rijzinnig- Orgaan voor Amersfoort en Omstreken. armenzorg. feuilleton. buitenland. fcfO; 17. ZATERDAG 8 FEBRUARI 1908. 5e JAARGANG. Uitgave van de Naaml. Vennootsehap „DE EEMLANDER". Vepsehijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. n. BINNENLAND. EEMLANDEB Directeur B. G. RIJKEN S. AbonnementspriJ a Per jaarf 3.00 Franco per post3.50 Per 3 maanden- 0.75 Franco per post- 0.90 Afzonderlijke nummers- 0.05 Bureau: BREEDESTRAAT 20. Telefoon Interc. 62. Prijs der Advertöntiën: Van 1 tot 5 regels Voor iederen regel meer Buiten het Kanton Amersfoort per regel (Bjj abonnement belangrijke korting.) f 0.40 - 0.08 - 0.10 Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Kanton Amersfoort in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Nederlandsch Advertentiekantoor PEERE800M en ALTA te Haarlem. De taak van de armenzorg is, niet alleen te geven wie vraagt, en zelfs niet alleen op te zoeken, wie behoeft, maar de armenzorg moet bedoelen van armen te maken menschen, die weer j zelf hun bestaan kunnen verdienen en nuttig kunneD wezen. De armenzorg heeft tot doel de individuen tijdelijk te steunen, maar tevens hun de gelegen heid te openen zichzelf weer te redden. Er komt zooveel bij kijkenmen heeft te onderscheiden tusschen den volkomen onmachtige en hem, die nog wel weer op de been kan komenmen moet rekening houden met de maat schappelijke toestanden en de eischen, die de wetten stellen aan behoorlijk bestaan. Dat is te bezwaarlijk voor de kerkelijke en particuliere instellingen, zooals zij vrij zijn gelaten en naast en tegen elkander de liefdadigheid uit oefenen. Een andere organisatie, eigenlijk is het voldoende te zeggen <een organisa tie», is noodig en deze kan niet tot stand komen waar armenzorg wordt «overgelaten.» Men behoeft daarom niet te komen tot een staatsarmenzorg, zoo als degenen uitroepen, die bang zijn voor regelen, waaraan de kerkelijke armbesturen zich zullen hebben te on derwerpen, maar men behoeft een wet telijke regeling voor de armenzorg. Trouwens, de statistiek hoe on volledig ze mag zijn door den onwil van de armbesturen om betere opgaven te verstrekken leert, dat reeds nu de kerkelijke armbesturen naar ver houding minder aan liefdadigheid doen dan vroeger, terwijl het aantal der bur gerlijke armbesturen toeneemt. Zij, die de kerkelijke armenzorg bovenaan stellen en vrij willen houden van eiken band, moeten er eens op letten, dat in 1871 in ons land het aan- DE KItEINDOGHTER. Door M. BöHME. 35). Nu zijn we 't weer zoo ver eens. Als ik nu maar wist, hoe het dwaze ding te leeren, verstandig te zijn en haar hoofd te buigen.» «Maar, moeder Ik begrijp u niet, u anders een zoo verstandige, scherpzin nige vrouw. En u ziet niet in, dat er niets verkeerder in de wereld is dan zulk een valache voorzorg en onnoodige voorziening. Mij dunkt, huwelijken komen tot stand, maar worden niet tot stand gebracht, heeft u me vroeger eens gezegd. Of vergis ik mij «Nu ja. Maar men kan wel 'n beetje helpen. Als het eenmaal duidelijk is, waar het geluk ligt, moeten wij het zelf grijpen en vasthouden. De gebraden duiven vliegen ons niet in den mond.» Er wig schudde het hoofd. «Zeker moeder. Er zijn dingen, waarop uw opmerkingen passen. Maar het Is niet goed, twee menschen tegen hun wil voor een band, die hun leven lang blijft, bijeen te brengen. Als twee men schen van elkaar houden en de derde dan een beetje meehelpt, moeilijkheden deel van de kerkelijke instellingen aan de armenzorg bedroeg 57,8 °/o> terwijl het in 1903 49,7 wasde over eenkomstige cijfers van de andere in stellingen waren 37 en 41.3. De uit gaven vertoonen hetzelfde. Hieruit blijkt wel, dat de toekomst allerminst aan de kerkelijke armbesturen is en de gemeentelijke armenzorg ook nu reeds toeneemt, nu het particuliere initiatief nog volkomen vrij is. Men mag dan ook allerminst opposi tie voeren tegen een regeling van de armenzorg door de wet, welke regeling op vele manieren kan geschieden. Daar door kan verband worden gebracht tusschen bestrijding van werkloosheid, zij het door staatswerken te laten uit voeren of door verzekering en bestrijding van gewone armoede. Maar de taak van den particulier is daarmee niet afgesneden geenszins. Een armenzorg van ambtenaren wil niemand, meu wil allerminst een Staats- of Gemeentelijke armenkas; een leger van beambten voor de armen I Dat is gekheid en wordt door nie mand gewenscht. Aan particuliere commissies kan men de regeling opdragen onder gemeente lijk toezichtmen kan het Elberfelder stelsel toepassen men kan van bovenaf naar onderen werken, of beginnen met wijkcommissies en deze laten samen werken. Men kan een wijk of stadsdeel voor eigen armen laten zorgen of alle gemeentenaren laten betalen naar de armenzorg aan geld behoefte heeft. Maar hoe dat zij, de taak van kerke lijke en particuliere besturen neemt in de laatste jaren beslist af, de taak der burgerlijke besturen neemt toe. Dat is een aanwijzing voor de richting, waarin men moet gaan. En de armenzorg is thans onvol doende voor de moderne oeconomische toestanden dat is het grootste argu ment om in die richting spoedig voort te gaan, dat wil zeggen, om te streven naar organisatie van burgerlijke armen zorg door de wet. In ons eerste artikel over dit onder werp is een zinstorende fout gemaakt. Er werd de vraag gedaanheeft de Staat door zijn toezicht voldoende ge daan, om een goede regeling in het leven te roepen Zoo ja, dan is het noodig den Staat een grootere taak op te leggen enz. Dit moet natuurlijk zijn: Zoo ja, dan is het niet noodigenz. uit den weg ruimt en hun den weg naar het huwelijk effent, kan dit in zekere gevallen een verdienstelijk werk zijn. Maar iemand willen dwingen tot een mensch, aan wien hij bijna een hekel heeft, dat is naar mijn meening zelfs afkeurenswaardig, om niets ergers te zeggen.» Mevrouw Josephine sloeg de vuist op tafel. «Goed, dat ik weet, hoe je over deze zaak denkt. Nu weet ik tenminste, waaraan ik me te houden heb, en ver trouw op niets dan op mezelf. Jo trouwt met Stohman en daarmee uit. We willen eens zien, wie het wint, ik of die domme meid. Jullie bent allen gek ge worden. Zij sprong toornig op en sloeg de deur achter zich dicht. Erwig zag een beetje bezorgd naar de deur, waardoor zijn moeder verdwe nen was. Hij doorzag haar niet meer, begreep niet, hoe de verstandige, ervaren oude vrouw die zoo juist alle practische zaken in het leven schatte, tot zoo'n onverstandig idee als deze huwelijksma kerij kon komen. Aan den anderen kant, hij kende zijn moeder genoeg om te weten, zoodra ze een of ander voornemen gemaakt had, alle tegenspraak en tegenwerking haar juist aanzetten, met alle kracht haar wil door te drijven. In 't algemeen onthield men zich daarom van eenige ENGELAND EN PORTUGAL. Meer dan in eenig ander land heeft men zich in Engeland de tragische ge beurtenis in Lissabon aangetrokken. De belangstelling van Engeland in Portugal is grooter dan die van eenig ander land. Die belangstelling berust voornamelijk op eigenbelang. Portugal was wat zijne buitenlandsche betrekkingen aangaat ge heel afhankelijk van Engeland. De kleine Portugeesche boot dreef in het kielzog van het groote Engelsche pantserschip. Slechts een oogenblik, onder de regee- riug van den thans gevallen koning, bestond een ernstig verschil van mee ning. Kort nadat koning Carlos de regeering had aanvaard was de Portu geesche majoor Serpa Pinto in Zuid oost-Afrik» een gebied binnengedrongen, dat volgens de Engelschen hun behoorde. Op .eene dreigende nota van de Engelsche regeering werd niet dadelijk door de Portugeesche ge&ntwoord, waarop een Engelsch eskader in de Portugeesche wateren verscheen om kracht bij te zetten aan een ultimatum, dat den 11 den Januari 1890 was afgezonden. Engeland eischte dat de Portugeesche troepen en ambtenaren zouden verdwijnen uit het gebied, dat Serpa Pinto voor zijn land had in beslag genomen en de toenmalige Portugeesche minister van buitenlandsche zaken moest wel den volgenden dag in de Kamer verklaren, dat Portugal voor het geweld week. Er ontsonden toen ongeregeldheden in verschillende Portu geesche stedenIe republikeinen wonden inmenging, maar Erwig besloot, nu in alle geval Jo's partij te nemen, en de plannen van zijn moeder krachtig tegen te werken. Voor in den winkel ging de schel over, en daar de bediende in den anderen winkel bezig was, ging Erwig zelf voor. Een vermomde gestalte stond bij de deur en deed den hoofddoek af, waarna Erwig juffrouw Herta uit den winkel van Stoh man herkende. Zij wilde voor mijheer Tony een slaaprok als Kerstgeschenk koopen. Het was de gewoonte in het huis Stohman, dat men elkaar met Kerstmis onderling geschenken gaf en zij behoorde om zoo te zeggen ook tot de familie. «Een slaaprok Zal mijnheer Tony dat niet kwalijk nemen veroorloofde Erwig zich op te merken. «Is hij niet nog een beetje jong voor een slaaprok Misschien doet u beter, een warme huis jas te kiezen. Die zou hij ook in den winkel kunnen dragen.» Juffrouw Herta stond er echter op dat het een slaaprok zou zijn. «Zoo'n slaaprok is heel goed voor mijnheer Tony. Hij heeft er de figuur voor en houdt van zijn gemak,» zei ze op drogen toon. Erwig glimlachte een weinig, terwijl hij de lange grauwe en groene slaaprok ken voor juffrouw Herta uitspreidde. In zijn gedachten stond de dikke jonge Stohman in den wijden slaaprok met het volk op en sprakea luide van de eer des lands, die verkocht en verraden was. Het ministerie moest wijken en de koning weigerde de orde van den Kouseband, die koHingin Victoria bij wijze van poedelprijs hem aangeboden had. Den 20sten Augustus van dat jaar kwam een verdrag met Engeland tot stand, dat opnieuw aanleiding gaf tot onlusten. In Afrika zelf kwam het tot eene botsing tusschen Portugeesche troepen en ma.ischappen van de Char tered Company, waarbij de Portugeezen het onderspit dolven. Maar het nieuwe ministerie wist de beweging die in Por tugal was ontstaan te onderdrukken en de gewillige Kamer bekrachtigde het Engelsche verdrag. Sedert was Portugal vrijwel de vazal van Engeland. Men weet daar zeer goed, dat die vernederende positie niet naar den smaak is van een groot deel van het Portugeesche volk. Daarom ook ziet men thans met zekere zorg aan wat in het kleine land gebeurt. Het zou kuunen zijn, dat daar de En gelsche invloed aanmerkelijk ver minderde. PORTUGAL Te Lissabon en in heel Portugal is het rustig. Groote rouw over den dood van den Koning wordt niet betoond, naar 't. heet; meer over die» van den Kroonprins. Men gevoelt veel medelijden met de Koningin en sympathie met den jongen Koniag. Maar voor alles is het volk verheugd over het weggaan van Franco, over de afschaffing van diens stelsel van onderdrukking, het herstel van den grondwettelijken toestand. De Koning en het nieuwe ministerie gaan op den ingeslagen weg voort. Een telegram maakt melding van een belang rijken brief, door den jongen Koning aan zijn minister geschrevenhij wil slechts die gelden voor zijn persoonlijke uitgaven en die der hofhouding aan nemen, welke het parlement hem heeft toegestaan. Men zal zich herinneren dat de eigenmachtige opdrijving van de civiele lijst voor het hof de openbare meening in Portugal sedert lang verbitterde. De republikeinsche afgevaardigden, die door Franco zonder vorm van proces gevangen waren gezet, zijn in vrijheid gesteld. De andere politieke gevangenen (niet-afgevaardigden) zullen nog door den gewonen rechter gevonnist moeten worden, maar niettemin wordt verwacht dat men hen spoedig uit den kerker zal pantoffels aan de voeten en een pijp in den mond voor hem. «Wilt u toch nog niet eens de huis jassen zien, juffrouw,» vroeg hij. «Wij hebben ze in dezelfde stoffen, en zeer smaakvol uitgevoerd. Ik kan niet helpen, ik denk dat u met de huisjas meer plezier zoudt doen dan met den slaap rok.» «Neen, dat meen ik niet,» antwoordde het meisje met onbeweeglijk strak gelaat. «Mijnheer Stohman junior zal er daarin zeer waardig uitzien.» Zij betastte de stof der voorgelegde rokken en ging een paar stappen achteruit om het kleedingstuk in z'n geheel op te nemen. Het volle licht der gaskroon viel nu op haar gelaat en plotseling bemerkte Erwig, dat in dit nietszeggende, vaalbleeke gezicht een wonderlijke verandering plaats greep. Het scheen alsof een geheime macht werkte achter het starre masker, door breken wilde, en ook doorbrak. Een chaos van hartstochten en wilde ge voelen», spiegelde zich plotseling af in de geheel veranderde trekken. »Hij zal er zeer goed in uitzien,» zei ze heesch, en lachte, «dan kan hij op Kerstavond dadelijk den slaaprok aan trekken voor zijn verloving.» Erwig zag haar recht in de van inge houden tranen glanzende oogen in het door woede, hoon en verbittering ver trokken gelaat. ontslaan, daar hun gevangenneming niet langs weltelijken weg is geschied. Wat óok op het spoedig te wachten volledig herstel van den constitutioneelen toestand wijst, is de ontslag-aanbieding van de commissie, die met de leiding der Lissabonsche gemeentezaken belast werd, nadat de gemeenteraad naar huis was gezonden. Dergelijke commissies in de andere gemeenten zullen weldra dit voorbeeld volgen, verkiezingen zullen uitgeschreven worden en aldus zal weer aan de voorschriften der grondwet vol daan zijn. MAROKKO. Kaid Maclean, de in Marokko ge vangen Engelschman, is thans werkelijk in vrijheid gesteld. Maclean is sinds het begin van Juli 1.1. de gevangene van den Marokkaanschen roover Raisoeli geweest. Hij heeft het niet bijzonder hard gehad in zijn ge vangenschap, maar alle pogingen om hem weer vrij te krijgen en men is voortdurend daarmee bezig geweest stuitten af op het hooge bedrag van den losprijs en den aard van de voorwaarden, welk Raisoeli stelde voor het vrijlaten van zijnen gijzelaar. Sir Harry Maclean, een Schot van ge boorte en officier bij de Britsche troepen te Gibraltar, werd dertig jaren geleden door den Sultan van Marokko in dienst ge nomen als instructeur van het Marok- kaansche leger. Hij steeg voortdurend in aanzien en zijn invloed nam zoozeer toe, dat hij eindelijk beschouwd werd als de machtigste man in Marokko. Sultan Abd-el-Azis zond hem af, om Raisoeli vergiffenis en kwijtschelding van straf aan te bieden, als de roover be loofde, rustig te Fez te zullen leven. Maar Raisoeli nam den afgezant als gijzelaar gevangen. Maclean, die nu 60 jaren telt, heeft in zijn leven als Moor heel wat merk waardige ervaringen opgedaan en meer dan eens is hij ternauwernood aan den dood ontkomen. In de maand Maart zal op het Stadhuis te 's Gravenhage, op uitnoodi- ging van de Haagsche gemeentelijke Arbeidsbeurs, een conferentie worden gehouden van de besturen der Arbeids beurzen in Nederland. «Voor zijn verloving vroeg hij, schijnbaar verwonderd. «Ah dan mag ik u gelukwenschen, juffrouw Herta?? Men moppelde ook al lang zoo iets.» «Houdt u tocht niet zoo dom, mijn heer Meier,» zei het meisje somber. «U weet toch wel wie de uitverkorene is. Eergisteravond hoorde ik het met mijn eigen ooren, hoe uw moeder met mijn heer en mevrouw Stohman en hoe einde lijk besloten werd. dat met Kerstavond de verloving gevierd zal worden.» «Wiens verloving.» «Nu, van Tony met uw nicht, juffrouw Burgard. Ze is immers jong en lief, en wat de verbinding der zaken betreft is het zeer voordeelig.» Herta wachtte even, het spreken viel haar blijkbaar zwaar van opwinding. «U moet nu niet denken dat ik nij dig en afgunstig ben, mijnheer Meier, neen, zeker niet, maar ik had toch zeker verdiend dat men mij ook in 't ver trouwen nam, daar ik tien jaar bij de Stohmans ben en mijn beste jeugdjaren daar heb opgeofferd. Ik blijf ook niet, dat behoeven ze niet te denken, ik kan iederen dag een nieuwe betrekking krijgen, ik behoef maar naar Frankfort te schrijven zoo, dan zuilen ze nog eens opkijken, als ik weg ben en de Stohmans zelf niets van de zaak weten, alles drijft op mij. Ze kunnen er vast op rekenen; uiterst 1 Februari ga ik.» (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1908 | | pagina 1