negen
personen gewond.
In het Zuiden der stad werd eveneens
op de menschenmenigte gechargeerd. In
den omtrek der Spittelmarke had een
bloedige botsing plaats, waarbij 18 per
sonen werden gewond.
In de Friedrichslrasse werd tweemaal
geschoten, ditmaal niet door de politie
maar door betoogers.
Nabij de Rosenthalertor moest de
politie zich meer dan een half uur zoo
goed en zoo kwaad als het ging tegen
een groote menigte sland houden tot
versterkingen waren aangekomen.
PORTUGAL.
Tijdens een voorstelling in de Opera
te Lissabon, waarbij de Koning en de
Kroonprins tegenwoordig warén, werden
namen den boomen hun tooi van bonte
bladeren, daarna regende het dagenlang.
Erika kon geen bezoeken meer bren
gen aan den tuin. Zij was weer mis
moedig en slecht geluimd. Zich
vervelend liep ze in huis rond, en
plaagde haar omgeving.
«Wat moet ik doen? Wat kan ik
spelen vroeg ze aan iedereen. «Ik
wou naar oom Erwig en naar Jo»,
Frederik Mannebach poogde haar
dezen wensch uit het hoofd te praten.
«Oom Erwig heeft geen tijd, zich
altijd met je te bemoeien. En dan weet
ik niet, of de oude mevrouw wel gaarne
ziet, dat je in huis komt.»
«Laat dan Jo hierheenkomen. Zij
kan zoo prettig spelen. Laat haar
halen, vader. Ik wil met Jo spelen»,
«Dat gaat ook niet, Eri. Juffrouw
Jo zal haar werk hebben. Bovendien
kunnen we over vreeraden maar niet
beschikken. Ik heb al geprobeerd, het
meisje voor je te krijgen, maar een
weigerend antwoord gekregen».
«Ach», zei Erika verdrietig. «Juist
wie mij bevallen, raag ik niet, en die
ik heb, bevallen me niet. Ik wou dat
ik een broer of een zuster had, alleen
verveel je je maar».
Wordt vervolgd.)