WEERBERICHT.
Thermometorstand
BINNENLAND.
Merkwaardige Woorden en Daden
STADSNIEUWS.
MOORD!
Hedennacht heeft te dezer stede
een afschuwelijke misdaad plaats gehad.
De politie werd gewaarschuwd, dat een
zekere Van Drie in zijn woning dood
op den grond lag. Aanstonds ging de
politie naar de woning op het St. Jans
kerkhof alwaar ze van Drie vond, over
dekt met wonden, badende in zijn
bloed.
Oogenblikkelijk werd een zeer ernstig
onderzoek ingesteld en werden reeds
hedennacht verschillende personen ge
hoord met dit gevolg, dat één van hen
voorloopig in arrest werd gesteld.
Nader vernemen we nog omtrent
deze misdaad, dat bij de eerste schou
wing van het lijk door Dr. H. W.
Schreuder verschillende wonden werden
geconstateerd. Het waren echter geen
steekwonden maar slagwonden, voor-
naamlijk op het hoofd.
Het misbruik maken van sterken
drank speelt hierbij ook weer een
grooten rol.
De verslagene, Gerrit van Drie is
59 jaar oud, gehuwd en vader van
eenige volwassen zoons. Geen der
familieleden staat erg gunstig aangeschre
ven. Woensdagmorgen had er nog een
huiselijke twist tusschen man en vrouw
plaats gehad, die zoo ernstig liep, dat
de vrouw op de vlucht ging, daar haar
man haar van kant wilde maken.
's Avonds schijnen ze nog al duchtig
gedronken te hebben, zoo zelfs, dat de
personen die in van Drie's gezelschap
zijn geweest zich zoo goed als niets
meer herinnerden.
Het lijk zal morgen voor het sectie
onderzoek naar Utrecht worden ge
zonden. Van het parket uit Utrecht
was hedenmiddag nog niemand alhier
geweest.
Door de Directie der Hollandsche
en Noord Hollandsche Brandwaarborg
maatschappijen is een premie van f 7.50
toegekend aan de Am. Vrijwillige
Brandweer en een van f 5 aan spuit
No. 3 voor het flinke optreden bij den
brand van N. Driëenhuizen op 27
December j.l.
Het bestuur van de Vereeniging
Floralia alhier, heeft tot ontbinding der
Vereeniging moeten overgaan.
Gesticht met de bedoeling, liefde
voor de natuur en in het bijzonder
voor bloemen aan te kweeken door het
aan kinderen die de lagere scholen
bezoeken, verstrekken van stekjes van
gemakkelijk te onderhouden planten,
zag de Vereeniging de belangstel
ling van die zijde voortdurend afnemen
en zich ook telkens leden ontvallen,
zoodat ook de middelen steeds meer
beperkt werden.
Jaar op jaar moest worden bezuinigd
de tentoonstellingen, waarop de ge
kweekte planten werden beoordeeld en
waarvoor de beste prijzen werden
uitgereikt, vroeger opgeluisterd door
muziek, later aantrekkelijk gemaakt
voor de kleinen door het geven van
versnaperingen aan de inzendertjes,
moesten op heel bescheiden voet worden
ingericht niets hielpde kas schoot
te kort en contribueerende leden
kwamen niet in de plaats van hen, die
bedankten.
Zoo heeft, Floralia na korten tijd
van krachtig leven, gevolgd door een
lange periode van kwijnend bestaan,
haar einde gevonden, betreurd door
misschien slechts enkelen en gemist door
de helaas zoo heel weinigen die haar
streven waardeerden.
MEDEDEELINGEN VAN HET
K0N1NKL. NED. MET. INSTITUUT.
(Opgemaakt voorm. 10.50 uur.)
De Bildt, 16 Januari 1908.
Hoogste barometerstand 775.1 m.M.
te Münchenlaagste 738.8 m.M. te
Stornoway.
Verwachting tot den avond van 17
Januari 1908:
Wind: meest krachtige Z.W. wind.
Gesteldheid van de luchtbetrokken,
regenbuien.
Temperatuur: hooger.
Barometerstand te AMERSFOORT.
uur 764 m.M.
Vorige stand te 12 uur 769 m.M.
te Amersfoort.
Donderdag 16 Januari.
Hoogste gisteren .F. 3S°
Laagste hedennacht .F. 27°
Hoogste hedenmiddag tot 12 uur F. 36°
is te buiten gegaan. Door de parlemen
taire commissie wordt een dictatuur
uitgeoefend, ten voordeele van de be
langen eener partij. Vrijheid en gerech
tigheid dreigen te verdwijnen ten gevolge
van de jacobijnsche politiek.
Na deze rede ging de Kamer over
tot de verkiezing van een president.
Brisson werd gekozen met 329 van
375 uitgebrachte stemmen.
Tot vice-presidenten werden gekozen
Etienne met 323, Berteaui met 317,
Rabier met 314 en Mongeot met 289
stemmen.
Aan H. M. de Koningin is door
Jhr. J. W. A. Barchman Wuytiers,
burgemeester der gemeente Amersfoort;
(Voorzitter) H. A. v. d. Westeringh,
burgemeester der gemeente Veenendaal,
Lid van de Provinciale Staten van
Utrecht; Mr. H. F. Hesselink van
Suchtelen, burgemeester van Wage-
ningen; Oud lid van de Tweede Kamer
der Staten Generaal; Jhr. G. J. A.
Schimmelpenninck, Burgemeester der
gemeente Rhenen, Lid der Prov. Staten
van Utrecht, Dijkgraaf van de Rhenen-
sche Nude en Achterbergsche Hooi
landen Mr. H. Smeenge, Voorzitter
van het Hoofdbestuur der Vereeniging
Schuttevaêr te Amsterdam, Lid van de
Tweede Kamer der Staten Generaal;
Mr. A. C. van Daalen, Voorzitter van
de Collegiën der Exonereerende landen
te Bennekom; J. G. Sandbrink, Notaris,
TAN
Ministers en Kamerleden sedert het
Jaar 1858.
ontleend aan Kollew^n's Geschiedenis
van Nederland, 4e deel.
14.
Toen de Tweede Kamer na liet Kers
reces Februarie 1866 weer bijeenkwam,
ontvingen de leden de mededeling dal de
ministers Thorbecke en Olivier afge
treden, en vervangen waren door Geert-
sema en Pické, terwijl Van Bosse de
portefeuille van financiën had aanvaard.
De energieke minister van kolonieën,
Fransen van de Putte die als suiker-
kontraklant verscheidene jaren op Java
had doorgebracht, gaf als reden van de
wijziging in het ministerie op, dat hij het
nieuwe strafwetboek in Indië wilde in
voeren bij koninklik besluit, terwijl Thor
becke, gesteund door minister Olivier,
er op stond, dat het bij de wet zou ge
schieden. Veel leden meenden dat er
meer achter stak, en Van Nierop ver
klaarde twee punten te kunnen vast
stellen, namelik dat de ministerieële
krisis niet gewettigd, e i ook niet geëin
digd was. Men begreep wel dat Thor
becke de hervormingsplannen van Fransen
van de Putte zo overijld achtte dat samen
werking niet langer mogelik was.
Fransen van de Putte moest nu zijn
Personen die van het rijk een groot
geldelik voorschot kregen, op voorwaarde
dat een deel van de snikeropbrengst tegen
een bepaalde prijs aan het rijk zou worden
verkocht.
secretaris van het Waterschap genaamd
«het Veenraadschap der Geldersche
en Stichtsche Veenente Veenendaal;
Mr. A. Rooyaards van Scherpenzeel,
Lid der Prov. Staten van Gelderland,
Heemraad van het Heemraadschap de
rivier de Eem, beken en aankleve van
dien te ScherpenzeelJ. J. van Capelle,
Lid van de Staatscommissie voor de
Binnenschipperij te Weespercarspel,
Voorzitter der Aideeling Amsterdam van
de schippersvereeniging «Schuttevaers
G. S. Vlieger, Lid van de Staatscommissie
voor de binnenschipperij te Amsterdam,
Secretaris van het Hoofdbestuur
der schippersvereeniging Schuttevaêr,
scheepvaartkundig lid der commissie
van deskundigen voor de Rijnvaart en
H. H. Prakke, Directeur van de ge
meentegasfabriek te Veenendaal (Secre
taris) een adres gericht waarin wordt
medegedeeld dat zij zich hebben ver-
eenigd tot een Comité zich ten doel
stellende het verkrijgen van een scheep
vaartwater van den Rijn, door de Gel
dersche Vallei, de Eem, naar de
Zuiderzee.
Adressanten betoogen, dat zij meenen,
dat zulk een kanaal zeer groote voor-
deelen zou opleveren, zoowel voor de
scheepvaart en voor de industrie, als
voor de daaraan zoo nauw verbonden
volkswelvaart, terwijl in 1879 reeds bij
de behandeling der kanalenwet vast
stond, dat de sedert eeuwen hangende
afwateringsquaestie voor de Geldersche
Vallei daardoor tevens zou zijn opte
lossen dat behalve plaatselijke belan
gen door dit kanaal eene kortere ver
binding zou verkregen worden tusschen
Rijn en Zuiderzee en de hiervan noor
delijk gelegen provinciën, waardoor de
algemeene landsbelangen, zoowel als
Handel en Nijverheid ten zeerste zullen
worden gebaat.
Wat de speciale belangen van Am
sterdam aangaat, verwijzen adressanten
naar de Mem. v. Toel. der Kanalenwet
van 1879 en bovendien wijzen zij op
de te drukke vaart met binnenvaartuigen
langs bet Merwedekanaal, wat belem
merend werkt op het Rijnverkeer, welk
euvel zou optebeffen zijn door een
kortere scheepvaartverbinding, waar
door de schepen van de rivieren naar
de Zuiderzeehavens en omgekeerd den
nieuwen vaarweg boven het Merwede
Kanaal zouden verkiezen.
Voorts wijzen adressanten op het
groote voordeel dat de nijvere stad
Amersfoort van de nieuwe verbinding
zou hebben, zoomede tal van andere
plaatsen waarlangs het kanaal zou loopen.
Nieuwe takken van industrie, zeggen
adressanten, zouden ontstaan en de
Geldersche vallei zou misschien de
nijvere Zaanstreek trachten natestreven,
iets waarvan de schipperij groote voor-
deelen zou trekken.
Verder wordt er op gewezen, dat
genoemd kanaal aan onze oud nationale
industrie, het veen- en turfbedrijf, meer
dere levensvatbaarheid zal geven en
dat het vervoer van grint, steen- en
steenpalen van de rivieren naar de
havens van Noord-Holland, Friesland
en Groningen daarvan gebruik zal maken
dat de vaarweg van den Rijn naar
Amersfoort van 130 K.M. lengte tot
18 K.M. zou worden teruggebracht.
Tenslotte wordt de aandacht er op
gevestigd dat eene eventueele droog
making van de Zuiderzee geen be
zwaar kan zijn tegen den aanleg van
dit kanaal en dat het graven van een
kanaal door de Geldersche Vallei on
willekeurig tusschen Arnhem en Vrees-
wet tot vaststelling van de
grondslagen, waarop onder
nemingen van landbouw en
n ij verheid in Nederlands In
dië kunnen word en gevestigd
verdedigen. Het werd echter van ver
schillende zijden zo fel bestreden, dat hij
het introk en zijn ontslag nam als
minister. Zijn ambtgenoten volgden zijn
voorbeeld en daarop trad met 1 Junie
1866 een nieuw ministerie op, waarin
zich Mijer met koloniën, graaf Van Zuylen
met Binnenlandse Zaken en I. Heems
kerk, Az. zich met Binnenlandse Zaken
belastten.
Het ministerie werd met enig wan
trouwen ontvangen dewijl Heemskerk,
allans op 't gebied van onderwijs, niet
homogeen kon zijn met de konserva-
tieven Mijer en Van Zuylen, die meer de
antirevolutionaire richting waren toege
daan. Minister Mijer, een Indiese specia
liteit, verklaarde dat de Koning bij de
vorming van het ministerie hoofdzakelik
op twee omstandigheden had gelet: hel
tot stand brengen van een kultuurwet
voor Indië en de oorlog van Pruisen en
Italië tegen Oostenrijk en zijn bondge
noten waardoor ons land wegens
Limburg, dat èn een Nederlandse provin
cie èn een lid van de Duitse Bond was,
in moeilikheden zou kunnen raken. Z. M.
had in dit opzicht vertrouwen in Van
Zuylen, die reeds 25 jaar in de buiten
landse aangelegenheden werkzaam en
reeds eenmaal minister van Buitenlandse
Zaken was geweest. Verder verklaarde
Mijer een wet te zullen voordragen, zoals
Saksen, Hannover, Keur-Hessen en
Nassau,
wijk aan den Rijn eene gelegenheid
schept aan eene haven gelijk, welke
dan tevens als vluchthaven zou kunnen
dienst doen en bij ijsgang voor de
talrijke schepen aan de steenfarieken
en verdere los- en laadplaatsen langs
den Rijn, in eene noodzakelijke behoefte
voorzien.
Het adres besluit met in het licht te
stellen de groote belangen voor handel
en scheepvaart en waterafvoer, niet
alleen voor de Geldersche Vallei, maar
ook voor de rijke landen daar beneden
die, eveneens een groote uitgestrektheid
beslaande, zeer gebaat zullen zijn door
den aanleg van het nieuwe kanaal.
DE CRISIS,
Men leest in de Tel.:
Er is reeds zoo pertinent beweerd,
dat van een wederoptreden van dr.
Kuyper bij deze gelegenheid geen
sprake is. Was dit bericht wij meenen
van den «Centrum.-correspondent
juist, dan moet de situatie in de laatste
dagen zeer veranderd zijn.
Wij vernemen namelijk van welin
gelichte zijde, dat er thans niet alleen
sprake is van dr. Kuyper's optreden
als minister, maar dat het steeds
zekerder geacht moet worden, dat de
oud-premier in een rechtsch Kabinet
zal zitting nemen. Trots alles wat in
de laatste weken, ten opzichte van dr.
Kuyper, in rechtsche en linksche pers
is geschreven, schijnt men van antire
volutionaire zijde geen Kabinetsfor
matie te willen zonder den leider.
De oudere Katholieken toonen zich
intusschen zeer gekant tegen een her
nieuwd plaatsnemen van dr. Kuyper
achter de groene tafel. Zij vreezen als
gevolg hiervan een oplaaien van den
partijhaat en verscherping der verdeeld
heid in den lande enversterking van
de positie der linksche partijen, 't Is dan
ook vrijwel uitsluitend op grond van
tactische overwegingen, dat zij de minis-
terscandidatuur-Kuyper bestrijd m, ter
plaatse, waar men over de verdeeling
der portefeuilles delibereert.
Echter in de Katholieke partij bestaat
op dit punt geen overeenstemming.
Want de jongere Katholieken roepen
om Kuyper en werken even volhardend
ten gunste van zijn wederoptreden, als
de oudere Katholieken dit ter voor
koming er van doen.
Ten slotte ligt er, naar wij vernamen,
nog eenige moeilijkheid in het zitting-
nemen van de heeren Heemskerk en
Kuyper in hetzelfde Kabinet. Maar de
kansen op een nieuwe Kuyper-aëra zijn
stijgende.
Kuiist- en Wetenschap
IN AMIC1T1A.
Alle leven is een eeuwige wisseling
en alle wisseling een eeuwige gelijkheid.
Onder vele dingen is dat niet het minst
van comedieslukken waar. Het hangt
rnaar van de individueele behandeling af,
of dat cwig einerlei genietbaar zal zijn,
terwijl dit genietbare weer ongetwijfeld
gelegen is in het eviig menschlichedat
niet ophoudt ons, menschen, ta interes
seeren.
Hiermee is meteen het criterium voor
de vermakingskracht van blijspelen ge
geven.
Wij moeten te midden der dwaasheid
van handelingen en toestanden menschen
blijven zien, min of meer gelijk wijzelf;
we moeten ons zelf desnoods in hun
plaats kunnen denken, als de omstandig-
de meerderheid van de Tweede Kamer
bij de behandeling van het ontwerp van
van Fransen van de Putte te kennen
had gegeven te verlangen: de bestaande
gebruiksrechten van de Javaan op de
grond niet alleen te eerbiedigen, maar
tegen elke willekeurige beschikking, tegen
elke schennis, van wie ook, te beveiligen
en te beschermen. Hoe nodig dat was
kan daaruit blijken, dat (om maar een
enkel voorbeeld aan te halen) somtijds
van een dessa de meeste of al de velden
in beslag werden genomen voor het aan
planten van suikerriet ten behoeve van
de suikerkontraktakten, en dan werden
aan de bewoners akkers 'oegewezen die
aan een verder van de fabriek gelegen
dessa behoorden, welke laatste dan geen
grond voor de kultures behoefde af te
staan.
Toen de Staten-Generaal op 17 Sep
tember voor de nieuwe zitting bijeen
kwamen, werden zij verrast door twee
koninklike besluiten: het ontslag van
Mijer als minister van kolonieën, en zijn
vervanging door Trakranen. In plaats
daarvan had men van eerstgenoemde het
aangekondigde wetsvoorstel verwacht.
De bevreemding over de koninklike be
sluiten werd niet weinig vergroot door
de spoedig daarop gevolgde benoeming
van Mijer tot goeverneur-generaal van
Nederlands Indië. Het werd sterk afge
keurd dat de persoon die, volgens de
Regering zelf, aangewezen was om het
koloniaal vraagstuk op te lossen, af
trad, en een veel rijker bezoldigde
betrekking aannam, eer hij de ge
dane beloften, die de goedkeuring van
de meerderheid hadden weggedragen,
was nagekomen. De antirevolutionair
heden maar identiek werden, dan alleen
komt in or s boven die stemming van
meelijdenden spot, van half genoeglijke,
half weemoedige vroolijkheid, waarmee
de dingen van het Leven ons aandoen
en wij voelen de lotgevallen van menschen
daar op het tooneel en niet een leeg
poppenspel, j uitgedacht door_ kleine
geesten.
In het algemeen kan jmenjzeggen, dat
de Duitsche blijspelen, ol wat op dien
naam aanspraak maakt, minder handig
en met minder artistiek scheppingsver
mogen zijn ineengezet dan de Fransche
vaudevilles, die hun komische kracht
altijd nog meer in de gewone mensche-
lijkheid der personages zoeken en vinden,
terwijl de Duilschers er altijd zoo'n
buitenissigheidje als een kinematograaf,
een hypmotiseur of wat dies meer zij bij
noodig hebben.
Zoo stond dan „Vrouwenkrijg" van
Scribe en Legouvé, dat gisterenavond
door de Rotterdammers in Amicitia ge
geven werd voor een goed bezette zaal,
ook hooger dan het Duitsche stuk, dat
we de vorige maal te zien kregen. En
als getrouw reporter hebben we te eon-
stateeren, dat het over het algemeen
zeer heeft voldaan en dat het spel ten
hoogste werd geroemd.
Daarna ging, wat wij het liefst een
dramatische schets zouden noemen, Af
scheid van het regiment" van Erich
Hartleben, die steeds op hetzelfde
stramien voort schijnt te borduren. Ook
hier evenals in zijn „Rosenmontag" die
schrijnende tegenstellirg, als ean van een
feest komend en als paaschos opgedirkt
officier in half benevelden toestand een
onderhoud heeft met zijne, hem ontrouw
geworden vrouw. Ook dit is een schets,
geschreven met een levenswaarheid en
soberheid, die het stuk litteraire waarde
verleenen en het tevens maken tot iets
goeds op dramatisch gebied.
Dit stukje eischt een superieure ver
tolking en die hebben we gehad. Me
vrouw van EijsdenVink en de heer
Nico de Jong hebben daarvoor gezorgd.
Vooral eerstgenoemde had gelegenheid
haar volle kracht te toonen en dat zal
vermoedelijk ook de reden zijn, waarom
men het niet gegeven heeft als lever de
rideau, want na zulk inspannend spel
is men om meer dan éene reden niet
terstond gedisponeerd in een blijspel van
drie bedrijven op te treden.
Lest best, dat kan ook gezegd worden
van de drie abonnementsavonden, die we
dezen winter hebben gehad.
Naar de «U. Crt.s weet mede
te deelen, zal aan de schuldeischers in
het faillissement Vos, zo°/0 worden uit
gekeerd.
De op initiatief van de afdeeling
van den Christ. Werkmansbond opge
richte onderafdeeling voor Kalk- en
Steenbewerkers heeft tot difinitief be
stuur gekozen de heeren B. v. d. Hazel,
voorzitter, P. Schuin, secretaris en J.
Verstaay penningmeester.
Naar wij vernemen heeft de in
December onder de ingezetenen gehou
den inzameling van bijdragen ten behoeve
van een wijkkerk, voor de Ned. Herv.
Gemeente in de buurt Soesterweg,
gelijk in een gisteravond gehouden bij
eenkomst van belanghebbende gemeente
leden gebleken is, opgebracht de som
van vier duizend gulden.
Keuchenius, een specialiteit op koloniaal
gebied, stelde de motie voor„De Kamer,
de gedragslijn van het Kabinet ten op
zichte van de uittreding van de minister
van Kolonieën, mr. P. Mijer, afkeurende,
gaat over tot de orde van de dag."
Die motie werd aangenomen en daar de
Regering dit opvatte als een inbreuk op
het prerogatief van de kroon, werd de
Tweede Kaïner ontbonden.
Voor de verkiezing, die op 30 Oktober
1866 moest plaats hebben, had er een
felle strijd plaats, waarbij het ministerie
Heemskerk, om de indruk te verzwakken
van de verdediging van het recht van
de Tweede Kamer door een groot aantal
professoren in de rechtsgeleerdheid, ge
bruik maakte van een proklamatie van
de Koning aan zijn .Geliefde Landge
noten en Onderdanen", waarin deze
werden aangespoord om te stemmen,
dewijl geen regering de welvaart kan
bevorderen, als tussen haar en de Volks
vertegenwoordiging de nodige overeen
stemming ontbreekt. Die proklamatie
werd niet alleen in het staatsblad ge
plaatst, maar met de nationale kleuren
omgeven op last van de minister door
de burgemeesters tegelijk met de stem
briefjes aan de kiezers verzonden.
Dit gebruik maken van de naam van
de Koning, de medewerking van de
Katholieken en, bij de herstemmingen,
van de Antirevolutionairen, omdat zij
voor het onderwijs in hun geest meer
van de konservatieven dan van de libe
ralen verwachtten, en het gemis aan
samenwerking bij de liberalen, waren
oorzaak dat de ministerieële partij een
versterking kreeg van zes leden.
Op 19 November 1866 werd de nieuwe
zitting zonder troonrede geopend, maar
bjj de beraadslagingen jover de begroting
voor 1S67 werd van 21 tot 27 Februarie
heftig gesproken tegen en voor het uit
treden van Mijer, de motie Keuchenius,
de ontbinding van de Tweede Kamer en
de proklamatie van de Koning. „Daar
door," sprak Thorbecke tot het mini
sterie, „hebt gij de eerste van de volks
vrijheden, de vrijheid van de verkiezingen,
zoveel van u afhing beperkt. Gij hebt
daarbij ook gezag in plaats van v r ij-
h e i d gesteld. Gij noemt in uw cirku-
laire hetgeen volgens u door de Koning
gewenst wordt, een raad van de Koning.
Een koninklijke raad is, ook zonder uit-
drukkelik bevel, gezag De uitwerking
moest onvermijdelik zijn, dat de vraag
werd gesteld: „.Zijt gij voor, of zijt
gij tegen de Koning Een anti-
Nederlandse, trouweloze vraag. Die op
te werpen is niet de handeling van een
goed burger, noch van een goed goe-
vemement."
Het ministerie werd heftig bestreden op
koloniaal gebied, zowel door aanhangers
als door tegenstanders. Keuchenius sprak
dan ook„Zo blijkt het dan dat dit
ministerie wel verre van een bestendige
richting te volgen op koloniaal gebied,
door nu eens deze, dan weer gene richting
te vleien, niets anders dan onbestemd
heid en verwarring bevorderd heeft.
Niemand is tevreden de konservatieven
zijn niet tevreden de liberalen zijn niet
tevredende inlandse maatschappij in
Indië kan niet tevreden zijnde Euro-
peese maatschappij even min."
(Wordt vervolgd).