VrijzinnigT Org-aan voor Amersfoort en Omstreken.
JO; 10.
DONDERDAG 23 JANUARI 1908.
5e JAARGANG.
Uitgave van de Naaml. Venaootsehap „DB EEMLANDER".
Vepsehijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond.
Ter waarschuwing.
FEUILLETON.
DE KItEINDOGHTER.
BUITENLAND.
DE EEMLANDEB
Directeur B. Gr. RIJKENS.
Abonnementsprij s
Per jaarf 3.00
Franco per post3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Afzonderlijke nummers- 0.05
Bureau: BB.EEDESTRAA.T 20.
Telefoon Interc. 62.
Prijs der Advertentiën:
Van 1 tot 5 regelsf 0.40
Voor iederen regel meer
Buiten het Kanton Amersfoort per regel
(By abonnement belangrijke korting.)
0.08
- 0.10
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Kanton Amersfoort in dit blad is uitsluitend gemachtigd hbt Nederlandsch Advertentiekantoor PEEREBOOM en ALTA te Haarlem.
Nogmaals omdat wij van een
actie tot nu toe weinig hebben be
speurd moeten wij het woord richten
tot de vrijzinnige kiesvereenigingen hier
ter stede en tot die van de omliggende
dorpen.
Het zijn de kiesvereenigingen, die
met de pers zorgen moeten voor de
propaganda hunner beginselenzij
moeten er voor zorg dragen, dat de
beginselen in het programma van actie
belichaamd, aan de kiezers worden
meegedeeld, voor dezen worden toege
licht en aannemelijk worden gemaakt-
Op haar rust de veelomvattende taak,
om voor de door haar beleden begin
selen op te komen, te getuigen, aan
hangers te winnen, kortom, te doen al
wat zij kunnen, om de overwinning aan
de door haar beleden beginselen te ver
zekeren en er naar te streven, dat, in
tijden van verkiezing haar candidaten
uit de bus komen.
Dat wil echter niet zeggen, dat ze
tot de dagen der verkiezingen den tijd
hebben.
Zulk een afwachtende houding is te
veroordeelen.
Kiesvereenigingen moeten niet alleen
propagandistisch, maar ook organisee-
rend werken. Het is niet voldoende,
tegen den tijd van een verkiezing bij
elkaar te komen, tot het stellen van
een candidaat en dan gauw een veertig
handteekeningen op eenlijst te ver
zamelen, dan nog een paar adverten
ties te plaatsen, een strooibiljet op te
stellen en dan maar af te wachten
de dingen die komen zullen. Er is meer,
veel meer te doen.
In de eerste plaats dient men te zor
gen, dat nu reeds nagegaan wordt op
welke stemmen bij een komende ver
kiezing te rekenen zal zijn. Men dient
er zich van te overtuigen, dat al deze
kiezers ook op de kiezerslijsten voor
komen.
Door M. BöHME.
28).
Reeds een paar dagen voor den
eersten December kwam Burgard te
Miesbach aan. Jo was opgetogen van
vreugde over het weerzien en hem lie
pen van ontroering de tranen over de
wangen. Hij was even weekhartig als
lichtzinnig. Vooreerst wilde hij in Mies
bach gemeubileerde kamers huren, later
was hij van plan weer een woning te
nemen en Jo terug te halen van groot
moeder Meier.
«Waarschijnlijk is Jo tegen dien tijd
getrouwd en verzorgd,» dacht groot
moeder Meier.
Jerome Burgard was nog altijd een
knappe man. Men zou niet gezegd
hebben, dat hij vijf en veertig jaar was.
Als hij aankwam met veerkrachtige,
luchtige passen, slank en elegant, de
voeten in gladaansluitende schoenen,
onberispelijk gekleed naar de laatste
IEngelsche mode, kon hij nog zeer goed
voor een dertiger doorgaan.
De groote droom zijns levens was
veel geld te verdienen, rijk te worden
om zich te kunnen koopen, wat men
ziet, wat men wenscht, te leven, zooals
De organisatie onzer tegenstanders
is een voortreffelijke en gestadige; al
tijd door werkende, in stilte in de dagen
der voorbereiding voor den strijd, met
luid rumoer in de hitte van het gevecht,
maar steeds met man en macht.
Zal men nu aan onzen kant het voor
beeld der tegenpartij volgen? Zal ook
aan onze zijde de organisatie een zoo
danige zijn, dat onze mannen op den
grooten dag der uitspraak, ook kun
nen verschijnen aan de stembus in zoo
groote getale als zij m o g e n opkomen,
zoo zij tijdig pal staan voor hun recht
Op de vrijzinnigen in het gansche
land, en hier in het district Amersfoort
niet minder dan elders, rust de ernstige
plicht, hunne actie met onverdroten ijver
te richten op alles wat verband houdt
met het opmaken van de kiezerslijsten
van dit jaar. Men kan verzekerd zijn,
dat de clericalen niet stil zullen zitten
en door elk dorp en gehucht, hetwelk
zij nog in hun belang niet hebben uit-
gevischt, opnieuw hun netten zullen
trekken. Laat men aan onzen kant die
waarschuwing ter harte nemen.
De besturen der kiesvereenigingen
zijn de aangewezen corporaties om het
opmaken en vaststellen der kiezerslijsten
tot stand te helpen brengen en te sur-
veilleeren.
Want men denke er aan, overal is
de verhouding tusschen ambtshalve- en
aangifte-kiezers slecht, vooral slecht,
bezien van het standpunt der vrij
zinnigen.
Mr. van Houten heeft destijds uit de
kiezersstatistiek aangetoond, dat van
zeventien kiesdistricten, waarin de ver
houding nog eenige beteekenis heeft
en het gemiddeld getal aangiftekiezers
de duizend te boven gaat, slechts éen
enkel district nog een liberalen afge
vaardigde naar de Tweede Kamer
zendt. Uit al de zestien overige districten
komt een lid der verbonden Regeerings-
meerderheid voort. De gevolgtrekking
ligt voor de hand. Dr. Kuyper heeft
men lust heeft. De arbeid scheen hem
slechts middel tot dat doeloverigens
bracht hij in zijn nieuwe betrekking
veel ervaring, zaken-routine en vakken
nis mee. Geheel door toeval had hij
deze betrekking gekregen. Een bekend
wijnhandelaar in Stuttgart, wien hij een
bezoek bracht, vertelde hem toen het
gesprek toevallig op zijn vroegere werk
zaamheid in het huis Gotze kwam, dat
mevrouw Henriette Gotze juist in Stutt
gart was, en dat zij een flinken, han-
digen chef voor het Miesbacher huis
zocht. Denzelfden dag nog had hij zich
voorgesteld en den volgenden dag kreeg
hij bericht, dat hij aangenomen was.
Jerome had minder dunk van zichzelf
moeten hebben, dan hem eigen was,
om niet als vanzelf sprekend aan te
nemen, dat zijn voorkomen van veel
invloed geweest was op de snelle en
gunstige beslissing. Misschien had hij
geen ongelijk. Zijn aangenaam, elegant
voorkomen, en zijn aangenaam optreden
hadden in ieder geval een gunstigen
indruk gemaakt op de jonge levens
lustige weduwe.
De Gotze bezaten een oude, groote
patriciërs-woning in Miesbach, dat nu
nog slechts door een oude, in dienst
der familie vergrijsde keukenmeid werd
in orde gehouden.
Ongeveer veertien dagen na Jeromes
aankomst In Miesbach kwam het be
richt dat mevrouw Gotze tegen den avond
«den strijdbijl begraven» en is aan het
werk getogen om met de R.-Katho-
lieken in de sterkst betwiste districten
van het middel der aangifte-kiezers
profijt te trekken.
Op de kiezerslijsten verschijnen de
clericale kiezers man voor man, tot den
allerlaatsten toe, die op kiesrecht aan
spraak maken kan, en de kiezers, die
de schaal in het district naar den vrij
zinnigen kant hadden kunnen doen
overslaan, worden op den beslissenden
dag buiten gevecht gesteld in aanzien
lijke hoeveelheid.
Men kan ook van zijn vijand leeren;
dat men het dan ook wil.
DE OOSTZEE-QUAESTIE.
Bij de vele quaesties, die tegenwoordig
in de pers de aandacht vragen, is er in
den laatsten tijd nog eene bijgekomen,
n.l. de Oostzee-quaestie.
Na de troonsbestijging van den nieuwen
Koning van Zweden, die zich zou be
ijveren om zijn rijk zoo goed mogelijk
te beschermen, gingen er allerlei praatjes
en geruchten. Zweden zou het van belang
achten, de Oostzee te doen verklaren tot
een mare clausum, een gesloten zee,
waarin geen oorlogsschepen mogen door
dringen, waarvan de invaart over 't
geheel aan beperkende bepalingen zou
worden onderworpen en die dus nooit
het tooneel zou worden van oorlogs
daden.
Om dezelfde reden, in het belang van
den staat, zou Duitschland insgelijks de
Oostzee willen sluiten.
Weer later kwam het gerucht, dat
Duitschland met Rusland onderhandelde
over eene overeenkomst in deze zaak,
die ten doel zou hebben het behoud van
den tegenwoordigen toestand.
Maar waarom moest er dan worden
onderhandeld
De Fransche bladen wisten dat te
vertellen. Al die geruchten waren door
Duitschland uitgelokt. Het zou de open
bare meening van Europa eens hebben
willen polsen, omtrent een mogelijke
sluiting van de Oostzee, waarin het
in Miesbach zou aankomen. Jerome liet
dadelijk alle kamers van het huis in
orde brengen en verwarmen. Hij nam
zelf de maatregelen voor de ontvangst
der weduwe en was 's avonds met een
groote bouquet rozen, dat hij uit Koblenz
had laten komen, aan den trein. De
weduwe zichtbaar aangenaam verrast
door de opmerkzaamheid en voorzorg
van haar eersten beambte, dankte hem
zeer hartelijk voor zijn moeite en noo-
digde hem uit, haar spoedig zijn dochter
voor te stellen.
Nog denzelfden avond ging Burgard
naar de Meiers, om Jo op de visite voor
te bereiden. Jo moest al haar kieederen
toonen en niets vond genade bij hem.
Dit was niet nieuw genoeg meer, daar
aan waren de mouwen niet modern, van
een ander had de rok niet den laatsten
snit, en van het laatste, dat er wel goed
uitzag, deugde de stof niet. Hij stelde
er prijs op, dat Jo er zoo goed moge
lijk uitzag, sis hij haar aan mevrouw
Gotze voorstelde.
«Je moet je zoo gauw mogelijk een
toilet in Frankfort laten maken. Als je
morgen vroeg met den sneltrein gaat
en den geheelen dag daarblijft, kan de
tailleur je al passen, en het costuum
binnen drie dagen leveren,» besliste
Burgard.
«Misschien kan ik dan de stof die
grootmoeder me bij haar terugkeer
schonk, gebruiken,» meende Jo.
Duilsche Rijk een nieuwen waarborg
voor zijn veiligheid zou zien.
Het officieele Petersburgsche agent
schap heeft nu een weinig licht in de
zaak gebracht, door het volgend bericht
„De overeenkomst tusschen Rusland,
Duitschland, Frankrijk, Engeland en
Noorwegen, den 2en November 1907 te
Kristiania gesloten, in verband met een
verandering van het verdrag van 21
November 1855 over den Fransch-Engel-
schen waarborg voor het geheele grond
gebied van de eertijds vereenigde konink
rijken Zweden en Noorwegen, bracht
vanzelf de kwestie van Zweden's inter
nationale positie op den voorgrond.
Door de gedachtenwisseling, die daarop
gevolgd is, werd 't duidelijk, dat de
Zweedsche regeering, ofschoon in zekere
mate over de voor Noorwegen gemaakte
bizondere positie verontrust, volstrekt
niet begeerde, van de groote mogend
heden evenals Noorwegen een bizonderen
internationalen waarborg voor de on
schendbaarheid van Zweden's gebied te
hebben. Dientengevolge ontstond het
denkbeeld, Zweden's belangen te ver
zekeren door bizondere verklaringen aan
te gaan tusschen Zweden eenerzijds en
Rusland en Duitschland als kuststaten
van de Oostzee anderzijds en door den
tegenwoordigen status quo te handhaven,
en wel zulke verklaringen, die uitsluitend
de wederzijdsche erkenning van dat be
ginsel in zich sluiten, gelijk het in 1907
Spanje in de met Frankrijk en Engeland
uitgewisselde nola's heeft gedaan. Slechts
daarover zijn er op het oogenblik gelijk
tijdig onderhandelingen tusschen Peters
burg en Stockholm eenerzijds en Berlijn
anderzijds aan den gang, waarhij er van
den aanvang der onderhandelingen af
van geen andere voorwaarden betreffende
den toestand van de Oostzee in vredes-
of oorlogstijd sprake is geweest. Zoo
heeft ook Denemarken aan de gedachten-
wisseling geen deel genomen, ofschoon
het volkomen natuurlijk zou wezen,
wanneer Denemarken als vierde kuststaat
zich bij de voorgenomen uitwisseling van
verklaringen aansloot. Met deze onder
handelingen zijn Frankrijk en Engeland
in kennis gesteld."
Van een sluiten van de Oostzee schijnt
dus geen sprake te zijn. Trouwens Duitsch
land, Zweden en Rusland zouden moeilijk
die zaak onder elkander kunnen afdoen,
met het oog op het in 1857 geteekende
»Laat eens zien.»
Jo haalde de stof, maar Burgard
weerde op 't zien met beide handen
verschrikt af, geheel vergetend, dat
grootmoeder Meier in de kamer was.
«Om 's hemels wil, kind, dat niet.
Die Miesbach-smaak. Slechts effen, Jo
effen stof, een voorname, niet opzichtige
kleur. Het best kan de tailleur, voor de
stof zorgen.»
«En wat dat kost, is voor een zoo
groote heer als Jerome Burgard maar
bijzaak,» zei de oude vrouw kwaad, en
wendde zich om van de lessenaar, waar
aan ze de boeken had zitten nakijken,
naar vader en dochter.
«In dit geval is mij de prijs werkelijk
bijzaak,» antwoordde Jerome uit de
hoogte.
«Daarover willen we verder niet
twisten, hoewel men, zoolang men in
afhankelijke betrekking is, nooit moet
vergeten dat men wel eens weer op
straat kan staan, en ofschoon het niet
erg mooi is, het geld uit 't venster te
werpen, zoolang men nog onbetaalde
schuldeischers achter zich heeft.»
«Maar afgezien van dit alles,» ging
mevrouw Josephine voort, «dunkt mij,
dat het dwaasheid is. Jo voor een enkele
visite een zoo duur costuum te laten
koopen. Als zij in haar oude kleeran
niet aan mevrouw Gotze bevalt, zal zij
in de nieuwe moeilijk een beteren in
druk kunnen maken. Als Jo hier in
tractaat, niet allien geteekend door de
staten om de Oostzee, maar ook door
Nederland, Engeland en België, waarbij
Denemarken voor goed afzag van eene
belasting op de inkomende schepen en
het onderzoek van die schepen. Dene
marken ontving toen de ronde som van
een kleine vijftig millioen voor het onder
houd van de vuurtorens en andere in
richtingen. De Oostzee was toen een
open zee.
DUITSCHLAND.
De sociaal-democraten in den Beier-
schen Landdag hebben een interpellatie
aangekondigd over de verklaringen om
trent het kiesrecht in Pruisen, welke door
Von Bülow op 10 Januari in hel Pruisi
sche parlement zijn afgelegd.
Nu heeft eigenlijk het Beiersche par
lement met het Pruisische kiesrecht in
den strengen zin van het woord, niet te
maken. Maar de interpellanten motivee-
ren hun optreden met het feit, dat door
de verklaring van Von Bülow ook het
kiesrecht voor den Rijksdag en de grond
wetten der Zuid-Duitsche Staten in ge
vaar kunnen worden gebracht.
De Kölnische Zeitung, die dit motief
er „met de haren bijgesleept" noemt, zal
men geen ongelijk kunnen geven. Maar
daarom behoeft men nog niet in te
stemmen met den wensch, dat op dien
grond de interpellatie zal worden ge
weigerd. Immers, het kiesrecht in Prui
sen, dat zoo'n groot overwicht in het
Duitsche Keizerrijk inneemt, is van zoo
veel belang voor het gemeenschapsleven
van het geheele Duilsche volk, dat een
bespreking van Von Bülow's reaction-
naire uitlatingen in alle Duitsche parle
menten niet anders dan gewenscht moet
worden genoemd.
OOSTENRIJK.
Sedert anderhalf jaar zijn eenige lei
ders van de in Hongarije bestaande katho
lieke volkspartij, bezig om een groote
katholieke organisatie op te richten, naar
het voorbeeld der katholieke volksver-
eenigingen, welke door wijlen Windhorst
in Duitschland werden gegrondvest.
In deze Hongaarsche organisatie zullen
alle mannelijke en vrouwelijke katholie
ken, die hun 16e jaar hebben bereikt, en
en een kroon per jaar betalen, lid kun
nen worden.
Het doel der organisatie omval vol
gens de mededeelingen der oprichters
Miesbach trouwt, wat voor mij vast
staat, heeft ze geen Frankfurter toiletten
noodig.»
«Wat 1 Jo Hier in Miesbach trouwen?
Er is toch niet reeds Ik ben ver
bluft,» zei Burgard.
Jo verbleekte.
«U meent toch zeker niet.»
«Ja zeker meen ik hem.»
Mevrouw Josephine nam den bril af,
en leunde achterover in haar stoel.
«Een gezeteu Miesbacher burgerzoon
dingt naar Jo's hand. Ik houd het voor
eenvoudig vanzelf-sprekend, dat zij 't
aanzoek aanneemt en haar geluk niet
lichtzinnig verwerpt.»
«Ik geloof dat u Tony Stohman be
doelt,» viel Jo haar opgewonden in de
rede. «Neen, grootmoeder, dien neem
ik niet. Ik heb hem bovendien al zoo
afgewezen dat hem de lust tot een
herhaling wel vergaan zal zijn.»
«Wie is Tony Stohman informeerde
Burgard.
«De eenige zoon van onzen buurman
van de zaak hiernaast en een net, fat
soenlijk man.»
«Aha, ik weet al. Voorheen Meier
Ypslon. Groote eer. Maar u hoort toch,
dat Jo den goeden man niet wil, schoon
mama. Daarmee is naar mijn meening
de zaak afgeloopen.
(Wordt vervolgd).